21.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 92/1


BESLUIT (EU) 2022/451 VAN DE RAAD

van 3 maart 2022

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen namens de Europese Unie voor een internationale overeenkomst inzake pandemiepreventie, -paraatheid en -respons, alsook voor aanvullende wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregeling (2005)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 168, lid 5, in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 mei 2021 heeft de 74e zitting van de Wereldgezondheidsvergadering (World Health Assembly — WHA) bij Besluit WHA74(16) gevraagd om een bijeenroeping van een buitengewone zitting om de voordelen te onderzoeken van het uitwerken van een verdrag, overeenkomst of ander internationaal instrument van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization — WHO) inzake pandemieparaatheid en -respons, met als doel een intergouvernementeel proces in gang te zetten voor het opstellen van en onderhandelen over een dergelijk verdrag, een dergelijke overeenkomst of een dergelijk instrument.

(2)

Op 1 december 2021 heeft de tweede buitengewone zitting van de WHA bij Besluit SSA2(5) besloten een intergouvernementeel onderhandelingsorgaan op te richten dat openstaat voor alle lidstaten van de WHO, geassocieerde leden en regionale organisaties voor economische integratie, voor het opstellen van en onderhandelen over een verdrag, overeenkomst of ander internationaal instrument van de WHO inzake pandemiepreventie, -paraatheid en -respons, met het oog op de aanneming ervan uit hoofde van artikel 19 of van andere door het intergouvernementeel onderhandelingsorgaan geschikt geachte bepalingen van het Statuut van de WHO.

(3)

Op 20 januari 2022 heeft de directeur-generaal van de WHO de verdragspartijen de tekst meegedeeld van een voorstel tot wijziging van de Internationale Gezondheidsregeling (2005) (IGR), voorgesteld door de Verenigde Staten van Amerika op grond van artikel 55, lid 1, van de IGR.

(4)

Tijdens de 150e zitting van de raad van bestuur van de WHA, die plaatsvond van 24 tot en met 29 januari 2022, werd beslist er bij de lidstaten van de WHO en, in voorkomend geval, de regionale organisaties voor economische integratie op aan te dringen alle passende maatregelen te nemen om mogelijke wijzigingen van de IGR te overwegen.

(5)

De Unie moet, voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen, samen met haar lidstaten, voor aangelegenheden die onder hun bevoegdheden vallen, deelnemen aan de onderhandelingen voor een verdrag, overeenkomst of ander internationaal instrument inzake pandemiepreventie, -paraatheid en -respons, en voor aanvullende wijzigingen van de IGR, zoals bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(6)

Overeenkomstig artikel 6 en artikel 168, lid 5, VWEU moet het optreden van de Unie de acties van de lidstaten ondersteunen, coördineren of aanvullen op het gebied van de bescherming en verbetering van de menselijke gezondheid, met inbegrip van de strijd tegen grote grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid.

(7)

Overeenkomstig artikel 168, lid 7, VWEU moeten de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de bepaling van hun gezondheidsbeleid en met betrekking tot de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging, waaronder het beheer van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging en de allocatie van de daaraan toegewezen middelen, tijdens het gehele onderhandelingsproces volledig geëerbiedigd worden.

(8)

Dit besluit laat de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten of de deelname van de lidstaten aan de onderhandelingen overeenkomstig de Verdragen onverlet.

(9)

Overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking moeten de Commissie en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces nauw samenwerken, onder meer door regelmatige contacten met de technische deskundigen en de vertegenwoordigers van de lidstaten in Genève.

(10)

Daartoe moeten zo snel mogelijk praktische regelingen voor het voeren van de onderhandelingen vastgesteld worden, met name met het oog op het waarborgen van een doeltreffende samenwerking tussen de onderhandelaar van de Unie en de lidstaten, onverminderd de rol van het bijzonder comité in de zin van artikel 218, lid 4, VWEU.

(11)

De Raad moet de in het addendum bij dit besluit neergelegde onderhandelingsrichtsnoeren waar passend herzien en verder ontwikkelen, afhankelijk van het verloop van de onderhandelingen.

(12)

De onderhandelingen zullen plaatsvinden in het kader van de WHO,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De Commissie wordt gemachtigd om, voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, overeenkomstig de Verdragen, namens de Unie te onderhandelen over een internationale overeenkomst inzake pandemiepreventie, -paraatheid en -respons, en over aanvullende wijzigingen van de IGR, binnen het kader van respectievelijk Besluit SSA2(5) van de WHA van 1 december 2021 en Besluit EB150(3) van de raad van bestuur van de WHO van 26 januari 2022.

2.   De onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de in het addendum (1) bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren. Die richtsnoeren worden waar passend herzien en verder ontwikkeld, afhankelijk van het verloop van de onderhandelingen.

Artikel 2

1.   De onderhandelingen worden gevoerd in nauw overleg met de Groep volksgezondheid, die wordt aangewezen als het bijzonder comité in de zin van artikel 218, lid 4, VWEU.

2.   De Commissie brengt regelmatig verslag uit aan het bijzonder comité en zij raadpleegt het regelmatig. Telkens als de Raad daarom verzoekt, brengt de Commissie aan de Raad, onder meer schriftelijk, verslag uit over het verloop en het resultaat van de onderhandelingen.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

G. DARMANIN


(1)  Zie document ST 6133/22 ADD 1 op http://register.consilium.europa.eu