10.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 29/17 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/180 VAN DE COMMISSIE
van 8 februari 2022
tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG wat betreft de actualisering van de geharmoniseerde technische voorwaarden betreffende het gebruik van radiospectrum voor korteafstandsapparatuur
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 644)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij korteafstandsapparatuur gaat het meestal om al dan niet draagbare massa-apparaten die gemakkelijk kunnen worden gedragen en grensoverschrijdend kunnen worden gebruikt. Verschillen in voorwaarden voor spectrumtoegang in de interne markt kunnen leiden tot schadelijke interferentie met andere radiotoepassingen en -diensten, verhinderen mogelijk het vrije verkeer en verhogen de productiekosten ervan. |
(2) |
Bij Beschikking 2006/771/EG van de Commissie (2) zijn de technische voorwaarden voor spectrumgebruik geharmoniseerd voor een grote verscheidenheid aan korteafstandsapparatuur die wordt toegepast voor bijvoorbeeld alarmsystemen, lokale communicatie, afstandsbediening, medische implantaten en verzameling van medische gegevens, intelligente vervoerssystemen en het “internet der dingen”, met inbegrip van radiofrequentie-identificatie (“RFID”). Korteafstandsapparatuur die aan die geharmoniseerde technische voorwaarden voldoet, is derhalve slechts onderworpen aan een algemene machtiging uit hoofde van nationaal recht. |
(3) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1538 van de Commissie (3) worden bovendien de technische voorwaarden voor spectrumgebruik door korteafstandsapparatuur binnen de frequentiebanden 874-874,4 MHz en 915-919,4 MHz geharmoniseerd. Aangezien in die frequentiebanden is de omgeving voor gedeeld gebruik anders is, is een specifiek regelgevingskader nodig. Met dat besluit kunnen technisch geavanceerde RFID-oplossingen en toepassingen van het “internet der dingen” op basis van met een netwerk verbonden korteafstandsapparatuur in datanetwerken worden toegepast. |
(4) |
Beschikking 2006/771/EG en Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1538 vormen het regelgevingskader voor korteafstandsapparatuur, dat innovatie ondersteunt voor een breed scala aan toepassingen binnen de digitale eengemaakte markt. |
(5) |
Er komen nieuwe toepassingen voor korteafstandsapparatuur bij als gevolg van het toenemende belang van deze apparatuur voor de economie, de snelle veranderingen in de technologie en de eisen die de maatschappij stelt. Dergelijke toepassingen vergen periodieke aanpassingen van de geharmoniseerde technische voorwaarden voor spectrumgebruik. |
(6) |
Op basis van het permanente mandaat dat krachtens artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG in juli 2006 aan de Europese conferentie van post- en telecommunicatieadministraties (“CEPT”) is toegekend om de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG aan te passen aan de technologische en marktontwikkelingen op het gebied van korteafstandsapparatuur, is die bijlage zeven keer gewijzigd. De op basis van het permanente mandaat uitgevoerde werkzaamheden vormden ook de basis voor Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1538 waarbij extra spectrum ter beschikking wordt gesteld voor korteafstandsapparatuur binnen de frequentiebanden 874-874,4 en 915-919,4 MHz. |
(7) |
Op 16 juli 2019 heeft de Commissie een adviesbrief voor de achtste actualiseringscyclus uitgebracht. Ingaand op het permanente mandaat en overeenkomstig die richtsnoeren heeft de CEPT op 5 maart 2021 haar verslag 77 bij de Commissie ingediend. Naast verbeteringen van de bestaande rubrieken die van toepassing zijn op telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer, heeft de CEPT voorgesteld nieuwe rubrieken toe te voegen aan de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG. Deze nieuwe rubrieken moeten het gebruik van spectrum mogelijk maken voor omsloten NMR-toepassingen (Nuclear Magnetic Resonance). Het genoemde verslag moet derhalve de technische basis voor dit besluit vormen. |
(8) |
Korteafstandsapparatuur die voldoet aan de in dit besluit vastgestelde voorwaarden moet tevens in overeenstemming zijn met Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad (4). |
(9) |
Beschikking 2006/771/EG moet daarom worden gewijzigd. |
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beschikking 2006/771/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd: “Artikel 4 bis De lidstaten brengen uiterlijk op 1 oktober 2022 bij de Commissie verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze beschikking.”. |
2) |
De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 februari 2022.
Voor de Commissie
Thierry BRETON
Lid van de Commissie
(1) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.
(2) Beschikking 2006/771/EG van de Commissie van 9 november 2006 inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (PB L 312 van 11.11.2006, blz. 66).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1538 van de Commissie van 11 oktober 2018 inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur binnen de frequentiebanden 874-876 MHz en 915-921 MHz (PB L 257 van 15.10.2018, blz. 57).
(4) Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 62).
BIJLAGE
“BIJLAGE
Frequentiebanden met overeenkomstige geharmoniseerde technische voorwaarden en toepassingstermijnen voor korteafstandsapparatuur
In tabel 1 wordt het toepassingsgebied gedefinieerd van de verschillende categorieën korteafstandsapparatuur (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3) waarop dit besluit van toepassing is. In tabel 2 worden de verschillende combinaties van frequentieband en categorie korteafstandsapparatuur en de geharmoniseerde technische voorwaarden voor spectrumtoegang en de daarop toepasselijke uitvoeringstermijnen gespecificeerd.
