7.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 262/68


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1860 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2022

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de normen, formats, frequentie en methoden en regelingen voor rapportage

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 9, lid 6, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie (2) is aanzienlijk gewijzigd. Aangezien er verdere wijzigingen nodig zouden zijn om de duidelijkheid en samenhang van het rechtskader — met inbegrip van rapportagevereisten in andere rechtsgebieden — te verbeteren, moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 worden ingetrokken en door de onderhavige verordening worden vervangen.

(2)

De gegevens die door de tegenpartijen bij derivaten aan transactieregisters worden gerapporteerd, moeten in een geharmoniseerd format worden ingediend om de verzameling, aggregatie en vergelijking van gegevens tussen transactieregisters te vergemakkelijken. Het format voor elk van de te rapporteren velden moet daarom worden voorgeschreven en de rapporten moeten worden gestandaardiseerd onder verwijzing naar een ISO-norm die in de financiële sector op grote schaal wordt gebruikt.

(3)

Voor één derivaat kan een aantal rapporten worden ingediend, bijvoorbeeld indien dat derivaat herhaaldelijk wordt gewijzigd. Om ervoor te zorgen dat elk rapport betreffende een derivaat, en elk derivaat als geheel, goed wordt begrepen, moet worden gerapporteerd in de chronologische volgorde waarin de gerapporteerde gebeurtenissen zich hebben voorgedaan.

(4)

Om de lasten van het rapporteren van de wijziging van bepaalde waarden, en in het bijzonder van de gegevens met betrekking tot de waardering van het contract en de gestorte of ontvangen margin, te verlichten, moeten deze gegevens aan het einde van elke dag worden gerapporteerd.

(5)

Het mondiale systeem van identificatiecodes voor juridische entiteiten (“LEI”) is nu volledig geïmplementeerd en elke tegenpartij bij een derivaat of entiteit die verantwoordelijk is voor de rapportage mag daarom alleen dat systeem gebruiken om een juridische entiteit in een rapport te identificeren. Opdat het gebruik van het LEI-systeem door een tegenpartij doeltreffend is, moet die tegenpartij of voor de rapportage verantwoordelijke entiteit ervoor zorgen dat de referentiegegevens van haar LEI worden verlengd in overeenstemming met de voorwaarden van een geaccrediteerde LEI-emittent, “local operating unit” genoemd.

(6)

Voor bepaalde producten is het lastig om de zijde van de tegenpartij te bepalen. Om ervoor te zorgen dat deze informatie samenhangend en nauwkeurig wordt gerapporteerd, moeten daarom specifieke regels worden vastgesteld voor het bepalen van de richting van het derivaat.

(7)

Om de werkelijke blootstellingen van tegenpartijen te bepalen, vereisen de bevoegde autoriteiten volledige en correcte informatie over de zekerheden die tussen die tegenpartijen zijn uitgewisseld. Er moeten bijgevolg specifieke regels worden bepaald die een samenhangende benadering garanderen voor de rapportage van de zekerheidsstelling voor een bepaald derivaat of een bepaalde portefeuille.

(8)

Het is essentieel dat derivaten correct worden gespecificeerd en ingedeeld en precies worden geïdentificeerd om de gegevens efficiënt te kunnen gebruiken en de gegevens van de verschillende transactieregisters op betekenisvolle wijze te kunnen aggregeren, en zo bij te dragen aan de doelstellingen die de Raad voor financiële stabiliteit in de op 19 september 2014 gepubliceerde haalbaarheidsstudie over de aggregatie van de gegevens over otc-derivaten van de transactieregisters heeft vastgelegd. Voorts is de uitvoering van de wereldwijd overeengekomen unieke productidentificatiecode (UPI) van essentieel belang om de aggregatie van derivatengegevens op mondiaal niveau mogelijk te maken. De rapportageverplichtingen met betrekking tot de indeling en de identificatie van derivaten moeten dus zo worden vastgesteld dat de bevoegde autoriteiten volledig over die informatie kunnen beschikken.

(9)

Het tijdig genereren en verstrekken van de Unieke transactie-identificatiecode (“UTI”) (3) is absoluut noodzakelijk om beide tegenpartijen in staat te stellen dezelfde UTI te gebruiken en zo te verzekeren dat de twee rapporten met betrekking tot hetzelfde derivaat correct worden geïdentificeerd en met elkaar worden verbonden. Er moeten derhalve criteria worden vastgesteld om te bepalen welke entiteit verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI om te voorkomen dat eenzelfde derivaat tweemaal wordt geteld. Om deze doelstelling te verwezenlijken voor de derivaten die worden gesloten met tegenpartijen buiten de Unie, is het voorts belangrijk deze regels af te stemmen op de wereldwijd overeengekomen richtsnoeren inzake de UTI.

(10)

Een wijziging van de LEI van een bepaalde entiteit wegens een corporate event of het verkrijgen van een LEI door een juridische entiteit kan ertoe leiden dat een aanzienlijk aantal rapporten moet worden bijgewerkt wanneer die entiteit is geïdentificeerd als partij die betrokken is bij een derivaat. Daarom moet een procedure worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat transactieregisters de identificatiecode van de entiteit centraal kunnen bijwerken, om zo een efficiënt, robuust en tijdig proces te waarborgen.

(11)

Autoriteiten zijn zich mogelijk niet bewust van bepaalde significante rapportageproblemen bij de onder toezicht staande rapporterende entiteiten, bijvoorbeeld wanneer die problemen niet tot de afwijzing van rapporten of tot afstemmingsfouten leiden. Om te verzekeren dat de autoriteiten zicht hebben op significante rapportageproblemen, moeten voor de rapportage verantwoordelijke entiteiten de bevoegde autoriteiten in kennis stellen van relevante fouten en omissies in de rapportage.

(12)

Wanneer een financiële tegenpartij uit hoofde van artikel 9, lid 1 bis, van Verordening (EU) nr. 648/2012 als enige verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk voor de rapportage van gegevens over otc-derivatencontracten namens een niet-financiële tegenpartij, moet de financiële tegenpartij de nodige regelingen treffen om te verzekeren dat zij aan deze verplichting kan voldoen zonder dubbele rapportage van de gegevens betreffende derivaten.

(13)

Inconsistenties in de rapporten vormen een duidelijke indicatie van mogelijke problemen met de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens. De tegenpartijen, de voor de rapportage verantwoordelijke entiteiten en de rapporterende entiteiten moeten daarom, naargelang het geval, regelingen treffen om te verzekeren dat afstemmingsfouten worden opgelost.

(14)

Om te verzekeren dat de autoriteiten hun opdracht doeltreffend kunnen vervullen, in het bijzonder met betrekking tot de financiële stabiliteit, is het noodzakelijk dat zij een duidelijk en volledig beeld hebben van alle derivaten met een uitstaand risico. Alleen een geharmoniseerd vereiste om alle uitstaande derivaten naar behoren bij te werken kan verschillen in de uitvoering van de rapportagevereisten voor uitstaande derivaten voorkomen en zo het risico op ondermijning van de toezichtconvergentie beperken. Door ervoor te zorgen dat rapporten met betrekking tot uitstaande derivaten op elkaar zijn afgestemd wat de gegevensinhoud en gegevenskwaliteit betreft, kunnen de rapportagestromen bovendien worden vereenvoudigd, wat op de lange termijn tot lagere kosten leidt voor alle relevante belanghebbenden, waaronder transactieregisters, rapporterende entiteiten en autoriteiten. Om te verzekeren dat de werking van de rapportage wordt verbeterd en de rapportagelast wordt verminderd, in overeenstemming met de doelstellingen van de bij Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingevoerde wijzigingen van Verordening (EU) nr. 648/2012, is het dus van essentieel belang dat tegenpartijen volledige en nauwkeurige gegevens over alle uitstaande derivaten rapporteren, in overeenstemming met de thans geldende vereisten. Om de initiële lasten in verband met het bijwerken van uitstaande derivaten te verlichten, moeten de tegenpartijen extra tijd krijgen om de gegevens met betrekking tot de uitstaande derivaten bij te werken. Voorts moet van de tegenpartij worden verlangd dat zij die bijgewerkte gegevens alleen indient als er zich binnen die tijd geen wijziging voordoet die de tegenpartij ertoe zou verplichten om in een rapport over die wijziging volledige en nauwkeurige gegevens over het derivaat te rapporteren.

(15)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die door de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) bij de Commissie zijn ingediend.

(16)

De ESMA heeft de leden van het Europees Stelsel van centrale banken geraadpleegd voordat zij de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen heeft ingediend waarop deze verordening is gebaseerd. De ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht.

(17)

Om tegenpartijen en transactieregisters in staat te stellen alle nodige maatregelen te nemen om zich aan de nieuwe vereisten aan te passen, moet de datum van toepassing van deze verordening met 18 maanden worden uitgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gegevensnormen en formats van derivatenrapporten

De nadere gegevens over een derivatencontract in een rapport krachtens artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden verstrekt in overeenstemming met de normen en formats die in de tabellen 1, 2 en 3 van de bijlage bij die verordening zijn opgenomen en in een gebruikelijke elektronische en machineleesbare vorm en in een gemeenschappelijke XML-template overeenkomstig de ISO 20022-methodologie.

Artikel 2

Frequentie van de rapportage

1.   Alle in artikel 1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1855 van de Commissie (6) gespecificeerde rapportages van gegevens over een derivaat moeten worden verstrekt in de chronologische volgorde waarin de gebeurtenissen waarop de te rapporteren informatie betrekking heeft, zich hebben voorgedaan.

2.   Een centrale tegenpartij, een financiële tegenpartij of een niet-financiële partij zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012, die een tegenpartij bij een derivaat is, of de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit, rapporteert elke wijziging van de nadere gegevens over zekerheden in de velden 1 tot en met 29 van tabel 3 van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1855 met vermelding van het actietype “Actualisering margin”, zoals die gegevens aan het einde van elke dag gelden, voor dat derivaat wanneer:

a)

het derivaat niet is vervallen en er voor het derivaat geen rapporten met actietype “Beëindigen”, “Fout” of “Positiebestanddeel” als bedoeld in veld 151 van tabel 2 van de bijlage zijn ontvangen; of

b)

er voor het derivaat een rapport met actietype “Heropenen” is ontvangen dat niet werd gevolgd door een ander rapport met het actietype “Beëindigen” of “Fout” als bedoeld in veld 151 van tabel 2 van de bijlage.

