31.5.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/1


VERORDENING (EU) 2022/838 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 30 mei 2022

tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1727, wat betreft het bij Eurojust bewaren, analyseren en opslaan van bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 85,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad (2) is Eurojust opgericht en zijn de taken, bevoegdheden en functies ervan vastgesteld.

(2)

Artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1727 bepaalt dat Eurojust bevoegd is voor de in bijlage I bij die verordening genoemde vormen van ernstige criminaliteit, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Krachtens artikel 3, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1727 strekt de bevoegdheid van Eurojust zich ook uit tot strafbare feiten die verband houden met de in bijlage I bij die verordening genoemde strafbare feiten.

(3)

Op 24 februari 2022 is de Russische Federatie begonnen met een militaire agressie tegen Oekraïne. Er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat er in Oekraïne misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden werden en worden gepleegd in het kader van de huidige vijandelijkheden.

(4)

Gezien de ernst van de situatie moet de Unie met spoed alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat degenen die in Oekraïne misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden plegen ter verantwoording worden geroepen.

(5)

Openbare aanklagers in verschillende lidstaten en in Oekraïne hebben onderzoeken geopend naar de gebeurtenissen in Oekraïne, waar passend met de steun van Eurojust. Op 27 juni 2016 heeft Eurojust een samenwerkingsovereenkomst met Oekraïne gesloten. Krachtens die overeenkomst heeft Oekraïne bij Eurojust een verbindingsaanklager gedetacheerd om de samenwerking tussen Eurojust en Oekraïne te vergemakkelijken.

(6)

Krachtens het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (“ICC”) van 17 juli 1998 heeft het ICC de bevoegdheid zijn rechtsmacht uit te oefenen ten aanzien van personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, zoals bedoeld in dat Statuut. De rechtsmacht van het ICC vormt een aanvulling op de nationale strafrechtspleging. Het Bureau van de aanklager van het ICC heeft aangekondigd dat het een onderzoek heeft geopend naar de situatie in Oekraïne.

(7)

Gezien de toepassing van het beginsel van universele rechtsmacht in verschillende lidstaten en het aanvullende karakter van de rechtsmacht van het ICC, is coördinatie en uitwisseling van bewijsmateriaal tussen nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten in verschillende rechtsgebieden, alsook met het ICC of een ander gerecht, tribunaal of mechanisme dat daartoe is ingesteld, belangrijk om de doeltreffendheid te waarborgen van onderzoeken naar en vervolgingen van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, waaronder die welke mogelijk in het kader van de huidige vijandelijkheden in Oekraïne worden gepleegd.

(8)

Om ervoor te zorgen dat bewijsmateriaal en beste praktijken met betrekking tot de vervolging van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten worden gedeeld met bevoegde nationale autoriteiten en internationale justitiële autoriteiten, moet Eurojust zijn samenwerking met strafrechtbanken, tribunalen en mechanismen die zijn ingesteld om inbreuken op het internationaal recht aan te pakken, versterken. Daartoe moet Eurojust nauwe samenwerking tot stand brengen met het ICC en elk ander gerecht, tribunaal of mechanisme dat tot doel heeft strafbare feiten aan te pakken die de internationale vrede en veiligheid schaden. Eurojust moet derhalve ook de tenuitvoerlegging van verzoeken tot justitiële samenwerking van het ICC of speciale strafrechtbanken, tribunalen of mechanismen betreffende bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten vergemakkelijken.

(9)

Het gevaar bestaat dat bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten niet veilig kan worden opgeslagen op het grondgebied waar de vijandelijkheden plaatsvinden. Dat is ook het geval voor bewijsmateriaal in verband met de aanhoudende vijandelijkheden in Oekraïne. Daarom is het passend een centrale opslagplaats op te richten op een veilige plaats. Ook voor bewijsmateriaal dat is verzameld door organen, instanties en agentschappen van de Unie, internationale autoriteiten of derden, zoals maatschappelijke organisaties, kan er een centrale opslagplaats nodig zijn opdat het bewijsmateriaal toegankelijk is voor bevoegde nationale autoriteiten en internationale justitiële autoriteiten.

