2.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 277/18


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1257 VAN DE COMMISSIE

van 21 april 2021

tot wijziging van Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2017/2358 en Verordening (EU) 2017/2359 wat betreft de integratie van duurzaamheidsfactoren, -risico’s en -voorkeuren in de vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs en in de regels inzake bedrijfsvoering en beleggingsadvies voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (1), en met name artikel 25, lid 2, artikel 28, lid 4, en artikel 30, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De transitie naar een koolstofarme, duurzamere, meer hulpbronnenefficiënte en circulaire economie in lijn met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) is van cruciaal belang om het concurrentievermogen van de economie van de Unie op lange termijn te waarborgen. In 2016 heeft de Unie de Overeenkomst van Parijs (2) afgesloten. In artikel 2, lid 1, onder c), van de Overeenkomst van Parijs wordt als doelstelling gesteld om de reactie op de dreiging van klimaatverandering te versterken, onder meer door geldstromen in lijn te brengen met een traject naar broeikasgasarme emissies en klimaatbestendige ontwikkeling.

(2)

In het licht van die uitdaging is de Commissie in december 2019 met de Europese Green Deal (3) gekomen. De Green Deal is een nieuwe groeistrategie die de Unie moet omvormen tot een eerlijke en welvarende samenleving met een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie, waar vanaf 2050 netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten en de economische groei is losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen. Om die doelstelling te verwezenlijken, moeten beleggers duidelijke signalen krijgen wat betreft hun beleggingen, om gestrande activa te vermijden en duurzame financiering op te halen.

(3)

In maart 2018 is de Commissie met haar actieplan “Duurzame groei financieren” gekomen (4), waarin zij een ambitieuze en brede strategie voor een duurzaam geldwezen uittekent. Een van de doelstellingen uit dat actieplan is het heroriënteren van kapitaalstromen in de richting van duurzame beleggingen om zo duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen.

(4)

Een correcte uitvoering van het Actieplan stimuleert de vraag van beleggers naar duurzame beleggingen. Daarom moet worden verduidelijkt dat duurzaamheidsfactoren en duurzaamheidsvoorkeuren in aanmerking dienen te worden genomen binnen de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358 van de Commissie (5) uiteengezette vereisten inzake productgovernance.

(5)

Verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringsproducten ontwikkelen, moeten bij het productgoedkeuringsproces van elk verzekeringsproduct en bij de overige regelingen inzake productgovernance en -toezicht duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen voor elk verzekeringsproduct dat is bedoeld om te worden gedistribueerd aan klanten die naar producten met een duurzaamheidsprofiel op zoek zijn.

(6)

Aangezien de doelmarkt voldoende fijnmazig moet worden afgebakend, kan niet worden volstaan met een algemene verklaring dat een verzekeringsproduct een duurzaamheidsprofiel heeft. De verzekeringsonderneming of de verzekeringstussenpersoon die het verzekeringsproduct ontwikkelt, moet integendeel nader aangeven bij welke groep klanten met specifieke duurzaamheidsdoelstellingen het de bedoeling is dat het verzekeringsproduct wordt gedistribueerd.

(7)

Om ervoor te zorgen dat verzekeringsproducten met duurzaamheidsfactoren ook voor klanten die geen duurzaamheidsvoorkeur hebben, gemakkelijk beschikbaar blijven, hoeft van verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen die verzekeringsproducten ontwikkelen, niet te worden verlangd dat zij groepen klanten afbakenen voor wie het verzekeringsproduct niet verenigbaar is met hun behoeften, kenmerken en doelstellingen.

(8)

De duurzaamheidsfactoren van een verzekeringsproduct moeten transparant worden gepresenteerd zodat verzekeringsdistributeurs de betrokken informatie aan hun klanten of potentiële klanten kunnen verschaffen.

(9)

De effectbeoordeling op basis waarvan nadien wetgevingsinitiatieven zijn genomen, is in mei 2018 gepubliceerd (6) en liet zien dat er duidelijkheid moet komen over duurzaamheidsfactoren die verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, in het kader van hun verplichtingen ten aanzien van hun klanten en potentiële klanten in aanmerking moeten nemen.

(10)

Om een hoog niveau van beleggersbescherming aan te houden, moeten verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, bij het bepalen van de soorten belangenconflicten die de belangen van een klant of potentiële klant kunnen schaden, ook die soorten belangenconflicten opnemen die kunnen ontstaan doordat de duurzaamheidsvoorkeuren van een klant worden opgenomen. Bij bestaande klanten voor wie een geschiktheidsbeoordeling al is uitgevoerd, moeten verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen de mogelijkheid krijgen om de individuele duurzaamheidsvoorkeuren van de klant in kaart te brengen bij de volgende regelmatige bijwerking van de bestaande geschiktheidsbeoordeling.