Algemene technische voorwaarden die van toepassing zijn op alle binnen het toepassingsgebied van dit besluit vallende frequentiebanden en korteafstandsapparatuur:
— |
Lidstaten staan het gebruik van in tabel 2 vastgestelde aangrenzende frequentiebanden als één frequentieband toe mits is voldaan aan de specifieke voorwaarden van elk van deze aangrenzende frequentiebanden. |
— |
De lidstaten staan het gebruik van spectrum toe tot het transmissievermogen, de veldsterkte of de vermogensdichtheid die in tabel 2 zijn vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3, lid 3 kunnen zij minder beperkende voorwaarden opleggen, dat wil zeggen gebruik van spectrum met hoger vermogen, hogere veldsterkte of hogere vermogensdichtheid, op voorwaarde dat de passende co-existentie tussen korteafstandsapparatuur in de bij dit besluit geharmoniseerde banden hierdoor niet wordt verminderd of in het gedrang komt. |
— |
De lidstaten mogen alleen de in de tabel 2 vastgestelde aanvullende parameters (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting) opleggen en voegen geen andere parameters of voorwaarden voor spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften toe. Minder beperkende voorwaarden overeenkomstig artikel 3, lid 3, betekent dat de lidstaten deze aanvullende parameters in een bepaalde cel volledig mogen weglaten of een hoger maximum mogen toestaan, mits de adequate omgeving voor gedeeld gebruik in de geharmoniseerde band hierdoor niet in het gedrang komt. |
— |
De lidstaten mogen alleen de in tabel 2 vastgestelde overige gebruiksbeperkingen opleggen en voegen geen aanvullende gebruiksbeperkingen toe. Omdat minder beperkende voorwaarden overeenkomstig artikel 3, lid 3, mogen worden toegepast, mogen de lidstaten een of alle beperkingen weglaten, mits de adequate omgeving voor gedeeld gebruik in de geharmoniseerde band hierdoor niet in het gedrang komt. |
— |
Minder beperkende voorwaarden overeenkomstig artikel 3, lid 3, doen geen afbreuk aan Richtlijn 2014/53/EU. |
In deze bijlage wordt onder de duty cycle verstaan:
“ duty cycle ”: de als percentage uitgedrukte verhouding Σ(Ton)/(Tobs), waarbij Ton de actieve periode van een enkel zendtoestel is en Tobs de observatieperiode is. Ton wordt gemeten in een frequentieband voor observatie (Fobs). Tenzij anders bepaald in deze technische bijlage, is Tobs een ononderbroken periode van één uur en is Fobs de toepasselijke frequentieband in deze technische bijlage. Minder beperkende voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, betekent dat de lidstaten een hogere waarde kunnen toestaan voor de “duty cycle”.
Tabel 1
Categorieën korteafstandsapparatuur in de zin van artikel 2, punt 3, en het bijbehorende toepassingsgebied
Categorie korteafstandsapparatuur |
Toepassingsgebied |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur (SRD’s) |
Hieronder valt elke soort radioapparatuur ongeacht de toepassing of het doel ervan, die aan de voor een bepaalde frequentie vastgestelde technische voorwaarden voldoet. Karakteristieke voorbeelden zijn telemetrie, afstandsbediening, alarmsystemen en datatransmissie in het algemeen en andere toepassingen. |
Actieve medische implantaten |
Hieronder valt het radiodeel van actieve implanteerbare medische apparatuur die is ontworpen om, volledig of gedeeltelijk, op operatieve of medische wijze in het menselijk lichaam of in het lichaam van een dier te worden geïmplanteerd en, indien van toepassing, in de bijbehorende buiten het lichaam bestaande apparatuur. Actieve implanteerbare medische hulpmiddelen zijn gedefinieerd in Richtlijn 90/385/EEG van de Raad (1). |
Assistive Listening Devices (apparatuur voor ondersteund horen — ALD’s) |
Hieronder vallen radiocommunicatiesystemen waarmee personen met een auditieve beperking hun gehoorvermogen kunnen vergroten. Karakteristieke systeeminstallaties omvatten één of meer radiozendtoestellen en een of meer radio-ontvangers. |
Apparatuur met een hoge duty cycle/voor continue transmissie |
Hieronder valt radioapparatuur waarbij transmissie afhankelijk is van korte wachttijden (low latency) en een hoge duty cycle. Deze apparatuur wordt gewoonlijk gebruikt voor draadloze persoonlijke audio- en multimediastreaming die worden gebruikt voor gecombineerde audio-/videotransmissies en audio-/videosynchronisatiesignalen, mobiele telefoons, amusementssystemen voor in de auto of thuis, draadloze microfoons, snoerloze luidsprekers, snoerloze koptelefoons, radioapparatuur die een persoon bij zich draagt, apparatuur voor ondersteund horen, in-ear-monitoring, draadloze microfoons gebruikt bij concerten of andere podiumproducties en analoge FM-zenders met een laag vermogen. |
Inductieve apparatuur |
Hieronder valt radioapparatuur die gebruikmaakt van magnetische velden met systemen met een inductieve lus voor near field communication en determinatietoepassingen. Hieronder valt gewoonlijk apparatuur voor wegrijblokkering bij auto’s, identificatie van dieren, alarmsystemen, kabeldetectie, afvalbeheer, persoonsidentificatie, draadloze voice-links, toegangscontrole, benaderings- en metaalsensoren, antidiefstalsystemen, alsmede RF-inductieantidiefstalsystemen, gegevensoverdracht naar handapparatuur, automatische artikelidentificatie, draadloze controlesystemen en automatische tolheffing op wegen. |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
Hieronder valt radioapparatuur met een gering totaal spectrumgebruik en waarbij regels gelden voor spectrumtoegang met een lage duty cycle om te zorgen voor een hoge betrouwbaarheid van de spectrumtoegang en transmissie in gedeelde banden. Typische toepassingen zijn onder meer alarmsystemen die gebruikmaken van radiocommunicatie om een alarm op een locatie op afstand te melden en sociale alarmsystemen die een betrouwbare communicatie mogelijk maken voor personen die in nood verkeren. |
