27.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 380/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1880 VAN DE COMMISSIE

van 26 oktober 2021

tot rectificatie van de Poolse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPEASE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (1), en met name artikel 11, lid 6,

Gezien Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (“de luchtvaartnavigatiedienstenverordening”) (2), en met name artikel 15, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Poolse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 (3) van de Commissie bevat fouten die een invloed hebben op de reikwijdte van de volgende bepalingen: in artikel 14, lid 1, eerste zin, en artikel 15, lid 1, eerste zin, met betrekking tot de criteria om de samenhang van de prestatiedoelstellingen te beoordelen; in artikel 21, lid 3, met betrekking tot de voorwaarde voor de instelling van een specifieke terminalheffingszone; in artikel 22, lid 5, derde alinea, inleidende zin, betreffende de heffingszones waarvoor de bepaalde kosten worden omschreven; in artikel 22, lid 7, tweede zin, met betrekking tot de verplichting voor de nationale toezichthoudende autoriteiten om de relevante boekhoudkundige documenten te onderzoeken; In bijlage I, afdeling 1, punt 2.1, c), punt 2.2, a) iii), en punt 2.2, b), iv), met betrekking tot de punten van binnenkomst of vertrek die worden gebruikt voor de berekening van indicatoren voor vluchten die vertrekken of aankomen op een luchthaven buiten het Europees luchtruim; in bijlage I, afdeling 1, punt 3.1, b), met betrekking tot de definitie van “berekende vertrektijd”; in bijlage I, afdeling 2, punt 1.2, d), met betrekking tot het luchtruim waarvoor het aantal schendingen van de separatieminima wordt berekend; in bijlage I, afdeling 2, punt 2.1, b), en punt 2.2, b), iii), met betrekking tot de definitie van het “en-routedeel”; in bijlage II, punt 3.3, e), bijlage IV, punt 2.1, d, iii), bijlage VII, tabel 1, punten 3 en 3.4, bijlage VII, punt 2.1, i), en bijlage XI, punt 1.2, f), met betrekking tot de berekening van de kapitaalkosten; in bijlage IV, punt 1.3 met betrekking tot de referentiewaarden; in bijlage VI, punten 1.2, d), en 2.1, d), met betrekking tot de draagwijdte van de rapportageverplichtingen inzake tendensen; in bijlage VI, punt 2.1, a), tweede alinea, met betrekking tot het type gegevens waarvoor een uitzondering geldt; in bijlage XIII, punt 1.1, a), met betrekking tot de referentiewaarden die als basis voor de pivotwaarde fungeert; alsmede in bijlage XIII, punt 2.1, a), eerste alinea, en punt 2.1, b), eerste alinea, met betrekking de voorwaarde voor de berekening van het financiële voor- en nadeel.

(2)

De Poolse taalversie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 moet daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 PB L 56 van 25.2.2019, blz. 1).