(11)

Verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die advies verlenen over verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten, moeten hun klanten of potentiële klanten verzekeringsgebaseerde producten kunnen aanbevelen en moeten dus vragen kunnen stellen om individuele duurzaamheidsvoorkeuren van een klant in kaart te kunnen brengen. Overeenkomstig de verplichting om distributieactiviteiten in overeenstemming met het beste belang van klanten uit te voeren, moeten aanbevelingen aan klanten of potentiële klanten zowel de financiële doelstellingen als duurzaamheidsvoorkeuren tot uiting brengen die door deze klanten zijn geformuleerd. Daarom moet worden verduidelijkt dat de integratie van duurzaamheidsfactoren in het adviesproces niet mag leiden tot prakijken van mis-selling of tot de foutieve voorstelling dat verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten duurzaamheidsvoorkeuren vervullen wanneer dat niet het geval is. Om dergelijke praktijken of foutieve voorstellingen te vermijden, moeten verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die advies verlenen over verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten, allereerst andere beleggingsdoelstellingen en individuele omstandigheden van een klant of potentiële klant nagaan voordat zij naar haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren vragen.

(12)

Tot dusver zijn verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten ontwikkeld met een uitlopend ambitieniveau wat betreft duurzaamheid. Om klanten of potentiële klanten inzicht te kunnen geven in die verschillende mate van duurzaamheid en om weloverwogen beleggingsbeslissingen in termen van duurzaamheid te kunnen nemen, moeten verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, het verschil uitleggen tussen, enerzijds, verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten die — geheel of ten dele — duurzame beleggingen nastreven in economische activiteiten die kwalificeren als ecologisch duurzaam in de zin van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad (7), duurzame investeringen in de zin van artikel 2, punt 17, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad (8) en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten die rekening houden met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren en in aanmerking kunnen komen om te worden aanbevolen als beantwoordend aan individuele duurzaamheidsvoorkeuren van klanten, en, anderzijds, andere verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten zonder die specifieke kenmerken die niet in aanmerking mogen komen om te worden aanbevolen aan de klanten of potentiële klanten die individuele duurzaamheidsvoorkeuren hebben.

(13)

De zorg moet worden weggenomen over “greenwashing”, met name de praktijk om een oneerlijk concurrentievoordeel te verkrijgen door een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct als milieuvriendelijk of duurzaam aan te bevelen, terwijl dat verzekeringsgebaseerde beleggingsproduct niet aan elementaire milieu- of andere duurzaamheidsnormen voldoet. Om mis-selling en greenwashing te voorkomen, mogen verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, geen verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten aanbevelen als zouden deze aan individuele duurzaamheidsvoorkeuren voldoen wanneer die producten niet aan die voorkeuren voldoen. Verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, moeten hun klanten of potentiële klanten uitleggen waarom zij dat niet doen en moeten die redenen documenteren.

(14)

Duidelijk moet worden gemaakt dat verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten die niet voor individuele duurzaamheidsvoorkeuren in aanmerking komen, nog steeds door verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, kunnen worden aanbevolen, maar niet als zouden deze aan individuele duurzaamheidsvoorkeuren voldoen. Om verdere aanbevelingen aan klanten of potentiële klanten te kunnen doen, moet de klant, wanneer verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten aan haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren voldoen, informatie over haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren kunnen aanpassen. Om mis-selling en greenwashing te voorkomen, moeten verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen die verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten distribueren, de beslissing van de klant, samen met de verklaring van de klant voor die aanpassing, documenteren.

(15)

De bepalingen van deze verordening houden nauw verband onderling en met die van Verordening (EU) 2019/2088, omdat daarmee een omvattend stelsel van rapportage van duurzaamheidsaspecten tot stand wordt gebracht. Om een coherente uitlegging en toepassing van deze bepalingen mogelijk te maken en om ervoor zorgen dat marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten, maar ook beleggers daarvan een goed begrip en daartoe gemakkelijke toegang krijgen, is het wenselijk deze in één enkele rechtshandeling op te nemen.

(16)

De Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2017/2358 en (EU) 2017/2359 van de Commissie (9) moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(17)

De bevoegde autoriteiten, verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen moeten voldoende tijd krijgen om zich aan de nieuwe vereisten uit deze verordening aan te passen. Daarom moet de toepassing ervan worden uitgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 4, lid 3, onder a), wordt punt i) vervangen door:

“i)

het neemt de doelstellingen, belangen en kenmerken van klanten in aanmerking, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen;”.

2.