3.   Een tegenpartij bij een derivaat als bedoeld in lid 2, punten a) en b), die een centrale tegenpartij, een financiële tegenpartij of een niet-financiële partij zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 of de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit is, rapporteert de eindedagswaardering tegen marktwaarde of de eindedagswaardering op basis van een modellenbenadering van het contract in de velden 21 tot en met 25 in tabel 2 van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1855 met vermelding van het actietype “actualisering van waardering” zoals die aan het einde van elke dag geldt.

Artikel 3

Identificatie van tegenpartijen en andere entiteiten

1.   Een rapport gebruikt een identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 ter identificatie van:

a)

een bemiddelingsentiteit;

b)

een centrale tegenpartij;

c)

een clearinglid;

d)

een tegenpartij die een juridische entiteit is;

e)

een rapporterende entiteit;

f)

een voor de rapportage verantwoordelijke entiteit;

g)

een aanbieder van posttransactionele risicoverlagende diensten.

2.   Een tegenpartij 1 bij een derivaat als bedoeld in veld 4 van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1855 en de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit zorgen ervoor dat de referentiegegevens van haar LEI-code volgens ISO 17442 overeenkomstig de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem worden verlengd wanneer zij de sluiting of wijziging van een derivatencontract overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 rapporteren.

Artikel 4

Richting van het derivaat

1.   De in de velden 17 tot en met 19 van tabel 1 van de bijlage bedoelde zijde van de tegenpartij van het derivatencontract wordt bij het sluiten van het derivaat bepaald overeenkomstig de leden 2 tot en met 14.

2.   In het geval van opties en swaptions wordt de tegenpartij die het recht heeft de optie uit te oefenen, geïdentificeerd als de koper, en de tegenpartij die de optie verkoopt en een premie ontvangt, als de verkoper.

3.   In het geval van termijncontracten met betrekking tot valuta’s wordt tegenpartij 1 geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger voor deel 1 en als het tegengestelde voor deel 2. Tegenpartij 2 vult de velden 18 en 19 in tabel 1 met de tegengestelde waarden ten opzichte van tegenpartij 1.

4.   In het geval van swaps met betrekking tot valuta’s waarbij meerdere valuta’s worden geruild, wordt elke tegenpartij voor beide delen van de transactie geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger van het deel op basis van de valutaruil die het dichtst bij de vervaldatum plaatsvindt.

5.   In het geval van andere termijncontracten dan termijncontracten met betrekking tot valuta’s en in het geval van futures wordt de tegenpartij die het instrument koopt, geïdentificeerd als de koper, en de tegenpartij die het instrument verkoopt, als de verkoper.

6.   In het geval van financieel contracten ter verrekening van verschillen (“contracts for difference”) en spreadbets wordt de tegenpartij die short gaat met het contract geïdentificeerd als de verkoper, en wordt de tegenpartij die long gaat met het contract geïdentificeerd als de koper.

7.   In het geval van swaps met betrekking tot dividenden wordt de tegenpartij die de gelijkwaardige dividenduitkeringen ontvangt, geïdentificeerd als de koper, en de tegenpartij die de gelijkwaardige dividenduitkeringen uitbetaalt als de verkoper.

8.   In het geval van swaps met betrekking tot andere effecten dan swaps met betrekking tot dividenden wordt tegenpartij 1 geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger voor deel 1, en het tegengestelde voor deel 2. Tegenpartij 2 vult de velden 18 en 19 in tabel 1 met de tegengestelde waarden ten opzichte van tegenpartij 1.

9.   In het geval van swaps met betrekking tot rente of inflatie-indices, met inbegrip van cross-currency swaps, wordt tegenpartij 1 geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger voor deel 1, en het tegengestelde voor deel 2. Tegenpartij 2 vult de velden 18 en 19 in tabel 1 met de tegengestelde waarden ten opzichte van tegenpartij 1.

10.   In het geval van afgeleide instrumenten voor de overdracht van kredietrisico behalve opties en swaptions wordt de tegenpartij die de protectie koopt, geïdentificeerd als de koper, en de tegenpartij die de protectie verkoopt, als de verkoper.

11.   In het geval swaps met betrekking tot grondstoffen wordt tegenpartij 1 geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger voor deel 1 en als het tegengestelde voor deel 2. Tegenpartij 2 vult de velden 18 en 19 in tabel 1 met de tegengestelde waarden ten opzichte van tegenpartij 1.

12.   In het geval rentetermijncontracten wordt tegenpartij 1 geïdentificeerd als hetzij de betaler, hetzij de ontvanger voor deel 1 en als het tegengestelde voor deel 2. Tegenpartij 2 vult de velden 18 en 19 in tabel 1 met de tegengestelde waarden ten opzichte van tegenpartij 1.

13.   In het geval van derivaten die verband houden met variantie, volatiliteit en correlatie, wordt de tegenpartij die profiteert van een stijging van de prijs van de onderliggende waarde geïdentificeerd als koper en de tegenpartij die profiteert van een daling van de prijs van de onderliggende waarde als verkoper.

Artikel 5

Zekerheidsstelling

De rapporterende tegenpartij identificeert het type zekerheidsstelling van het derivatencontract of een portefeuille van derivaten als bedoeld in veld 11 van tabel 3 van de bijlage als volgt:

(a)

als “zonder zekerheidsstelling” indien er tussen de tegenpartijen geen zekerheidsstellingscontract gesloten is of indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de tegenpartijen met betrekking tot het derivatencontract noch een initial margin noch een variation margin storten;

(b)

als “gedeeltelijk met zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 1” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de rapporterende tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een portefeuille van derivaten alleen op gezette tijden variation margin stort en de andere tegenpartij geen margin stort;

(c)

als “gedeeltelijk met zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 2” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de andere tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een portefeuille van derivaten alleen op gezette tijden variation margin stort en de rapporterende tegenpartij geen margin stort;

(d)

als “gedeeltelijk met zekerheidsstelling” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat beide tegenpartijen met betrekking tot het derivaat of een portefeuille van derivaten alleen op gezette tijden variation margin storten;

(e)

als “met eenzijdige zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 1” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de rapporterende tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een derivatenportefeuille de initial margin stort en op gezette tijden variation margin stort en de andere tegenpartij geen margin stort;

(f)

als “met eenzijdige zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 2” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de andere tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een portefeuille van derivaten de initial margin stort en de rapporterende tegenpartij geen margin stort;

(g)

als “met eenzijdige zekerheidsstelling/gedeeltelijk met zekerheidsstelling: tegenpartij 1” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de rapporterende tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een derivatenportefeuille de initial margin stort en op gezette tijden variation margin stort en de andere tegenpartij alleen variation margin stort;

(h)

als “met eenzijdige zekerheidsstelling/gedeeltelijk met zekerheidsstelling: tegenpartij 2” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat de andere tegenpartij met betrekking tot het derivaat of een derivatenportefeuille de initial margin stort en op gezette tijden variation margin stort en de rapporterende tegenpartij alleen variation margin stort;

(i)

als “met volledige zekerheidsstelling” indien het zekerheidsstellingscontract tussen de tegenpartijen stipuleert dat beide tegenpartijen met betrekking tot het derivaat of een portefeuille van derivaten de initial margin storten en op gezette tijden variation margin storten.

Artikel 6

Specificatie, identificatie en indeling van derivaten

1.   In een rapport wordt een derivaat gespecificeerd op basis van het soort contract en activaklasse overeenkomstig de velden 10 en 11 in tabel 2 van de bijlage.

Indien een derivaat niet binnen een van de in veld 11 van tabel 2 van de bijlage bedoelde activaklassen valt, wordt in het rapport de activaklasse gespecificeerd die het derivaat het meest benadert. Beide tegenpartijen specificeren dezelfde activaklasse.

2.   Een derivaat wordt in veld 7 in tabel 2 van de bijlage geïdentificeerd aan de hand van een internationaal effectenidentificatienummer (ISIN) volgens ISO 6166 in een van de volgende gevallen:

a)

het is toegelaten tot de handel of wordt op een handelsplatform verhandeld;

b)

het wordt verhandeld via een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling en de onderliggende waarde is toegelaten tot de handel of wordt op een handelsplatform verhandeld of is een index of korf bestaande uit instrumenten die op een handelsplatform worden verhandeld.

3.   Andere dan de in lid 2 bedoelde derivaten worden in veld 8 van tabel 2 van de bijlage geïdentificeerd aan de hand van een unieke productidentificatiecode (UTI) volgens ISO 4914.

4.   De rapporterende tegenpartij deelt het derivaat in veld 9 van tabel 2 van de bijlage in met behulp van een code voor classificatie van financiële instrumenten (CFI) volgens ISO 10962.

Artikel 7

Unieke transactie-identificatiecode

1.   De tegenpartijen rapporteren derivaten met behulp van de overeenkomstig de leden 2, 3 en 5 gegenereerde UTI.

2.   Een derivaat dat hetzij op transactieniveau, hetzij op positieniveau wordt gerapporteerd, wordt geïdentificeerd aan de hand van een unieke transactie-identificatiecode (UTI) volgens ISO 23897 in veld 1 van tabel 2 van de bijlage. De UTI bestaat uit de LEI van de entiteit die die UTI heeft gegenereerd, gevolgd door een code van maximaal 32 tekens die uniek is voor de genererende entiteit.

3.   De tegenpartijen bepalen vooraf welke entiteit verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI en gaat daarbij als volgt te werk:

(a)

voor geclearde derivaten, met uitzondering van derivaten tussen twee centrale tegenpartijen, wordt de UTI bij clearing gegenereerd door de centrale tegenpartij voor het clearinglid. Het clearinglid genereert een andere UTI voor zijn tegenpartij voor een transactie waarbij de centrale tegenpartij geen tegenpartij is;

(b)

voor centraal uitgevoerde maar niet centraal geclearde derivaten wordt de UTI gegenereerd door het platform van uitvoering voor zijn lid;

(c)

voor andere dan de in de punten a) en b) bedoelde derivaten, wanneer een van de tegenpartijen onderworpen is aan rapportagevereisten in een derde land, wordt de UTI gegenereerd overeenkomstig de regels van het rechtsgebied van de tegenpartij die het eerst aan die rapportagevereisten moet voldoen.

