21.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 165/41


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/961 VAN DE COMMISSIE

van 20 juni 2022

tot toelating van het in de handel brengen van tetrahydrocurcuminoïden als nieuw voedingsmiddel en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (1), en met name artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2015/2283 is vastgesteld dat alleen nieuwe voedingsmiddelen die zijn toegelaten en in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen zijn opgenomen, in de Unie in de handel mogen worden gebracht.

(2)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2015/2283 is er bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie (2) een Unielijst van toegelaten nieuwe voedingsmiddelen vastgesteld.

(3)

De onderneming Sabinsa Europe GmbH (“de aanvrager”) heeft op 22 januari 2020 overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283 bij de Commissie een aanvraag ingediend voor een toelating om tetrahydrocurcuminoïden als nieuw voedingsmiddel in de Unie in de handel te brengen. Tetrahydrocurcuminoïden worden geproduceerd door curcuminoïden die uit de wortelstokken van de geelwortel (Curcuma longa L.) worden geëxtraheerd, te hydrogeneren. De aanvrager heeft verzocht om tetrahydrocurcuminoïden te gebruiken in concentraties van maximaal 300 mg/dag in voedingssupplementen als omschreven in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) die bestemd zijn voor de volwassen bevolking, met uitzondering van zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.

(4)

De aanvrager heeft op 22 januari 2020 de Commissie ook verzocht om bescherming van de door eigendomsrechten beschermde gegevens voor de analytische gegevens (4), een terugmutatietest met bacteriën (5), een in-vitromicronucleustest (6), een onderzoek naar de subchronische toxiciteit gedurende 90 dagen en een screeningstest op voortplantings- of ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren (7), die ter ondersteuning van de aanvraag werden ingediend.

(5)

Op 29 juli 2020 heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verzocht een beoordeling uit te voeren van tetrahydrocurcuminoïden als nieuw voedingsmiddel.

(6)

Op 27 oktober 2021 heeft de EFSA overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2015/2283 (8) haar wetenschappelijk advies uitgebracht over de veiligheid van tetrahydrocurcuminoïden afkomstig van de geelwortel (Curcuma longa L.) als nieuw voedingsmiddel uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2283.

(7)

De EFSA heeft in haar wetenschappelijk advies geconcludeerd dat tetrahydrocurcuminoïden onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden voor de voorgestelde doelpopulaties in een hoeveelheid van maximaal 140 mg/dag veilig zijn. De EFSA heeft voorts verklaard dat een dergelijke inname, hoewel lager dan de door de aanvrager voorgestelde hoeveelheid van 300 mg/dag, een passende blootstellingsmarge biedt voor blootstelling aan de doses of concentraties waarbij geen schadelijk effect werd vastgesteld (NOAEL’s) bij de onderzoeken naar de subchronische toxiciteit en naar de voortplantings- of ontwikkelingstoxiciteit. Dat wetenschappelijk advies bevat daarom voldoende redenen om vast te stellen dat tetrahydrocurcuminoïden bij gebruik in concentraties van maximaal 140 mg/dag in voedingssupplementen die bestemd zijn voor de volwassen bevolking, met uitzondering van zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, voldoen aan de voorwaarden voor het in de handel brengen ervan overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283.

(8)

De EFSA heeft in haar wetenschappelijk advies opgemerkt dat haar conclusie over de veiligheid van het nieuwe voedingsmiddel was gebaseerd op de analytische gegevens, de terugmutatietest met bacteriën, de in-vitromicronucleustest, het onderzoek naar de orale subchronische toxiciteit gedurende 90 dagen en de screeningstest op voortplantings- of ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren in het dossier van de aanvrager, zonder welke zij het nieuwe voedingsmiddel niet had kunnen beoordelen en niet tot haar conclusie had kunnen komen.

(9)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht de rechtvaardiging voor zijn verzoek om gegevensbescherming voor die studies en tests nader toe te lichten en zijn claim op het exclusieve recht om naar die gegevens te verwijzen overeenkomstig artikel 26, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2015/2283, te verduidelijken.

