1.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/56


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/518 VAN DE COMMISSIE

van 13 januari 2022

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/985 wat betreft de overgangsbepalingen voor bepaalde landbouw- en bosbouwmachines die zijn uitgerust met motoren in de vermogensgroep tussen 56 kW en 130 kW, met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (1), en met name artikel 19, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 167/2013 zijn de fase V-emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen en de overgangsbepalingen van Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad (2) van toepassing op motoren in landbouw- en bosbouwvoertuigen.

(2)

Als gevolg van de aanhoudende verstoringen door de COVID-19-pandemie is Verordening (EU) 2016/1628 bij Verordening (EU) 2021/1068 van het Europees Parlement en de Raad (3) gewijzigd om de termijnen in 2021 die gelden voor niet voor de weg bestemde mobiele machines met overgangsmotoren in de vermogensgroep tussen 56 kW en 130 kW te verlengen. De termijn van 30 juni 2021 voor de productie van met die motoren uitgeruste machines werd met zes maanden verlengd en de termijn van 31 december 2021 voor het in de handel brengen van met die motoren uitgeruste machines werd met negen maanden verlengd.

(3)

De aanhoudende verstoring in de toeleveringsketen en de productie als gevolg van de COVID-19-pandemie leidt nog steeds tot vertragingen bij de productie en het in de handel brengen van landbouw- en bosbouwvoertuigen met overgangsmotoren in de vermogensgroep tussen 56 kW en 130 kW. Teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen, rechtszekerheid te bieden en mogelijke marktverstoring te voorkomen, is het nodig de overgangsbepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/985 van de Commissie (4) te verlengen voor die categorieën van motoren.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/985 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Aangezien de verlenging van de overgangsbepalingen geen gevolgen voor het milieu zal hebben omdat de betrokken overgangsmotoren reeds zijn geproduceerd, moeten de desbetreffende perioden worden verlengd met negen en zes maanden teneinde de verlengingen van de perioden in Verordening (EU) 2016/1628 te weerspiegelen.

(6)

Omdat de in artikel 13, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/985 vastgestelde overgangsperiode voor bepaalde motoren op 31 december 2021 verstrijkt en de fabrikanten tot en met 30 juni 2021 de tijd hadden om landbouw- en bosbouwvoertuigen met overgangsmotoren van die subcategorieën te produceren, moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, en van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2021. Een dergelijke bepaling is noodzakelijk vanwege de aanhoudende, niet voorziene verstoring door de COVID-19-pandemie alsook door de noodzaak te zorgen voor rechtszekerheid en gelijke behandeling van fabrikanten, ongeacht of zij vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening landbouw- en bosbouwvoertuigen produceren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 13, lid 5, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Voor motoren van subcategorieën van categorie NRE waarvoor de in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/1628 vastgestelde verplichte toepassingsdatum voor het in de handel brengen van fase V-motoren 1 januari 2020 is, met uitzondering van de in de derde alinea bedoelde motoren, staan de lidstaten toe dat de in de eerste en tweede alinea bedoelde termijn van 24 maanden met negen maanden wordt verlengd en de in de tweede alinea bedoelde termijn van 18 maanden met zes maanden wordt verlengd.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 januari 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 60 van 2.3.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 53).

(3)  Verordening (EU) 2021/1068 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1628 wat de overgangsbepalingen ervan betreft voor bepaalde machines die zijn uitgerust met motoren in de vermogensgroep van ten minste 56 kW en minder dan 130 kW, of de vermogensgroep van ten minste 300 kW, met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis (PB L 230 van 30.6.2021, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/985 van de Commissie van 12 februari 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor milieuprestaties en prestaties van de aandrijfeenheid voor landbouw- en bosbouwvoertuigen en de motoren daarvan en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/96 van de Commissie (PB L 182 van 18.7.2018, blz. 1).