Wanneer de tegenpartij die krachtens artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aan rapportage is onderworpen het eerst aan de rapportagevereisten moet voldoen, is de entiteit die verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI de volgende:

i)

voor derivaten die centraal werden bevestigd met elektronische middelen, het handelsplatform van bevestiging;

ii)

voor alle andere derivaten komen de tegenpartijen overeen welke entiteit verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI. Wanneer de tegenpartijen het niet eens worden, is de tegenpartij waarvan de LEI het eerst komt wanneer de identificatiecodes van de tegenpartijen worden gesorteerd met de tekens van de identificatiecode in omgekeerde volgorde verantwoordelijk voor het genereren van de UTI.

Wanneer de toepasselijke wetgeving van het betrokken derde land dezelfde rapportagetermijn voorschrijft als die waaraan de tegenpartij is onderworpen uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012, overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea van Verordening (EU) nr. 648/2012, komen de tegenpartijen overeen welke entiteit verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI.

Wanneer de tegenpartijen het niet eens worden en het derivaat centraal werd bevestigd met elektronische middelen, wordt de UTI bij de bevestiging gegenereerd door het handelsplatform van bevestiging.

Als de UTI niet bij de bevestiging door het handelsplatform van bevestiging kan worden gegenereerd en de gegevens van het derivaat aan één enkel transactieregister moeten worden gerapporteerd, is dat transactieregister verantwoordelijk voor het genereren van de UTI.

Indien de UTI niet kan worden gegenereerd door het transactieregister waaraan de gegevens van het derivaat zijn gerapporteerd, is de tegenpartij waarvan de LEI het eerst komt wanneer de identificatiecodes van de tegenpartijen worden gesorteerd met de tekens in omgekeerde volgorde, verantwoordelijk voor het genereren van de UTI;

(d)

voor andere dan de in de punten a), b) en c) vermelde derivaten, die centraal werden bevestigd met elektronische middelen, wordt de UTI bij de bevestiging gegenereerd door het handelsplatform van bevestiging;

(e)

voor alle andere dan de in punten a) tot en met d) bedoelde derivaten geldt het volgende:

i)

wanneer financiële tegenpartijen een derivaat sluiten met niet-financiële tegenpartijen, genereren de financiële tegenpartijen de UTI;

ii)

wanneer niet-financiële tegenpartijen boven de clearingdrempel derivaten sluiten met niet-financiële tegenpartijen onder de clearingdrempel genereren de niet-financiële tegenpartijen boven de clearingdrempel de UTI;

iii)

voor alle andere dan de in de punten i) en ii) bedoelde derivaten komen de tegenpartijen overeen welke entiteit verantwoordelijk is voor het genereren van de UTI. Wanneer de tegenpartijen het niet eens worden, is de tegenpartij waarvan de LEI het eerst komt wanneer de identificatiecodes van de tegenpartijen worden gesorteerd met de tekens van de identificatiecode in omgekeerde volgorde, verantwoordelijk voor het genereren van de UTI.

4.   De tegenpartij die de UTI genereert deelt de UTI tijdig en uiterlijk om 10:00 uur gecoördineerde wereldtijd van de werkdag volgende op de datum van sluiting van het derivaat aan de andere tegenpartij mee.

5.   Onverminderd lid 3 kan het genereren van de UTI worden gedelegeerd aan een andere entiteit dan die welke overeenkomstig lid 3 is bepaald. De entiteit die de UTI genereert, moet aan de vereisten van de leden 2 en 4 voldoen.

Artikel 8

Wijzigingen van LEI’s en bijwerken van de identificatiecode naar LEI

1.   Wanneer de overeenkomstig artikel 3 in een derivaatrapport geïdentificeerde tegenpartij een bedrijfsherstructurering ondergaat die tot een wijziging van haar LEI leidt, stelt die tegenpartij of de tegenpartij waarop de nieuwe LEI betrekking heeft, of de overeenkomstig artikel 9, lid 1 bis tot en met 1 quinquies, van Verordening (EU) nr. 648/2012 voor de rapportage namens een van die tegenpartijen verantwoordelijke entiteit of de entiteit waaraan een van de tegenpartijen de rapportage overeenkomstig artikel 9, lid 1 septies, van Verordening (EU) nr. 648/2012 heeft gedelegeerd, het transactieregister waaraan de tegenpartij die een bedrijfsherstructurering heeft ondergaan, haar derivaten rapporteerde, in kennis van de wijziging en verzoekt zij om de LEI in de betrokken derivaten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punten a) en b), bij te werken op de datum van de bedrijfsherstructurering die tot een wijziging van de LEI heeft geleid of voor contracten die na die datum zijn gerapporteerd.

2.   Indien mogelijk wordt het verzoek om actualisering van de identificatiecode in de derivaten als bedoeld artikel 2, lid 2, punten a) en b), gedaan ten minste dertig kalenderdagen vóór de bedrijfsherstructurering die tot een wijziging van LEI leidt. Indien de in lid 1 bedoelde entiteit niet in staat is om deze informatie 30 kalenderdagen vóór de bedrijfsherstructurering die tot een wijziging van de LEI leidt aan het transactieregister te verstrekken, stelt zij het transactieregister daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

3.   Het in lid 1 bedoelde verzoek bevat ten minste:

a)

de LEI van elk van de tegenpartijen die deelnemen aan de bedrijfsherstructurering;

b)

de LEI van de nieuwe tegenpartij;

c)

de datum waarop de wijziging van de LEI plaatsvindt of heeft plaatsgevonden;

d)

de UTI’s van de betrokken derivaten in het geval van een bedrijfsherstructurering die slechts gevolgen heeft voor een deel van de derivaten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punten a) en b);

e)

bewijs dat de bedrijfsherstructurering heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden, met inachtneming van de bepalingen inzake de openbaarmaking van voorwetenschap in artikel 17 van Verordening (EU) 596/2014.

4.   Wanneer een tegenpartij een transactieregister per vergissing in kennis stelt van een wijziging van haar LEI, volgt zij de procedure om te verzoeken om actualisering van haar LEI overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.

5.   Wanneer een tegenpartij die eerder met een andere identificatiecode dan een LEI werd geïdentificeerd, een LEI verkrijgt, gelden de procedures in de leden 1, 2 en 3.

6.   Wanneer een wijziging van een LEI betrekking heeft op een in een derde land gevestigde tegenpartij, leidt haar in de Unie gevestigde rapporterende tegenpartij of de overeenkomstig artikel 9, lid 1 bis tot en met 1 quinquies, van Verordening (EU) nr. 648/2012 voor de rapportage verantwoordelijke entiteit of de entiteit waaraan de in de Unie gevestigde rapporterende tegenpartij de rapportage heeft gedelegeerd, de procedure uit hoofde van de leden 1, 2 en 3 in.

7.   Wanneer een in een derde land gevestigde tegenpartij die eerder met een andere identificatiecode dan een LEI werd geïdentificeerd, een LEI verkrijgt, verzoekt elke door deze wijziging getroffen in de Unie gevestigde rapporterende tegenpartij of de overeenkomstig artikel 9, lid 1 bis tot en met 1 quinquies, van Verordening (EU) nr. 648/2012 voor de rapportage verantwoordelijke entiteit of de entiteit waaraan de in de Unie gevestigde rapporterende tegenpartij de rapportage heeft gedelegeerd om actualisering van de identificatiecode van de in een derde land gevestigde tegenpartij bij haar respectieve transactieregister.

8.   Wanneer de wijziging van de LEI betrekking heeft op een entiteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, punten a), b), c), e) of g), die geen tegenpartij is bij het derivaat, bevestigt tegenpartij 1 of de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit de UTI’s van de betrokken derivaten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punten a) en b), aan het transactieregister. Wanneer tegenpartij 1 en de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit de UTI’s van de betrokken derivaten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punten a) en b), waarop de wijziging van de LEI betrekking heeft, niet aan het transactieregister bevestigen, werkt tegenpartij 1 of de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit de LEI van de betrokken entiteit bij in alle rapporten met betrekking tot de betrokken derivaten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punten a) en b), door een rapport met actietype “Wijzigen” te verzenden.

Artikel 9

Methoden en regelingen voor rapportage

1.   De voor de rapportage verantwoordelijke entiteit stelt haar bevoegde autoriteit en, indien verschillend, de bevoegde autoriteit van de rapporterende tegenpartij in kennis van de volgende situaties:

a)

een verkeerde rapportage wegens tekortkomingen in de rapportagesystemen die gevolgen zou hebben voor een significant aantal rapporten;

b)

een belemmering voor de rapportage die de rapporterende entiteit belet rapporten naar een transactieregister te verzenden binnen de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde termijn;

c)

een significant probleem dat tot rapportagefouten leidt die geen aanleiding zouden geven tot afwijzing door een transactieregister overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1858 van de Commissie (7).

De voor de rapportage verantwoordelijke entiteit meldt deze situaties onverwijld, zodra zij er kennis van krijgt.

In de kennisgeving wordt ten minste het soort fout of omissie vermeld, evenals de datum van het voorval, het bereik van de getroffen rapporten, de redenen voor de fouten of omissies, de stappen die zijn ondernomen om het probleem op te lossen en het tijdschema voor de oplossing van het probleem en voor correcties.

2.   Wanneer een financiële tegenpartij uit hoofde van artikel 9, lid 1 bis, van Verordening (EU) nr. 648/2012 als enige verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk voor de rapportage van gegevens over otc-derivatencontracten namens een niet-financiële tegenpartij, treft zij de volgende regelingen:

a)

regelingen voor de tijdige verstrekking door de niet-financiële tegenpartij van de volgende gegevens over de otc-derivatencontracten waarvan redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de financiële tegenpartij erover beschikt en voor zover deze gegevens de financiële tegenpartij onbekend zijn:

i)

de identificatie van de makelaar, zoals vermeld in veld 15 in tabel 1 van de bijlage;

ii)

het clearinglid, zoals vermeld in veld 16 in tabel 1 van de bijlage;

iii)

rechtstreeks verband houdend met de handelsactiviteit of het beheer van kasmiddelen als bedoeld in veld 20 in tabel 1 van de bijlage;

b)

regelingen voor tijdige informatieverstrekking door de niet-financiële tegenpartij aan de financiële tegenpartij over eventuele wijzigingen van haar wettelijke verplichtingen uit hoofde van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

c)

regelingen voor een correcte verlenging door de niet-financiële tegenpartij van haar LEI in overeenstemming met de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem;

d)

regelingen voor tijdige kennisgeving door de niet-financiële tegenpartij aan de financiële tegenpartij van haar besluit om de rapportage van de gegevens over met de financiële tegenpartij gesloten otc-derivatencontracten te starten of stop te zetten. Deze regelingen waarborgen ten minste dat de kennisgeving schriftelijk of op een andere gelijkwaardige elektronische wijze geschiedt, ten minste tien werkdagen vóór de datum waarop de niet-financiële partij de rapportage wil starten of stopzetten.