(10)

De aanvrager heeft verklaard op het moment van indiening van de aanvraag te beschikken over de eigendomsrechten en exclusieve rechten om te verwijzen naar de analytische gegevens, de terugmutatietest met bacteriën, de in-vitromicronucleustest, het onderzoek naar de orale subchronische toxiciteit gedurende 90 dagen en de screeningstest op voortplantings- of ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren, en dat derden geen rechtmatige toegang tot die gegevens hadden en er ook niet rechtmatig gebruik van mochten maken of er rechtmatig naar mochten verwijzen.

(11)

De Commissie heeft alle door de aanvrager ingediende informatie beoordeeld en heeft geoordeeld dat de vervulling van de voorschriften van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2283 voldoende is onderbouwd. Daarom moeten de analytische gegevens, de terugmutatietest met bacteriën, de in-vitromicronucleustest, het onderzoek naar de orale subchronische toxiciteit gedurende 90 dagen en de screeningstest op voortplantings- of ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283 worden beschermd. Dienovereenkomstig mag alleen de aanvrager worden gemachtigd om gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening tetrahydrocurcuminoïden in de Unie in de handel te brengen.

(12)

Door de toelating van tetrahydrocurcuminoïden en het verwijzen naar de wetenschappelijke gegevens in het dossier van de aanvrager uitsluitend tot de aanvrager te beperken, wordt evenwel niet verhinderd dat andere aanvragers kunnen vragen om toelating om hetzelfde nieuwe voedingsmiddel in de handel te brengen, op voorwaarde dat hun aanvraag is gebaseerd op rechtmatig verkregen gegevens ter ondersteuning van de toelating.

(13)

De opname van tetrahydrocurcuminoïden als nieuw voedingsmiddel in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen moet de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2283 bedoelde informatie bevatten. Niet-gehydrogeneerde curcuminoïden en/of curcumine zijn vóór 15 mei 1997 op de markt van de Unie in voedingssupplementen gebruikt. De omzetting van curcumine en curcuminoïden volgt in het lichaam dezelfde metabole routes als die voor de omzetting van de tetrahydrocurcuminoïden. Aangezien niet kan worden uitgesloten dat de inname van curcuminoïden bij het gecombineerde gebruik van beide stoffen zou leiden tot een blootstellingsmarge die lager is dan de door de EFSA vastgestelde blootstellingsmarge, moeten de consumenten ervan in kennis worden gesteld dat voedingssupplementen die tetrahydrocurcuminoïden bevatten, niet mogen worden geconsumeerd als er op dezelfde dag voedingssupplementen die curcumine en/of curcuminoïden bevatten, worden geconsumeerd.

(14)

Tetrahydrocurcuminoïden moeten worden opgenomen in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470. De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Tetrahydrocurcuminoïden mogen in de Unie in de handel worden gebracht.

Tetrahydrocurcuminoïden worden opgenomen in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470.

2.   De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Alleen de onderneming Sabinsa Europe GmbH (9) mag het in artikel 1 bedoelde nieuwe voedingsmiddel voor een periode van vijf jaar vanaf 11 juli 2022 in de Unie in de handel brengen, tenzij een volgende aanvrager een toelating voor dat nieuwe voedingsmiddel verkrijgt zonder naar de krachtens artikel 3 beschermde wetenschappelijke gegevens te verwijzen of met instemming van Sabinsa Europe GmbH.

Artikel 3

De wetenschappelijke gegevens in het aanvraagdossier die aan de voorwaarden van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2283 voldoen, worden gedurende een periode van vijf jaar vanaf 11 juli 2022 niet zonder toestemming van Sabinsa Europe GmbH ten voordele van een volgende aanvrager gebruikt.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).

(3)  Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).

(4)  Sabinsa Europe GmbH (2019, niet gepubliceerd).

(5)  Indian Institute of Toxicology (2004, niet-gepubliceerd).

