15.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 33/4


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/200 VAN DE COMMISSIE

van 2 december 2021

tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde technische maatregelen inzake maaswijdten en de totale maximumlengte voor bepaalde boomkorren in de Noordzee

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (1), en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 zijn technische maatregelen op regionaal niveau vastgesteld voor de Noordzee.

(2)

België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden (“de Scheveningengroep”) hebben een rechtstreeks belang bij het visserijbeheer in de Noordzee. Op 7 mei en 21 juni 2021 heeft de Scheveningengroep overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) en artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1241 gezamenlijke aanbevelingen bij de Commissie ingediend, waarin zij een gedelegeerde handeling voorstelt tot vaststelling van bepaalde wijzigingen van de huidige bepalingen in bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241. De Scheveningengroep heeft beide gezamenlijke aanbevelingen ter raadpleging toegezonden aan de adviesraad voor pelagische bestanden (Pelac) en de adviesraad voor de Noordzee (NSAC).

(3)

In de gezamenlijke aanbeveling van 7 mei 2021 werd voorgesteld deel B van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 te wijzigen om de toepassing van de afwijking van de maaswijdte van 90 mm in het Skagerrak, die momenteel geldt voor alle gesleept vistuig, met inbegrip van boomkorren en zegens, te beperken tot bordentrawls. In de aanbeveling werd ook voorgesteld de afwijking betreffende het gebruik van de maaswijdte van 90 mm in het Kattegat te beperken tot de visserij met bordentrawls of zegens.

(4)

Het WTECV heeft het door de lidstaten ingediende bewijsmateriaal geanalyseerd en heeft geconcludeerd (3) dat de voorgestelde wijziging haar voornaamste doel bereikt, namelijk alle dubbelzinnigheid in de huidige regelgeving wegnemen, en bevestigt dat vaartuigen die zegennetten of boomkorren gebruiken, in het Skagerrak geen maaswijdte van 90 mm mogen gebruiken. De voorgestelde wijziging zal jonge exemplaren beter beschermen doordat de afwijking van de maaswijdte van 90 mm niet langer beschikbaar zal zijn voor boomkorren en zegennetten in het Skagerrak en voor boomkorren in het Kattegat. Bijgevolg is de gezamenlijke aanbeveling in overeenstemming met de doelstellingen en streefdoelen van Verordening (EU) 2019/1241, meer bepaald dat de vangsten van mariene soorten die kleiner zijn dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte, tot een minimum moeten worden beperkt. De voorgestelde maatregel moet daarom worden opgenomen in Verordening (EU) 2019/1241.

(5)

In de gezamenlijke aanbeveling van 21 juni 2021 werd voorgesteld een totale maximumlengte voor boomkorren van 24 m in te voeren, met behoud van de strengere beperkingen voor boomkorren in bepaalde geografische gebieden zoals reeds vastgesteld in Verordening (EU) 2019/1241.

(6)

Het WTECV heeft het door de lidstaten ingediende bewijsmateriaal geanalyseerd en heeft geconcludeerd (4) dat het, zonder de voorgestelde beperking tot 24 m, voor vissers mogelijk is om de boom langer te maken, waardoor de impact op de zeebodem en de verstoring van de bentische habitat groter kunnen worden. Daarom staat het WTECV achter een wijziging van de bepalingen van Verordening (EU) 2019/1241 waarbij de maximumlengte van de boom of de totale boomlengte, dat wil zeggen de som van de lengten van elke boom, niet meer dan 24 m mag bedragen. Volgens het WTECV zal deze wijziging verdere negatieve gevolgen voor de mariene habitats en het milieu voorkomen, in lijn met de doelstellingen van Verordening (EU) 2019/1241. Op die manier wordt gezorgd voor een beschermingsniveau dat op zijn minst gelijkwaardig is aan wat momenteel van kracht is. De voorgestelde maatregel moet daarom worden opgenomen in Verordening (EU) 2019/1241.

