23.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/130


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2565 VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/444 van het Europees Parlement en de Raad met bepalingen betreffende de vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/444 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2021 tot vaststelling van een programma voor douanesamenwerking en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1294/2013 (1), en met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De indicatoren om verslag uit te brengen over de vooruitgang van het programma bij de verwezenlijking van de in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/444 bepaalde algemene en specifieke doelstellingen, zijn opgenomen in bijlage II bij die verordening.

(2)

Bij de tussentijdse evaluatie van het Douane 2020-programma (2) heeft de Commissie vastgesteld dat het monitoring- en evaluatiekader van het programma moest worden aangepast en gestroomlijnd. De Commissie heeft daarom de prestatiebenadering van het programma herzien om de relevantie te waarborgen van alle indicatoren die voor de monitoring en de evaluatie van de prestaties van het programma zijn geselecteerd.

(3)

De in bijlage II bij Verordening (EU) 2021/444 opgenomen indicatoren zijn weliswaar geschikt voor de jaarlijkse prestatiemonitoring, maar schieten tekort voor een uitgebreide monitoring en evaluatie van de activiteiten van het programma en van de vooruitgang die bij de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen ervan is geboekt. Daarom moeten extra indicatoren worden vastgesteld als onderdeel van het monitoring- en evaluatiekader. Met behulp van deze extra indicatoren zullen de outputs, resultaten en effecten van het programma worden gemeten.

(4)

Met het oog op een efficiënte, doeltreffende en tijdige verzameling van gegevens voor de monitoring en de evaluatie van het programma moeten proportionele rapportagevereisten worden opgelegd waarbij dubbele rapportage wordt voorkomen en de administratieve lasten zoveel mogelijk beperkt blijven.

(5)

Om deze gedelegeerde handeling af te stemmen op de rapportageperiode die aan het monitoring- en evaluatiekader van het programma gekoppeld is, moet zij met terugwerkende kracht van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2022,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Indicatoren en rapportagevereisten voor het monitoring- en evaluatiekader

1.   Bij de monitoring en de evaluatie van het programma overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) 2021/444 worden de volgende indicatoren gebruikt als onderdeel van het monitoring- en evaluatiekader:

a)

de in bijlage II bij Verordening (EU) 2021/444 vastgestelde indicatoren;

b)

de in de bijlage bij deze verordening vastgestelde indicatoren, met behulp waarvan de outputs, resultaten en effecten van het programma worden gemeten.

2.   De in lid 1 bedoelde indicatoren worden jaarlijks gemeten, met uitzondering van de effectindicatoren als bedoeld in de punten (1)(a), (1)(b), (2) en (3)(a) van de bijlage bij deze verordening, die om de twee jaar en in het kader van de tussentijdse en de eindevaluatie worden gemeten, overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2021/444.

3.   Wanneer de Commissie erom vraagt, verstrekken de ontvangers van de middelen van het programma haar gegevens en informatie die betrekking hebben op de in lid 1 bedoelde indicatoren en van nut zijn voor het monitoring- en evaluatiekader.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 87 van 15.3.2021, blz. 1.

(2)  Europese Commissie, directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie,Mid-term evaluation of the Customs 2020 programme: final report, Publicatiebureau, 2019,https://data.europa.eu/doi/10.2778/923910


BIJLAGE

Lijst van extra indicatoren met betrekking tot het monitoring- en evaluatiekader van het douaneprogramma als bedoeld in de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) 2021/444

A.   Outputindicatoren

1)

Ontwikkeling van de gemeenschappelijke componenten van de Europese elektronische systemen (EES):

a)

aantal projecten op het gebied van informatietechnologie (IT) in de aanloopfase;

b)

aantal IT-projecten in de uitvoeringsfase;

c)

gedeelte van IT-projecten waarvan de werkelijke kosten overeenstemmen met de geplande kosten;

d)

gedeelte van IT-projecten met “groene” status overeenkomstig de in het strategisch meerjarenplan voor de douane (MASP-C) vastgestelde vereisten.

2)

Oplevering van de gemeenschappelijke componenten van de EES:

a)

aantal IT-projecten dat in productie is genomen zoals vereist krachtens Unierecht;

b)

gedeelte van gemeenschappelijke componenten van de EES die zijn opgeleverd overeenkomstig het tijdschema van het MASP-C;

c)

aantal herzieningen van de opleveringstermijnen voor de gemeenschappelijke componenten van de EES.

3)

Betrouwbaarheid van de EES (capaciteit van het gemeenschappelijk communicatienetwerk).

4)

Betrouwbaarheid van de IT-ondersteuning:

a)

gedeelte van “incident”-tickets dat op tijd is opgelost;

b)

tevredenheid van de gebruikers over de verleende ondersteuning.

5)

Niveau van ondersteuning voor capaciteitsopbouw door middel van samenwerkingsacties (kwaliteit van de samenwerkingsacties).

6)

Mate van bekendheid met het programma.

B.   Resultaatsindicatoren

1)

Niveau van samenhang tussen de douanewetgeving en het douanebeleid en de uitvoering ervan (mate waarin nieuwe gemeenschappelijke componenten van de EES een coherente uitvoering van het Unierecht en -beleid faciliteren).

2)

Niveau van operationele samenwerking tussen nationale autoriteiten:

a)

bijdrage van nieuwe gemeenschappelijke componenten van de EES aan het faciliteren van de operationele samenwerking tussen nationale autoriteiten;

b)

aantal actieve gebruikers op het onlinesamenwerkingsplatform;

c)

aantal interacties op het samenwerkingsplatform;

d)

tevredenheid van de gebruikers over het onlinesamenwerkingsplatform.

3)

Vereenvoudigde e-procedures voor marktdeelnemers:

a)

aantal geregistreerde marktdeelnemers;

b)

aantal aanvragen.

4)

Operationele prestaties van de nationale autoriteiten:

a)

bijdrage van nieuwe gemeenschappelijke componenten van de EES aan de verbetering van de operationele prestaties van nationale autoriteiten;

b)

bijdrage van de resultaten van samenwerkingsacties en acties ten behoeve van competentieontwikkeling aan de verbetering van de operationele prestaties van nationale autoriteiten.

5)

Douane — Innovatie op het gebied van douanebeleid:

a)

bijdrage van nieuwe gemeenschappelijke componenten van de EES aan innovatie op het gebied van douanebeleid;

b)

bijdrage van de resultaten van samenwerkingsacties en acties ten behoeve van competentieontwikkeling aan innovatie op het gebied van douanebeleid.

C.   Effectindicatoren

1)

Ontwikkeling van de bescherming van de financiële en economische belangen van de Unie en de lidstaten:

a)

bedrag aan niet-betaalde rechten, met inbegrip van douanerechten, compenserende en antidumpingrechten, op goederen en diensten dat samenhangt met vastgestelde fraude en onregelmatigheden en nog moet worden geïnd;

b)

vastgestelde gevallen van fraude en onregelmatigheden waarbij rechten in het geding zijn.

2)

Ontwikkeling van de veiligheid van de Unie en haar inwoners (inbeslagname van goederen en stoffen die een gevaar voor de veiligheid vormen).

3)

Ontwikkeling van de facilitering van legitieme bedrijfsactiviteiten:

a)

efficiëntie van douane- en grensbeheerafwikkeling (uitgedrukt in afwikkelingstijd);

b)

bijdrage aan de overgang naar een papierloze douane-unie.