24.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/42


VERORDENING (EU) 2022/2294 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2022

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat de statistieken over gezondheidszorginstellingen, human resources voor gezondheidszorg en het gebruik van de gezondheidszorg betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk (1), en met name artikel 9, lid 1, en bijlage II, punt d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1338/2008 zijn de onderwerpen vastgesteld die onder het domein gezondheidszorg vallen en waarvoor gegevens en metagegevens moeten worden verstrekt voor de productie van Europese statistieken. Met name gegevens en metagegevens over gezondheidszorginstellingen, human resources voor gezondheidszorg, gebruik van gezondheidszorg, individuele en collectieve diensten, en de referentieperioden, -intervallen en -termijnen voor de verstrekking van de gegevens moeten door middel van uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2008 heeft de Commissie in 2015 en 2018 pilotstudies opgezet die door de lidstaten vrijwillig zijn afgerond. De Commissie heeft ook de behoeften van de gebruikers van de statistieken met de lidstaten besproken. Het resultaat van die pilotstudies en die besprekingen was dat gegevens in de hele Unie nodig zijn om de empirische onderbouwing van gezondheidsinformatie te versterken, wat ten goede komt aan besluiten over volksgezondheid en sociaal beleid.

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1338/2008 heeft de Commissie een kosten-batenanalyse gemaakt waarin rekening is gehouden met de voordelen van de beschikbaarheid van gegevens over gezondheidszorginstellingen, human resources voor gezondheidszorg en het gebruik van de gezondheidszorg in verhouding tot de kosten van het verzamelen van gegevens. Uit deze analyse volgt dat deze variabelen moeten worden verzameld om de vergelijkbaarheid en beschikbaarheid van gegevens in de hele Unie te waarborgen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening stelt regels vast voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken op het gebied van gezondheidszorginstellingen, human resources voor gezondheidszorg en het gebruik van de gezondheidszorg, individuele en collectieve diensten, zoals bedoeld in punt d), eerste, tweede en derde streepje, van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1338/2008.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities in bijlage I.

Artikel 3

Vereiste gegevens

De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) gegevens in voor de in bijlage II opgenomen lijst van variabelen, kenmerken en onderverdelingen.

Artikel 4

Metagegevens

De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de nodige referentiemetagegevens en kwaliteitsverslagen, met name met betrekking tot:

a)

de gegevensbronnen en de dekking ervan;

b)

de gebruikte compilatiemethoden;

c)

informatie over kenmerken van de nationale gezondheidszorginstellingen, human resources voor gezondheidszorg en het gebruik van de gezondheidszorg, die specifiek zijn voor de lidstaten en afwijken van de definities in bijlage I en de variabelen in bijlage II;

d)

informatie over eventuele wijzigingen in de in bijlagen I en II vermelde statistische begrippen.

Artikel 5

Referentieperiode

1.   De referentieperiode is het kalenderjaar.

2.   Het eerste referentiejaar is 2021.

3.   In afwijking van lid 2 is het eerste referentiejaar voor de in de punten 1, 6 en 7 van bijlage II bedoelde gegevens over werkgelegenheid in de gezondheidszorg, ziekenhuiszorg en chirurgische ingrepen 2023.

Artikel 6

Verstrekking van gegevens en metagegevens aan de Commissie (Eurostat)

1.   De lidstaten verstrekken de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gegevens en referentiemetagegevens jaarlijks binnen 14 maanden na afloop van het referentiejaar aan de Commissie (Eurostat).

2.   In afwijking van lid 1 verstrekken de lidstaten de in bijlage II, punten 6 en 7, bedoelde gegevens en referentiemetagegevens over ziekenhuiszorg en chirurgische ingrepen binnen twintig maanden na afloop van het referentiejaar.

3.   De gegevens en referentiemetagegevens worden bij de Europese Commissie (Eurostat) ingediend via de diensten van het centrale toegangspunt, of worden beschikbaar gemaakt zodat de Europese Commissie (Eurostat) de gegevens en referentiemetagegevens elektronisch op kan vragen.

