22.10.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 374/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1848 VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2021
betreffende de aanwijzing van een vervanging voor de euro overnight index average benchmark
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1011 (1) van het Europees Parlement en de Raad, en met name artikel 23 ter, lid 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De euro overnight index average (EONIA) is een cruciale benchmark die de rente op ongedekte overnight leningstransacties in euro weergeeft. EONIA wordt gebruikt in de context van overnight indexswaps en van een breed scala aan andere producten. Hij is van essentieel belang voor afwikkeling in contanten, en uiterst relevant voor andere doeleinden zoals verschillende waarderingsprocedures die worden toegepast in het kader van onderpand- en risicobeheer of accounting. |
(2) |
De oorspronkelijke methodologie voor de berekening van EONIA was gebaseerd op gegevens van deelnemende panelbanken. In februari 2018 kondigde het European Money Market Institute (EMMI) als beheerder van EONIA aan dat het voor EONIA niet haalbaar was om aan Verordening (EU) 2016/1011 te voldoen op het moment dat de eruit voortvloeiende verplichtingen van toepassing worden. Daarom zijn het EMMI en de financiële sector begonnen met de gecontroleerde afwikkeling van EONIA. Op 13 september 2018 beval de werkgroep risicovrije euroreferentierentes (Working group on euro risk-free rates) de kortetermijnrente voor de euro (EURSTR) aan als in euro luidende risicovrije rente ter vervanging van EONIA. Op 14 maart 2019 publiceerde de werkgroep ook aanbevelingen voor een transitie van EONIA naar EURSTR, die onder andere voorzagen in een fase waarin de methodologie voor de berekening van EONIA zou worden gewijzigd en op EURSTR zou worden gebaseerd, alsook in een methode voor de vaststelling van de aanpassing van de spread tussen EURSTR en EONIA. |
(3) |
Naar aanleiding van deze aanbevelingen berekende de Europese Centrale Bank (ECB) op 31 mei 2019 een eenmalige spread tussen EONIA en EURSTR die op 8,5 basispunten werd vastgesteld. Op diezelfde dag kondigde het EMMI aan dat EONIA vanaf 3 januari 2022 wordt stopgezet. In de transitieperiode publiceerde het EMMI een herziene methodologie voor EONIA volgens welke EONIA gelijk is aan EURSTR zoals gepubliceerd door de ECB, vermeerderd met de eenmalige spreadaanpassing van 8,5 basispunten. Die herziene methodologie is van toepassing vanaf 2 oktober 2019 tot de stopzetting ervan op 3 januari 2022. Op 11 december 2019 kreeg het EMMI de toestemming van de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) voor de verlening en het beheer van EONIA overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1011, waardoor EONIA kon worden gebruikt tot de stopzetting ervan op 3 januari 2022. |
(4) |
Ondanks de vroegtijdige aankondiging van de stopzetting van het EONIA-tarief met ingang van 3 januari 2022 en de vroegtijdige aanbevelingen van de sector om EONIA-tarieven te vervangen door EURSTR, met name voor contracten die aflopen na die datum, verwijst in een aantal lidstaten nog een groot volume aan uitstaande contracten en financiële instrumenten naar EONIA. EONIA speelt bijgevolg nog steeds een cruciale rol voor de financiële markten in de Europese Unie. Voorts bevatten dergelijke contracten en financiële instrumenten vanwege de consensusvorming tussen deskundigen en de sector over het passende transitietraject doorgaans geen passende terugvalbepalingen die betrekking hebben op de definitieve stopzetting van EONIA. De stopzetting van EONIA kan bijgevolg aanzienlijke ontwrichtende gevolgen hebben voor die contracten en financiële instrumenten. |
(5) |
EONIA is krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2019/482 van de Commissie (2) aangewezen als een cruciale benchmark. Verordening (EU) 2021/168 van het Europees Parlement en de Raad (3), waarbij artikel 23 ter in Verordening (EU) 2016/1011 is ingevoerd, heeft de Europese Commissie de bevoegdheid verleend om een of meer vervangingen aan te wijzen voor een cruciale benchmark indien alle voorwaarden van artikel 23 ter van Verordening (EU) 2016/1011 zijn vervuld. De verklaring van het EMMI van 31 mei 2019 waarin het de stopzetting van EONIA aankondigde en meedeelde dat er op het moment van het uitgaan van de verklaring geen opvolger-beheerder was die die benchmark verder zou blijven aanbieden, voldoet aan de voorwaarde van artikel 23 ter, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2016/1011. |
(6) |
Voorts blijkt uit door leden van de werkgroep risicovrije euroreferentierentes meegedeelde gegevens dat er, per 9 juli 2021, in de hele Unie nog duizenden derivatencontracten met directe EONIA-blootstellingen en zekerheidsovereenkomsten in omloop waren die refereren aan EONIA als rente voor zakelijke zekerheden. Beide referenties zijn reeds goed voor een totale notionele waarde van meerdere biljoenen euro. Diezelfde leden gaven ook aan dat zij hun heronderhandelingen gemiddeld voor minder dan de helft van de contracten die refereren aan EONIA, konden afronden. Deze cijfers wijzen erop dat de individuele heronderhandeling over alle resterende EONIA-referenties een grote uitdaging zal blijven voor overeenkomstsluitende partijen in de Unie, en met name voor de onder toezicht staande entiteiten. Zonder transitie naar een aangewezen vervanging voor een benchmark voor dergelijke contracten is er een ernstig risico op niet-naleving van contracten. Hoewel verdere actieve inspanningen worden verwacht van leden uit de sector om alle contracten en financiële instrumenten die nog refereren aan EONIA aan te passen naar EURSTR tegen het ogenblik dat EONIA wordt stopgezet, moet een vervanging voor referenties aan EONIA een dergelijk risico, dat in het bijzonder klanten kan treffen die overnight indexswaps sluiten om het renterisico af te dekken, bijgevolg beperken. |
