7.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/60


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/1914 VAN DE COMMISSIE

van 6 oktober 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/668 wat betreft geharmoniseerde normen inzake persoonlijke drijflichamen — zwemvesten, reddingsvesten en toebehoren

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 10, lid 6, en artikel 11, lid 1, punt a),

Na raadpleging van het bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 ingestelde comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad (2) worden persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) die conform zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage II bij die verordening beschreven essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.

(2)

Bij brief M/031, getiteld “Standardisation mandate to CEN/Cenelec concerning standards for personal protective equipment” heeft de Commissie een verzoek ingediend bij het Europees Comité voor normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) voor het ontwikkelen en opstellen van geharmoniseerde normen ter ondersteuning van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (3). Op basis van normalisatieverzoek M/031 heeft het CEN verschillende nieuwe normen opgesteld en een aantal bestaande geharmoniseerde normen herzien, met inbegrip van normen inzake persoonlijke drijflichamen.

(3)

Op 19 november 2020 is normalisatieverzoek M/031 afgelopen en werd het vervangen door een nieuw normalisatieverzoek zoals vastgesteld in Uitvoeringsbesluit C(2020) 7924 van de Commissie (4).

(4)

Op basis van het normalisatieverzoek M/031 en het normalisatieverzoek in Uitvoeringsbesluit C(2020) 7924 hebben het CEN en het Cenelec de nieuwe geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 inzake reddingsvesten, EN ISO 12402-5:2020 inzake zwemvesten, EN ISO 12402-6:2020 inzake redding- en zwemvesten voor bijzondere doeleinden, en EN ISO 12402-8:2020 inzake toebehoren van persoonlijke drijflichamen opgesteld.

(5)

Zweden heeft in november 2020 formeel bezwaar gemaakt tegen de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020, waarvan de referentienummers nog niet in het Publicatieblad van de Europese Unie waren bekendgemaakt.

(6)

De normen EN ISO 12402-5:2020, EN ISO 12402-6:2020 en EN ISO 12402-8:2020 zijn bestemd om samen met de normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 te worden gebruikt, zodanig dat sommige of alle inhoud van de normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 de vereisten van de normen EN ISO 12402-5:2020, EN ISO 12402-6:2020 en EN ISO 12402-8:2020 inhoudt. De referentienummers van de normen EN ISO 12402-5:2020, EN ISO 12402-6:2020 en EN ISO 12402-8:2020 zijn niet in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt, aangezien Zweden formeel bezwaar heeft aangetekend tegen de normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020.

(7)

Zweden verwijst in zijn kennisgeving overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 naar het vorige formele bezwaar, dat het in september 2014 over de ter ondersteuning van Richtlijn 89/686/EEG opgestelde normen EN ISO 12402-2:2006, EN ISO 12402-3:2006 en EN ISO 12402-4:2006 inzake reddingsvesten had ingediend.

(8)

De Commissie besloot de referentienummers van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2006, EN ISO 12402-3:2006 en EN ISO 12402-4:2006 met beperkingen bekend te maken bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1217 van de Commissie (5).

(9)

Volgens Zweden bevatten de normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 in het kader van Verordening (EU) 2016/425 nog steeds de tekortkoming die het in zijn bezwaar van 2014 had vermeld. De Zweedse arbeidsmilieuautoriteit concludeerde in haar evaluatie dat die normen voor reddingsvesten geen vermoeden van conformiteit vestigen voor opblaasbare reddingsvesten met betrekking tot de punten 1.1.1, 1.2.1 en 3.4 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425, en dat die normen geen vermoeden van conformiteit met punt 5 van de opmerkingen vooraf in bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425 vestigen wat betreft de risicobeoordeling van de fabrikant en vereisten met betrekking tot beoogd gebruik in verwachte gebruiksgebieden.

(10)

Werkgroep 6 van technisch comité 162 van het CEN antwoordde op de door Zweden naar voren gebrachte punten, en gaf aan dat de Zweedse voorstellen ontwerpbeperkende inhoud bevatten, dat de deskundigen geconcludeerd hadden dat de desbetreffende normen wel degelijk eisen bevatten waarmee de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen werden ondervangen en dat het bezwaar daarom niet als gerechtvaardigd kon worden beschouwd.