Artikel 7

Gegevensbronnen

1.   De gegevens worden voornamelijk samengesteld uit administratieve bestanden als bedoeld in artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009 en hebben betrekking op de gehele lidstaat.

2.   Wanneer administratieve dossiers niet beschikbaar zijn of van onvoldoende kwaliteit of dekking zijn, wordt het gebruik van andere bronnen, methoden of innovatieve benaderingen aanvaard voor zover daarmee gegevens kunnen worden geproduceerd die vergelijkbaar zijn en voldoen aan de voorschriften van deze verordening.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 70.

(2)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).


BIJLAGE I

In artikel 2 bedoelde definities

1

“Praktiserende artsen”: artsen die beschikken over een artsendiploma van een medische faculteit of een soortgelijke instelling en die bevoegd zijn om dit beroep uit te oefenen. Praktiserende artsen verlenen diensten aan individuele patiënten, gezinnen en gemeenschappen. Het begrip omvat ook coassistenten en artsen in opleiding tot specialist die in de geneeskunde zijn afgestudeerd aan een medische faculteit of een soortgelijke instelling en die diensten verlenen onder supervisie van andere artsen.

2

“Categorie van praktiserende artsen”: het belangrijkste (hoofd-)gebied waarin artsen praktiseren.

3

“Huisartsen”: artsen die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van permanente en uitgebreide medische zorg aan personen, gezinnen en gemeenschappen.

4

“Andere algemene (niet-gespecialiseerde) artsen”: artsen die hun praktijk niet beperken tot bepaalde ziektecategorieën of behandelingsmethoden. Zij werken niet op een specialisatiegebied.

5

“Kinderartsen”: artsen die gespecialiseerd zijn in de zorg voor en de ontwikkeling en ziekten van kinderen.

6

“Gynaecologen met als aandachtsgebied verloskunde”: artsen die gespecialiseerd zijn in zwangerschap en bevalling. “Gynaecologen”: artsen die gespecialiseerd zijn in de functies en ziekten die specifiek zijn voor vrouwen en meisjes, met name die welke van invloed zijn op het voortplantingssysteem.

7

“Psychiaters”: artsen die gespecialiseerd zijn in de preventie, diagnose en behandeling van psychische stoornissen.

8

“Groep van niet-chirurgische specialisten”: artsen die gespecialiseerd zijn in de diagnose en niet-chirurgische behandeling van lichamelijke aandoeningen en ziekten.

9

“Groep chirurgische specialisten”: artsen die gespecialiseerd zijn in het gebruik van chirurgische technieken voor de behandeling van aandoeningen en ziekten.

10

“Andere, niet elders ingedeelde specialisten”: gespecialiseerde artsen die niet onder de definities 5 tot en met 9 vallen.

11

“Niet nader gedefinieerde artsen”: artsen die niet in de andere categorieën (definities 3 tot en met 10) kunnen worden ingedeeld.

12

“Praktiserende verloskundigen”: personen met een erkende kwalificatie in de verloskunde en die bevoegd zijn om dit beroep uit te oefenen en rechtstreeks diensten aan patiënten te verlenen. Onder verloskundige wordt zowel een “verloskundige professional” (midwifery professional) als een “verloskundige geassocieerde professional” (midwifery associate professional) verstaan. Verloskundige professionals verlenen zorg en advies aan vrouwen tijdens de zwangerschap, de weeën, de bevalling en de postnatale periode. Verloskundige professionals begeleiden bevallingen zelfstandig of in samenwerking met artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers, en verlenen ouders advies en bijstand in verband met babyverzorging. Verloskundige geassocieerde professionals begeleiden bevallingen of assisteren artsen of met een hogere opleiding bij bevallingen. Verloskundige geassocieerde professionals verlenen prenatale en postnatale zorg en geven ouders voorlichting over babyverzorging.

