(1)

Na de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft de Unie Oekraïne gesteund met een reeks financiële maatregelen. De steun is voor een beperkte periode op ad-hocbasis verleend en heeft een aanzienlijke voorziening uit de begroting van de Unie en garanties van de lidstaten vereist.

(2)

Oekraïne zal verdere bijstand nodig hebben om het goede functioneren van de staat te ondersteunen. Samen met andere internationale partners wordt van de Unie verwacht dat zij bijdraagt tot de leniging van de dringende financieringsbehoeften van Oekraïne. Daartoe heeft de Unie een nieuw instrument krachtens Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad (2) ingesteld. Krachtens dat instrument wordt een aanzienlijk deel van de beoogde financiële bijstand verstrekt in de vorm van leningen.

(3)

In de context van de toegenomen externe instabiliteit is het passend te voorzien in een gestructureerde financieringsoplossing voor de jaren 2023 en 2024 teneinde de financiële steun aan Oekraïne te kunnen voortzetten.

(4)

Het is daarom passend de Unie de mogelijkheid te geven om op een duurzame en oordeelkundige manier de nodige begrotingsmiddelen ter beschikking te stellen. Dat moet gebeuren door het bestaande mechanisme dat de vorm heeft van een Uniebegrotingsgarantie uit te breiden tot de financiële bijstand die in de jaren 2023 en 2024 ter beschikking van Oekraïne wordt gesteld. Dat mechanisme moet het mogelijk maken om tot 100 % van de bedragen die nodig zijn om te voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen van de Unie in het kader van opgenomen en verstrekte leningen, ter beschikking te stellen indien de Unie de verschuldigde betaling niet tijdig van Oekraïne ontvangt.

(5)

Het moet mogelijk zijn om de nodige kredieten in de begroting van de Unie ter beschikking te stellen boven de maxima van het meerjarig financieel kader, zowel voor de lidstaten als voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024. Die mogelijkheid moet de verplichting onverlet laten om het in artikel 3, lid 1, van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (3) vastgestelde maximum van de eigen middelen in acht te nemen.

(6)

In principe, en tenzij zich verdere uitzonderlijke ontwikkelingen voordoen, moet die Uniebegrotingsgarantie de financiële hulp aan Oekraïne op korte termijn dekken voor een bedrag van maximaal 18 000 000 000 EUR, zoals gespecificeerd in Verordening (EU) 2022/2463, en moet het gebruik van de macro-financiële bijstand in 2024 beperkt worden tot voorschotten in het eerste kwartaal van dat jaar, zoals gespecificeerd in die verordening.

(7)

Deze verordening mag alleen van toepassing zijn op programma’s voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024.

(8)

Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (4) moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(10)

Gezien de situatie in Oekraïne moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,