De artikelen 5 en 6 worden vervangen door:

“Artikel 5

De doelmarkt

1.   Met het productgoedkeuringsproces wordt voor elk verzekeringsproduct de doelmarkt en de groep verenigbare klanten afgebakend. De doelmarkt wordt voldoende fijnmazig afgebakend, rekening houdende met de kenmerken, het risicoprofiel, de complexiteit en de aard van het verzekeringsproduct, alsmede de duurzaamheidsfactoren ervan zoals omschreven in artikel 2, punt 24, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

2.   Ontwikkelaars kunnen, met name waar het gaat om verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten, groepen klanten afbakenen voor wie het verzekeringsproduct in de regel niet verenigbaar is met hun behoeften, kenmerken en doelstellingen, behalve wanneer verzekeringsproducten rekening houden met de in lid 1 bedoelde duurzaamheidsfactoren.

3.   Ontwikkelaars ontwerpen en brengen alleen verzekeringsproducten op de markt die verenigbaar zijn met de behoeften, kenmerken en doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, van de tot de doelmarkt behorende klanten. Bij het beoordelen van de vraag of een verzekeringsproduct met een doelmarkt verenigbaar is, houden ontwikkelaars rekening met de mate waarin voor de tot die doelmarkt behorende klanten informatie beschikbaar is en met hun financiële geletterdheid.

4.   Ontwikkelaars zorgen ervoor dat het personeel dat betrokken is bij het ontwerp en de ontwikkeling van verzekeringsproducten over de nodige vaardigheden, kennis en deskundigheid beschikt om het verkochte product en de belangen, doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, en kenmerken van de tot de doelmarkt behorende klanten te kunnen begrijpen.

Artikel 6

Producttests

1.   Ontwikkelaars voeren passende tests uit voor hun verzekeringsproducten, met inbegrip van, voor zover relevant, scenarioanalyses, voordat ze dat product op de markt brengen of het significant wijzigen, of ingeval de doelmarkt ingrijpend is veranderd. Bij dat testen van producten wordt nagegaan of het verzekeringsproduct gedurende zijn hele levensduur voldoet aan de vastgestelde behoeften, doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, en kenmerken van de tot de doelmarkt behorende klanten. Ontwikkelaars testen hun verzekeringsproducten kwalitatief en, afhankelijk van het type en de aard van het verzekeringsproduct en het daaraan verbonden risico van schade voor klanten, kwantitatief.

2.   Ontwikkelaars brengen verzekeringsproducten niet op de markt indien uit de resultaten van de producttests blijkt dat de producten niet zijn afgestemd op de vastgestelde belangen, doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, en kenmerken van de doelmarkt.

(*1)  Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).”."

3.

In artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Ontwikkelaars monitoren door hen op de markt gebrachte producten voortdurend en evalueren deze op regelmatige basis, om gebeurtenissen op te sporen die wezenlijke invloed kunnen hebben op de belangrijkste kenmerken, de risicodekking of de garanties van die producten. Zij beoordelen of de verzekeringsproducten blijven beantwoorden aan de behoeften, kenmerken en doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, van de afgebakende doelmarkt en of die producten worden gedistribueerd op de doelmarkt dan wel klanten buiten de doelmarkt bereiken.”.

4.

In artikel 8 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Aan de hand van de in lid 2 genoemde informatie zijn verzekeringsdistributeurs in staat om:

a)

de verzekeringsproducten te begrijpen;

b)

inzicht te krijgen in de voor de verzekeringsproducten afgebakende doelmarkt;

c)

klanten te identificeren voor wie het verzekeringsproduct niet verenigbaar is met hun behoeften, kenmerken en doelstellingen, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen;

d)

voor de betrokken verzekeringsproducten distributieactiviteiten uit te voeren in overeenstemming met het beste belang van hun klanten, zoals verlangd in artikel 17, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/97.”.

5.

In artikel 10 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De regelingen voor productdistributie:

a)

zijn gericht op het voorkomen en limiteren van nadelige gevolgen voor de klant;

b)

ondersteunen een correct beheer van belangenconflicten;

c)

zorgen ervoor dat de doelstellingen, belangen en kenmerken van klanten, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, terdege in aanmerking worden genomen.”.

6.

Artikel 11 wordt vervangen door:

“Artikel 11

Informatieverschaffing aan de ontwikkelaar

Verzekeringsdistributeurs die tot de bevinding komen dat een verzekeringsproduct niet in overeenstemming is met de belangen, doelstellingen en kenmerken, met inbegrip van duurzaamheidsdoelstellingen, van de daarvoor afgebakende doelmarkt of die kennis krijgen van andere productgerelateerde omstandigheden die ongunstig kunnen uitwerken voor de klant, stellen de ontwikkelaar onverwijld daarvan in kennis en passen, waar nodig, hun distributiestrategie voor dat verzekeringsproduct aan.”.

Artikel 2

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2359

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2359 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 2 worden de volgende punten 4 en 5 toegevoegd:

“4.