(10)

Eurojust beschikt over de deskundigheid en ervaring om onderzoeken naar en vervolgingen van grensoverschrijdende misdrijven, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, te ondersteunen. Dergelijke steun omvat het bewaren, de analyse en de opslag van bewijsmateriaal met het oog op de toelaatbaarheid voor rechterlijke instanties en de betrouwbaarheid ervan.

(11)

Door bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten te bewaren, te analyseren en op te slaan en, indien nodig en passend, de uitwisseling ervan mogelijk te maken in overeenstemming met de toepasselijke gegevensbeschermingsbepalingen van de Unie, kan Eurojust het onderbouwen van zaken in nationale en internationale onderzoeken ondersteunen en aanvullende steun verlenen aan de bevoegde nationale autoriteiten en internationale justitiële autoriteiten. Dergelijke analyse kan bijzonder waardevol zijn om de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen te verifiëren of om relevante verbanden vast te stellen. Deze verordening roept echter geen verplichting voor nationale autoriteiten in het leven om bewijsmateriaal te delen met Eurojust.

(12)

Er moet een nieuwe tijdelijke faciliteit voor opslag worden opgezet die het bewaren, de analyse en de opslag van bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten mogelijk maakt. Aangezien het dringend noodzakelijk is om dergelijk bewijsmateriaal op te slaan, moet Eurojust dit opslaan in een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag die losstaat van het casemanagementsysteem dat is opgezet uit hoofde van artikel 23 van Verordening (EU) 2018/1727 (“faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag”). Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2005/671/JBZ van de Raad, wat de digitale uitwisseling van informatie in terrorismezaken betreft, bevat voorschriften in verband met het opzetten van een nieuw casemanagementsysteem. Zodra dat nieuwe casemanagementsysteem is opgezet, moeten de operationele gegevens die tijdelijk zijn verwerkt binnen de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag daarin worden geïntegreerd. De algemene bepalingen van hoofdstuk IX van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (3) moeten van toepassing zijn, zonder afbreuk te doen aan de specifieke gegevensbeschermingsbepalingen van Verordening (EU) 2018/1727.

(13)

Het bewaren, de analyse en de opslag van bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten in de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag, alsmede de toegankelijkheid van dat bewijsmateriaal voor de bevoegde nationale autoriteiten en internationale justitiële autoriteiten wanneer dit nodig en passend is, moeten voldoen aan de hoogste normen op het gebied van cyberbeveiliging en gegevensbescherming, overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Verordening (EU) 2018/1725 en in het bijzonder artikel 91 ervan, en de specifieke gegevensbeschermingsbepalingen die zijn neergelegd in Verordening (EU) 2018/1727.

(14)

Satellietbeelden, foto’s, video’s en geluidsopnamen kunnen nuttig zijn om het plegen van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten aan te tonen. Daarom moet Eurojust satellietbeelden, foto’s, video’s en geluidsopnamen met dat doel kunnen verwerken en opslaan.

(15)

Eurojust en Europol moeten nauw samenwerken in het kader van hun respectieve mandaten, rekening houdend met de noodzaak om dubbel werk te voorkomen en met hun respectieve operationale capaciteit, met name wat betreft de verwerking en analyse van informatie in het kader van het bestaande specifieke systeem van Europol inzake internationale misdrijven, “Analyseproject ernstige internationale misdrijven” genaamd, ter ondersteuning van de bevoegde autoriteiten bij het onderzoeken en vervolgen van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten. Daarom moet Eurojust aan Europol informatie kunnen doorsturen die het ontvangt in de uitoefening van zijn operationele taak uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1727 die erin bestaat het optreden van de lidstaten bij de bestrijding van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten te ondersteunen. Dergelijke samenwerking moet een regelmatige gezamenlijke evaluatie van operationele en technische kwesties omvatten.

(16)

Gezien de dringende noodzaak om binnen Eurojust een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag op te richten die zich zal bezighouden met bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, teneinde ervoor te zorgen dat degenen die in Oekraïne dergelijke misdaden hebben gepleegd daarvoor aansprakelijk kunnen worden gesteld, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(17)

Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het VEU en het VWEU, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen.

(18)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.