3.   De tegenpartijen, de voor de rapportage verantwoordelijke entiteiten of de rapporterende entiteiten, naargelang van het geval, treffen de nodige regelingen om te verzekeren dat de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1858 verstrekte feedback over de afstemmingsfouten in aanmerking wordt genomen.

Artikel 10

Uiterste datum waarop derivatencontracten moeten worden gerapporteerd

Een tegenpartij bij een derivaat dat op … aan de voorwaarden van artikel 2, lid 2, punten a) en b), voldoet of de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit rapporteert alle overeenkomstig de bijlage vereiste gegevens van dat derivaat door binnen 180 kalenderdagen na de … een rapport met het gebeurtenistype “Actualisering” in te dienen, tenzij zij voor dat derivaat binnen deze periode een rapport met het actietype “Wijzigen” of “Correctie” heeft ingediend.

Artikel 11

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden opgevat als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 12

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 29 april 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20).

(3)  De term “unieke transactie-identificatiecodes” (“unique trade identifier”) die in artikel 9, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt gebruikt, komt overeen met de unieke transactie-identificatiecode in de norm ISO 23897.

(4)  Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PB L 141 van 28.5.2019, blz. 42).

(5)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1855 van de Commissie van 10 juni 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens en het te gebruiken rapportagetype (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1858 van de Commissie van 10 juni 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de procedures voor de afstemming van gegevens tussen transactieregisters en de procedures die het transactieregister moet toepassen om te verifiëren of de rapporterende tegenpartij of de indienende entiteit de rapportagevereisten naleeft, en om de volledigheid en juistheid van de gerapporteerde gegevens te verifiëren (zie bladzijde 46 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

Tabel 1

 

Afdeling

Veld

Format

1

Partijen bij het derivaat

Tijdstempel van de rapportage

Datum volgens ISO 8601 en UTC-tijdformaat (gecoördineerde wereldtijd) JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

2

Partijen bij het derivaat

Identificatie van de rapporterende entiteit

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

3

Partijen bij het derivaat

Voor de rapportage verantwoordelijke entiteit

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation. De LEI moet naar behoren zijn verlengd overeenkomstig de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem.

4

Partijen bij het derivaat

Tegenpartij 1 (rapporterende tegenpartij)

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation. De LEI moet naar behoren zijn verlengd overeenkomstig de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem.

5

Partijen bij het derivaat

Aard van tegenpartij 1

F = Financiële tegenpartij

N = Niet-financiële tegenpartij

C = Centrale tegenpartij

O = Andere

6

Partijen bij het derivaat

Ondernemingssector van tegenpartij 1

Taxonomie voor financiële tegenpartijen:

“INVF” — een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (1);

“CDTI” — een kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2);

“INUN” — een verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (3);

“UCIT” — een icbe en, indien van toepassing, haar beheermaatschappij, waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), tenzij die icbe uitsluitend is opgericht voor het beheer van een of meer aandelenkoopregelingen voor werknemers;

“ORPI” — een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV) in de zin van artikel 6, punt 1), van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad (5);

“AIFD” — een alternatieve beleggingsinstelling (abi) in de zin van artikel 4, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (6) die hetzij in de Unie is gevestigd, hetzij wordt beheerd door een beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling (abi-beheerder), waaraan een vergunning is verleend of die is geregistreerd overeenkomstig die richtlijn, tenzij die abi uitsluitend is opgericht voor het beheer van een of meer aandelenkoopregelingen voor werknemers of tenzij die abi een voor een bijzonder doel opgerichte securitisatie-entiteit is als bedoeld in artikel 2, lid 3, punt g), van Richtlijn 2011/61/EU, en, in voorkomend geval, haar in de Unie gevestigde abi-beheerder;

“CSDS” — een centrale effectenbewaarinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (7);

Taxonomie voor niet-financiële tegenpartijen.

De onderstaande categorieën komen overeen met de belangrijkste secties van de NACE-classificatie zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (8):

“A” —

Landbouw, bosbouw en visserij;

“B” —

Winning van delfstoffen;

“C” —

Industrie;

“D” —

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht;

“E” —

Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering;

“F” —

Bouwnijverheid;

“G” —

Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s en motorfietsen;

“H” —

Vervoer en opslag;

“I” —

Verschaffen van accommodatie en maaltijden;

“J” —

Informatie en communicatie;

“K” —

Financiële en verzekeringsactiviteiten;

“L” —

Exploitatie van en handel in onroerend goed;

“M” —

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten;

“N” —

Administratieve en ondersteunende diensten;

“O” —

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen;

“P” —

Onderwijs;

“Q” —

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening;

“R” —

Kunst, amusement en recreatie;

“S” —

Overige diensten;

“T” —

Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik;

“U” —

Extraterritoriale organisaties en lichamen.

Indien meer dan één activiteit wordt gerapporteerd, vermeld de codes in volgorde van het relatieve belang van de overeenkomstige activiteiten.

Laat blanco in het geval van CTP’s en andere soorten tegenpartijen in de zin van artikel 1, lid 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012 (9).

7

Partijen bij het derivaat

Clearingdrempel van tegenpartij 1

Booleaanse waarde:

TRUE = Boven de drempel

FALSE = Onder de drempel

8

Partijen bij het derivaat

Identificatietype tegenpartij 2

Booleaanse waarde:

TRUE

FALSE, voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de verklaring van het Comité voor regelgevend toezicht inzake individuen die bedrijfsmatig handelen van 20 september 2015 (de “ROC-verklaring”).

9

Partijen bij het derivaat

Tegenpartij 2

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation of maximaal 72 alfanumerieke tekens voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de ROC-verklaring.

De identificatiecode voor natuurlijke personen bestaat uit de LEI van tegenpartij 1, gevolgd door een unieke identificatiecode die door tegenpartij 1 voor rapportage voor toezichtdoeleinden aan die natuurlijke perso(o)n(en) wordt toegewezen en consequent wordt gehandhaafd.

10

Partijen bij het derivaat

Land van tegenpartij 2

Landcode volgens ISO 3166 — Tweeletterige landcode

11

Partijen bij het derivaat

Aard van tegenpartij 2

F = Financiële tegenpartij

N = Niet-financiële tegenpartij

C = Centrale tegenpartij

O = Andere

12

Partijen bij het derivaat

Ondernemingssector van tegenpartij 2

Taxonomie voor financiële tegenpartijen:

“INVF” — een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU;

“CDTI” — een kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU;

“INUN” — een verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG;

“UCIT” — een icbe en, indien van toepassing, haar beheermaatschappij, waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, tenzij die icbe uitsluitend is opgericht voor het beheer van een of meer aandelenkoopregelingen voor werknemers;

“ORPI” — een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV) in de zin van artikel 6, punt 1), van Richtlijn (EU) 2016/2341;

“AIFD” — een alternatieve beleggingsinstelling (abi) in de zin van artikel 4, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/61/EU die hetzij in de Unie is gevestigd, hetzij wordt beheerd door een beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling (abi-beheerder), waaraan een vergunning is verleend of die is geregistreerd overeenkomstig die richtlijn, tenzij die abi uitsluitend is opgericht voor het beheer van een of meer aandelenkoopregelingen voor werknemers of tenzij die abi een voor een bijzonder doel opgerichte securitisatie-entiteit is als bedoeld in artikel 2, lid 3, punt g), van Richtlijn 2011/61/EU, en, in voorkomend geval, haar in de Unie gevestigde abi-beheerder;

“CSDS” — een centrale effectenbewaarinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 909/2014;

Taxonomie voor niet-financiële tegenpartijen.

De onderstaande categorieën komen overeen met de belangrijkste secties van de NACE-classificatie zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1893/2006:

“A” —

Landbouw, bosbouw en visserij;

“B” —

Winning van delfstoffen;

“C” —

Industrie;

“D” —

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht;

“E” —

Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering;

“F” —

Bouwnijverheid;

“G” —

Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s en motorfietsen;

“H” —

Vervoer en opslag;

“I” —

Verschaffen van accommodatie en maaltijden;

“J” —

Informatie en communicatie;

“K” —

Financiële en verzekeringsactiviteiten;

“L” —

Exploitatie van en handel in onroerend goed;

“M” —

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten;

“N” —

Administratieve en ondersteunende diensten;

“O” —

Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen;

“P” —

Onderwijs;

“Q” —

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening;

“R” —

Kunst, amusement en recreatie;

“S” —

Overige diensten;

“T” —

Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik;

“U” —

Extraterritoriale organisaties en lichamen.

Indien meer dan één activiteit wordt gerapporteerd, vermeld de codes in volgorde van het relatieve belang van de overeenkomstige activiteiten.

Laat blanco in het geval van CTP’s en andere soorten tegenpartijen in de zin van artikel 1, lid 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

13

Partijen bij het derivaat

Clearingdrempel van tegenpartij 2

Booleaanse waarde:

TRUE = Boven de drempel

FALSE = Onder de drempel

14

Partijen bij het derivaat

Rapportageverplichting van tegenpartij 2

Booleaanse waarde:

TRUE, indien tegenpartij 2 de rapportageverplichting heeft

FALSE, indien tegenpartij 2 niet de rapportageverplichting heeft

15

Partijen bij het derivaat

Identificatie van de makelaar

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

16

Partijen bij het derivaat

Clearinglid

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

17

Partijen bij het derivaat

Richting

4 letters:

BYER = koper

SLLR = verkoper

Ingevuld overeenkomstig artikel 4 van de onderhavige verordening

18

Partijen bij het derivaat

Richting van deel 1

4 letters:

MAKE = betaler

TAKE = ontvanger

Ingevuld overeenkomstig artikel 4 van de onderhavige verordening

19

Partijen bij het derivaat

Richting van deel 2

4 letters:

MAKE = betaler

TAKE = ontvanger

Ingevuld overeenkomstig artikel 4 van de onderhavige verordening

20

Partijen bij het derivaat

Rechtstreeks verband houdend met de handelsactiviteit of het beheer van kasmiddelen

Booleaanse waarde:

TRUE = Ja

FALSE = Nee


Tabel 2

 

Afdeling

Veld

Format

1

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

UTI

UTI volgens ISO 23897. Maximaal 52 alfanumerieke tekens, alleen de alfabetische hoofdletters A-Z en de cijfers 0-9 zijn toegestaan

2

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

Traceernummer rapport

Een alfanumeriek veld van maximaal 52 tekens

3

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

Eerdere UTI (voor één-op-één- en één-op-veel-relaties tussen transacties)

Maximaal 52 alfanumerieke tekens, alleen de alfabetische hoofdletters A-Z en de cijfers 0-9 zijn toegestaan

4

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

UTI van de latere positie

Maximaal 52 alfanumerieke tekens, alleen de alfabetische hoofdletters A-Z en de cijfers 0-9 zijn toegestaan

5

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

Identificatiecode van de posttransactionele risicobeperking (PTRB)

Maximaal 52 alfanumerieke tekens, alleen de alfabetische hoofdletters A-Z en de cijfers 0-9 zijn toegestaan.

