|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 162/7 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/931 VAN DE COMMISSIE
van 23 maart 2022
tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de uitvoering van officiële controles in verband met verontreinigingen in levensmiddelen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 19, lid 2, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) 2017/625 bevat regels voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om de naleving van de Uniewetgeving inzake levensmiddelen en voedselveiligheid te controleren. In artikel 109 van die verordening is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de officiële controles door de bevoegde autoriteiten worden verricht op basis van een meerjarig nationaal controleplan (MNCP). Verordening (EU) 2017/625 bevat daarnaast specifieke voorschriften betreffende de algemene inhoud van het MNCP, verplicht de lidstaten om in hun MNCP in officiële controles op verontreinigingen in levensmiddelen te voorzien en verleent de Commissie in dit verband de bevoegdheid om specifieke voorschriften vast te stellen voor de uitvoering van officiële controles, onder meer, waar nodig, voor de spreiding van de monsters en de stadia van productie, verwerking en distributie waarin de monsters moeten worden genomen. |
|
(2) |
Bij Verordening (EU) 2017/625 is Richtlijn 96/23/EG van de Raad (2) ingetrokken, die voorzag in controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen, waaronder verontreinigingen, in levende dieren en producten van dierlijke oorsprong en die specifieke voorschriften bevatte voor de plannen van de lidstaten voor het toezicht op de opsporing van binnen het toepassingsgebied van die richtlijn vallende residuen of stoffen. Verordening (EU) 2017/625 omvat echter niet alle maatregelen van die richtlijn of van de door de Commissie op basis daarvan vastgestelde handelingen. Deze verordening en Uitvoeringsverordening (EU) 2022/932 van de Commissie (3) zijn daarom gericht op het waarborgen van de continuïteit van de regels van Richtlijn 96/23/EG betreffende de inhoud van het MNCP en de opstelling daarvan alsook de spreiding van de monsters en de stadia van productie, verwerking en distributie waarin de monsters moeten worden genomen wat verontreinigingen in levensmiddelen betreft, binnen het kader van Verordening (EU) 2017/625. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) 2017/625, dat op alomvattende wijze naar verontreinigingen in levensmiddelen verwijst, moet deze verordening echter ook van toepassing zijn op officiële controles die noodzakelijk zijn om de aanwezigheid op te sporen van alle verontreinigingen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad (4) vallen. Deze verordening moet daarom van toepassing zijn op de officiële controles die noodzakelijk zijn om de aanwezigheid in levensmiddelen op te sporen van verontreinigingen waarvoor in de Uniewetgeving maximumgehalten of andere bij regelgeving bepaalde waarden die de bevoegde autoriteiten tot actie aanzetten of verplichten, zijn vastgesteld. |
|
(4) |
De aanwezigheid van kwik in levensmiddelen kan als een gevolg van milieuverontreiniging worden beschouwd, aangezien bestrijdingsmiddelen die kwik bevatten al meer dan dertig jaar verboden zijn in de Unie. Officiële controles op de maximumgehalten aan kwikverbindingen zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (5), Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie (6), Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 van de Commissie (7) en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/128 van de Commissie (8) moeten daarom ook onder deze verordening vallen in plaats van onder de specifieke regels voor controles op residuen van bestrijdingsmiddelen. |
|
(5) |
Om ervoor te zorgen dat officiële controles in alle lidstaten efficiënt worden uitgevoerd, moeten regels worden vastgesteld betreffende de combinaties van verontreinigingen of groepen verontreinigingen en de productgroepen die de lidstaten moeten bemonsteren alsook de bemonsteringsstrategie, met inbegrip van criteria voor de inhoud van de plannen en de uitvoering van de daarmee verband houdende officiële controles. |
|
(6) |
Artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 moet daarom worden aangevuld door regels voor de uitvoering van de officiële controles op verontreinigingen in levensmiddelen vast te stellen. |
|
(7) |
Artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 voorziet in een overgangsperiode waarin de lidstaten tot en met 14 december 2022 officiële controles overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG moeten verrichten. In artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat officiële controles om de naleving van de regels inzake levensmiddelen en voedselveiligheid alsook diervoeders en de veiligheid van diervoeders te verifiëren, officiële controles moeten omvatten op relevante stoffen, met inbegrip van stoffen die worden gebruikt in materialen die met levensmiddelen in contact komen, contaminanten, niet-toegelaten, verboden en onwenselijke stoffen waarvan het gebruik bij of aanwezigheid op gewassen of dieren of tijdens de productie of verwerking van levensmiddelen of diervoeders tot gevolg kan hebben dat residuen van die stoffen in levensmiddelen of diervoeders terechtkomen. Aangezien de laatste door de lidstaten uit hoofde van Richtlijn 96/23/EG vastgestelde monitoringplannen voor het jaar 2022 gelden, en dus ook na 14 december 2022 van toepassing zijn, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2023, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening geldt de definitie van “verontreiniging” in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad.