13

“Praktiserende verpleegkundigen”: personen met een erkende kwalificatie in de verpleegkunde en die bevoegd zijn om dit beroep uit te oefenen en rechtstreeks diensten aan patiënten te verlenen. Onder verpleegkundige wordt zowel een "verpleegkundige professional" (nursing professional) als een "verpleegkundige geassocieerde professional" (nursing associate professional) verstaan. Verpleegkundige professionals zijn verantwoordelijk voor de planning en het beheer van de patiëntenzorg, met inbegrip van het toezicht op andere gezondheidswerkers, die autonoom of in teams met artsen en anderen werken bij de praktische toepassing van preventieve en curatieve maatregelen. Verpleegkundige geassocieerde professionals werken over het algemeen onder toezicht van, en ter ondersteuning bij de uitvoering van gezondheidszorg-, behandelings- en doorverwijzingsplannen die zijn opgesteld door, artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers.

14

“Praktiserende tandartsen”: personen met een erkende kwalificatie in de tandheelkunde en die bevoegd zijn om dit beroep uit te oefenen en diensten aan patiënten te verlenen. Tandartsen diagnosticeren en behandelen ziekten, letsels en misvormingen van tanden, tandvlees en de daarmee verband houdende structuren in de mond. Zij herstellen de normale orale functie door middel van een breed scala aan behandelingen, zoals chirurgie en andere specialistische technieken, en advies over mondgezondheid. Het begrip omvat ook stagiairs en tandartsspecialisten in opleiding die in de tandheelkunde zijn afgestudeerd aan een faculteit voor geneeskunde en tandheelkunde of een soortgelijke instelling en die diensten verlenen onder toezicht van andere tandartsen.

15

“Praktiserende apothekers”: personen met een erkende kwalificatie in de farmacie en die bevoegd zijn om dit beroep uit te oefenen. Apothekers stellen geneesmiddelen samen en verstrekken deze op voorschrift van artsen, tandartsen of andere daartoe bevoegde gezondheidswerkers. Apothekers bereiden, verstrekken of verkopen geneesmiddelen en farmaceutische producten aan patiënten en geven advies.

16

“Afgestudeerden in de geneeskunde”: personen die in het rapporterende land een diploma in de geneeskunde hebben behaald aan medische faculteiten of soortgelijke instellingen d.w.z. personen die een medische basisopleiding hebben voltooid.

17

“Afgestudeerden in de tandheelkunde”: personen die in het rapporterende land een erkende kwalificatie in de tandheelkunde hebben behaald.

18

“Afgestudeerden in de farmacie”: personen die in het rapporterende land een erkende kwalificatie in de farmacie hebben behaald.

19

“Afgestudeerden in de verloskunde”: personen die in het rapporterende land een erkende kwalificatie in de verloskunde hebben behaald.

20

“Afgestudeerden in de verpleegkunde”: personen die in het rapporterende land een erkende kwalificatie in de verpleegkunde hebben behaald.

21

“Ziekenhuizen”: erkende inrichtingen met als belangrijkste taak het verlenen van medische, diagnostische en therapeutische diensten, waaronder zorg door artsen en verpleegkundigen en andere gezondheidsdiensten aan intramurale patiënten en de gespecialiseerde accommodatiediensten voor intramurale patiënten, maar die eventueel ook dagverpleging en poliklinische zorg en thuiszorg verlenen.

22

“Ziekenhuisbedden”: bedden die regelmatig worden onderhouden, waarvoor personeel beschikbaar is en die onmiddellijk gereed zijn voor de verzorging van opgenomen patiënten. Zowel bezette als onbezette bedden vallen onder dit begrip. Uitgezonderd zijn transportbedden en bedden voor dagbehandeling (zorg in dagbehandeling en poliklinische zorg), provisorische en tijdelijke bedden. Ziekenhuisbedden kunnen worden opgesplitst naar zorgcategorie (definities 23 en 24) en naar zorgdoel (definities 25 tot en met 28).

23

“Somatische zorg”: lichamelijke gezondheidszorg, in tegenstelling tot psychiatrische zorg.

24

“Psychiatrische zorg”: geestelijke gezondheidszorg, betreft psychische stoornissen en gedragsstoornissen.

25

“Curatieve zorg”: gezondheidszorgdiensten met als hoofddoel de verlichting van symptomen of de vermindering van de ernst van een ziekte of letsel, of de voorkoming van verergering ervan of van complicaties die levensbedreigend kunnen zijn of een normaal functioneren kunnen belemmeren.