De eerste 20 tekens geven de LEI van de compressieaanbieder weer

6

Afdeling 2a — Identificatiecodes en koppelingen

Identificatiecode van het pakket

Maximaal 35 alfanumerieke tekens.

7

Afdeling 2b — Contractinformatie

Internationaal effectenidentificatienummer (ISIN)

ISIN volgens ISO 6166 (alfanumerieke code van 12 tekens)

8

Afdeling 2b — Contractinformatie

Unieke productidentificatiecode (UPI)

UPI volgens ISO 4914 (alfanumerieke code van 12 tekens)

9

Afdeling 2b — Contractinformatie

Productclassificatie

CFI volgens ISO 10962 (alfabetische code van 6 tekens)

10

Afdeling 2b — Contractinformatie

Soort contract

CFDS = Financiële contracten ter verrekening van verschillen (“contracts for differences”)

FRAS = Rentetermijncontracten

FUTR = Futures

FORW = Termijncontracten

OPTN = Optie

SPDB = Spreadbet

SWAP = Swap

SWPT = Swaption

OTHR = Overig

11

Afdeling 2b — Contractinformatie

Activaklasse

COMM = Grondstoffen en emissierechten

CRDT = Krediet

CURR = Deviezen

EQUI = Aandelen

INTR = Rente

12

Afdeling 2b — Contractinformatie

Derivaat op basis van cryptoactiva

Booleaanse waarde:

TRUE — voor derivaten op basis van cryptoactiva

FALSE — voor andere derivaten

13

Afdeling 2b — Contractinformatie

Soort identificatie van de onderliggende waarde

1 alfabetisch teken:

I = ISIN

B = Korf

X = Index

14

Afdeling 2b — Contractinformatie

Identificatie van de onderliggende waarde

Voor soort identificatie van de onderliggende waarde I: ISIN volgens ISO 6166 (alfanumerieke code van 12 tekens)

Voor soort identificatie van de onderliggende waarde X: ISIN volgens ISO 6166 indien beschikbaar (alfanumerieke code van 12 tekens)

15

Afdeling 2b — Contractinformatie

Indicator van de onderliggende index

De indicatie van de index van variabele rente. 4 letters:

ESTR = €STR

SONA = SONIA

SOFR = SOFR

EONA = EONIA

EONS = EONIA SWAP

EURI = EURIBOR

EUUS = EURODOLLAR

EUCH = EuroSwiss

GCFR = GCF REPO

ISDA = ISDAFIX

LIBI = LIBID

LIBO = LIBOR

MAAA = Muni AAA

PFAN = Pfandbriefe

TIBO = TIBOR

STBO = STIBOR

BBSW = BBSW

JIBA = JIBAR

BUBO = BUBOR

CDOR = CDOR

CIBO = CIBOR

MOSP = MOSPRIM

NIBO = NIBOR

PRBO = PRIBOR

TLBO = TELBOR

WIBO = WIBOR

TREA = Treasury

SWAP = SWAP

FUSW = Future SWAP

EFFR = Effective Federal Funds Rate

OBFR = Overnight Bank Funding Rate

CZNA = CZEONIA

16

Afdeling 2b — Contractinformatie

Naam van de onderliggende index

Maximaal 50 alfanumerieke tekens. Speciale tekens zijn toegestaan als ze deel uitmaken van de volledige naam van de index.

17

Afdeling 2b — Contractinformatie

Code aangepaste korf

Maximaal 72 alfanumerieke tekens bestaande uit de LEI van de korfsamensteller, gevolgd door maximaal 52 alfanumerieke tekens.

18

Afdeling 2b — Contractinformatie

Identificatiecode van de onderdelen van de korf

Voor soort identificatie van de onderliggende waarde B: Alle individuele componenten geïdentificeerd aan de hand van de ISIN volgens ISO 6166

19

Afdeling 2b — Contractinformatie

Afwikkelingsvaluta 1

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

20

Afdeling 2b — Contractinformatie

Afwikkelingsvaluta 2

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

21

Afdeling 2c — Waardering

Waarderingsbedrag

Positieve en negatieve waarde, maximaal 25 numerieke tekens inclusief maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

22

Afdeling 2c — Waardering

Valuta van de waardering

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

23

Afdeling 2c — Waardering

Tijdstempel van de waardering

Datum volgens ISO 8601 in het UTC-tijdformaat JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

24

Afdeling 2c — Waardering

Waarderingsmethode

4 letters:

MTMA = Waardering tegen marktwaarde

MTMO = Waardering op basis van een modellenbenadering

CCPV = Waardering van de centrale tegenpartij

25

Afdeling 2c — Waardering

Delta

Maximaal 25 numerieke tekens, waarvan maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Elke waarde tussen –1 en 1 (inclusief –1 en 1) is toegestaan.

26

Afdeling 2d — Zekerheden

Indicator zekerhedenportefeuille

Booleaanse waarde:

TRUE = met zekerheden op portefeuillebasis

FALSE = geen deel van een portefeuille

27

Afdeling 2d — Zekerheden

Code van de zekerhedenportefeuille

Maximaal 52 alfanumerieke tekens

Speciale tekens zijn niet toegestaan

28

Afdeling 2e — Risicolimitering/rapportage

Tijdstempel van de bevestiging

Datum volgens ISO 8601 in het UTC-tijdformaat JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

29

Afdeling 2e — Risicolimitering/rapportage

Bevestigd

4 letters:

NCNF = niet bevestigd

ECNF = elektronisch

YCNF = niet-elektronisch

30

Afdeling 2f — Clearing

Clearingverplichting

TRUE = het gerapporteerde contract behoort tot een klasse van otc-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard en beide tegenpartijen bij het contract zijn op het moment van uitvoering van het contract aan de clearingverplichting onderworpen

FLSE = het contract behoort tot een klasse van otc-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard, maar één of beide tegenpartijen bij het contract is of zijn niet aan de clearingverplichting onderworpen

of waarde “UKWN” — het contract behoort niet tot een klasse van otc-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard

31

Afdeling 2f — Clearing

Gecleard

1 alfabetisch teken:

Y= ja, centraal gecleard, voor bèta- en gammatransacties.

N= nee, niet centraal gecleard.

32

Afdeling 2f — Clearing

Tijdstempel van de clearing

Datum volgens ISO 8601 in het UTC-tijdformaat JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

33

Afdeling 2f — Clearing

Centrale tegenpartij

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

34

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Soort raamovereenkomst

4 letters:

“ISDA” — ISDA

“CDEA”— FIA-ISDA Cleared Derivatives Execution Agreement

“EUMA” — European Master Agreement

“FPCA” — FOA Professional Client Agreement

“FMAT” — FBF Master Agreement relating to transactions on forward financial instruments

“DERV” — Deutscher Rahmenvertrag für Finanztermingeschäfte (DRV)

“CMOP” — Contrato Marco de Operaciones Financieras

“CHMA” — Swiss Master Agreement

“IDMA” — Islamic Derivative Master Agreement

“EFMA” — EFET Master Agreement

“GMRA” — GMRA

“GMSL” — GMSLA

“BIAG” — bilaterale overeenkomst

Of “OTHR” als het soort raamovereenkomst niet in bovenstaande lijst is opgenomen

35

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Ander soort raamovereenkomst

Maximaal 50 alfanumerieke tekens.

36

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Versie raamovereenkomst

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ

37

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Intragroep

Booleaanse waarde:

TRUE = contract gesloten als intragroeptransactie

FALSE = contract niet gesloten als intragroeptransactie

38

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

PTRB

Booleaanse waarde:

TRUE = contract is het resultaat van een PTRB-gebeurtenis

FALSE = contract is niet het resultaat van een PTRB-gebeurtenis

39

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Soort PTRB-techniek

4 letters:

“PWOS” — Portefeuillecompressie zonder derde-aanbieder van diensten

“PWAS” — Portefeuillecompressie met derde-aanbieder van diensten of centrale tegenpartij

“PRBM” — Portefeuilleherschikking/marginbeheer

“OTHR” — Overig

40

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Aanbieders van PTRB-diensten

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

41

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Plaats van uitvoering

Marktidentificatiecode (MIC) volgens ISO 10383 (4 alfanumerieke tekens)

42

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Tijdstempel van de uitvoering

Datum volgens ISO 8601 in het UTC-tijdformaat JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

43

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Ingangsdatum

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

44

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Vervaldatum

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

45

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Datum van de vroegtijdige beëindiging

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

46

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Uiterste contractuele afwikkelingsdatum

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

47

Afdeling 2c — Gegevens over de transactie

Soort levering

4 letters:

CASH = Contanten

PHYS = Fysiek

OPTL = Facultatief voor tegenpartij of door bepaling door een derde

48

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Prijs

Indien de prijs als monetaire waarde wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de prijs als percentage wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %). Indien de waarde meer dan 10 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

49

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Prijsvaluta

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

 

De velden 50-52 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met prijsschema’s

 

 

50

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Niet-aangepaste ingangsdatum van de prijs

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

51

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Niet-aangepaste einddatum van de prijs

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

52

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Prijs die geldt tussen de niet-aangepaste ingangsdatum en de einddatum

Indien de prijs als monetaire waarde wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de prijs als percentage wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %). Indien de waarde meer dan 10 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

53

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Prijs van de pakkettransactie

Indien de prijs van de pakkettransactie als monetaire waarde wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de prijs van de pakkettransactie als percentage wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %). Indien de waarde meer dan 10 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

54

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Valuta van de prijs van de pakkettransactie

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

55

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominaal bedrag van deel 1

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

56

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominale valuta 1

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

 

De velden 57-59 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met schema’s voor nominale bedragen

 

 

57

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Ingangsdatum van het nominale bedrag van deel 1