Apparatuur voor verzameling van medische gegevens |
Hieronder valt de transmissie van niet-spraakgebonden gegevens van en naar niet-implanteerbare medische hulpmiddelen voor de monitoring, diagnose en behandeling van patiënten in zorginstellingen of bij de patiënt thuis, zoals voorgeschreven door naar behoren gemachtigde zorgverleners. |
PMR446-apparatuur |
Hieronder valt draagbare apparatuur (geen basisstation of repeater) die een persoon bij zich draagt of die handmatig wordt bediend, en die alleen gebruikmaakt van integrale antennes om de uitwisseling te maximaliseren en de interferentie te minimaliseren. PMR446-apparatuur functioneert in peer-to-peer-modus op een korte afstand en wordt niet als een onderdeel van een infrastructuurnetwerk of als een repeater gebruikt. |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
Hieronder valt apparatuur die wordt gebruikt om de positie, snelheid en/of andere kenmerken van een object vast te stellen of om informatie te verkrijgen over deze parameters. Apparatuur voor radiodeterminatie wordt doorgaans gebruikt om dergelijke kenmerken te meten. Apparatuur voor radiodeterminatie sluit alle soorten point-to-point- of point-to-multipoint-radiocommunicate uit. |
RFID-apparaten |
Hieronder vallen op tag/lezer gebaseerde radiocommunicatiesystemen, bestaande uit (i) radioapparatuur (tags) bevestigd aan levende wezens of levenloze objecten en (ii) zender-/ontvangereenheden (lezers) die de tags activeren en de gegevens weer ontvangen. Karakteristieke toepassingen zijn het opsporen en de identificatie van objecten, bijvoorbeeld met het oog op bij elektronische artikelbewaking (EAS), en het bijeenbrengen en doorgeven van gegevens met betrekking tot de objecten waaraan de tags, zonder batterij, met batterij of met batterijondersteuning zijn bevestigd. “Antwoorden” van een tag worden door de lezer gevalideerd en aan het host-systeem doorgegeven. |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
Hieronder valt radioapparatuur die wordt gebruikt op het gebied van vervoer (over de weg, per spoor, over water of door de lucht, afhankelijk van de relevante technische beperkingen), verkeersbeheer, navigatie, mobiliteitsbeheer en in intelligente vervoerssystemen (ITS). Tot de karakteristieke toepassingen behoren interfaces tussen verschillende vervoersvormen, communicatie tussen voertuigen (bv. auto — auto), tussen voertuigen en vaste locaties (bv. auto — infrastructuur) en communicatie van en naar gebruikers. |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
Hieronder valt radioapparatuur die gebruikmaakt van breedbandmodulatietechnieken om toegang te krijgen tot spectrum. Karakteristieke voorbeelden van deze categorie zijn draadloze toegangssystemen zoals radio local area networks (WAS/RLAN’s) of breedband-SRD’s in datanetwerken. |
Tabel 2
Frequentiebanden met overeenkomstige geharmoniseerde technische voorwaarden en toepassingstermijnen voor korteafstandsapparatuur
Band nr. |
Frequentieband |
Categorie korteafstandsapparatuur |
Maximaal zendvermogen/maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid |
Aanvullende parameters (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting) |
Overige gebruiksbeperkingen |
Uitvoeringstermijn |
1 |
9-59,750 kHz |
Inductieve apparatuur |
72 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
90 |
9-148 kHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
46 dBμA/m op 10 m afstand bij een referentie van 100 Hz, buiten het NMR-apparaat Sterkte van het magnetische veld daalt met 10 dB/tiental boven 100 Hz. |
|
Voor omsloten NMR-toepassingen [j]. |
1 juli 2022 |
2 |
9-315 kHz |
Actieve medische implantaten |
30 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
Maximale duty cycle: 10 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op actieve medische implantaten. |
1 juli 2014 |
3 |
59,750-60,250 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
4 |
60,250-74,750 kHz |
Inductieve apparatuur |
72 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
5 |
74,750-75,250 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
6 |
75,250-77,250 kHz |
Inductieve apparatuur |
72 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
7 |
77,250-77,750 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
8 |
77,750-90 kHz |
Inductieve apparatuur |
72 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
9 |
90-119 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
10 |
119-128,6 kHz |
Inductieve apparatuur |
66 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
11 |
128,6-129,6 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
12 |
129,6-135 kHz |
Inductieve apparatuur |
66 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
13 |
135-140 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
14 |
140-148,5 kHz |
Inductieve apparatuur |
37,7 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
15 |
148,5-5 000 kHz [1] |
Inductieve apparatuur |
-15 dΒμΑ/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz. De totale veldsterkte is voorts -5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz. |
|
|
1 juli 2014 |
91 |
148-5 000 kHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
-15 dBμA/m op 10 m afstand buiten het NMR-apparaat |
|
Voor omsloten NMR-toepassingen [j]. |
1 juli 2022 |
17 |
400-600 kHz |
RFID-apparaten |
-8 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
85 |
442,2-450,0 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
7 dBμA/m op 10 m afstand |
Kanaalraster ≥ 150 Hz |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op apparatuur voor personendetectie en vermijding van botsingen. |
1 januari 2020 |
18 |
456,9-457,1 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
7 dBμA/m op 10 m afstand |
|