Artikel 2
De lidstaten controleren de aanwezigheid van verontreinigingen in levensmiddelen overeenkomstig bijlage I.
De lidstaten stellen een bemonsteringsstrategie vast overeenkomstig de criteria in bijlage II.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(2) Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/932 van de Commissie van 9 juni 2022 betreffende eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles wat verontreinigingen in levensmiddelen betreft, specifieke aanvullende inhoud van meerjarige nationale controleplannen en specifieke aanvullende regelingen voor de opstelling daarvan (zie bladzijde 13 van dit Publicatieblad).
(4) Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(6) Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie van 5 december 2006 inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 16).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 van de Commissie van 25 september 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bijzondere samenstellings- en informatievoorschriften betreffende volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en wat betreft informatievoorschriften betreffende de voeding van zuigelingen en peuters (PB L 25 van 2.2.2016, blz. 1).
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/128 van de Commissie van 25 september 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bijzondere samenstellings- en informatievoorschriften betreffende voeding voor medisch gebruik (PB L 25 van 2.2.2016, blz. 30).
BIJLAGE I
Regels voor de selectie van specifieke combinaties van verontreinigingen of groepen verontreinigingen en productgroepen
1)
De lidstaten controleren de volgende combinaties van verontreinigingen of groepen verontreinigingen in de volgende productgroepen:|
Productgroepen |
Gehalogeneerde persistente organische verontreinigende stoffen |
Metalen |
Mycotoxinen |
Andere verontreinigingen |
|
Onverwerkt vlees van runderen, schapen en geiten (met inbegrip van eetbaar slachtafval) |
x |
x |
|
x |
|
Onverwerkt vlees van varkens (met inbegrip van eetbaar slachtafval) |
x |
x |
|
x |
|
Onverwerkt vlees van paardachtigen (met inbegrip van eetbaar slachtafval) |
|
x |
|
x |
|
Onverwerkt vlees van pluimvee (met inbegrip van eetbaar slachtafval) |
x |
x |
|
x |
|
Onverwerkt vlees van andere gekweekte landdieren (*) (met inbegrip van eetbaar slachtafval) |
|
x |
|
|
|
Rauwe melk van runderen, schapen en geiten |
x |
x |
x |
x |
|
Verse kippeneieren en andere eieren |
x |
x |
|
x |
|
Honing |
|
x |
|
x |
|
Onverwerkte visserijproducten (**) (met uitzondering van schaaldieren) |
x |
x |
|
x |
|
Schaaldieren en tweekleppige weekdieren |
x |
x |
|
x |
|
Vetten en oliën van dieren en mariene organismen |
x |
x |
|
x |
|
Verwerkte producten van dierlijke oorsprong (***) |
x |
x |
|
x |
2)
De lidstaten houden rekening met alle combinaties van verontreinigingen of groepen verontreinigingen en productgroepen van levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong waarvoor in de Uniewetgeving maximumgehalten of andere bij regelgeving bepaalde waarden zijn vastgesteld.
