4.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 25/18


BESLUIT (GBVB) 2022/154 VAN DE RAAD

van 3 februari 2022

tot wijziging van Besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 januari 2011 heeft de Raad Besluit 2011/72/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Uit een evaluatie van Besluit 2011/72/GBVB is gebleken dat moet worden vastgesteld onder welke voorwaarden het mogelijk is de tegoeden van een overleden persoon bevroren te houden.

(3)

Besluit 2011/72/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Besluit 2011/72/GBVB worden de volgende leden ingevoegd:

“2 bis.   Onverminderd artikel 5, geldt in geval van overlijden van een in de bijlage vermelde persoon het volgende:

a)

indien die persoon bij leven strafrechtelijk werd veroordeeld voor het verduisteren van overheidsmiddelen, blijven de tegoeden en economische middelen die aan die persoon toebehoorden, eigendom van die persoon waren, in het bezit van die persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden bevroren totdat gerechtelijke bevelen tot terugvordering van de verduisterde overheidsmiddelen en tot betaling van boeten zijn uitgevoerd;

b)

indien die persoon bij leven niet strafrechtelijk werd veroordeeld voor het verduisteren van overheidsmiddelen, blijven de tegoeden en economische middelen die aan die persoon toebehoorden, eigendom van die persoon waren, in het bezit van die persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden gedurende een redelijke termijn bevroren, onverminderd lid 4. Indien er binnen deze termijn een civielrechtelijke of administratieve vordering tot terugvordering van verduisterde overheidsmiddelen wordt ingesteld, blijven de tegoeden en economische middelen die toebehoorden aan of eigendom waren, in bezit waren of onder zeggenschap stonden van die persoon bevroren totdat deze vordering is afgewezen of, indien deze wordt toegewezen, totdat het gerechtelijk bevel tot terugvordering van de verduisterde middelen is uitgevoerd.

2 ter.   Indien de Raad vaststelt dat niet langer wordt voldaan aan de in lid 2 bis genoemde voorwaarden voor handhaving van de bevriezing van tegoeden en economische middelen die toebehoorden aan of eigendom waren, in het bezit waren of onder zeggenschap stonden van de overleden persoon, brengt de Raad de nodige wijzigingen aan in de lijst in de bijlage.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 3 februari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)  Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 28 van 2.2.2011, blz. 62).