26

“Revalidatiezorg”: de diensten voor het stabiliseren, verbeteren of herstellen van aangetaste lichaamsfuncties en -structuren, het compenseren van ontbrekende of achteruitgaande lichaamsfuncties en -structuren, het verbeteren van activiteiten en participatie, en het voorkomen van schade, medische complicaties en risico’s.

27

“Langdurige zorg (gezondheid)”: het pakket aan medische en persoonlijke verzorgingsdiensten met als hoofddoel het verlichten van pijn en lijden en het beperken of het beheersen van de verslechtering van de gezondheidstoestand van patiënten met een behoefte aan zorg op lange termijn.

28

“Ziekenhuisbedden voor somatische zorg met niet elders ingedeelde functie”: bedden in ziekenhuizen die niet zijn aangemerkt als bestemd voor curatieve zorg, revalidatie of langdurige zorg.

29

“Ziekenhuisbedden voor psychiatrische zorg”: bedden in ziekenhuizen waar patiënten met psychische problemen zijn opgenomen. Bedden voor sociale langdurige zorg zijn hiervan uitgezonderd.

30

“Residentiële instellingen voor langdurige zorg”: inrichtingen die zich in de eerste plaats bezighouden met de verlening van langdurige zorg aan hun bewoners, bestaande uit een combinatie van verpleging, toezichthoudende of andere vormen van zorg, naargelang de noden van de bewoners, waarbij een aanzienlijk deel van het productieproces en van de verstrekte zorg een mix van gezondheids- en sociale diensten is en de gezondheidszorg voornamelijk bestaat uit verpleging in combinatie met persoonlijke verzorgingsdiensten.

31

“Bedden in residentiële instellingen voor langdurige zorg”: bedden in residentiële instellingen voor langdurige zorg die beschikbaar zijn voor personen die langdurige zorg nodig hebben.

32

“Eenheden voor beeldvorming middels magnetische resonantie”, ook bekend als MRI-eenheden: apparaten die zijn uitgerust met een beeldvormingstechniek ontworpen om de inwendige structuren van het lichaam in beeld te brengen door gebruik te maken van magnetische en elektromagnetische velden die een resonantie-effect van waterstofatomen veroorzaken. De elektromagnetische emissie die door deze atomen wordt gegenereerd, wordt geregistreerd en verwerkt door een speciale computer waarmee de beelden van de lichaamsstructuren worden geproduceerd.

33

“Computertomografiescanner” ook bekend als CT-scanner of CAT-scanner: een röntgenapparaat dat veel röntgenbeelden met behulp van een computer combineert om transversale weergaven en, indien nodig, driedimensionale beelden van de inwendige organen en structuren van het lichaam te genereren.

34

“Ambulante gezondheidszorg”: rechtstreekse verlening van gezondheidszorgdiensten aan poliklinische patiënten die geen opname behoeven, inclusief zorg in praktijken van huisartsen en medisch specialisten en inrichtingen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van dagbehandelingspatiënten en in de verlening van thuiszorg.

35

“Immunisatie tegen influenza”: vaccinatie die bescherming biedt tegen besmetting met influenzavirussen.

36

“Screeningprogramma voor borstkanker (mammografie)”: een georganiseerd screeningprogramma voor de vroegtijdige opsporing van borstkanker met behulp van bilaterale mammografie.

37

“Screeningprogramma voor baarmoederhalskanker”: een georganiseerd screeningprogramma voor de vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker.

38

“Intramurale patiënt”: patiënt die een behandeling en/of zorg ontvangt in een zorginstelling, er formeel is opgenomen en een nacht in de zorginstelling moet blijven. “Intramurale zorg”: de zorg voor een intramurale patiënt.

39

“Poliklinische patiënt”: een patiënt die medische en ondersteunende diensten ontvangt in een zorginstelling, er niet formeel is opgenomen en er niet overnacht. “Poliklinische zorg”: de zorg voor een ambulante patiënt.