(7) |
De door de deskundigenwerkgroep uitgevoerde raadplegingen resulteerden in een voorlopige beoordeling van de belangrijke rol van EONIA op de financiële markten van de Unie. Uit deze raadplegingen van de deskundigenwerkgroep bleek dat het gebrek aan een geharmoniseerde aanpak aanleiding zou geven tot rechtsonzekerheid, wat tot geschillen en verstoringen kan leiden. Daarnaast deed de werkgroep risicovrije euroreferentierentes de Commissie op 15 juli 2021 een formele brief toekomen waarin zij de Commissie oproept snel een wettelijke vervanging voor EONIA aan te wijzen. Het is derhalve wenselijk dat de Commissie een wettelijke vervanging voor EONIA aanwijst die moet worden gebruikt in alle contracten en financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) die geen of geen geschikte terugvalbepalingen bevatten. |
(8) |
Uit raadplegingen in het kader van de werkgroep risicovrije euroreferentierentes bleek ook dat de vervanging van referenties aan EONIA in contracten door middel van contractuele heronderhandeling vaak werd belemmerd door het volume van contracten die aflopen na de einddatum van EONIA (3 januari 2022) en door de moeilijkheid om in elk individueel contract instemming van alle partijen te krijgen. Dit verklaart de hoeveelheid contracten die nog aan EONIA refereren. Gelet op deze situatie en rekening houdend met de gegevens die door de leden van de werkgroep risicovrije euroreferentierentes zijn meegedeeld, moet worden gewaarborgd dat contracten of financiële instrumenten die nog aan EONIA refereren, vanaf de datum van stopzetting ervan onder deze uitvoeringsverordening en onder de maatregel betreffende de wettelijke vervanging vallen. |
(9) |
Met de aankondiging op 31 mei 2019 van de stopzetting van de publicatie van EONIA vanaf 3 januari 2022 kondigde het EMMI wijzigingen aan in de methodologie van EONIA om de verdere naleving van Verordening (EU) 2016/1011 en een vlotte transitie naar de definitieve stopzetting van EONIA te waarborgen. Deze gewijzigde EONIA-methodologie is van toepassing sinds 2 oktober 2019 en koppelt de berekening van EONIA rechtstreeks aan de ontwikkeling van EURSTR, ervan uitgaande dat EONIA gelijk is aan EURSTR vermeerderd met een vaste spreadaanpassing op basis van de door de ECB berekende spread. De toevoeging van een vaste spreadaanpassing beperkt de economische impact van de aanwijzing van EURSTR als wettelijke vervanging voor EONIA in alle contracten die aflopen na de einddatum van EONIA (3 januari 2022). |
(10) |
In de formele brief van de werkgroep risicovrije euroreferentierentes van 15 juli 2021 wordt specifiek verzocht de wettelijke vervanging van EONIA te baseren op EURSTR, vermeerderd met de bestaande vaste spreadaanpassing tussen EONIA en EURSTR, om waardeoverdracht tijdens de transitie te vermijden. Het is wenselijk dat de wettelijke vervanging voor EONIA de aanbevelingen van de betrokken werkgroep risicovrije euroreferentierentes weergeeft en bijgevolg gebaseerd is op EURSTR vermeerderd met de door de ECB berekende vaste spreadaanpassing. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 23 ter, punt 3, van Verordening (EU) 2016/1011 vervangt een vervanging voor EONIA van rechtswege alle referenties aan die benchmark in alle contracten en financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU die geen of geen geschikte terugvalbepalingen bevatten. Die vervanging is bijgevolg niet van toepassing op contracten die met succes zijn heronderhandeld in het licht van de stopzetting van EONIA, zoals bepaald in artikel 23 ter, punt 11, van Verordening (EU) 2016/1011. |
(12) |
Aangezien EONIA vanaf 3 januari 2022 niet langer wordt gepubliceerd, moet het aangewezen vervangingstarief de referenties aan EONIA vanaf die datum vervangen. |
(13) |
De FSMA, als toezichthouder van de beheerder van EONIA, en de ECB, als centrale bank die verantwoordelijk is voor het valutagebied van EONIA, hebben hun advies over deze verordening uitgebracht. |
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vervanging van EONIA
1. De kortetermijnrente voor de euro (EURSTR) zoals gepubliceerd door de Europese Centrale Bank is aangewezen als vervangingstarief voor de euro overnight index average (EONIA) in referenties aan EONIA in alle contracten en financiële instrumenten als bedoeld in Richtlijn 2014/65/EU.
2. De vaste spreadaanpassing die aan het krachtens lid 1 aangewezen vervangingstarief wordt toegevoegd, is gelijk aan 8,5 basispunten.
3. De vervangingstarieven voor EONIA worden aangewezen overeenkomstig onderstaande tabel:
Vervangen benchmark |
Vervangingstarief |
Waarde van de spreadaanpassing (%) |
EONIA ISIN EU0009659945 |
Kortetermijnrente voor de euro (EURSTR) ISIN EU000A2X2A25 |
0,085 |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 3 januari 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/482 van de Commissie van 22 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1368 tot vaststelling van een lijst van op financiële markten gebruikte cruciale benchmarks op grond van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 82 van 25.3.2019, blz. 26).
(3) Verordening (EU) 2021/168 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 wat betreft de vrijstelling van bepaalde benchmarks voor contante wisselkoersen van valuta’s van derde landen en de aanwijzing van vervangingen voor bepaalde benchmarks die worden stopgezet, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 49 van 12.2.2021, blz. 6).
(4) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (Voor de EER relevante tekst) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).