20.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 19/1 |
BESLUIT (EU) 2023/136 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 januari 2023
tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de kennisgeving inzake compensatie in het kader van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel voor in de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) wordt sinds 2019 toegepast wat betreft de monitoring, rapportage en verificatie van emissies en is bedoeld als een wereldwijde marktgebaseerde maatregel om met ingang van 1 januari 2021 koolstofdioxide-emissies van de internationale luchtvaart die boven een vastgesteld emissieniveau worden uitgestoten te compenseren met bepaalde compensatiekredieten. |
(2) |
De Overeenkomst van Parijs, die in december 2015 is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (“United Nations Framework Convention on Climate Change — UNFCCC”) (4), is in november 2016 in werking getreden. De partijen kwamen overeen de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder 2 °C boven het pre-industriële niveau te houden, en ernaar te blijven streven de temperatuurstijging tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau te beperken. Die toezegging is versterkt met de goedkeuring van het klimaatakkoord van Glasgow in november 2021, waarin de Conferentie van de Partijen erkende dat de gevolgen van de klimaatverandering veel geringer zouden zijn bij een temperatuurstijging van 1,5 °C in plaats van 2 °C, en waarin zij besloot de inspanningen voort te zullen zetten om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 °C. |
(3) |
De Unie is voornemens Corsia op basis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) toe te passen, met inachtneming van de verschillen tussen de Uniewetgeving en de bepalingen van de eerste editie van bijlage 16, volume IV, bij de Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, dat voorziet in de vaststelling van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming voor Corsia (“Corsia SARP’s”) die naar aanleiding van de vaststelling van Besluit (EU) 2018/2027 (6) van de Raad aan de ICAO zijn gemeld, en met inachtneming van de manier waarop het Europees Parlement en de Raad de Uniewetgeving wijzigen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 (7) van de Commissie is vastgesteld om de Corsia-regels voor de monitoring, rapportage en verificatie van luchtvaartemissies op passende wijze uit te voeren. De compensatie in de zin van de Corsia SARP’s wordt berekend op basis van CO2-emissies die overeenkomstig die gedelegeerde verordening worden geverifieerd. |
(5) |
Wegens een sterke daling van de luchtvaartemissies in 2020 ten gevolge van de COVID-19-pandemie, heeft de ICAO-Raad tijdens zijn 220e zitting in juni 2020 besloten dat de emissies van 2019 moeten worden gebruikt als referentieniveau voor de berekening van de compensatie die vliegtuigexploitanten voor de jaren 2021 tot en met 2023 moeten uitvoeren. De 41e Algemene Vergadering van de ICAO heeft dat besluit in oktober 2022 bekrachtigd. |
(6) |
De luchtvaartemissies hebben in 2021 de collectieve niveaus van 2019 niet overschreden. Op 31 oktober 2022 heeft de ICAO bepaald dat de sectorgroeifactor (SGF) voor de emissies van 2021 gelijk is aan nul. De SGF is een parameter van de Corsia-methode voor de berekening van de jaarlijkse compensatievereisten van de exploitanten. Bijgevolg is voor 2021 geen aanvullende compensatie door vliegtuigexploitanten vereist. |
(7) |
De lidstaten moeten Corsia toepassen door vliegtuigexploitanten die houder zijn van een door een lidstaat afgegeven bewijs luchtvaartexploitant en in een lidstaat geregistreerde vliegtuigexploitanten uiterlijk op 30 november 2022 van de compensatie voor 2021 in kennis te stellen. |
(8) |
Daar de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(9) |
Het is belangrijk om de nationale autoriteiten en vliegtuigexploitanten zo vroeg mogelijk in 2022 rechtszekerheid te bieden wat de Corsia-compensatie voor 2021 betreft. Dit besluit moet derhalve onverwijld in werking treden. |
(10) |