40

“Dagbehandelingspatiënt”: een patiënt die geplande medische en paramedische diensten ontvangt die in een zorginstelling worden geleverd en die officieel is opgenomen voor een diagnose, behandeling of andere vormen van gezondheidszorg en die op dezelfde dag naar huis mag. “Zorg in dagbehandeling” is de zorg voor een dagbehandelingspatiënt.

41

“Ontslag uit het ziekenhuis van een intramurale patiënt”: het ontslag (formele ontslag) van een intramurale patiënt uit een ziekenhuis. Gezonde pasgeborenen zijn hiervan uitgezonderd.

42

“Intramurale beddagen”: de dagen die een intramurale patiënt in een ziekenhuis doorbrengt. Gezonde pasgeborenen zijn hiervan uitgezonderd.

43

“Ontslag uit het ziekenhuis van dagbehandelingspatiënt”: het ontslag van een dagbehandelingspatiënt. Het betreft het ontslag van een patiënt die formeel in een ziekenhuis was opgenomen om geplande medische en paramedische diensten te ontvangen en die op dezelfde dag is ontslagen. Gezonde pasgeborenen zijn hiervan uitgezonderd.

44

“Ingezetene”: persoon die gewoonlijk verblijft in een geografisch gebied, namelijk hetzij i) een persoon die vóór de referentiedatum gedurende een ononderbroken periode van ten minste twaalf maanden in zijn/haar gewone verblijfplaats heeft gewoond; hetzij ii) een persoon die zich in de twaalf maanden voor de referentiedatum in zijn/haargewoonlijke verblijfplaats heeft gevestigd met het voornemen daar ten minste een jaar te blijven. Indien de in punten i) en ii) omschreven omstandigheden niet kunnen worden vastgesteld, wordt onder “gewoonlijke verblijfplaats” de wettelijke of geregistreerde woonplaats verstaan.

45

“Niet-ingezetene”: een persoon die geen ingezetene is van het rapporterende land.

46

“Chirurgische ingrepen”: medische ingrepen waarbij een insnijding met instrumenten plaatsvindt, die gewoonlijk in een operatiekamer worden verricht en waarbij in het algemeen anesthesie en/of kunstmatige beademing nodig is. Chirurgische ingrepen kunnen worden verricht bij intramurale patiënten, dagbehandelingspatiënten of, in sommige gevallen, bij poliklinische patiënten.

47

“Cataractchirurgie”: een chirurgische ingreep om een ooglens te verwijderen en deze in de meeste gevallen te vervangen door een kunstmatige lens.

48

“Tonsillectomie”: chirurgische verwijdering van de tonsillen.

49

“Transluminale coronaire angioplastie”: een ingreep waarbij geblokkeerde coronaire slagaders weer doorgankelijk worden gemaakt om de doorbloeding van de hartspier te verbeteren.

50

“Coronaire overbruggingsoperatie”: een chirurgische ingreep waarbij met behulp van arteriën of venen die uit een ander deel van het lichaam zijn verwijderd, een omleiding langs atheromateuze verstoppingen in de kransslagaders van een patiënt worden gemaakt.

51

“Cholecystectomie”: een chirurgische ingreep om de galblaas te verwijderen.

52

“Herstel van een liesbreuk”: een chirurgische correctie van een liesbreuk. Een liesbreuk is een opening, zwakke plek of uitpuiling in het weefsel van de buikwand in de liesstreek tussen de buik en de dij.

53

“Keizersnede”: een chirurgische ingreep om een baby via incisies in het abdomen en de uterus ter wereld te helpen.

54

“Heupvervanging”: een chirurgische ingreep om beschadigde delen van een heupgewricht te verwijderen en te vervangen door een prothese.

55

“Volledige knievervanging”: een chirurgische ingreep waarbij het zieke kniegewricht wordt vervangen door een prothese.

56

“Gedeeltelijke excisie van de borstklier”: chirurgische verwijdering van een deel van het borstweefsel vanwege een ziektegebied zoals een knobbel/laesie, een cyste, een tumor of goedaardige of kwaadaardige neoplasma's.

57

“Totale mastectomie”: een chirurgische volledige verwijdering van een borst.


BIJLAGE II

Lijst van variabelen, kenmerken en uitsplitsingen daarvan, als bedoeld in artikel 3

Variabelen

Kenmerken en uitsplitsingen

1.