(11)

De International Lifesaving Appliance Manufacturers” Association (internationale vereniging van fabrikanten van reddingsmiddelen) verklaarde in december 2020 dat zij aan alle herziene aanbevelingen zou voldoen die tijdens de besprekingen met het technisch comité voor persoonlijke beschermingsmiddelen van het ISO (TC188 SC1) en de Zweedse autoriteiten werden gedaan, en uitte haar zorgen over de mogelijke afwijzing van de herziene normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020.

(12)

Na evaluatie van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 samen met de vertegenwoordigers van de lidstaten en belanghebbenden in de deskundigengroep inzake persoonlijke beschermingsmiddelen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de bepalingen van die geharmoniseerde normen die betrekking hebben op de fundamentele gezondheids- en veiligheidseisen van punt 1.1.1 (Beginselen betreffende het ontwerp — Ergonomie), punt 1.2.1 (Onschadelijkheid van het PBM — Afwezigheid van inherente risico’s en overige factoren die hinder kunnen veroorzaken) en punt 3.4 (Bescherming in vloeistoffen) van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425 de bijbehorende risico’s, voor opblaasbare reddingsvesten, met name het verdrinkingsgevaar, niet voldoende ondervangen. Het is zelfs zo dat de desbetreffende geharmoniseerde normen geen specifieke voorschriften bevatten om ervoor te zorgen dat de opblaasinrichting onder alle redelijke gebruiksomstandigheden en bij te verwachten gebruikersgedrag naar behoren zou werken om gebruikers zo afdoende tegen verdrinkingsgevaar te kunnen beschermen. De Commissie heeft bijgevolg vastgesteld dat volgens die normen ontworpen en vervaardigde producten toch nog ongevallen en incidenten met professionele gebruikers en consumenten kunnen veroorzaken.

(13)

De Commissie is niettemin van oordeel dat de andere bepalingen van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-5:2020, EN ISO 12402-6:2020 en EN ISO 12402-8:2020, waartegen geen formeel bezwaar is gemaakt, een vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseisen van Verordening (EU) 2016/425 die zij beogen te bestrijken, blijven vestigen.

(14)

De referentienummers van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 moeten daarom met beperkingen in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. Met de beperking moeten de specifieke bepalingen van die normen waarmee beoogd wordt de fundamentele gezondheids- en veiligheidseisen van punt 1.1.1 (Beginselen betreffende het ontwerp — Ergonomie), punt 1.2.1 (Onschadelijkheid van het PBM — Afwezigheid van inherente risico’s en overige factoren die hinder kunnen veroorzaken) en punt 3.4 (Bescherming in vloeistoffen) van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425 te bestrijken, worden uitgesloten.

(15)

De geharmoniseerde normen EN ISO 12402-5:2020, EN ISO 12402-6:2020 en EN ISO 12402-8:2020 voldoen aan de eisen die zij beogen te bestrijken en die in Verordening (EU) 2016/425 zijn vastgelegd. Daarom moeten de referentienummers van die geharmoniseerde normen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(16)

De referentienummers van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-5:2006, EN ISO 12402-6:2006 en EN ISO 12402-8:2006 moeten uit het Publicatieblad van de Europese Unie worden geschrapt, aangezien die normen zijn herzien.

(17)

Door naleving van een geharmoniseerde norm wordt vanaf de datum van bekendmaking van de referentie van deze norm in het Publicatieblad van de Europese Unie een vermoeden van conformiteit gevestigd met de overeenkomstige essentiële eisen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen. Dit besluit moet daarom op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treden.

(18)

Het bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 ingestelde comité is geraadpleegd met betrekking tot de bekendmaking van de geharmoniseerde normen EN ISO 12402-2:2020, EN ISO 12402-3:2020 en EN ISO 12402-4:2020 in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/668 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.

2)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.

3)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 oktober 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(2)  Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 51).

(3)  Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (PB L 399 van 30.12.1989, blz. 18).