Onverminderd de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel, is dit besluit bedoeld als een louter tijdelijke maatregel die enkel van toepassing is in afwachting van het verstrijken van de omzettingstermijn van die richtlijn. Indien de omzettingstermijn op 30 november 2023 nog niet is verstreken en de ICAO bepaalt dat de SGF voor de emissies van 2022 gelijk is aan nul, moeten de lidstaten de vliegtuigexploitanten ervan in kennis stellen dat hun compensatievereisten voor het jaar 2022 nul zijn. Indien de SGF voor de emissies van 2022 niet gelijk is aan nul, moet de Commissie zo nodig een nieuw voorstel kunnen indienen voor de berekening en de kennisgeving van die compensatievereisten. |
(11) |
Richtlijn 2003/87/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 12 van Richtlijn 2003/87/EG worden de volgende leden toegevoegd:
“6. Uiterlijk op 30 november 2022 stellen de lidstaten vliegtuigexploitanten ervan in kennis dat hun compensatievereisten in de zin van punt 3.2.1 van de Internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming van de ICAO voor de Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (“Corsia SARP’s”) voor het jaar 2021 gelijk zijn aan nul. De lidstaten sturen een kennisgeving naar vliegtuigexploitanten die aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
de vliegtuigexploitanten zijn in het bezit van een bewijs luchtvaartexploitant dat door een lidstaat is afgegeven of zijn geregistreerd in een lidstaat, met inbegrip van de ultraperifere gebieden, de onderhorigheden en de gebiedsdelen van die lidstaat, en |
b) |
zij produceren jaarlijks meer dan 10 000 ton CO2-emissies door het gebruik van luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximale startmassa van meer dan 5 700 kg voor vluchten zoals bedoeld in bijlage I bij deze richtlijn en in artikel 2, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie (*1), met uitzondering van vluchten die in dezelfde lidstaat, met inbegrip van de ultraperifere gebieden van die lidstaat, vertrekken en aankomen, vanaf 1 januari 2021. |
Voor de toepassing van de eerste alinea, punt b), wordt geen rekening gehouden met CO2-emissies van de volgende soorten vluchten:
i) |
staatsvluchten; |
ii) |
humanitaire vluchten; |
iii) |
medische vluchten; |
iv) |
militaire vluchten; |
v) |
vluchten in het kader van brandbestrijding; |
vi) |
vluchten voorafgaand aan of volgend op een humanitaire, medische of brandbestrijdingsvlucht op voorwaarde dat dergelijke vluchten met hetzelfde luchtvaartuig werden uitgevoerd en nodig waren om de desbetreffende humanitaire, medische of brandbestrijdingsactiviteiten uit te voeren of het luchtvaartuig na die activiteiten voor zijn volgende activiteit te verplaatsen. |
7. In afwachting van een wetgevingshandeling tot wijziging van deze richtlijn wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel en indien de termijn voor de omzetting van een dergelijke wetgevingshandeling op 30 november 2023 niet is verstreken, en de door de ICAO bekend te maken sectorgroeifactor (SGF) voor de emissies van 2022 gelijk is aan nul, stellen de lidstaten de vliegtuigexploitanten uiterlijk op 30 november 2023 ervan in kennis dat voor het jaar 2022 hun compensatievereisten in de zin van punt 3.2.1 van Corsia SARP’s van de ICAO gelijk zijn aan nul.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 18 januari 2023.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) PB C 105 van 4.3.2022, blz. 140.
(2) PB C 301 van 5.8.2022, blz. 116.
(3) Standpunt van het Europees Parlement van 13 december 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 19 december 2022.
(4) PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4.
(5) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
(6) Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad van 29 november 2018 inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, met betrekking tot de eerste editie van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming — Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (CORSIA) (PB L 325 van 20.12.2018, blz. 25).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie van 18 juli 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen maatregelen voor de monitoring, rapportage en verificatie van luchtvaartemissies ter uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (PB L 250 van 30.9.2019, blz. 10).