Gegevens over werkgelegenheid in de gezondheidszorg

1.1.

Aantal praktiserende artsen naar leeftijd en geslacht

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Uitsplitsing naar leeftijd en geslacht.

Leeftijd: jonger dan 35, 35-44, 45-54, 55-64, 65-74, 75 en ouder.

1.2.

Aantal praktiserende artsen per categorie

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Uitsplitsing naar categorie.

Categorieën: huisartsen, andere algemene (niet-gespecialiseerde) artsen, kinderartsen, gynaecologen en gynaecologen met als aandachtsgebied verloskunde, psychiaters, groep van niet-chirurgische specialisten, groep van chirurgische specialisten, andere, niet elders ingedeelde specialisten, artsen niet nader gedefinieerd.

1.3.

Aantal praktiserende verloskundigen

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Totaal aantal.

1.4.

Aantal praktiserende verpleegkundigen

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Totaal aantal.

1.5.

Aantal praktiserende tandartsen

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Totaal aantal.

1.6.

Aantal praktiserende apothekers

Personeelsbestand aan het einde van de referentieperiode. Totaal aantal.

2.

Gegevens over afgestudeerden in de gezondheidszorg

2.1.

Aantal afgestudeerden in de medische sector

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

2.2.

Aantal afgestudeerden in de tandheelkunde

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

2.3.

Aantal afgestudeerden in de farmacie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

2.4.

Aantal afgestudeerden in de verloskunde

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

2.5.

Aantal afgestudeerden in de verpleegkunde

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

3.

Gegevens over ziekenhuisbedden en bedden in residentiële instellingen voor langdurige zorg

3.1.

Aantal ziekenhuisbedden voor somatische zorg

Gemiddeld aantal tijdens de referentieperiode of totaal aantal aan het einde van de referentieperiode. Uitsplitsing naar functie.

Functies: curatieve zorg, revalidatie, langdurige zorg, functie niet elders geclassificeerd.

3.2.

Aantal ziekenhuisbedden voor psychiatrische zorg

Gemiddeld aantal tijdens de referentieperiode of totaal aantal aan het einde van de referentieperiode.

3.3.

Aantal bedden in residentiële instellingen voor langdurige zorg

Gemiddeld aantal tijdens de referentieperiode of totaal aantal aan het einde van de referentieperiode.

4.

Gegevens over hulpmiddelen voor medische beeldvorming

4.1.

Aantal MRI-eenheden

Totaal aantal aan het einde van de referentieperiode.

4.2.

Aantal CT-scanners

Totaal aantal aan het einde van de referentieperiode.

5.

Gegevens over de ambulante zorg

5.1.

Immunisatiegraad van personen van 65 jaar en ouder tegen influenza

Aantal personen van 65 jaar en ouder dat tegen influenza is ingeënt tijdens de referentieperiode, gedeeld door de gemiddelde jaarlijkse bevolking van 65 jaar en ouder.

of

Aantal personen van 65 jaar en ouder dat tegen influenza is ingeënt voor het influenzaseizoen, gedefinieerd als 1 juli tot en met 30 juni, dat eindigde in de referentieperiode, gedeeld door de bevolking van 65 jaar en ouder in het begin van de referentieperiode.

5.2.

Percentage vrouwen tussen 50 en 69 jaar dat is gescreend op borstkanker in het kader van een nationaal screeningprogramma voor borstkanker (mammografie)

Percentage: aantal vrouwen in de leeftijdsgroep 50-69 jaar dat in het kader van een nationaal screeningprogramma voor borstkanker (mammografie) binnen 24 maanden voor het einde van de referentieperiode (of volgens de in elk land aanbevolen specifieke screeningfrequentie) is gescreend op borstkanker, gedeeld door het aantal vrouwen tussen 50 en 69 jaar dat in aanmerking komt voor een georganiseerd screeningprogramma.

Als een land een dergelijk programma niet kent, dient het geen waarde in, maar in plaats daarvan een juiste markering.

5.3.