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing voor apparatuur die bestemd is om bedolven slachtoffers in noodsituaties en waardevolle voorwerpen op te sporen. |
1 juli 2014 |
19 |
984-7 484 kHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
9 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
Maximale duty cycle: 1 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op Eurobalise-transmissies in aanwezigheid van treinen die gebruikmaken van de 27 090 -27 100 kHz-band voor telelaadvermogen volgens de voorwaarden die gelden voor band 28. |
1 juli 2014 |
20 |
3 155 -3 400 kHz |
Inductieve apparatuur |
13,5 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
21 |
5 000 -30 000 kHz [2] |
Inductieve apparatuur |
-20 dΒμΑ/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz. De totale veldsterkte is voorts -5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz. |
|
|
1 juli 2014 |
92 |
5 000 -30 000 kHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
-5 dBμA/m op 10 m afstand buiten het NMR-apparaat |
|
Voor omsloten NMR-toepassingen [j]. |
1 juli 2022 |
22 |
6 765 -6 795 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
23 |
7 300 -23 000 kHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
-7 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
Vereisten betreffende antennes zijn van toepassing [8]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op Eurobalise-transmissies in aanwezigheid van treinen die gebruikmaken van de 27 090 -27 100 kHz-band voor telelaadvermogen volgens de voorwaarden die gelden voor band 28. |
1 juli 2014 |
24 |
7 400 -8 800 kHz |
Inductieve apparatuur |
9 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
25 |
10 200 -11 000 kHz |
Inductieve apparatuur |
9 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
|
1 juli 2014 |
27a |
13 553 -13 567 kHz |
Inductieve apparatuur |
42 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
Vereisten met betrekking tot het transmissiemasker en de antennes voor alle segmenten met gecombineerde frequentie zijn van toepassing [8], [9]. |
|
1 januari 2020 |
27b |
13 553 -13 567 kHz |
RFID-apparaten |
60 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
Vereisten met betrekking tot het transmissiemasker en de antennes voor alle segmenten met gecombineerde frequentie zijn van toepassing [8], [9]. |
|
1 juli 2014 |
27c |
13 553 -13 567 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
28 |
26 957 -27 283 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
29 |
26 990 -27 000 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Voor modelbesturingsapparatuur gelden geen beperkingen ten aanzien van de duty cycle. |
|
1 juli 2014 |
30 |
27 040 -27 050 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Voor modelbesturingsapparatuur gelden geen beperkingen ten aanzien van de duty cycle. |
|
1 juli 2014 |
31 |
27 090 -27 100 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Voor modelbesturingsapparatuur gelden geen beperkingen ten aanzien van de duty cycle. |
|
1 juli 2014 |
32 |
27 140 -27 150 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Voor modelbesturingsapparatuur gelden geen beperkingen ten aanzien van de duty cycle. |
|
1 juli 2014 |
33 |
27 190 -27 200 kHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Voor modelbesturingsapparatuur gelden geen beperkingen ten aanzien van de duty cycle. |
|
1 juli 2014 |
34 |
30-37,5 MHz |
Actieve medische implantaten |
1 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 10 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op actieve medische membraanimplantaten met ultralaag vermogen voor het meten van de bloeddruk die onder de definitie van actieve implanteerbare medische hulpmiddelen vallen. |
1 juli 2014 |
93 |
30-130 MHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
-36 dBm e.r.p. buiten het NMR-apparaat |
|
Voor omsloten NMR-toepassingen [j]. |
1 juli 2022 |
35 |
40,66-40,7 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
|
|
1 januari 2018 |
36 |
87,5-108 MHz |
Apparatuur met een hoge duty cycle/voor continue transmissie |
50 nW e.r.p. |
Maximaal kanaalraster: 200 kHz. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op draadloze zenders met analoge frequentiemodulatie (FM) voor audio- en multimediastreaming. |
1 juli 2014 |
37a |
169,4-169,475 MHz |
Assistive Listening Devices (apparatuur voor ondersteund horen — ALD) |
500 mW e.r.p. |
Kanaalraster: max. 50 kHz. |
|
1 juli 2014 |
37c |
169,4-169,475 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
500 mW e.r.p. |
Kanaalraster: max. 50 kHz. Maximale duty cycle: 1,0 %. Voor meetapparatuur (a) is de maximale duty cycle 10,0 %. |
|
1 juli 2014 |
38 |
169,4-169,4875 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. |
|
1 januari 2020 |
39a |
169,4875-169,5875 MHz |
Assistive Listening Devices (apparatuur voor ondersteund horen — ALD) |
500 mW e.r.p. |
Kanaalraster: max. 50 kHz. |
|
1 juli 2014 |
39b |
169,4875-169,5875 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,001 %. Tussen 0.00 uur en 6.00 uur plaatselijke tijd is een maximale duty cycle toegestaan van 0,1 %. |
|
1 januari 2020 |
40 |
169,5875-169,8125 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. |
|
1 januari 2020 |
82 |
173,965-216 MHz |
Assistive Listening Devices (apparatuur voor ondersteund horen — ALD) |
10 mW e.r.p. |
Op basis van een afstemmingsband [5]. Kanaalraster: max. 50 kHz. Er is een drempel van 35 dΒμV/m nodig voor de bescherming van een DAB-ontvanger op 1,5 m van de ALD, afhankelijk van de signaalsterkte die rond het werkingsgebied van de ALD wordt gemeten. De ALD moet onder alle omstandigheden ten minste 300 kHz buiten de kanaalgrens van een bezet DAB-kanaal functioneren. Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
|
1 januari 2018 |
41 |
401-402 MHz |
Actieve medische implantaten |
25 μW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz. Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 0,1 % toegestaan. |