(4)  Commission Implementing Decision C(2020) 7924 of 19 november 2020 on a standardisation request to the European Committee for Standardization and the European Committee for Electrotechnical Standardization as regards personal protective equipment in support of Regulation (EU) 2016/425 of the European Parliament and of the Council (alleen in het Engels, Frans en Duits beschikbaar).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1217 van de Commissie van 17 juli 2019 inzake de ter ondersteuning van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad opgestelde geharmoniseerde normen voor persoonlijke drijfmiddelen — reddingsvesten (PB L 192 van 18.7.2019, blz. 32).


BIJLAGE I

In bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/668 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Nr.

Referentie van de norm

“39.

EN ISO 12402-5:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 5: Reddingsvesten (niveau 50) — Veiligheidseisen (ISO 12402-5:2020)

40.

EN ISO 12402-6:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 6: Redding- en zwemvesten voor bijzondere doeleinden — Veiligheidseisen en aanvullende beproevingsmethoden (ISO 12402-6:2020)

41.

EN ISO 12402-8:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 8: Toebehoren — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden (ISO 12402-8:2020)”


BIJLAGE II

In bijlage II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/668 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Nr.

Referentie van de norm

Datum van schrapping

“30.

EN ISO 12402-5:2006

Persoonlijke drijflichamen — Deel 5: Reddingsvesten (niveau 50) — Veiligheidseisen (ISO 12402-5:2006)

7 oktober 2022

31.

EN ISO 12402-6:2006

Persoonlijke drijflichamen — Deel 6: Redding- en zwemvesten voor bijzondere doeleinden — Veiligheidseisen en aanvullende beproevingsmethoden (ISO 12402-6:2006)

7 oktober 2022

32.

EN ISO 12402-8:2006

Persoonlijke drijflichamen — Deel 8: Toebehoren — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden (ISO 12402-8:2006)

7 oktober 2022”


BIJLAGE III

In bijlage III bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/668 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Nr.

Referentienummer van de norm

“4.

EN ISO 12402-2:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 2: Reddingsvesten, prestatieniveau 275 — Veiligheidseisen (ISO 12402-2:2020)

Opmerking:

De toepassing van bepaling 5.6 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.1.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.1.3, 5.1.5, 5.1.7, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.1.2, 5.3.2.2, 5.3.2.3, 5.3.4.3, 5.3.4.4, 5.6.1.4, 5.6.1.7, 5.6.1.8, 5.6.1.9, 5.6.1.10 en 5.6.1.11 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.2.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.2.2, 5.3.4.2, 5.3.4.4, 5.6.3 en 5.7 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 3.4 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

5.

EN ISO 12402-3:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 3: Reddingsvesten, prestatieniveau 150 — Veiligheidseisen (ISO 12402-3:2020)

Opmerking:

De toepassing van bepaling 5.6 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.1.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.1.3, 5.1.5, 5.1.7, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.1.2, 5.3.2.2, 5.3.2.3, 5.3.4.3, 5.3.4.4, 5.6.1.4, 5.6.1.7, 5.6.1.8, 5.6.1.9, 5.6.1.10 en 5.6.1.11 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.2.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.2.2, 5.3.4.2, 5.3.4.4, 5.6.3 en 5.7 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 3.4 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

6.

EN ISO 12402-4:2020

Persoonlijke drijflichamen — Deel 4: Reddingsvesten, prestatieniveau 100 — Veiligheidseisen (ISO 12402-4:2020)

Opmerking:

De toepassing van bepaling 5.6 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.1.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.1.3, 5.1.5, 5.1.7, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.1.2, 5.3.2.2, 5.3.2.3, 5.3.4.3, 5.3.4.4, 5.6.1.4, 5.6.1.7, 5.6.1.8, 5.6.1.9, 5.6.1.10 en 5.6.1.11 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 1.2.1 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.

De toepassing van de bepalingen 5.1.2, 5.2, 5.3.1.1, 5.3.2.2, 5.3.4.2, 5.3.4.4, 5.6.3 en 5.7 van deze norm vestigt geen vermoeden van conformiteit met de fundamentele gezondheids- en veiligheidseis van punt 3.4 van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/425.”