“duurzaamheidsvoorkeuren”: de keuze van een klant of potentiële klant ten aanzien van de vraag of, en zo ja, in welke mate een of meer van de volgende financiële producten in haar of zijn beleggingsstrategie moet worden geïntegreerd:

a)

een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct waarvoor de klant of potentiële klant bepaalt dat een minimumpercentage moet worden belegd in ecologisch duurzame beleggingen in de zin van artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad (*2);

b)

een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct waarvoor de klant of potentiële klant bepaalt dat een minimumpercentage moet worden belegd in duurzame beleggingen in de zin van artikel 2, punt 17, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad (*3);

c)

een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct dat rekening houdt met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren waarbij de klant of potentiële klant de kwantitatieve of kwalitatieve elementen bepaalt waaruit moet blijken dat met die effecten rekening wordt gehouden;

5.

“duurzaamheidsfactoren”: duurzaamheidsfactoren in de zin van artikel 2, punt 24, van Verordening (EU) 2019/2088.

(*2)  Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13)."

(*3)  Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).”."

2.

In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Met het oog op het identificeren, overeenkomstig artikel 28 van Richtlijn (EU) 2016/97, van de soorten belangenconflicten die zich voordoen in de loop van het uitvoeren van verzekeringsdistributieactiviteiten in verband met verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten en die een risico meebrengen van schade aan de belangen van een klant, met inbegrip van haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren, beoordelen verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen of zijzelf, een relevante persoon of een persoon die direct of indirect met hen is verbonden door een zeggenschapsband, bij het resultaat van de verzekeringsdistributieactiviteiten een belang hebben dat aan het volgende criteria voldoet:

a)

het onderscheidt zich van het belang van de klant of potentiële klant bij het resultaat van de verzekeringsdistributieactiviteiten;

b)

het heeft het potentieel om het resultaat van de distributieactiviteiten ten koste van de klant te beïnvloeden.

Verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen gaan op dezelfde manier te werk voor de identificatie van belangenconflicten tussen een klant en een andere klant.”.

3.

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)

de transactie voldoet aan de beleggingsdoelstellingen van de betrokken klant of potentiële klant, met inbegrip van de risicotolerantie en duurzaamheidsvoorkeuren van die persoon;”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De informatie over de beleggingsdoelstellingen van de klant of potentiële klant bevat, voor zover van toepassing, gegevens over de duur van de periode waarvoor de klant of potentiële klant de belegging wil aanhouden, haar of zijn voorkeur wat betreft het nemen van bepaalde risico’s, het risicoprofiel, de bedoeling van de belegging en, daarnaast, haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren. Het niveau van verzamelde informatie is aangepast aan het specifieke type product of dienst dat in aanmerking wordt genomen.”;

c)

lid 6 wordt vervangen door:

“6.   Bij het verstrekken van advies over een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/97, doet een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming geen aanbeveling indien geen van de producten geschikt is voor de klant of potentiële klant.

Een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming beveelt geen verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten aan als zouden deze aan de duurzaamheidsvoorkeuren van een klant of potentiële klant voldoen indien die verzekeringsgebaseerde producten niet aan die voorkeuren voldoen. De verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming legt de klant of potentiële klanten uit waarom zij dat niet doen en documenteren die redenen.

Wanneer geen verzekeringsgebaseerde product aan de duurzaamheidsvoorkeuren van de klant of potentiële klant voldoet, en de klant besluit haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren aan te passen, documenteert de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming de beslissing van de klant, samen met de redenen voor die beslissing.”.

4.

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder b), punt i), wordt vervangen door:

“i)

de beleggingsdoelstellingen van de klant, met inbegrip van de risicotolerantie van die persoon, en de vraag of de beleggingsdoelstellingen van de klant worden behaald door haar of zijn duurzaamheidsvoorkeuren in aanmerking te nemen;”;

b)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De vereisten om aan de duurzaamheidsvoorkeuren van klanten of potentiële klanten te voldoen, laten, in voorkomend geval, de in de eerste alinea bepaalde voorwaarden onverlet.”.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 2 augustus 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 26 van 2.2.2016, blz. 19.

(2)  Besluit (EU) 2016/1841 van de Raad van 5 oktober 2016 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst van Parijs, die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 282 van 19.10.2016, blz. 1).

(3)  COM(2019) 640 final.

(4)  COM(2018) 97 final.

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2358 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs (PB L 341 van 20.12.2017, blz. 1).

(6)  SWD(2018) 264 final.

(7)  Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13).

(8)  Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).

(9)  GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2359 VAN DE COMMISSIE van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van informatievereisten en gedragsregels die van toepassing zijn op de distributie van verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PB L 341 van 20.12.2017, blz. 8).