Onder deze categorie vallen systemen die specifiek ontworpen zijn om te kunnen zorgen voor andere digitale communicatie dan spraak tussen actieve medische implantaten en/of op het lichaam gedragen apparatuur en andere buiten het menselijke lichaam gedragen apparatuur die gebruikt wordt om andere niet-tijdgebonden fysiologische informatie met betrekking tot individuele patiënten over te brengen. |
1 juli 2014 |
42 |
402-405 MHz |
Actieve medische implantaten |
25 μW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 300 kHz. Andere technieken om toegang te krijgen tot spectrum of om interferentie te onderdrukken, met inbegrip van bandbreedtes van meer dan 300 kHz, kunnen worden gebruikt mits deze verenigbaar zijn met andere gebruikers en met name met meteorologische radiosondes [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op actieve medische implantaten. |
1 juli 2014 |
43 |
405-406 MHz |
Actieve medische implantaten |
25 μW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz. Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 0,1 % toegestaan. |
Onder deze categorie vallen systemen die specifiek ontworpen zijn om te kunnen zorgen voor andere digitale communicatie dan spraak tussen actieve medische implantaten en/of op het lichaam gedragen apparatuur en andere buiten het menselijke lichaam gedragen apparatuur die gebruikt wordt om andere niet-tijdgebonden fysiologische informatie met betrekking tot individuele patiënten over te brengen. |
1 juli 2014 |
86 |
430-440 MHz |
Apparatuur voor verzameling van medische gegevens |
-50 dBm/100 kHz e.r.p. vermogensdichtheid, maar niet meer dan een totaal vermogen van -40 dBm/10 MHz (beide grenswaarden betreffen metingen buiten het lichaam van de patiënt) |
|
Deze gebruiksvoorwaarden gelden alleen voor draadloze medische toepassingen voor capsule-endoscopie met een ultra-laag vermogen (ULP-WMCE) [h]. |
1 januari 2020 |
44a |
433,05-434,79 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
1 mW e.r.p. en -13 dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz |
|
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan. Andere audio- en videotoepassingen zijn niet toegestaan. |
1 juli 2014 |
44b |
433,05-434,79 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 10 % |
|
1 januari 2020 |
45c |
434,04-434,79 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 100 % afhankelijk van kanaalraster van maximaal 25 kHz. |
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan. Andere audio- en videotoepassingen zijn niet toegestaan. |
1 januari 2020 |
83 |
446,0-446,2 MHz |
PMR446 |
500 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
|
1 januari 2018 |
87 |
862-863 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Maximale duty cycle: 0,1 %. Bandbreedte: ≤ 350 kHz. |
|
1 januari 2020 |
46a |
863-865 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 0,1 % toegestaan. |
|
1 januari 2018 |
46b |
863-865 MHz |
Apparatuur met een hoge duty cycle/voor continue transmissie |
10 mW e.r.p. |
|
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op draadloze apparatuur voor audio- en multimediastreaming. |
1 juli 2014 |
84 |
863-868 MHz |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Bandbreedte: > 600 kHz en ≤ 1 MHz. Duty cycle: ≤ 10 % voor netwerktoegangspunten [g] Duty cycle: ≤ 2,8 % in alle andere gevallen |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op breedband-SRD’s in datanetwerken [g]. |
1 januari 2018 |
47 |
865-868 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 1 % toegestaan. |
|
1 januari 2020 |
47a |
865-868 MHz [6] |
RFID-apparaten |
2 W e.r.p. Transmissies voor lezers bij 2 W e.r.p. zijn alleen toegestaan binnen de vier kanalen die zijn gecentreerd rond de frequenties 865,7 MHz, 866,3 MHz, 866,9 MHz en 867,5 MHz Er zijn grandfatheringbepalingen van toepassing op RFID-leesapparaten die in de handel zijn gebracht vóór de datum van intrekking van Beschikking 2006/804/EG van de Commissie, wat betekent dat het is toegestaan om deze apparaten te blijven gebruiken overeenkomstig de bepalingen van Beschikking 2006/804/EG van de Commissie die tot de datum van intrekking daarvan golden. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Bandbreedte ≤ 200 kHz |
|
1 januari 2018 |
47b |
865-868 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
500 mW e.r.p. Transmissies zijn alleen toegestaan binnen de frequentiebereiken 865,6-865,8 MHz, 866,2-866,4 MHz, 866,8-867,0 MHz en 867,4-867,6 MHz. Adaptieve vermogensregeling (APC) of een andere onderdrukkingstechniek met ten minste een equivalent niveau van spectrumcompatibiliteit is vereist. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Bandbreedte: ≤ 200 kHz Duty cycle: ≤ 10 % voor netwerktoegangspunten [g] Duty cycle: ≤ 2,5 % in alle andere gevallen |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op datanetwerken [g]. |
1 januari 2018 |
48 |
868-868,6 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 1 % toegestaan. |
|
1 januari 2020 |
49 |
868,6-868,7 MHz |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. De hele frequentieband mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie. Maximale duty cycle: 1,0 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op alarmsystemen [e]. |
1 juli 2014 |
50 |
868,7-869,2 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 0,1 % toegestaan. |
|
1 januari 2020 |
51 |
869,2-869,25 MHz |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Maximale duty cycle: 0,1 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op sociale alarmsystemen [b]. |
1 juli 2014 |
52 |
869,25-869,3 MHz |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Maximale duty cycle: 0,1 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op alarmsystemen [e]. |
1 juli 2014 |
53 |
