30.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/4


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1671 VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2022

tot verlenging van de in artikel 89, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde overgangsperiode

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 85, lid 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 is bepaald dat tot en met 18 juni 2021 de in artikel 4 van die verordening vastgestelde clearingverplichting niet wordt toegepast op otc-derivatencontracten waarvan objectief kan worden aangetoond dat ze beleggingsrisico’s verminderen die rechtstreeks met de financiële solvabiliteit van pensioenregelingen verband houden, noch op entiteiten die zijn opgericht met als doel de leden van pensioenregelingen te compenseren wanneer een pensioenregeling in gebreke blijft. Deze overgangsperiode werd ingesteld om de ontwikkeling mogelijk te maken van haalbare technische oplossingen voor het overdragen door pensioenregelingen van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarges, en dus om negatieve gevolgen voor het pensioeninkomen van toekomstige gepensioneerden te voorkomen die zouden ontstaan door een onmiddellijke toepassing van de clearingverplichting op dergelijke otc-derivatencontracten.

(2)

Op grond van artikel 85, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 is de Commissie bevoegd de in artikel 89, lid 1, van die verordening bedoelde overgangsperiode tweemaal te verlengen, telkens met één jaar, indien zij concludeert dat er geen haalbare technische oplossingen zijn ontwikkeld voor het overdragen door pensioenregelingen van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarges en dat de negatieve gevolgen van centrale clearing van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van toekomstige gepensioneerden ongewijzigd zijn gebleven. Daartoe verplicht artikel 85, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 de Commissie tot de laatste verlenging van de overgangsperiode jaarlijks een verslag op te stellen waarin wordt beoordeeld of dergelijke haalbare technische oplossingen zijn ontwikkeld en of er behoefte is aan maatregelen om die haalbare technische oplossingen te faciliteren.

(3)

De Commissie heeft twee jaarverslagen vastgesteld, respectievelijk op 23 september 2020 (2) en 6 mei 2021 (3). In deze verslagen stelde de Commissie vast dat marktdeelnemers zich in de loop der jaren hebben ingespannen om passende technische oplossingen te ontwikkelen, waaronder onderpandtransformatie door clearingleden of via geclearde repomarkten. De Commissie heeft ook opgemerkt dat sommige pensioenregelingen op vrijwillige basis een begin hebben gemaakt met centrale clearing van een deel van hun derivatenportefeuilles. In het verslag werd geconcludeerd dat de belangrijkste resterende uitdaging voor pensioenregelingen de toegang, onder gespannen marktomstandigheden, tot liquiditeit is, om in staat te zijn variatiemarges te stellen, omdat door die eis het risico op uitputting van de toewijzingen aan contanten van pensioenregelingen snel en in aanzienlijke mate zou toenemen.

(4)

Artikel 85, lid 2, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) nr. 648/2012 verplicht de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), in samenwerking met de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa), de Europese Bankautoriteit (EBA) en het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB), jaarlijks bij de Commissie een verslag in te dienen waarin wordt beoordeeld of de CTP’s, de clearingleden en de pensioenregelingen passende inspanningen hebben geleverd en haalbare technische oplossingen hebben ontwikkeld ter bevordering van de deelname van dergelijke regelingen aan centrale clearing door het storten van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge, met inbegrip van de gevolgen van die oplossingen voor de liquiditeit van de markt en procyclische effecten en de mogelijke juridische en andere implicaties daarvan.

(5)

In Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/962 van de Commissie (4) heeft de Commissie de in artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde overgangsperiode eenmaal verlengd, tot en met 18 juni 2022.

(6)

Op 25 januari 2022 diende de ESMA haar jongste verslag in over de vraag of CTP’s, clearingleden en pensioenregelingen passende inspanningen hebben geleverd en haalbare technische oplossingen hebben ontwikkeld om de deelname van dergelijke regelingen aan centrale clearing te faciliteren door contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarges te stellen. Waar de ESMA haar bevindingen uit eerdere verslagen aan de Commissie grotendeels bevestigde, schonk zij in dat verslag met name aandacht aan de operationele gereedheid van pensioenregelingen voor clearing van otc-derivatencontracten. Hoewel een gestaag toenemend aantal pensioenregelingen op vrijwillige basis otc-derivatencontracten cleart en de liquiditeitssituatie zich gunstig blijft ontwikkelen, werd in het verslag van de ESMA ook geconcludeerd dat pensioenregelingen en betrokken marktdeelnemers voldoende tijd nodig hebben om hun regelingen voor het beheer van clearing en zekerheden te voltooien. Daarom was de ESMA van mening dat een extra verlenging met één jaar van de in artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde overgangsperiode noodzakelijk is.

(7)

In haar jongste beoordeling van de gereedheid van pensioenregelingen voor centrale clearing van hun derivatenportefeuilles (5) kwam de Commissie tot een met die van de ESMA vergelijkbare conclusie. Volgens de analyse van de Commissie blijft de liquiditeitssituatie voor pensioenregelingen robuust, ook in de recente perioden van gespannen marktomstandigheden, en zal zij zich naar verwachting gunstig blijven ontwikkelen omdat de fondsen gebruikmaken van alternatieve modellen voor toegang tot de repomarkt. Een positieve prognose voor de toegang tot liquiditeit heeft geleid tot een situatie waarin een toenemend aantal pensioenregelingen op vrijwillige basis is begonnen met clearing van in ieder geval een deel van hun derivatenportefeuilles. Alternatieve modellen voor toegang tot liquiditeit via de repomarkten moeten echter de tijd krijgen om tot ontwikkeling te komen, terwijl pensioenregelingen hun werkwijzen met betrekking tot interne liquiditeit en beheer van zekerheden moeten verbeteren.

(8)

Rekening houdend met het verslag van de ESMA is de Commissie van oordeel dat het inderdaad noodzakelijk is de in artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde overgangsperiode met nog eens één jaar te verlengen.

(9)

De in artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde overgangsperiode moet derhalve worden verlengd.

(10)

Deze verordening moet met spoed in werking treden opdat de bestaande overgangsperiode wordt verlengd voordat zij is verstreken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 89, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde overgangsperiode wordt verlengd tot en met 18 juni 2023.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  COM(2020) 574 final.

(3)  COM(2021) 224 final.

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/962 van de Commissie van 6 mei 2021 tot verlenging van de in artikel 89, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde overgangsperiode (PB L 213 van 16.6.2021, blz. 1).

(5)  COM(2022) 254 final.