| 
                   13.5.2022  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   L 136/3  | 
            
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/731 VAN DE COMMISSIE
van 12 mei 2022
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika en van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 tot instelling van een definitief compenserend recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 13, lid 4, en artikel 14, lid 5, alsmede Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2), en met name artikel 23, lid 6,
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 van de Commissie van 29 juli 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (3), alsmede Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 van de Commissie van 29 juli 2021 tot instelling van een definitief compenserend recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad (4),
Overwegende hetgeen volgt:
1. GELDENDE MAATREGELEN
1.1. Antidumpingrechten
| 
                         (1)  | 
                     
                         De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 599/2009 (5) een definitief antidumpingrecht variërend van 0 EUR tot 198 EUR per ton ingesteld op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als “biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtspercenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (“de VS”). Het bij die verordening ingestelde antidumpingrecht wordt hierna aangeduid als “de oorspronkelijke antidumpingmaatregelen”. Het onderzoek dat tot de instelling van de oorspronkelijke antidumpingmaatregelen leidde, wordt hierna “het oorspronkelijke antidumpingonderzoek” genoemd.  | 
                  
| 
                         (2)  | 
                     
                         Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 444/2011 (6) heeft de Raad naar aanleiding van een onderzoek naar ontwijking het bij Verordening (EG) nr. 599/2009 ingestelde definitieve antidumpingrecht uitgebreid tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada. Bij dezelfde verordening heeft de Raad het bij Verordening (EG) nr. 599/2009 ingestelde definitieve antidumpingrecht eveneens uitgebreid tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de VS.  | 
                  
| 
                         (3)  | 
                     
                         De thans geldende maatregelen zijn die welke de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 heeft ingesteld naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de oorspronkelijke antidumpingmaatregelen. Bij de geldende rechten gaat het om vaste bedragen van tussen de 0 EUR en 198 EUR per ton op de invoer van de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs, van 115,6 EUR per ton op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen meewerkende ondernemingen en van 172,2 EUR per ton op de invoer van alle andere ondernemingen.  | 
                  
| 
                         (4)  | 
                     
                         Artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 bepaalt: “Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 kan de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, de invoer van producten van ondernemingen die de bij artikel 1 ingestelde antidumpingmaatregelen niet ontwijken, bij besluit vrijstellen van het bij artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1, uitgebreide recht.”  | 
                  
1.2. Compenserende rechten
| 
                         (5)  | 
                     
                         De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 598/2009 (7) een definitief compenserend recht variërend van 211,2 EUR tot 237 EUR per ton nettogewicht ingesteld op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als “biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtspercenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika. Het bij deze verordening ingestelde compenserende recht wordt hierna aangeduid als “de oorspronkelijke compenserende maatregelen”. Het onderzoek dat tot de instelling van de oorspronkelijke compenserende maatregelen leidde, wordt hierna “het oorspronkelijke antisubsidieonderzoek” genoemd.  | 
                  
| 
                         (6)  | 
                     
                         Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 (8) heeft de Raad naar aanleiding van een onderzoek naar ontwijking het bij Verordening (EG) nr. 598/2009 ingestelde definitieve compenserende recht uitgebreid tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada. Bij dezelfde verordening heeft de Raad het bij Verordening (EG) nr. 598/2009 ingestelde definitieve compenserende recht eveneens uitgebreid tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de VS.  | 
                  
| 
                         (7)  | 
                     
                         De thans geldende maatregelen zijn die welke de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 heeft ingesteld naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de oorspronkelijke compenserende maatregelen. Bij de thans geldende compenserende rechten gaat het om vaste bedragen van tussen de 211,2 EUR en 237 EUR per ton nettogewicht op de invoer van de producenten-exporteurs.  | 
                  
| 
                         (8)  | 
                     
                         Artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 bepaalt: “Overeenkomstig artikel 23, lid 6, van Verordening (EU) 2016/1037 kan de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, de invoer van producten van ondernemingen die de bij artikel 1 ingestelde compenserende maatregelen niet ontwijken, bij besluit vrijstellen van het bij artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1, uitgebreide recht.”  | 
                  
