23.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 94/6 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/465 VAN DE COMMISSIE
van 21 maart 2022
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 betreffende rescEU-capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria en detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1831)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (1), en met name artikel 32, lid 1, punt g),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit nr. 1313/2013/EU stelt het rechtskader vast van rescEU. Deze capaciteitsreserve op Unieniveau heeft tot doel om bijstand te verlenen in overweldigende situaties waarbij de algehele bestaande capaciteit op nationaal niveau en de door de lidstaten aan de Europese pool voor civiele bescherming toegezegde capaciteit niet volstaan om doeltreffend te reageren op door de natuur of de mens veroorzaakte rampen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Besluit nr. 1313/2013/EU moet de capaciteit van rescEU worden bepaald door rekening te houden met vastgestelde en nieuwe risico’s, algehele capaciteit en tekorten op Unieniveau. Er zijn vier gebieden waarop rescEU zich met name moet richten, namelijk: de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht, respons bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) incidenten, medische noodrespons, alsook vervoer en logistiek. |
(3) |
In Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 van de Commissie (2) wordt de aanvankelijke samenstelling van rescEU in termen van capaciteit en kwaliteitseisen uiteengezet. De rescEU-reserve bestaat tot dusver uit capaciteit voor de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht, medische luchtevacuatie, medische teams voor noodgevallen, voorraden van medische apparatuur of persoonlijke beschermingsmiddelen, of beide, decontaminatiecapaciteit voor CBRN-incidenten en capaciteit in de vorm van CBRN-gerelateerde voorraden, capaciteit op het gebied van tijdelijke opvang, vervoer en logistiek. |
(4) |
Uit een analyse van vastgestelde en nieuwe risico’s en van de capaciteiten en lacunes op het niveau van de Unie blijkt dat activiteiten op het gebied van civiele bescherming moeten worden ondersteund door ter plaatse rescEU-capaciteit op gebied van detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen ter beschikking te stellen voor de respons op noodsituaties (bv. om de nadelige gevolgen van CBRN-stoffen voor het leven of de gezondheid van de mens te beperken), voor opsporingsactiviteiten (d.w.z. om vast te stellen waar CBRN-stoffen zich buiten de wettelijke controle bevinden), voor de respons op beveiligingsincidenten (d.w.z. om te reageren op mogelijk criminele of ongeoorloofde opzettelijke handelingen met betrekking tot of gericht op CBRN-stoffen), en voor het toezicht op grote gebeurtenissen (d.w.z. om criminele of ongeoorloofde opzettelijke handelingen met CBRN-stoffen te voorkomen). |
(5) |
De capaciteit moet voorzien in “reachback”-ondersteuning bij de technische beoordeling van activiteiten op het gebied van detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen die in het kader van het Uniemechanisme worden uitgevoerd. Deze “reachback”-component moet ook ter beschikking van de nationale autoriteiten worden gesteld. De “reachback” zou verstrekt kunnen worden door één instelling of een pool van gespecialiseerde instellingen. |
(6) |
De capaciteit wordt geacht te bestaan uit één pakket met een hoge mate van interne uitbreidbaarheid en modulariteit, waardoor indien nodig individuele componenten van de capaciteit die toegespitst zijn op noodmaatregelen, activiteiten op het vlak van opsporing, beveiligingsrespons en toezicht, alsook op specifieke chemische, biologische, radiologische of nucleaire gevaren of bedreigingen, afzonderlijk kunnen worden ingezet. |
(7) |
Uit de analyse van vastgestelde en nieuwe risico’s en van de capaciteit en tekorten op het niveau van de Unie blijkt dat er behoefte is aan capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria. Het belangrijkste doel van de capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria is flexibele en aanpasbare steun te kunnen bieden in geval van overbelasting van de eigen capaciteit van lidstaten om ziekteverwekkers of CBRN-stoffen op te sporen, te analyseren of te controleren. De capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria zou zich kunnen richten op verschillende specialisaties met een hoge mate van uitbreidbaarheid, modulariteit en interoperabiliteit. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Besluit nr. 1313/2013/EU moeten de kwaliteitseisen in het kader van rescEU gebaseerd zijn op erkende internationale standaarden voor zover dergelijke standaarden reeds bestaan. De kwaliteitseisen voor de biologische component van mobiele laboratoria moeten daarom worden gebaseerd op de door de Wereldgezondheidsorganisatie opgestelde indelingen van mobiele laboratoria voor snelle respons (3). |