3)
Voor het selecteren van specifieke combinaties van verontreinigingen of groepen verontreinigingen en productgroepen die moeten worden gecontroleerd, houdt elke lidstaat rekening met de volgende criteria:|
a) |
de frequentie waarmee niet-naleving wordt vastgesteld in de monsters die door de lidstaat, andere lidstaten of derde landen worden gecontroleerd, in het bijzonder wanneer die niet-naleving via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders of het systeem voor administratieve bijstand en samenwerking wordt gemeld; |
|
b) |
de beschikbaarheid van geschikte laboratoriummethoden en analytische normen; |
|
c) |
de mogelijke risico’s voor consumenten of bepaalde bevolkingsgroepen die voortvloeien uit de consumptie van in levensmiddelen aanwezige verontreinigingen, rekening houdend met de relevante informatie van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid of, indien dergelijke informatie niet beschikbaar is, informatie uit andere bronnen, zoals wetenschappelijke publicaties of nationale risicobeoordelingen; |
|
d) |
gegevens over de consumptie (patronen van blootstelling via de voeding); |
|
e) |
wat betreft levensmiddelen die binnen het toepassingsgebied vallen van het controleplan voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong die in de Unie worden binnengebracht, zoals beschreven in artikel 5 van Verordening (EU) 2022/932, wordt ook rekening gehouden met de volgende criteria, indien die beschikbaar zijn:
|
(*) Andere gekweekte landdieren zoals gedefinieerd in vermelding 1017000 in deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005.
(**) Visserijproducten zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
(***) Verwerkte producten zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
BIJLAGE II
Criteria voor de bemonsteringsstrategie
1)
Voor elke exploitant van een levensmiddelenbedrijf die moet worden gecontroleerd, houdt de lidstaat rekening met de volgende criteria voor de selectie van het type te controleren levensmiddelen:|
a) |
een geschiedenis van niet-naleving; |
|
b) |
tekortkomingen bij de toepassing van de gevarenanalyse en kritische controlepunten en daarmee verband houdende zelfcontroles; |
|
c) |
tekortkomingen bij het bijhouden van registers overeenkomstig de voorschriften van sectie III, deel A, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004; |
|
d) |
representatieve bemonstering ongeacht de omvang van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf; |
|
e) |
nieuwe situaties (veranderingen in consumptiepatronen, natuurrampen of economische problemen die tot veranderingen in de handelsketens voor levensmiddelen leiden enz.). |
2)
Elke lidstaat houdt rekening met de volgende criteria voor het selecteren van slachthuizen, uitsnijderijen, inrichtingen voor melkproductie, inrichtingen voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten en aquacultuurproducten, inrichtingen voor honing, inrichtingen voor eieren en eierpakstations:|
a) |
de criteria van punt 3 van bijlage I en punt 1 van deze bijlage; |
|
b) |
het aandeel van de desbetreffende inrichting in het totale productievolume van de slachthuizen, uitsnijderijen, inrichtingen voor melkproductie, inrichtingen voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten en aquacultuurproducten, inrichtingen voor honing, inrichtingen voor eieren en eierpakstations in de lidstaat; |
|
c) |
de relevante oorsprong van de geslachte dieren, melk, aquacultuurproducten, honing en eieren. |
3)
Bij de bemonstering wordt ernaar gestreefd eenzelfde exploitant van een levensmiddelenbedrijf niet meermaals te bemonsteren, tenzij die exploitant op basis van de criteria van punt 1 is geïdentificeerd of in het controleplan een passende motivering is gegeven. De geplande controlefrequentie wordt nageleefd.
4)
Wat betreft levensmiddelen die vallen binnen het toepassingsgebied van het controleplan voor levensmiddelen die in de Unie in de handel worden gebracht, zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2022/932, worden monsters genomen van levensmiddelen die in de handel worden gebracht en van levensmiddelen die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht (primair stadium, vrije uitloop, slachthuizen, tijdens de verwerking, opslag of verkoop van levensmiddelen enz.).