2.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/1 |
VERORDENING (EU) 2022/1343 VAN DE COMMISSIE
van 29 juli 2022
tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van acequinocyl, chlorantraniliprole en emamectin in of op bepaalde producten betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, punt a), en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor acequinocyl, chlorantraniliprole en emamectin zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage III, deel A, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(2) |
Voor acequinocyl heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (2) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Voor bepaalde producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor die producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor grapefruits/pompelmoezen, sinaasappelen, citroenen, limoenen/lemmetjes, mandarijnen, hazelnoten, appelen, peren, kweeperen, mispels, loquats/Japanse mispels, tafel- en wijndruiven, tomaten, aubergines, hop, varkens (spier, vet, lever, nier), runderen (spier, vet, lever, nier, melk), paardachtigen (spier, vet, lever, nier, melk) bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL’s worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
(3) |
Voor chlorantraniliprole heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (3) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor amandelen, paranoten, cashewnoten, kastanjes, kokosnoten, hazelnoten, macadamianoten, pecannoten, pijnboompitten, pistaches, walnoten, appelen, peren, kweeperen, mispels, loquats/Japanse mispels, suikermais, bloemkolen, bleekselderij, koffiebonen en spier (varkens, runderen, schapen, geiten en paardachtigen) te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Voor boerenkolen heeft de EFSA aanbevolen het bestaande MRL van 20 mg/kg te handhaven. De lidstaten hebben echter verzocht het MRL voor boerenkolen te verhogen tot 40 mg/kg, hetgeen overeenkomt met de Codex-grenswaarde (CXL) voor radijsblad, omdat radijsblad momenteel in bijlage II, deel B, bij Verordening (EG) nr. 396/2005 is ingedeeld in de subgroep “Boerenkolen”. Toen de CXL voor radijsblad in 2015 in de wetgeving van de Unie werd opgenomen, werd radijsblad niet expliciet vermeld in de wetgeving van de Unie. Daarom werd dit geacht te behoren tot de subgroep “Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)” en niet tot de subgroep “Boerenkolen”. De lidstaten hebben verzocht de huidige indeling te volgen. De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor paprika’s, meloenen, watermeloenen, druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten, pinda’s/aardnoten, zonnebloemzaad en koolzaad bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL’s worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
(4) |
Voor emamectin heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (4) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen naar emamectin B1a en de zouten daarvan, uitgedrukt als emamectin B1a (vrije base). Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor pruimen, aardappelen, komkommers, augurken, courgettes, meloenen, watermeloenen, broccoli, bloemkolen, spruitjes, sluitkolen, veldsla, sla, tuinkers en andere kiemen en scheuten, winterkers, raketsla/rucola, rode amsoi, babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten). kervel, bieslook, bladselderij/snijselder, peterselie, salie, rozemarijn, tijm, basilicum en eetbare bloemen, laurierblad, dragon, erwten (zonder peul) en artisjokken te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor die producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor sinaasappelen, citroenen, mandarijnen, tafel- en wijndruiven, pompoenen, andijvie, katoenzaad, varkens (spier, vet, lever, nier), runderen (spier, vet, lever, nier), schapen (spier, vet, lever, nier), geiten (spier, vet, lever, nier), paardachtigen (spier, vet, lever, nier), andere gekweekte landdieren (spier, vet, lever, nier) en melk (runderen, schapen, geiten, paarden) bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL’s worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat met betrekking tot het MRL voor abrikozen bepaalde informatie niet beschikbaar was. Op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 is onder andere ook voor abrikozen een aanvraag ingediend met een verzoek tot wijziging van de bestaande MRL’s. De EFSA heeft in haar advies (5) geconcludeerd dat aan alle eisen met betrekking tot de volledigheid van de ingediende gegevens was voldaan en dat de door de aanvrager gevraagde wijziging van het MRL voor abrikozen aanvaardbaar was. Deze wijziging is behandeld in Verordening (EU) 2022/476 van de Commissie (6) en daarom is de aanvullende informatie voor abrikozen niet nodig. |
(5) |
In de met redenen omklede adviezen van de EFSA is rekening gehouden met de bestaande CXL’s. CXL’s die veilig zijn voor de consumenten in de Unie werden voor de vaststelling van de MRL’s in overweging genomen. |
(6) |
Met betrekking tot producten waarop het gebruik van het betrokken gewasbeschermingsmiddel niet is toegelaten in de Unie en waarvoor geen invoertoleranties of CXL’s bestaan, moeten de MRL’s worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of moet het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing zijn. |
(7) |
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde goederen specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor een aantal stoffen moeten worden vastgesteld. |
(8) |
Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(9) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden. |
(12) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 22 februari 2023 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 22 februari 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 juli 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for acequinocyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(1):5983.
(3) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for chlorantraniliprole according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(9):6235.
(4) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for emamectin according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(8):5803.
(5) Reasoned opinion on the modification of the existing maximum residue levels for emamectin in various crops. EFSA Journal 2021;19(8):6824.
(6) Verordening (EU) 2022/476 van de Commissie van 24 maart 2022 tot wijziging van de bijlagen II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azijnzuur, azoxystrobin, benzovindiflupyr, cyantraniliprole, cyflufenamid, emamectin, flutolanil, Californische pap, maltodextrine en proquinazid in of op bepaalde producten (PB L 98 van 25.3.2022, blz. 9).
BIJLAGE
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage II worden de volgende kolommen voor acequinocyl, chlorantraniliprole en emamectin toegevoegd: “Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)
|
2) |
In bijlage III, deel A, worden de kolommen voor acequinocyl, chlorantraniliprole en emamectin geschrapt. |
(*1) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor MRL’s gelden, zie bijlage I.