2. PROCEDURE
2.1. Verzoek om vrijstelling
| 
                         (9)  | 
                     
                         Op 7 september 2021 heeft de Europese Commissie een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumping- en compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada. Het verzoek werd ingediend door Verbio Diesel Canada Corporation (“de indiener van het verzoek”).  | 
                  
| 
                         (10)  | 
                     
                         Het verzoek bevatte bewijsmateriaal dat Verbio een nieuwe producent-exporteur was en voldeed aan de criteria voor vrijstelling op grond van artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 en artikel 23, lid 6, van Verordening (EU) 2016/1037, te weten dat: 
 
 
  | 
                  
| 
                         (11)  | 
                     
                         De Commissie was van oordeel dat het verzoek voldoende bewijsmateriaal bevatte om een onderzoek te openen op grond van artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening en artikel 23, lid 6, van de antisubsidiebasisverordening teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kan worden vrijgesteld.  | 
                  
2.2. Opening van het onderzoek
| 
                         (12)  | 
                     
                         Op 7 december 2021 heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2157 (9) het nieuwe onderzoek ten aanzien van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2021/1266 en (EU) 2021/1267 geopend om vast te stellen of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kan worden vrijgesteld. Bij dezelfde verordening heeft de Commissie de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 ingestelde antidumpingrechten ten aanzien van de invoer van door de indiener van het verzoek geproduceerde biodiesel ingetrokken en heeft zij de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatregelen te nemen om die invoer te registreren.  | 
                  
| 
                         (13)  | 
                     
                         De Commissie heeft de belanghebbenden verzocht contact met haar op te nemen om aan het nieuwe onderzoek mee te werken. Alle belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om binnen de in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2157 genoemde termijn opmerkingen over de opening van het onderzoek in te dienen en om een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures te vragen. Er zijn geen opmerkingen of verzoeken om een hoorzitting ontvangen.  | 
                  
2.3. Onderzocht product
| 
                         (14)  | 
                     
                         Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als “biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasolie van niet-fossiele oorsprong, verzonden vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 1516 20 98 (Taric-code 1516209821), ex 1518 00 91 (Taric-code 1518009121), ex 1518 00 99 (Taric-code 1518009921), ex 2710 19 43 (Taric-code 2710194321), ex 2710 19 46 (Taric-code 2710194621), ex 2710 19 47 (Taric-code 2710194721), ex 2710 20 11 (Taric-code 2710201121), ex 2710 20 16 (Taric-code 2710201621), ex 3824 99 92 (Taric-code 3824999210), ex 3826 00 10 (Taric-codes 3826001020, 3826001050, 3826001089) en ex 3826 00 90 (Taric-code 3826009011).  | 
                  
2.4. Tijdvak van het nieuwe onderzoek
| 
                         (15)  | 
                     
                         Het nieuwe onderzoek bestreek de periode van 1 april 2009 tot en met 30 september 2021 (“het tijdvak van het nieuwe onderzoek”).  | 
                  
2.5. Onderzoek
| 
                         (16)  | 
                     
                         Op 7 december 2021 heeft de Commissie de indiener van het verzoek verzocht een vragenlijst in te vullen om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig achtte. De indiener van het verzoek heeft de vragenlijst op 6 januari 2022 beantwoord.  | 
                  
3. BEVINDINGEN
| 
                         (17)  | 
                     
                         Wat het in overweging 10 bedoelde criterium a) betreft, is uit het bewijsmateriaal gebleken dat de indiener van het verzoek een echte producent van biodiesel in Canada is. Hij had de onderneming in 2019 opgericht nadat hij bij een overeenkomst tot aankoop van activa een bestaande biodieselfabriek had gekocht. Bovendien heeft het onderzoek bevestigd dat de indiener van het verzoek pas in augustus 2019 biodiesel was beginnen te produceren. Bijgevolg bestond de indiener van het verzoek in het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek niet en kon hij in dat tijdvak (1 april 2009 tot en met 30 juni 2010) geen biodiesel naar de Unie hebben uitgevoerd. De indiener van het verzoek voldeed derhalve aan criterium a).  | 
                  
| 
                         (18)  | 
                     
                         Wat het in overweging 10 bedoelde criterium b) betreft, heeft de Commissie op basis van de door de indiener van het verzoek ingediende documenten vastgesteld dat deze in juli 2021, d.w.z. na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, biodiesel naar de Unie had uitgevoerd. De indiener van het verzoek voldeed derhalve ook aan criterium b).  | 
                  
| 
                         (19)  | 
                     
                         Wat het in overweging 10 bedoelde criterium c) betreft, heeft de Commissie geen bewijs gevonden dat de indiener van het verzoek sinds zijn oprichting in 2019 biodiesel uit de VS had gekocht en/of bij ontwijkingspraktijken betrokken was. Integendeel, de Commissie kon op basis van de overgelegde documenten vaststellen dat de indiener van het verzoek een echte producent van biodiesel in Canada is.  | 
                  