(9) |
Capaciteit op gebied van detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen en capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria moeten worden opgebouwd om te kunnen reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen, overeenkomstig de in artikel 3 quinquies van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 bedoelde categorieën en na overleg met de lidstaten. |
(10) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 33, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU bedoelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 1 bis wordt het volgende punt 4 toegevoegd: “4) “reachback”: het proces waarbij steun wordt verkregen van entiteiten die niet ter plaatse worden ingezet.”. |
2) |
In artikel 2 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 3 bis wordt vervangen door: “Artikel 3 bis Subsidiabele kosten van rescEU-capaciteit voor medische luchtevacuatie, capaciteit van medische teams voor noodgevallen type 2 en type 3, capaciteit in de vorm van medische voorraden, CBRN-decontaminatie, capaciteit in de vorm van CBRN-gerelateerde voorraden en capaciteit op het gebied van tijdelijke opvang, vervoer en logistiek, capaciteit op gebied van detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen en capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria Alle kostencategorieën zoals bedoeld in bijlage I bis bij Besluit nr. 1313/2013/EU worden in aanmerking genomen bij de berekening van de totale subsidiabele kosten van rescEU-capaciteit.”. |
4) |
In artikel 3 sexies worden de leden 3 en 4 vervangen door: “3. De in artikel 2, lid 2, punten c) tot en met l), bedoelde rescEU-capaciteit wordt opgezet met als doel weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen te beheersen. 4. Wanneer in artikel 2, lid 2, punten c) tot en met l), bedoelde rescEU-capaciteit wordt ingezet in het kader van het Uniemechanisme, dekt de financiële bijstand van de Unie, overeenkomstig artikel 23, lid 4 ter, van Besluit nr. 1313/2013/EU, 100 % van de operationele kosten.”. |
5) |
De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 maart 2022.
Voor de Commissie
Janez LENARČIČ
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 van de Commissie van 8 april 2019 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rescEU-capaciteit en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/762/EU van de Commissie (PB L 99 van 10.4.2019, blz. 41).
(3) Guidance for rapid response mobile laboratory (RRML) classification (Richtsnoeren voor de indeling van mobiele laboratoria voor snelle respons). Kopenhagen: Regionaal Bureau van de Wereldgezondheidsorganisatie voor Europa; 2021.
BIJLAGE
In de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 worden de volgende punten 11 en 12 toegevoegd:
“11. Capaciteit op gebied van detectie, monsterneming, identificatie en monitoring van CBRN-stoffen voor de respons op noodsituaties, voor opsporingsactiviteiten, voor de respons op beveiligingsincidenten en voor het toezicht op grote gebeurtenissen
|
|
||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
|
|
12. Capaciteit op het gebied van mobiele laboratoria
Taken |
|
||||||||||||||||
Capaciteit |
|
||||||||||||||||
Belangrijkste onderdelen |
Deskundigen
Logistiek
Informatiebeheer
Uitrusting
Veiligheid
|
||||||||||||||||
Zelfvoorziening |
|
||||||||||||||||
Inzetbaarheid |
|
(1) Voor elk evenement waarvoor op basis van nationale dreigingsevaluaties CBRN-toezicht nodig kan zijn (bv. grote openbare bijeenkomsten, sportevenementen, bijeenkomsten van staatshoofden, muziekconcerten, wereldtentoonstellingen).
(2) Hieronder vallen alle soorten natuurlijke of door de mens veroorzaakte noodsituaties waarbij gevaarlijke materialen of CBRN-stoffen betrokken zijn. Voorbeelden hiervan zijn noodsituaties die het gevolg zijn van natuurrampen, van industriële of onderzoeksactiviteiten, transport, criminele of ongeoorloofde opzettelijke handelingen, terroristische daden of gewapende conflicten, of van satellietongevallen en ruimteschroot.
(3) Overeenkomstig artikel 12, lid 10, van Besluit nr. 1313/2013/EU kan rescEU-capaciteit worden ingezet indien een ramp buiten de Unie aanzienlijke gevolgen kan hebben voor een of meer lidstaten of hun burgers.
(4) Zoals autoriteiten op het gebied van civiele bescherming, rechtshandhaving, inlichtingen, de verwijdering van explosieven of technische ondersteuning.
(5) Bijvoorbeeld ter ondersteuning van de eerste analyse van monsters.”.