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

58

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Einddatum van het nominale bedrag van deel 1

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

59

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominaal bedrag dat gold op de bijbehorende ingangsdatum van deel 1

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

60

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Totale nominale hoeveelheid van deel 1

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

 

De velden 61-63 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met schema’s voor de nominale hoeveelheid

 

 

61

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Ingangsdatum van de nominale hoeveelheid van deel 1

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

62

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Einddatum van de nominale hoeveelheid van deel 1

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

63

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominale hoeveelheid die gold op de bijbehorende ingangsdatum van deel 1

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

64

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominaal bedrag van deel 2

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

65

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominale valuta 2

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

 

De velden 66-68 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met schema’s voor nominale bedragen

 

 

66

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Ingangsdatum van het nominale bedrag van deel 2

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

67

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Einddatum van het nominale bedrag van deel 2

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

68

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominaal bedrag dat gold op de bijbehorende ingangsdatum van deel 2

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

69

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Totale nominale hoeveelheid van deel 2

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

 

De velden 70-72 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met schema’s voor de nominale hoeveelheid

 

 

70

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Ingangsdatum van de nominale hoeveelheid van deel 2

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

71

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Einddatum van de nominale hoeveelheid van deel 2

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

72

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Nominale hoeveelheid die gold op de bijbehorende ingangsdatum van deel 2

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

 

Afdeling van velden 73-78 is herhaalbaar

 

 

73

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Type overige betaling

4 letters:

UFRO = vooruitbetaling, d.w.z. de eerste betaling door een van de tegenpartijen om een transactie tot reële waarde te brengen of om enige andere reden die de oorzaak kan zijn van een transactie buiten de markt om

UWIN = ontbinding of volledige beëindiging, d.w.z. de definitieve afwikkelingsbetaling wanneer een transactie vóór de einddatum ervan wordt afgewikkeld; betalingen die het gevolg kunnen zijn van de volledige beëindiging van derivatentransacties

PEXH = ruil van hoofdsommen, d.w.z. ruil van nominale waarden voor cross-currency swaps

74

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Bedrag overige betaling

Maximaal 25 numerieke tekens, waarvan maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul is toegestaan.

75

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Valuta overige betaling

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

76

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Datum overige betaling

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

77

Afdeling 2g — Gegevens over de transactie

Betaler overige betaling

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation of maximaal 72 alfanumerieke tekens voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de ROC-verklaring.

De identificatiecode voor natuurlijke personen bestaat uit de LEI van tegenpartij 1, gevolgd door een unieke identificatiecode die door tegenpartij 1 voor rapportage voor toezichtdoeleinden aan die natuurlijke perso(o)n(en) wordt toegewezen en consequent wordt gehandhaafd.

78

Afdeling 2g — Nadere gegevens over de transactie

Ontvanger overige betaling

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation of maximaal 72 alfanumerieke tekens voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de ROC-verklaring.

De identificatiecode voor natuurlijke personen bestaat uit de LEI van tegenpartij 1, gevolgd door een unieke identificatiecode die door tegenpartij 1 voor rapportage voor toezichtdoeleinden aan die natuurlijke perso(o)n(en) wordt toegewezen en consequent wordt gehandhaafd.

79

Afdeling 2h — Rente

Vaste rente van deel 1 of coupon

Positieve en negatieve waarden, maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

80

Afdeling 2h — Rente

Dagtellingsconventie van de vaste rente of coupon van deel 1

4 alfanumerieke tekens:

A001 = IC30360ISDAor30360AmericanBasicRule

A002 = IC30365

A003 = IC30Actual

A004 = Actual360

A005 = Actual365Fixed

A006 = ActualActualICMA

A007 = IC30E360orEuroBondBasismodel1

A008 = ActualActualISDA

A009 = Actual365LorActuActubasisRule

A010 = ActualActualAFB

A011 = IC30360ICMAor30360basicrule

A012 = IC30E2360orEurobondbasismodel2

A013 = IC30E3360orEurobondbasismodel3

A014 = Actual365NL

A015 = ActualActualUltimo

A016 = IC30EPlus360

A017 = Actual364

A018 = Business252

A019 = Actual360NL

A020 = 1/1

NARR = Narrative

81

Afdeling 2h — Rente

Betalingsfrequentieperiode van de vaste rente of coupon van deel 1

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

82

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de betalingsfrequentieperiode van de vaste rente of coupon van deel 1

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

83

Afdeling 2h — Rente

Identificatiecode van de variabele rente van deel 1

Indien de variabele rente een ISIN heeft, de ISIN-code voor die rente.

84

Afdeling 2h — Rente

Indicator van de variabele rente van deel 1

De indicatie van de index van variabele rente. 4 letters:

ESTR = €STR

SONA = SONIA

SOFR = SOFR

EONA = EONIA

EONS = EONIA SWAP

EURI = EURIBOR

EUUS = EURODOLLAR

EUCH = EuroSwiss

GCFR = GCF REPO

ISDA = ISDAFIX

LIBI = LIBID

LIBO = LIBOR

MAAA = Muni AAA

PFAN = Pfandbriefe

TIBO = TIBOR

STBO = STIBOR

BBSW = BBSW

JIBA = JIBAR

BUBO = BUBOR

CDOR = CDOR

CIBO = CIBOR

MOSP = MOSPRIM

NIBO = NIBOR

PRBO = PRIBOR

TLBO = TELBOR

WIBO = WIBOR

TREA = Treasury

SWAP = SWAP

FUSW = Future SWAP

EFFR = Effective Federal Funds Rate

OBFR = Overnight Bank Funding Rate

CZNA = CZEONIA

85

Afdeling 2h — Rente

Naam van de variabele rente van deel 1

Maximaal 50 alfanumerieke tekens. Speciale tekens zijn toegestaan als ze deel uitmaken van de volledige naam van de index.

86

Afdeling 2h — Rente

Dagtellingsconventie van de variabele rente van deel 1

4 alfanumerieke tekens:

A001 = IC30360ISDAor30360AmericanBasicRule

A002 = IC30365

A003 = IC30Actual

A004 = Actual360

A005 = Actual365Fixed

A006 = ActualActualICMA

A007 = IC30E360orEuroBondBasismodel1

A008 = ActualActualISDA

A009 = Actual365LorActuActubasisRule

A010 = ActualActualAFB

A011 = IC30360ICMAor30360basicrule

A012 = IC30E2360orEurobondbasismodel2

A013 = IC30E3360orEurobondbasismodel3

A014 = Actual365NL

A015 = ActualActualUltimo

A016 = IC30EPlus360

A017 = Actual364

A018 = Business252

A019 = Actual360NL

A020 = 1/1

NARR = Narrative

87

Afdeling 2h — Rente

Betalingsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 1

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

88

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de betalingsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 1

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

89

Afdeling 2h — Rente

Referentieperiode van de variabele rente van deel 1 — tijdsperiode

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

90

Afdeling 2h — Rente

Referentieperiode van de variabele rente van deel 1 — multiplicator

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

91

Afdeling 2h — Rente

Herzieningsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 1

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

92

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de herzieningsfrequentie van de variabele rente van deel 1

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

93

Afdeling 2h — Rente

Spread van deel 1

Indien de spread als monetaire waarde wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen.

Indien de spread als percentage wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %).

Indien de spread in basispunten wordt uitgedrukt — elke gehele waarde van maximaal 5 numerieke tekens uitgedrukt in basispunten (bv. 257 in plaats van 2,57 %).

94

Afdeling 2h — Rente

Valuta van de spread van deel 1

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

95

Afdeling 2h — Rente

Vaste rente van deel 2

Positieve en negatieve waarden, maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

96

Afdeling 2h — Rente

Dagtellingsconventie van de vaste rente van deel 2

4 alfanumerieke tekens:

A001 = IC30360ISDAor30360AmericanBasicRule

A002 = IC30365

A003 = IC30Actual

A004 = Actual360

A005 = Actual365Fixed

A006 = ActualActualICMA

A007 = IC30E360orEuroBondBasismodel1

A008 = ActualActualISDA

A009 = Actual365LorActuActubasisRule

A010 = ActualActualAFB

A011 = IC30360ICMAor30360basicrule

A012 = IC30E2360orEurobondbasismodel2

A013 = IC30E3360orEurobondbasismodel3

A014 = Actual365NL

A015 = ActualActualUltimo

A016 = IC30EPlus360

A017 = Actual364

A018 = Business252

A019 = Actual360NL

A020 = 1/1

NARR = Narrative

97

Afdeling 2h — Rente

Betalingsfrequentieperiode van de vaste rente van deel 2

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

98

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de betalingsfrequentieperiode van de vaste rente van deel 2

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

99

Afdeling 2h — Rente

Identificatiecode van de variabele rente van deel 2

Indien de variabele rente een ISIN heeft, de ISIN-code voor die rente.

100

Afdeling 2h — Rente

Indicator van de variabele rente van deel 2

De indicatie van de index van variabele rente. 4 letters:

ESTR = €STR

SONA = SONIA

SOFR = SOFR

EONA = EONIA

EONS = EONIA SWAP

EURI = EURIBOR

EUUS = EURODOLLAR

EUCH = EuroSwiss

GCFR = GCF REPO

ISDA = ISDAFIX

LIBI = LIBID

LIBO = LIBOR

MAAA = Muni AAA

PFAN = Pfandbriefe

TIBO = TIBOR

STBO = STIBOR

BBSW = BBSW

JIBA = JIBAR

BUBO = BUBOR

CDOR = CDOR

CIBO = CIBOR

MOSP = MOSPRIM

NIBO = NIBOR

PRBO = PRIBOR

TLBO = TELBOR

WIBO = WIBOR

TREA = Treasury

SWAP = SWAP

FUSW = Future SWAP

EFFR = Effective Federal Funds Rate

OBFR = Overnight Bank Funding Rate

CZNA = CZEONIA

101

Afdeling 2h — Rente

Naam van de variabele rente van deel 2

Maximaal 50 alfanumerieke tekens. Speciale tekens zijn toegestaan als ze deel uitmaken van de volledige naam van de index.