(7)

Aangezien in beide gezamenlijke aanbevelingen wijzigingen van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 worden voorgesteld, voorziet deze gedelegeerde verordening in alle door de Scheveningengroep aanbevolen maatregelen.

(8)

De maatregelen in deze verordening, die van toepassing zijn op de Uniewateren, strekken tot verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 494, leden 1 en 2, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en houden rekening met de in artikel 494, lid 3, van die overeenkomst bedoelde beginselen. Zij doen geen afbreuk aan maatregelen die van toepassing zijn in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

(9)

Aangezien de maatregelen van de onderhavige verordening rechtstreeks van invloed zijn op de planning van het visseizoen van de vaartuigen van de Unie en de daarmee samenhangende economische activiteiten, moet de onderhavige verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2019/1241 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 december 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105.

(2)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(3)  STECF-21-05, blz. 25.

(4)  STECF PLEN-21-02, blz. 59-62.


BIJLAGE

Deel B van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel van punt 1 wordt vervangen door:

“1.

Basisnormen voor maaswijdten van gesleept vistuig (*1)

(*1)  Bij het vissen met boomkorren mag de maximumlengte van de boom of de totale boomlengte, dat wil zeggen de som van de lengten van elke boom, niet meer dan 24 meter bedragen of niet kunnen worden uitgebreid tot een lengte van meer dan 24 meter. De lengte van een boom wordt gemeten tussen de uiterste punten, met inbegrip van alle toebehoren. Dit laat meer specifieke maatregelen die voor bepaalde gebieden van de Noordzee zijn vastgesteld, onverlet.”."

2)

Punt 1.1 wordt vervangen door:

“1.1.

Onverminderd de aanlandingsverplichting gebruiken vaartuigen een maaswijdte van ten minste 120 mm, of van ten minste 90 mm in het Skagerrak wanneer zij met bordentrawls vissen, of van ten minste 90 mm in het Kattegat wanneer zij met bordentrawls of zegens vissen (*2)  (*3).

(*2)  Bij het vissen in de deelsectoren Skagerrak en Kattegat met bordentrawls met een maaswijdte van minder dan 120 mm wordt een bovenpaneel met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 270 mm of een bovenpaneel met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 140 mm aangebracht. Als alternatief mag in de deelsector Kattegat in de periode van 1 oktober tot en met 31 december een paneel met vierkante mazen van ten minste 120 mm worden aangebracht."

(*3)  Bij het vissen in de deelsector Kattegat met zegens met een maaswijdte van minder dan 120 mm wordt een bovenpaneel met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 270 mm of een bovenpaneel met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 140 mm aangebracht. Als alternatief mag in de periode van 1 augustus tot en met 31 oktober een paneel met vierkante mazen van ten minste 120 mm worden aangebracht.”."


(*1)  Bij het vissen met boomkorren mag de maximumlengte van de boom of de totale boomlengte, dat wil zeggen de som van de lengten van elke boom, niet meer dan 24 meter bedragen of niet kunnen worden uitgebreid tot een lengte van meer dan 24 meter. De lengte van een boom wordt gemeten tussen de uiterste punten, met inbegrip van alle toebehoren. Dit laat meer specifieke maatregelen die voor bepaalde gebieden van de Noordzee zijn vastgesteld, onverlet.”.

(*2)  Bij het vissen in de deelsectoren Skagerrak en Kattegat met bordentrawls met een maaswijdte van minder dan 120 mm wordt een bovenpaneel met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 270 mm of een bovenpaneel met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 140 mm aangebracht. Als alternatief mag in de deelsector Kattegat in de periode van 1 oktober tot en met 31 december een paneel met vierkante mazen van ten minste 120 mm worden aangebracht.

(*3)  Bij het vissen in de deelsector Kattegat met zegens met een maaswijdte van minder dan 120 mm wordt een bovenpaneel met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 270 mm of een bovenpaneel met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 140 mm aangebracht. Als alternatief mag in de periode van 1 augustus tot en met 31 oktober een paneel met vierkante mazen van ten minste 120 mm worden aangebracht.”.”