(6)  Indian Institute of Toxicology (2004, niet-gepubliceerd).

(7)  Majeed M., et al., 2019, “Subchronic and reproductive/developmental toxicity studies of tetrahydrocurcumin in rats”, Toxicological Research 35:65-74.

(8)  EFSA Journal 2021;19(12):6936.

(9)  Adres: Monzastrasse 4, 63225 Langen, Duitsland.


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In tabel 1 (Toegelaten nieuwe voedingsmiddelen) wordt de volgende vermelding ingevoegd:

Toegelaten nieuw voedingsmiddel

Voorwaarden waaronder het nieuwe voedingsmiddel mag worden gebruikt

Aanvullende specifieke etiketteringsvoorschriften

Andere voorschriften

Gegevensbescherming

Tetrahydrocurcuminoïden

Gespecificeerde levensmiddelencategorie

Maximumgehalten

Het nieuwe voedingsmiddel wordt op de etikettering van het voedingsmiddel dat het bevat, aangeduid met “tetrahydrocurcuminoïden”.

Op de etikettering van voedingssupplementen die tetrahydrocurcuminoïden bevatten, wordt vermeld dat:

a)

deze voedingssupplementen uitsluitend door volwassenen mogen worden geconsumeerd, met uitzondering van zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven;

b)

deze voedingssupplementen niet mogen worden geconsumeerd als er op dezelfde dag andere voedingssupplementen die curcumine en/of curcuminoïden bevatten, worden geconsumeerd.

 

Toegelaten op 11 juli 2022. Deze opname in de Unielijst is gebaseerd op door eigendomsrechten beschermde wetenschappelijke bewijzen en wetenschappelijke gegevens die overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2015/2283 zijn beschermd.

Aanvrager: Sabinsa Europe GmbH, Monzastrasse 4, 63225 Langen, Duitsland. Tijdens de periode van gegevensbescherming mag het nieuwe voedingsmiddel tetrahydrocurcuminoïden uitsluitend door Sabinsa Europe GmbH in de Unie in de handel worden gebracht, tenzij een volgende aanvrager een toelating voor het nieuwe voedingsmiddel verkrijgt zonder naar de overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2015/2283 beschermde wetenschappelijke bewijzen of wetenschappelijke gegevens te verwijzen of met toestemming van Sabinsa Europe GmbH.

Einddatum van de gegevensbescherming: 11 juli 2027.”

Voedingssupplementen zoals gedefinieerd in Richtlijn 2002/46/EG voor de volwassen bevolking, met uitzondering van zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven

140 mg/dag

2)

In tabel 2 (Specificaties) wordt de volgende vermelding in alfabetische volgorde ingevoegd:

Toegelaten nieuw voedingsmiddel

Specificatie

Tetrahydrocurcuminoïden

Omschrijving:

Tetrahydrocurcuminoïden worden geproduceerd via een reeks stappen, waaronder de extractie van curcuminoïden uit de gedroogde, fijngemalen wortelstokken van de geelwortel (Curcuma longa L.), de hydrogenering (met behulp van palladium op koolstof (Pd/C) als katalysator), concentratie, kristallisatie, het drogen en het vermalen tot een poeder.

Kenmerken/samenstelling:

Totale gehalte aan tetrahydrocurcuminoïden (droge stof) (% m/m): > 95,0

Vocht (% m/m): ≤ 1,0

As (% m/m): ≤ 1,0

Palladium (mg/kg): < 5,0

Microbiologische criteria:

Totaal aeroob kiemgetal: ≤ 5 000 kve/g

Totaal kiemgetal gisten en schimmels: ≤ 100 kve/g

Escherichia coli: < 10 kve/g

Staphylococcus aureus: ≤ 10 kve/g

Enterobacteriaceae: ≤ 10 kve/g

Salmonella spp.: afwezig in 25 g

Coliformen: ≤ 10 kve/g

Kve: kolonievormende eenheden.”