102

Afdeling 2h — Rente

Dagtellingsconventie van de variabele rente van deel 2

4 alfanumerieke tekens:

A001 = IC30360ISDAor30360AmericanBasicRule

A002 = IC30365

A003 = IC30Actual

A004 = Actual360

A005 = Actual365Fixed

A006 = ActualActualICMA

A007 = IC30E360orEuroBondBasismodel1

A008 = ActualActualISDA

A009 = Actual365LorActuActubasisRule

A010 = ActualActualAFB

A011 = IC30360ICMAor30360basicrule

A012 = IC30E2360orEurobondbasismodel2

A013 = IC30E3360orEurobondbasismodel3

A014 = Actual365NL

A015 = ActualActualUltimo

A016 = IC30EPlus360

A017 = Actual364

A018 = Business252

A019 = Actual360NL

A020 = 1/1

NARR = Narrative

103

Afdeling 2h — Rente

Betalingsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 2

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

104

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de betalingsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 2

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

105

Afdeling 2h — Rente

Referentieperiode van de variabele rente van deel 2 — tijdsperiode

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

106

Afdeling 2h — Rente

Referentieperiode van de variabele rente van deel 2 — multiplicator

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

107

Afdeling 2h — Rente

Herzieningsfrequentieperiode van de variabele rente van deel 2

4 letters:

DAIL = dagelijks

WEEK = wekelijks

MNTH = maandelijks

YEAR = jaarlijks

ADHO = ad hoc, hetgeen van toepassing is wanneer betalingen onregelmatig zijn

EXPI = betaling aan het einde van de vervaltermijn

108

Afdeling 2h — Rente

Multiplicator van de herzieningsfrequentie van de variabele rente van deel 2

Elke gehele waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 3 numerieke tekens.

109

Afdeling 2h — Rente

Spread van deel 2

Indien de spread als monetaire waarde wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen.

Indien de spread als percentage wordt uitgedrukt — elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %).

Indien de spread in basispunten wordt uitgedrukt — elke gehele waarde van maximaal 5 numerieke tekens uitgedrukt in basispunten (bv. 257 in plaats van 2,57 %).

110

Afdeling 2h — Rente

Valuta van de spread van deel 2

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

111

Afdeling 2h — Rente

Spread van de pakkettransactie

Indien de spread van de pakkettransactie als monetaire waarde wordt uitgedrukt — positieve en negatieve waarden van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de spread van de pakkettransactie als percentage wordt uitgedrukt — positieve en negatieve waarden van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,57 in plaats van 2,57 %). Indien de waarde meer dan 10 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de spread van de pakkettransactie in basispunten wordt uitgedrukt — elke gehele waarde van maximaal 5 numerieke tekens uitgedrukt in basispunten (bv. 257 in plaats van 2,57 %).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

112

Afdeling 2h — Rente

Valuta van de spread van de pakkettransactie

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

113

Afdeling 2i — Deviezen

Wisselkoers 1

Elke waarde groter dan nul tot 18 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 13 decimalen.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

114

Afdeling 2i — Deviezen

Termijnkoers

Elke waarde groter dan nul tot 18 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 13 decimalen.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

115

Afdeling 2i — Deviezen

Wisselkoersbasis

7 tekens die twee valutacode volgens ISO 4217 vertegenwoordigen, gescheiden door “/” zonder beperking van de volgorde van het valutapaar.

De eerste valutacode geeft de eenheidsvaluta aan, en de tweede geeft de valuta van notering aan.

116

Afdeling 2j — Grondstoffen en emissierechten (algemeen)

Basisproduct

Slechts de waarden in de kolom “Basisproduct” van de tabel met de indeling van grondstoffenderivaten zijn toegestaan.

117

Afdeling 2j — Grondstoffen en emissierechten (algemeen)

Subproduct

Slechts de waarden in de kolom “Subproduct” van de tabel met de indeling van

grondstoffenderivaten zijn toegestaan.

118

Afdeling 2j — Grondstoffen en emissierechten (algemeen)

Verder subproduct

Slechts de waarden in de kolom “Verder subproduct” van de tabel met de indeling van

grondstoffenderivaten zijn toegestaan.

119

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Leveringspunt of -zone

EIC-code (16 alfanumerieke tekens)

Herhaalbaar veld.

120

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Interconnectiepunt

EIC-code (16 alfanumerieke tekens)

121

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Belastingsprofiel

BSLD = Basislast

PKLD = Pieklast

OFFP = Last buiten de piek

HABH = Uur/Blokuren

SHPD = Gevormd (shaped)

GASD = Gasdag

OTHR = Overig

 

Afdeling van velden 122-131 is herhaalbaar

 

 

122

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Starttijd van het leveringsinterval

uu:mm:ssZ

123

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Eindtijd van het leveringsinterval

uu:mm:ssZ

124

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Startdatum van de levering

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

125

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Einddatum van de levering

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

126

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Duur

MNUT = minuten

HOUR = uur

DASD = dag

WEEK = week

MNTH = maand

QURT = kwartaal

SEAS = seizoen

YEAR = jaar

OTHR = overig

127

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Dagen van de week

WDAY = weekdagen

WEND = weekend

MOND = maandag

TUED = dinsdag

WEDD = woensdag

THUD = donderdag

FRID = vrijdag

SATD = zaterdag

SUND = zondag

XBHL - met uitzondering van feestdagen

IBHL - met inbegrip van feestdagen

Meerdere waarden zijn toegestaan

128

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Leveringscapaciteit

Maximaal 20 numerieke tekens inclusief decimalen

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

129

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Eenheid van de hoeveelheid

KWAT = KW

KWHH = KWh/h

KWHD = KWh/d

MWAT = MW

MWHH = MWh/h

MWHD = MWh/d

GWAT = GW

GWhh = GWh/h

GWHD = GWh/d

THMD = Therm/d

KTMD = Ktherm/d

MTMD = Mtherm/d

CMPD = cm/d

MCMD = mcm/d

BTUD = Btu/d

MBTD = MMBtu/d

MJDD = MJ/d

HMJD = 100MJ/d

MMJD = MMJ/d

GJDD = GJ/d

130

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Prijs per geleverde hoeveelheid in een tijdsinterval

Maximaal 20 numerieke tekens, inclusief decimalen.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

131

Afdeling 2k — Grondstoffen en emissierechten (energie)

Valuta van de prijs per geleverde hoeveelheid in een tijdsinterval

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

132

Afdeling 2l — Opties

Soort optie

4 alfabetisch teken:

PUTO = Put

CALL = Call

OTHR = Indien niet kan worden bepaald of het een call of een put betreft

133

Afdeling 2l — Opties

Aard van de optie

4 letters:

AMER = Amerikaans

BERM = Bermuda

EURO = Europees

134

Afdeling 2l — Opties

Uitoefenprijs

Indien de uitoefenprijs als geldbedrag wordt uitgedrukt: elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen (bv. 6,39 USD, uitgedrukt als 6,39) voor aandelenopties, grondstoffenopties, valutaopties en soortgelijke producten. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de uitoefenprijs als percentage wordt uitgedrukt: elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,1 in plaats van 2,1 %) voor renteopties, in spread genoteerde rente- en kredietswaptions en soortgelijke producten.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

 

De velden 135-137 zijn herhaalbaar en worden ingevuld in het geval van derivaten met uitoefenprijsschema’s

 

 

135

Afdeling 2l — Opties

Ingangsdatum van de uitoefenprijs

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

136

Afdeling 2l — Opties

Einddatum van de uitoefenprijs

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

137

Afdeling 2l — Opties

Uitoefenprijs die gold op de bijbehorende ingangsdatum

Indien de uitoefenprijs als geldbedrag wordt uitgedrukt: elke waarde van maximaal 18 numerieke tekens inclusief maximaal 13 decimalen (bv. 6,39 USD, uitgedrukt als 6,39) voor aandelenopties, grondstoffenopties, valutaopties en soortgelijke producten. Indien de waarde meer dan 13 cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Indien de uitoefenprijs als percentage wordt uitgedrukt: elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens inclusief maximaal 10 decimalen uitgedrukt als percentage (bv. 2,1 in plaats van 2,1 %) voor renteopties, in spread genoteerde rente- en kredietswaptions en soortgelijke producten.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

Als een minteken moet worden ingevuld, wordt het niet als numeriek teken meegeteld.

138

Afdeling 2l — Opties

Valuta/valutapaar van de uitoefenprijs

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens); of

voor valutaopties: 7 tekens die twee valutacode volgens ISO 4217 vertegenwoordigen, gescheiden door “/” zonder beperking van de volgorde van het valutapaar.

De eerste valutacode geeft de basisvaluta aan, en de tweede geeft de valuta van notering aan.

139

Afdeling 2l — Opties

Bedrag van de optiepremie

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

140

Afdeling 2l — Opties

Valuta van de optiepremie

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

141

Afdeling 2l — Opties

Datum van de betaling van de optiepremie

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

142

Afdeling 2i — Opties

Vervaldatum van de onderliggende waarde

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

143

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Rangorde

4 letters:

SNDB = Niet-achtergesteld, zoals niet-achtergestelde ongedekte schuld (ondernemingen/financieel), overheidsschuld in vreemde valuta (overheid)

SBOD = Achtergesteld, zoals achtergestelde of lower tier 2-schuld (banken), junior achtergesteld of upper tier 2-schuld (banken)

OTHR = Andere, zoals preferentiële aandelen of tier 1-kapitaal (banken) of andere kredietderivaten

144

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Referentie-entiteit

Landcode volgens ISO 3166 — Tweeletterige landcode,

of

landcode volgens ISO 3166-2 — Tweeletterige landcode, gevolgd door een streepje “-” en code voor de onderverdeling van het land van maximaal 3 alfanumerieke karakters

of

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens)

145

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Serie

Veldnummer van maximaal 5 tekens

146

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Versie

Veldnummer van maximaal 5 tekens

147

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Indexfactor

Elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens, inclusief maximaal 10 decimalen, uitgedrukt als decimale breuk (bv. 0,05 in plaats van 5 %) tussen 0 en 1 (met inbegrip van 0 en 1).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

148

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Tranche

Booleaanse waarde:

TRUE = In tranches verdeeld

FALSE = Niet in tranches verdeeld

149

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Attachment point CDS (Credit Derivative Swap)-index

Elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens, inclusief maximaal 10 decimalen, uitgedrukt als decimale breuk (bv. 0,05 in plaats van 5 %) tussen 0 en 1 (met inbegrip van 0 en 1).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

150

Afdeling 2m — Kredietderivaten

Detachment point CDS-index

Elke waarde van maximaal 11 numerieke tekens, inclusief maximaal 10 decimalen, uitgedrukt als decimale breuk (bv. 0,05 in plaats van 5 %) tussen 0 en 1 (met inbegrip van 0 en 1).