(19)

Daar de doelstellingen van deze verordening, te weten Eurojust in staat stellen om bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten te bewaren, te analyseren en op te slaan, de uitwisseling van dergelijk bewijsmateriaal mogelijk te maken en een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag op te richten die losstaat van het bestaande casemanagementsysteem van Eurojust, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(20)

Overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 13 mei 2022 heeft hij een advies uitgebracht.

(21)

Deze verordening moet met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, teneinde binnen Eurojust erg snel een nieuwe faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag beschikbaar te stellen waardoor bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten kan worden bewaard, geanalyseerd en opgeslagen teneinde ervoor te zorgen dat degenen die in Oekraïne dergelijke misdaden hebben gepleegd daarvoor aansprakelijk kunnen worden gesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1727

Verordening (EU) 2018/1727 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 4, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“j)

ondersteunt het optreden van de lidstaten bij de bestrijding van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, onder meer door bewijsmateriaal in verband met die misdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten te bewaren, te analyseren en op te slaan en de uitwisseling van dergelijk bewijsmateriaal met de bevoegde nationale autoriteiten en internationale justitiële autoriteiten, en met name met het Internationaal Strafhof, mogelijk te maken, of dat bewijsmateriaal anderszins rechtstreeks ter beschikking te stellen van die autoriteiten.”.

2)

Aan artikel 80 wordt het volgende lid toegevoegd:

“8.   In afwijking van artikel 23, lid 6, kan Eurojust een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag oprichten die losstaat van het in artikel 23 bedoelde casemanagementsysteem voor de verwerking van operationele persoonsgegevens, met het oog op de uitoefening van de in artikel 4, lid 1, punt j), bedoelde taak (“faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag”).

De faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag voldoet aan de hoogste normen op het gebied van cyberbeveiliging.

Niettegenstaande artikel 90 van Verordening (EU) 2018/1725 raadpleegt Eurojust de EDPS voordat de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag operationeel wordt. De EDPS brengt een advies uit binnen twee maanden na ontvangst van een kennisgeving van de functionaris voor gegevensbescherming.

De in de derde alinea bedoelde kennisgeving van de functionaris voor gegevensbescherming bevat ten minste de volgende elementen:

a)

een algemene beschrijving van de beoogde verwerkingen;

b)

een beoordeling van de risico's voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen;

c)

de maatregelen die worden overwogen om de in punt b) bedoelde risico’s aan te pakken;

d)

waarborgen, beveiligingsmaatregelen en mechanismen om de bescherming van persoonsgegevens te garanderen en om aan te tonen dat aan deze verordening is voldaan, met inachtneming van de rechten en gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen en andere personen in kwestie.

De in deze verordening en in Verordening (EU) 2018/1725 vervatte bepalingen inzake gegevensbescherming zijn van toepassing op de verwerking van gegevens in de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag, voor zover zij niet rechtstreeks verband houden met de technische opzet van het casemanagementsysteem. De toegangsrechten en de termijnen voor de gegevens die worden opgeslagen in de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag zijn in overeenstemming met de toepasselijke regels inzake toegang tot de tijdelijke werkbestanden ter ondersteuning waarvan de gegevens worden opgeslagen, alsook met de respectieve termijnen, in het bijzonder die welke in artikel 29 van deze verordening zijn gesteld.

De in dit lid bedoelde afwijking geldt zolang het casamanagementsysteem dat bestaat uit tijdelijke werkbestanden en uit een register, blijft bestaan.”.

3)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 1, n), wordt vervangen door:

“n)

op basis van het niet-coderende deel van het DNA vastgestelde DNA-profielen, foto’s en vingerafdrukken en, met betrekking tot de in artikel 4, lid 1, punt j), bedoelde misdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, video’s en geluidsopnamen.”;

b)

punt 2, f), wordt vervangen door:

“f)

de beschrijving en de aard van de strafbare feiten van de betrokkene, de datum waarop en de plaats waar de strafbare feiten werden gepleegd, de strafrechtelijke kwalificatie ervan, de voortgang van het onderzoek en, met betrekking tot de in artikel 4, lid 1, punt j), bedoelde misdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, informatie betreffende crimineel gedrag, waaronder geluidsopnamen, video’s, satellietbeelden en foto’s;”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

B. LE MAIRE


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 19 mei 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 25 mei 2022.

(2)  Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).

(3)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).