8.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 393/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1926 VAN DE COMMISSIE

van 5 november 2021

tot erkenning van de door het Verenigd Koninkrijk verrichte controles met betrekking tot de naleving van de handelsnormen voor groenten en fruit en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 91, punt f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (2) kan de Commissie op verzoek van een derde land de controles met betrekking tot de naleving van handelsnormen erkennen die door dat derde land vóór invoer in de Unie worden verricht.

(2)

Naar aanleiding van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie op 1 februari 2020 en met het oog op het verstrijken op 31 december 2020 van de overgangsperiode waarin was voorzien in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Terugtrekkingsakkoord” genoemd), had het Verenigd Koninkrijk de Commissie verzocht de controles met betrekking tot de naleving van specifieke handelsnormen die het Verenigd Koninkrijk vóór invoer in de Unie verricht, te erkennen. Meer bepaald had het Verenigd Koninkrijk zich ertoe verbonden om na afloop van de overgangsperiode aan de voorschriften voor het in de handel brengen van groenten en fruit te voldoen en had het de in artikel 15, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde officiële autoriteit en controle-instanties aangewezen.

(3)

Op basis daarvan zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2102 van de Commissie (3) de door het Verenigd Koninkrijk verrichte controles met betrekking tot de naleving van de handelsnormen voor groenten en fruit erkend, is de officiële autoriteit vastgesteld onder verantwoordelijkheid waarvan die controles worden verricht, alsmede de controle-instanties die belast zijn met de uitvoering van de adequate controles in Groot-Brittannië, en is het Verenigd Koninkrijk met een voetnoot opgenomen in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011.

(4)

Hoewel Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 overeenkomstig artikel 6, lid 3, en artikel 7, lid 1, van het Terugtrekkingsakkoord en artikel 5, lid 4, en artikel 13, lid 1, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij dat akkoord, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland, is in artikel 7, lid 3, eerste alinea, van dat protocol bepaald dat met betrekking tot de erkenning in een lidstaat van door de autoriteiten van een andere lidstaat of door een in een andere lidstaat gevestigde instantie afgegeven of uitgevoerde technische voorschriften, beoordelingen, registraties, certificaten, goedkeuringen en vergunningen, verwijzingen naar lidstaten in bepalingen van het recht van de Unie die krachtens dat protocol van toepassing zijn geworden, niet zodanig mogen worden gelezen dat ten aanzien van door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk of door een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde instantie afgegeven of uitgevoerde technische voorschriften, beoordelingen, registraties, certificaten, goedkeuringen en vergunningen, het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland daaronder valt. Bijgevolg moeten de controles met betrekking tot de naleving van de handelsnormen die worden verricht door de controle-instantie voor Noord-Ierland, worden beschouwd als door een derde land verrichte controles, onverminderd artikel 7, lid 3, vierde alinea, van dat protocol.

(5)

Daarom moet de Commissie ook de met de adequate controles voor Noord-Ierland belaste controle-instantie vaststellen, zoals die op 9 april 2020 door het Verenigd Koninkrijk is aangemeld, en de tekst met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 verduidelijken.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2102 worden ingetrokken.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Erkenning van normcontroles

De door het Verenigd Koninkrijk vóór invoer in de Unie verrichte controles met betrekking tot de naleving van de handelsnormen voor groenten en fruit worden erkend.

Artikel 2

Officiële autoriteit en controle-instanties

1.   De in artikel 15, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde officiële autoriteit van het Verenigd Koninkrijk onder verantwoordelijkheid waarvan de in artikel 1 van deze verordening bedoelde controles worden verricht, is de “Secretary of State for the Department for Environment, Food & Rural Affairs”.

2.   De controle-instanties van het Verenigd Koninkrijk die met de uitvoering van de adequate controles belast zijn in de zin van artikel 15, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, zijn “Horticulture Marketing Inspectorate” voor Engeland en Wales, “Scottish Government’s Horticulture and Marketing Unit” voor Schotland en “Department of Agriculture, Environment and Rural Affairs” voor Noord-Ierland.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2102 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2102 van de Commissie van 15 december 2020 tot erkenning van de door het Verenigd Koninkrijk verrichte controles met betrekking tot de naleving van de handelsnormen voor groenten en fruit en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 425 van 16.12.2020, blz. 84).


BIJLAGE

“BIJLAGE IV

Derde landen waarvan de normcontroles zijn erkend op grond van artikel 15, en de betrokken producten

Land

Producten

Zwitserland

Verse groenten en fruit

Marokko

Verse groenten en fruit

Zuid-Afrika

Verse groenten en fruit

Israël (*1)

Verse groenten en fruit

India

Verse groenten en fruit

Nieuw-Zeeland

Appelen, peren en kiwi’s

Senegal

Verse groenten en fruit

Kenia

Verse groenten en fruit

Turkije

Verse groenten en fruit

Verenigd Koninkrijk

Groot-Brittannië

Noord-Ierland (*2)

Verse groenten en fruit

”.

(*1)  De erkenning door de Commissie krachtens artikel 15 betreft groenten en fruit van oorsprong uit de Staat Israël, met uitsluiting van de gebieden die sinds juni 1967 onder Israëlisch bestuur staan, namelijk de Golanhoogte, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever.

(*2)  Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig artikel 6, lid 3, en artikel 7, lid 1, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en artikel 5, lid 4, en artikel 13, lid 1, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij dat protocol, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld. Toch worden, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van dat protocol, met betrekking tot de erkenning in een lidstaat van door de autoriteiten van een andere lidstaat of door een in een andere lidstaat gevestigde instantie afgegeven of uitgevoerde technische voorschriften, beoordelingen, registraties, certificaten, goedkeuringen en vergunningen, verwijzingen naar lidstaten in bepalingen van het recht van de Unie die krachtens dat protocol van toepassing zijn geworden, niet zodanig gelezen dat ten aanzien van door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk of door een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde instantie afgegeven of uitgevoerde technische voorschriften, beoordelingen, registraties, certificaten, goedkeuringen en vergunningen, het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland daaronder valt.