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

151

Afdeling 2n — Wijzigingen in het derivaat

Actietype

4 letters:

NEWT = Nieuw

MODI = Wijzigen

CORR = Corrigeren

TERM = Beëindigen

EROR = Fout

REVI = Heropenen

VALU = Waardering

POSC = Positiebestanddeel

152

Afdeling 2n — Wijzigingen in het derivaat

Type gebeurtenis

4 letters:

TRAD = Transactie

NOVA = Instap

COMP = PTRB

ETRM = Vervroegde beëindiging

CLRG = Clearing

EXER = Uitoefening

ALOC = Toewijzing

CREV = Kredietgebeurtenis

CORP=Corporate event

INCP = Opname in positie

UPDT = Actualisering

153

Afdeling 2n — Wijzigingen in het derivaat

Datum gebeurtenis

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD

154

Afdeling 2n — Wijzigingen in het derivaat

Niveau

4 letters:

TCTN = Transactie

PSTN = Positie


Tabel 3

 

Afdeling

Veld

Format

1

Partijen bij het derivaat

Tijdstempel van de rapportage

Datum volgens ISO 8601 en UTC-tijdformaat (gecoördineerde wereldtijd) JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

2

Partijen bij het derivaat

Identificatie van de rapporterende entiteit

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation.

3

Partijen bij het derivaat

Voor de rapportage verantwoordelijke entiteit

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation. De LEI moet naar behoren zijn verlengd overeenkomstig de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem.

4

Partijen bij het derivaat

Tegenpartij 1 (rapporterende tegenpartij)

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation. De LEI moet naar behoren zijn verlengd overeenkomstig de voorwaarden van een geaccrediteerde “local operating unit” van het mondiale LEI-systeem.

5

Partijen bij het derivaat

Identificatietype tegenpartij 2

Booleaanse waarde:

TRUE

FALSE, voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de ROC-verklaring.

6

Partijen bij het derivaat

Tegenpartij 2

Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (20 alfanumerieke tekens) die is opgenomen in de LEI-gegevens zoals gepubliceerd door de Global LEI Foundation of maximaal 72 alfanumerieke tekens voor natuurlijke personen die als particuliere individuen handelen die niet in aanmerking komen voor een LEI overeenkomstig de ROC-verklaring.

De identificatiecode voor natuurlijke personen bestaat uit de LEI van tegenpartij 1, gevolgd door een unieke identificatiecode die door tegenpartij 1 voor rapportage voor toezichtdoeleinden aan die natuurlijke perso(o)n(en) wordt toegewezen en consequent wordt gehandhaafd.

7

Zekerheden

Tijdstempel van de zekerheden

Datum volgens ISO 8601 in het UTC-tijdformaat JJJJ-MM-DDTuu:mm:ssZ

8

Zekerheden

Indicator zekerhedenportefeuille

Booleaanse waarde:

TRUE = met zekerheden op portefeuillebasis

FALSE = geen deel van een portefeuille

9

Zekerheden

Code van de zekerhedenportefeuille

Maximaal 52 alfanumerieke tekens

Speciale tekens zijn niet toegestaan

10

Zekerheden

UTI

Maximaal 52 alfanumerieke tekens, alleen de alfabetische hoofdletters A-Z en de cijfers 0-9 zijn toegestaan

11

Zekerheden

Categorie zekerheidsstelling

4 letters:

UNCL = niet door zekerheden gedekt

PRC1 = gedeeltelijk met zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 1

PRC2 = gedeeltelijk met zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 2

PRCL = gedeeltelijk met zekerheidsstelling

OWC1 = met eenzijdige zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 1

OWC2 = met eenzijdige zekerheidsstelling: alleen tegenpartij 2

OWP1 = met eenzijdige zekerheidsstelling/gedeeltelijk met zekerheidsstelling: tegenpartij 1

OWP2 = met eenzijdige zekerheidsstelling/gedeeltelijk met zekerheidsstelling: tegenpartij 2

FLCL = met volledige zekerheidsstelling

Ingevuld overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige verordening

12

Zekerheden

Door tegenpartij 1 gestorte initial margin (vóór de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

13

Zekerheden

Door tegenpartij 1 gestorte initial margin (na de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

14

Zekerheden

Valuta van de gestorte initial margin

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

15

Zekerheden

Door tegenpartij 1 gestorte variation margin (vóór de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

16

Zekerheden

Door tegenpartij 1 gestorte variation margin (na de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

17

Zekerheden

Valuta van de gestorte variation margin

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

18

Zekerheden

Door tegenpartij 1 te veel gestorte zekerheden

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

19

Zekerheden

Valuta van de te veel gestorte zekerheden

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

20

Zekerheden

Door tegenpartij 1 geïnde initial margin (vóór de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

21

Zekerheden

Door tegenpartij 1 geïnde initial margin (na de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

22

Zekerheden

Valuta van de geïnde initia margin

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

23

Zekerheden

Door tegenpartij 1 geïnde variation margin (vóór de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

24

Zekerheden

Door tegenpartij 1 geïnde variation margin (na de haircut)

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

25

Zekerheden

Valuta van de geïnde variation margin

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

26

Zekerheden

Door tegenpartij 1 te veel geïnde zekerheden

Elke waarde groter dan of gelijk aan nul, tot 25 numerieke tekens, met inbegrip van maximaal 5 decimalen. Indien de waarde meer dan vijf cijfers achter de komma telt, moeten de rapporterende tegenpartijen naar boven afronden.

Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. Als een decimaalteken moet worden ingevuld, wordt een punt gebruikt.

27

Zekerheden

Valuta van de te veel geïnde zekerheden

Valutacode volgens ISO 4217 (3 alfabetische tekens)

28

Zekerheden

Actietype

“MARU” — Actualisering margin

“CORR” — Correctie

29

Zekerheden

Datum gebeurtenis

Datum volgens ISO 8601 in het formaat JJJJ-MM-DD


Tabel 4

Indeling van grondstoffen

Basisproduct

Subproduct

Verder subproduct

“AGRI” — Landbouw

“GROS” — Granen olie zaden

“FWHT” — Voedertarwe

“SOYB” — Sojabonen

“CORN” — Maïs

“RPSD” — Raapzaad

“RICE” — Rijst

“OTHR” — Overig

“SOFT” — Zachte landbouwproducten

“CCOA” — Cacao

“ROBU” — Robustakoffie

“WHSG” — Witte suiker

“BRWN” — Ruwe suiker

“OTHR” — Overig

“POTA” — Aardappelen

 

“OOLI” — Olijfolie

“LAMP” — Olijfolie voor verlichting

“OTHR” — Overig

“DIRY” — Zuivel

 

“FRST” — Bosbouw

 

“SEAF” — Visserijproducten

 

“LSTK” — Vee

 

“GRIN” — Granen

“MWHT” — Maaltarwe

“OTHR” — Overig

“OTHR” — Overig

 

“NRGY” — Energie

“ELEC” — Elektriciteit

“BSLD” — Basislast

“FITR” — Financiële transmissierechten

“PKLD” — Pieklast

“OFFP” — Dalbelasting

“OTHR” — Overig

“NGAS” — Aardgas

“GASP” — Gaspool

“LNGG” — LNG

“NBPG” — NBP

“NCGG” — NCG

“TTFG” — TTF

“OTHR” — Overig

“OILP” — Olie

“BAKK” — Bakken

“BDSL” — Biodiesel

“BRNX” — Brent NX

“BRNX” — Brent NX

“CNDA” — Canadese

“COND” — Condensaat

“DSEL” — Diesel

“DUBA” — Dubai

“ESPO” — ESPO

“ETHA” — Ethanol

“FUEL” — Brandstof

“FOIL” — Brandstofolie

“GOIL” — Gasolie

“GSLN” — Benzine

“HEAT” — Stookolie

“JTFL” — Reactiemotorbrandstof

“KERO” — Kerosine

“LLSO” — Light Louisiana Sweet (LLS)

“MARS” — Mars

“NAPH” — Nafta

“NGLO” — Aardgas

“TAPI” — Tapis

‘URAL” — Oeral

“WTIO” — West Texas Intermediate (WTI)

“OTHR” — Overig

“COAL”— Kolen

“INRG” — Interenergie

“RNNG” — Hernieuwbare energie

“LGHT” — Lichte eindfracties

“DIST” — Distillaten

“OTHR” — Overig

 

“ENVR” — Milieu

“EMIS” — Emissies

“CERE” — CER

“ERUE” — ERU

“EUAE” — EUA

“EUAA” — EUAA

“OTHR” — Overige

“WTHR” — Weer

“CRBR” — Koolstofgerelateerd

“OTHR” — Overig

 

“FRGT” — Vracht

“WETF” — Nat

“TNKR” — Tankers

“OTHR” — Overig

“DRYF” — Droog

“DBCR” — Drogebulkcarriers

“OTHR” — Overig

“CSHP” — Containerschepen

 

“OTHR” — Overig

 

“FRTL” — Meststoffen

“AMMO” — Ammoniak

“DAPH” — DAP (diammoniumfosfaat)

“PTSH” — Potas

“SLPH” — Zwavel

“UREA” — Ureum

“UAAN” — UAN (ureum en ammoniumnitraat)

“OTHR” — Overig

 

“INDP” — Industriële producten

“CSTR” — Bouwnijverheid

“MFTG” — Industrie

 

“METL” — Metalen

“NPRM” — Onedel

“ALUM” — Aluminium

“ALUA” — Aluminiumlegering

“CBLT” — Kobalt

“COPR” — Koper

“IRON” — IJzererts

“LEAD” — Lood

“MOLY” — Molybdeen

“NASC” — NASAAC

“NICK” — Nikkel

“STEL” — Staal

“TINN” — Tin

“ZINC” — Zink

“OTHR” — Overig

“PRME” — Edel

“GOLD” — Goud

“SLVR” — Zilver

“PTNM” — Platina

“PLDM” — Palladium

“OTHR” — Overig

“MCEX” — Multi Commodity Exotic

 

 

“PAPR” — Papier

“CBRD” — Golfkarton

“NSPT” — Krantenpapier

“PULP” — Pulp

“RCVP” — Teruggewonnen papier

“OTHR” — Overig

 

“POLY” — Polypropeen

“PLST” — Plastic

“OTHR” — Overig

 

“INFL” — Inflatie

 

 

“OEST” — Officiële economische statistieken

 

 

“OTHC” — “Overige C10-derivaten” in de zin van tabel 10.1 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (10)

 

 

“OTHR” — Overig

 

 


(1)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(2)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(3)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

(5)  Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).

(6)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(10)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229).