869,3-869,4 MHz |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Maximale duty cycle: 1,0 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op alarmsystemen [e]. |
1 juli 2014 |
54 |
869,4-869,65 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
500 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 10 % toegestaan. |
|
1 januari 2020 |
55 |
869,65-869,7 MHz |
Apparatuur met een lage duty cycle/hoge betrouwbaarheid |
25 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz. Maximale duty cycle: 10 % |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op alarmsystemen [e]. |
1 juli 2014 |
56a |
869,7-870 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
5 mW e.r.p. |
|
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan. Andere audio- en videotoepassingen zijn niet toegestaan. |
1 juli 2014 |
56b |
869,7-870 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Als alternatief is een maximale duty cycle van 1 % toegestaan. |
|
1 januari 2020 |
57a |
2 400 -2 483,5 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 mW equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (e.i.r.p.) |
|
|
1 juli 2014 |
57b |
2 400 -2 483,5 MHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
25 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
57c |
2 400 -2 483,5 MHz |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
100 mW e.i.r.p. en 100 mW/100 kHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van een frequencyhoppingmodulatie, 10 mW/MHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van andere soorten modulatie |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
|
1 juli 2014 |
58 |
2 446 -2 454 MHz |
RFID-apparaten |
500 mW e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
|
1 juli 2014 |
59 |
2 483,5 -2 500 MHz |
Actieve medische implantaten |
10 mW e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Kanaalraster: 1 MHz. De hele band mag ook dynamisch als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie. Daarnaast is een maximale duty cycle van 10 % van toepassing. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op actieve medische implantaten. Buiten het lichaam bestaande master-units zijn alleen toegestaan voor gebruik binnenshuis. |
1 juli 2014 |
59a |
2 483,5 -2 500 MHz |
Apparatuur voor verzameling van medische gegevens |
1 mW e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Modulatie-bandbreedte: ≤ 3 MHz. Daarnaast is een maximale duty cycle van ≤ 10 % van toepassing. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen voor netwerken van in- of uitwendig gedragen medische apparatuur (medical body area network systems — MBANS) [f] voor gebruik binnenshuis in zorginstellingen |
1 januari 2018 |
59b |
2 483,5 -2 500 MHz |
Apparatuur voor verzameling van medische gegevens |
10 mW e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Modulatie-bandbreedte: ≤ 3 MHz. Daarnaast is een maximale duty cycle van ≤ 2 % van toepassing. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen voor netwerken van in- of uitwendig gedragen medische apparatuur (medical body area network systems — MBANS) [f] voor gebruik binnenshuis bij de patiënt |
1 januari 2018 |
60 |
4 500 -7 000 MHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
24 dBm e.i.r.p. [3] |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor tankniveausondering [c]. |
1 juli 2014 |
61 |
5 725 -5 875 MHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
25 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
62 |
5 795 -5 815 MHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
2 W e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden gelden alleen voor toepassingen betreffende tolheffing op wegen en toepassingen betreffende slimme tachografen, gewichten en afmetingen [i]. |
1 januari 2020 |
88 |
5 855 -5 865 MHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
33 dBm e.i.r.p., 23 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid en een TPC-bereik (“Transmit Power Control”) van 30 dB |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen voor communicatie tussen voertuig en voertuig, voertuig en infrastructuur alsmede infrastructuur en voertuig. |
1 januari 2020 |
89 |
5 865 -5 875 MHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
33 dBm e.i.r.p., 23 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid en een TPC-bereik (“Transmit Power Control”) van 30 dB |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen voor communicatie tussen voertuig en voertuig, voertuig en infrastructuur alsmede infrastructuur en voertuig. |
1 januari 2020 |
63 |
6 000 -8 500 MHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
7 dBm/50 MHz piek-e.i.r.p. en -33 dBm/MHz gemiddelde e.i.r.p. |
Vereisten betreffende automatische vermogensregeling en antennes alsmede technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7], [8] [10]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor niveausondering. Bestaande uitsluitingszones rond radio-astronomiestations worden in acht genomen. |
1 juli 2014 |
64 |
8 500 -10 600 MHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
30 dBm e.i.r.p. [3] |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor tankniveausondering [c]. |
1 juli 2014 |
65 |
17,1-17,3 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
26 dBm e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op terrestrische systemen. |
1 juli 2014 |
66 |
24,05-24,075 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
67 |
24,05-26,5 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
26 dBm/50 MHz piek-e.i.r.p. en -14 dBm/MHz gemiddelde e.i.r.p. |
Vereisten betreffende automatische vermogensregeling en antennes alsmede technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. [8], [10] |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor niveausondering. Bestaande uitsluitingszones rond radio-astronomiestations worden in acht genomen. |