Percentage vrouwen tussen 20 en 69 jaar dat is gescreend op baarmoederhalskanker in het kader van een nationaal screeningprogramma voor baarmoederhalskanker

Percentage: aantal vrouwen in de leeftijdsgroep 20-69 jaar dat in het kader van een nationaal screeningprogramma voor baarmoederhalskanker binnen 36 maanden voor het einde van de referentieperiode (of volgens de in elk land aanbevolen specifieke screeningfrequentie) is gescreend op baarmoederhalskanker, gedeeld door het aantal vrouwen tussen 20 en 69 jaar dat in aanmerking komt voor een georganiseerd screeningprogramma.

Als een land een dergelijk programma niet kent, dient het geen waarde in, maar in plaats daarvan een juiste markering.

6.

Gegevens over ziekenhuiszorg

6.1.

Aantal ontslagen van intramurale patiënten uit het ziekenhuis

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing naar diagnose, geslacht, leeftijdsgroep en geografische dimensie.

Psychische stoornissen en gedragsstoornissen hoeven niet per diagnose te worden uitgesplitst en kunnen als groep worden verstrekt.

Leeftijdscategorieën: jonger dan 1, 1-4, 5-9, 10-14, 15-19, 20-24, 25-29, 30-34, 35-39, 40-44, 45-49, 50-54, 55-59, 60-64, 65-69, 70-74, 75-79, 80-84, 85-89, 90-94, 95 en ouder

Geografische dimensie: NUTS2-regio van de woonplaats van de ontslagen patiënt (voor niet-ingezetenen: land van verblijf).

6.2.

Aantal intramurale beddagen

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing naar diagnose, geslacht, leeftijdsgroep en geografische dimensie.

Psychische stoornissen en gedragsstoornissen hoeven niet per diagnose te worden uitgesplitst en kunnen als groep worden verstrekt.

Leeftijdscategorieën: jonger dan 1, 1-4, 5-9, 10-14, 15-19, 20-24, 25-29, 30-34, 35-39, 40-44, 45-49, 50-54, 55-59, 60-64, 65-69, 70-74, 75-79, 80-84, 85-89, 90-94, 95 en ouder.

Geografische dimensie: NUTS2-regio van de woonplaats van de ontslagen patiënt (voor niet-ingezetenen: land van verblijf).

6.3.

Aantal ontslagen van dagbehandelingspatiënten uit het ziekenhuis

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing naar diagnose, geslacht, leeftijdsgroep en geografische dimensie.

Psychische stoornissen en gedragsstoornissen hoeven niet per diagnose te worden uitgesplitst en kunnen als groep worden verstrekt.

Leeftijdscategorieën: jonger dan 1, 1-4, 5-9, 10-14, 15-19, 20-24, 25-29, 30-34, 35-39, 40-44, 45-49, 50-54, 55-59, 60-64, 65-69, 70-74, 75-79, 80-84, 85-89, 90-94, 95 en ouder.

Geografische dimensie: NUTS2-regio van de woonplaats van de ontslagen patiënt (voor niet-ingezetenen: land van verblijf).

6.4.

Aantal ontslagen van intramurale patiënten die somatische curatieve zorg hebben ontvangen uit het ziekenhuis

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

6.5.

Aantal intramurale beddagen voor patiënten die somatische curatieve zorg hebben ontvangen

Totaal aantal tijdens de referentieperiode.

7.

Gegevens over chirurgische ingrepen

7.1.

Chirurgische behandeling van cataract (staar)

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van ingrepen naar intramurale, dagbehandelings- en poliklinische patiënten.

7.2.

Tonsillectomie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van ingrepen naar intramurale, dagbehandelings- en poliklinische patiënten.

7.3.

Transluminale coronaire angioplastie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.4.

Coronaire overbruggingsoperatie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.5.

Cholecystectomie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.6.

Herstel van een liesbreuk

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.7.

Keizersnede

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.8.

Heupvervanging

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.9.

Volledige knievervanging

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.10.

Gedeeltelijke excisie van de borstklier

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.

7.11.

Totale mastectomie

Totaal aantal tijdens de referentieperiode. Uitsplitsing van de ingrepen naar intramurale en dagbehandelingspatiënten.