| 
                         (20)  | 
                     
                         Ten slotte heeft de Commissie op basis van de door de indiener van het verzoek verstrekte documenten eveneens vastgesteld dat deze niet verbonden is met enige producent-exporteur in de VS waarop de antidumping- of compenserende maatregelen van toepassing zijn.  | 
                  
| 
                         (21)  | 
                     
                         Bijgevolg heeft de Commissie geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldeed aan de criteria op grond van artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening en artikel 23, lid 6, van de antisubsidiebasisverordening. Derhalve moet de indiener van het verzoek worden vrijgesteld van de overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 geldende antidumping- en compenserende rechten.  | 
                  
| 
                         (22)  | 
                     
                         De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2021/1266 en (EU) 2021/1267 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.  | 
                  
4. WIJZIGING VAN DE LIJST VAN ONDERNEMINGEN DIE ZIJN VRIJGESTELD VAN DE MAATREGELEN ZOALS UITGEBREID
| 
                         (23)  | 
                     
                         Gezien de bovenstaande bevindingen en uit hoofde van artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 respectievelijk Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 heeft de Commissie geconcludeerd dat de indiener van het verzoek moet worden toegevoegd aan de lijst van ondernemingen die zijn vrijgesteld van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 respectievelijk Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 ingestelde antidumping- en compenserende maatregelen.  | 
                  
| 
                         (24)  | 
                     
                         De belanghebbenden zijn in kennis gesteld van het voornemen van de Commissie om Verbio vrij te stellen van de antidumping- en compenserende rechten die zijn ingesteld op vanuit Canada verzonden biodiesel, en zijn verzocht hierover opmerkingen te maken. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen.  | 
                  
| 
                         (25)  | 
                     
                         De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,  | 
                  
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De tabel in artikel 2, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1266 wordt vervangen door de volgende tabel:
| 
                            “Land  | 
                        
                            Onderneming  | 
                        
                            Aanvullende Taric-code  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            BIOX Corporation, Oakville, Ontario, Canada  | 
                        
                            B107  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            DSM Nutritional Products Canada Inc., Dartmouth, Nova Scotia, Canada  | 
                        
                            C114  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            Rothsay Biodiesel, Guelph, Ontario, Canada  | 
                        
                            B108  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            Verbio Diesel Canada Corporation, Welland, Ontario, Canada  | 
                        
                            C600”  | 
                     
Artikel 2
De tabel in artikel 2, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1267 wordt vervangen door de volgende tabel:
| 
                            “Land  | 
                        
                            Onderneming  | 
                        
                            Aanvullende Taric-code  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            BIOX Corporation, Oakville, Ontario, Canada  | 
                        
                            B107  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            DSM Nutritional Products Canada Inc., Dartmouth, Nova Scotia, Canada  | 
                        
                            C114  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            Rothsay Biodiesel, Guelph, Ontario, Canada  | 
                        
                            B108  | 
                     
| 
                            Canada  | 
                        
                            Verbio Diesel Canada Corporation, Welland, Ontario, Canada  | 
                        
                            C600”  | 
                     
Artikel 3
1. De douaneautoriteiten wordt opgedragen de bij artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2157 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.
2. Op de geregistreerde invoer wordt niet met terugwerkende kracht een definitief recht geheven.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 mei 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.
(3) PB L 277 van 2.8.2021, blz. 34.
(4) PB L 277 van 2.8.2021, blz. 62.
(5) Verordening (EG) nr. 599/2009 van de Raad van 7 juli 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 179 van 10.7.2009, blz. 26).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 444/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de vanuit Singapore verzonden biodiesel (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 12).
(7) Verordening (EG) nr. 598/2009 van de Raad van 7 juli 2009 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 179 van 10.7.2009, blz. 1).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de uit Singapore verzonden biodiesel (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 1).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2157 van de Commissie van 6 december 2021 tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2021/1266 en (EU) 2021/1267 tot verlenging van het definitieve antidumpingrecht respectievelijk het definitieve compenserende recht op uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, met het oog op het bepalen van de mogelijkheid om vrijstelling van die maatregelen te verlenen aan één Canadese producent-exporteur, tot intrekking van het antidumpingrecht met betrekking tot de invoer van die producent-exporteur en tot registratie van de invoer van die producent-exporteur (PB L 436 van 7.12.2021, blz. 28).