1 juli 2014 |
68 |
24,05-27 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
43 dBm e.i.r.p. [3] |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor tankniveausondering [c]. |
1 juli 2014 |
69a |
24,075-24,15 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
100 mW e.i.r.p. |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op terrestrische voertuigradars. |
1 juli 2014 |
69b |
24,075-24,15 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
0,1 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
70a |
24,15-24,25 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
70b |
24,15-24,25 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
74a |
57-64 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.i.r.p. en een maximaal zendvermogen van 10 dBm |
|
|
1 januari 2020 |
74b |
57-64 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
43 dBm e.i.r.p. [3] |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor tankniveausondering [c]. |
1 juli 2014 |
74c |
57-64 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
35 dBm/50 MHz piek-e.i.r.p. en -2 dBm/MHz gemiddelde e.i.r.p. |
Vereisten betreffende automatische vermogensregeling en antennes alsmede technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7] [8], [10]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor niveausondering. |
1 juli 2014 |
75 |
57-71 GHz |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
40 dBm e.i.r.p. en 23 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Vaste installaties buitenshuis zijn niet toegestaan. |
1 januari 2020 |
75a |
57-71 GHz |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
40 dBm e.i.r.p., 23 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid en maximaal zendvermogen 27 dBm aan antennepoort of -poorten |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
|
1 januari 2020 |
75b |
57-71 GHz |
Breedbanddatatransmissieapparatuur |
55 dBm e.i.r.p., 38 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid en zendantenneversterking ≥ 30 dBi |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op vaste installaties buitenshuis. |
1 januari 2020 |
76 |
61-61,5 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
77 |
63,72-65,88 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
40 dBm e.i.r.p. |
Er zijn grandfatheringbepalingen van toepassing op telematica-apparaten voor vervoer en verkeer die vóór 1 januari 2020 in de handel zijn gebracht, wat betekent dat deze het voorgaande frequentiebereik 63-64 GHz mogen gebruiken; voor de rest gelden dezelfde voorwaarden. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen voor communicatie tussen voertuig en voertuig, voertuig en infrastructuur alsmede infrastructuur en voertuig. |
1 januari 2020 |
78a |
75-85 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
34 dBm/50 MHz piek-e.i.r.p. en -3 dBm/MHz gemiddelde e.i.r.p. |
Vereisten betreffende automatische vermogensregeling en antennes alsmede technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7], [8], [10]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor niveausondering. Bestaande uitsluitingszones rond radio-astronomiestations worden in acht genomen. |
1 juli 2014 |
78b |
75-85 GHz |
Apparatuur voor radiodeterminatie |
43 dBm e.i.r.p. [3] |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op radar voor tankniveausondering [c]. |
1 juli 2014 |
79a |
76-77 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
55 dBm piek-e.i.r.p. en 50 dBm gemiddelde e.i.r.p. en 23,5 dBm gemiddelde e.i.r.p. voor gepulseerde radarsystemen |
Vereisten betreffende technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken zijn van toepassing [7]. Vaste vervoersinfrastructuurradars moeten van het scanningtype zijn teneinde de detectietijd te beperken en te zorgen voor een minimale stille tijd, waardoor co-existentie met radarsystemen voor motorvoertuigen gewaarborgd. |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op terrestrische voertuig- en infrastructuursystemen. |
1 juni 2020 |
79b |
76-77 GHz |
Telematica-apparatuur voor vervoer en verkeer |
30 dBm piek-e.i.r.p. en 3 dBm/MHz gemiddelde spectrale vermogensdichtheid |
Maximale duty cycle: ≤ 56 %/s |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op obstakeldetectiesystemen in draagschroefvliegtuigen [4]. |
1 januari 2018 |
80a |
122-122,25 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
10 dBm/250 MHz e.i.r.p. en -48 dBm/MHz op 30° elevatie |
|
|
1 januari 2018 |
80b |
122,25-123 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 januari 2018 |
81 |
244-246 GHz |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juli 2014 |
In tabel 2 genoemde toepassingen en apparatuur:
[a] |
“Meetapparatuur”: radioapparatuur die deel uitmaakt van bidirectionele radiocommunicatiesystemen waarmee monitoring op afstand, meting en datatransmissie in intelligente netinfrastructuren, zoals elektriciteit, gas en water kunnen worden verricht. |
[b] |
“Sociale alarmsystemen”: betrouwbare radiocommunicatiesystemen waarmee een persoon in nood binnen een beperkt gebied met behulp van een eenvoudige handeling een verzoek om hulp kan uitzenden. Sociale alarmsystemen worden vaak gebruikt om ouderen en gehandicapten te helpen. |
[c] |
“Radar voor tankniveausondering” of “TLPR”: een specifieke toepassing van radiodeterminatie die wordt gebruikt om het tankniveau te meten. TLPR is geïnstalleerd in tanks van metaal of gewapend beton of soortgelijke structuren die gemaakt zijn van materiaal met een vergelijkbare dempende werking. De tank heeft tot doel een stof te bevatten. |
[d] |
“Apparatuur voor modelbesturing”: een specifiek type radioapparatuur voor afstandsbesturing en telemetrie die gebruikt wordt om de beweging van modellen te besturen (hoofdzakelijk miniatuurvoertuigen) in de lucht, aan land of boven of onder het wateroppervlak. |
[e] |
Een alarmsysteem is een apparaat waarvan de belangrijkste functie erin bestaat door middel van radiocommunicatie een alarm te melden aan een systeem of een persoon op een locatie op afstand wanneer een probleem of een specifieke situatie zich voordoet. Tot draadloze alarmen behoren sociale alarmsystemen en beveiligings- en veiligheidsalarmen. |
[f] |
Systemen voor netwerken van in- of uitwendig gedragen medische apparatuur (medical body area network systems — MBANS) worden gebruikt voor de verzameling van medische gegevens en zijn bestemd voor draadloze netwerkverbindingen met een laag vermogen voor uiteenlopende op het lichaam gedragen sensoren en/of actuatoren en een hubapparaat dat op/rond het menselijk lichaam wordt geplaatst. |
[g] |
Een netwerktoegangspunt in een datanetwerk is een vast terrestrisch korteafstandsapparaat dat fungeert als een aansluitpunt tussen de andere korteafstandsapparaten in het datanetwerk en onderhoudsplatforms buiten dat datanetwerk. De term “datanetwerk” verwijst naar verschillende korteafstandsapparaten, met inbegrip van het netwerktoegangspunt, de netwerkcomponenten en de draadloze verbindingen daartussen. |
[h] |
Draadloze medische capsule-endoscopie wordt gebruikt voor het verkrijgen van medische gegevens ten behoeve van gebruik in medische artsen-patiëntscenario’s waarbij beelden van het menselijke spijsverteringkanaal worden verkregen. |
[i] |
Toepassingen betreffende slimme tachografen, gewichten en afmetingen worden gedefinieerd als het op afstand handhaven van de tachograaf in aanhangsel 14 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 (2) van de Commissie en voor de gewichten en afmetingen in artikel 10 quinquies van Richtlijn 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
[j] |
Omsloten NMR-sensoren zijn toestellen waarbij het onderzochte materiaal/voorwerp in de behuizing van het NMR-apparaat wordt geplaatst. NMR-technieken maken gebruik van NMR-bekrachtiging en de respons van de magnetische veldsterkte van een te testen materiaal/voorwerp om informatie over materiaaleigenschappen te verzamelen op basis van de resonantiefrequentie-responsen van de isotopen van atomen. Systemen voor NMR-beeldvorming en kernspintomografie vallen hier niet onder. |
Andere in tabel 2 bedoelde technische voorschriften en verduidelijkingen:
[1] |
In band 20 zijn hogere veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing voor inductieve toepassingen. |
[2] |
In de banden 22, 24, 25, 27a en 28 zijn hogere veldsterktes en aanvullende gebruiksvoorwaarden van toepassing voor inductieve toepassingen. |
[3] |
Het maximale vermogen geldt in een afgesloten tank en komt overeen met een spectrale dichtheid van -41,3 dBm/MHz e.i.r.p. buiten een testtank met een inhoud van 500 l. |
[4] |
De lidstaten kunnen uitsluitingszones of equivalente maatregelen vaststellen waarin het obstakeldetectiesysteem van draagschroefvliegtuigen niet mag worden gebruikt om de radioastronomiedienst of andere nationale toepassingen te beschermen. Draagschroefvliegtuigen worden gedefinieerd overeenkomstig EASA CS-27 en CS-29 (respectievelijk JAR-27 en JAR-29 voor eerdere certificeringen). |
[5] |
Apparaten voeren het hele frequentiebereik uit op basis van een afstemmingsband. |
[6] |
RFID-tags reageren op een zeer laag vermogen (-20 dBm e.r.p.) in een frequentiebereik rond de RFID-leeskanalen en moeten voldoen aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU. |
[7] |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een passend prestatieniveau om te voldoen aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU, zijn verplicht. Indien relevante technieken worden beschreven in geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referenties zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie op grond van Richtlijn 2014/53/EU, moet ervoor worden gezorgd dat de prestaties ten minste gelijkwaardig zijn aan deze technieken. |
[8] |
Vereisten betreffende antennes met een passend prestatieniveau om te voldoen aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU, zijn verplicht. Indien relevante beperkingen worden beschreven in geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referenties zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie op grond van Richtlijn 2014/53/EU, moet ervoor worden gezorgd dat de prestaties ten minste gelijkwaardig zijn aan deze beperkingen. |
[9] |
Vereisten met betrekking tot het transmissiemasker met een passend prestatieniveau om te voldoen aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU, zijn verplicht. Indien relevante beperkingen worden beschreven in geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referenties zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie op grond van Richtlijn 2014/53/EU, moet ervoor worden gezorgd dat de prestaties ten minste gelijkwaardig zijn aan deze beperkingen. |
[10] |
Vereisten betreffende automatische vermogensregeling met een passend prestatieniveau om te voldoen aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU, zijn verplicht. Indien relevante beperkingen worden beschreven in geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referenties zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie op grond van Richtlijn 2014/53/EU, moet ervoor worden gezorgd dat de prestaties ten minste gelijkwaardig zijn aan deze beperkingen. |
(1) Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 van de Commissie van 18 maart 2016 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de eisen voor de constructie, het testen, de installatie, de exploitatie en de reparatie van tachografen en tachograafonderdelen (PB L 139 van 26.5.2016, blz. 1).
(3) Richtlijn (EU) 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 115 van 6.5.2015, blz. 1).