22.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/4


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1204 VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 2021

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 wat betreft de aanvraag- en selectieprocedures in het kader van het innovatiefonds

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 10 bis, lid 8, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie (2) stelt regels vast voor de werking van het innovatiefonds. De verordening voorziet in een aanvraagprocedure in twee fasen, bestaande uit een blijk van belangstelling en de volledige aanvraag.

(2)

De aanvraagprocedure in twee fasen heeft weliswaar het voordeel dat de administratieve lasten voor indieners van projecten in de eerste fase worden verminderd, maar betekent ook een langere periode tussen het indienen van aanvragen en het verstrekken van financiering aan succesvolle projecten. Uit de ervaring met de eerste oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij een groot aantal aanvragen in verschillende stadia van projectrijpheid werd ontvangen, is de behoefte gebleken om die termijn te verkorten zodat rijpe projecten tijdig ondersteund kunnen worden. Het verkorten van die periode zou ook gunstig zijn in de context van economisch herstel, waar investeringen voor de opschaling van schone technologieën snel gemobiliseerd moeten kunnen worden.

(3)

Daarom moet worden voorzien in een aanvraagprocedure in één fase, zonder de fase van de blijk van belangstelling. De Commissie moet bij het doen van oproepen tot het indienen van voorstellen de mogelijkheid hebben om te kiezen tussen een aanvraagprocedure in twee fasen en een aanvraagprocedure in één fase.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 voorziet in projectontwikkelingsbijstand voor projecten die niet voldoen aan het in artikel 11, lid 1, punt c), van die verordening vastgestelde criterium van rijpheid van het project, maar die het potentieel hebben om aan dat criterium te voldoen. Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 mag die bijstand alleen de vorm aannemen van een subsidie. Om de verdere ontwikkeling van deze projecten te vergemakkelijken, moet het mogelijk worden gemaakt dat dergelijke bijstand ook in de vorm van technische bijstand wordt verleend.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 9 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:

a)

punt d) wordt vervangen door:

“d)

een beschrijving van de aanvraagprocedure, waarin wordt aangegeven of het een procedure in één of in twee fasen betreft, en een gedetailleerd overzicht van de informatie en documentatie die bij de aanvraag moet worden ingediend;”;

b)

punt f) wordt vervangen door:

“f)

in het geval van kleinschalige projecten die onderworpen zijn aan een vereenvoudigde aanvraagprocedure overeenkomstig artikel 10, lid 4, en aan een specifieke selectieprocedure overeenkomstig artikel 12 ter, de regels van die specifieke procedures;”.

2)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De uitvoerende instantie verzamelt de aanvragen en organiseert de aanvraagprocedure overeenkomstig artikel 9, lid 2, punt d).”;

b)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2.   De aanvraagprocedure in twee fasen bestaat achtereenvolgens uit:

a)

de fase van de blijk van belangstelling;

b)

de fase van de volledige aanvraag.

In de fase van de blijk van belangstelling geeft de aanvrager een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het project zoals in de desbetreffende oproep voorgeschreven, inclusief een beschrijving van de doeltreffendheid, de mate van innovatie en de rijpheid van het project, zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, punten a), b) en c).

In de fase van de volledige aanvraag dient de aanvrager een gedetailleerde beschrijving van het project in, samen met alle ondersteunende documentatie, waaronder het plan voor kennisuitwisseling.

3.   Wanneer de eenfaseaanvraagprocedure van toepassing is, dient de indiener van het project een volledige aanvraag in zoals beschreven in lid 2, derde alinea.”.

3)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van artikel 12 wordt vervangen door:

Selectieprocedure voor de aanvraagprocedure in twee fasen”;

b)

lid 6 wordt geschrapt.

4)

De volgende artikelen 12 bis en 12 ter worden ingevoegd:

“Artikel 12 bis

Selectieprocedure voor de aanvraagprocedure in één fase

1.   De uitvoerende instantie beoordeelt op basis van de ontvangen aanvragen welke projecten krachtens artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG in aanmerking komen. Vervolgens gaat de uitvoerende instantie over tot selectie van in aanmerking komende projecten overeenkomstig de leden 2 en 3 van dit artikel.

2.   De uitvoerende instantie stelt op basis van de ontvangen aanvragen een lijst op van de projecten die voldoen aan de selectiecriteria van artikel 11 en evalueert en rangschikt de projecten op basis van de in dat artikel vastgestelde selectiecriteria. Voor die evaluatie vergelijkt de uitvoerende instantie het project met projecten in dezelfde bedrijfstak en met projecten in andere bedrijfstakken. Aan het einde van de evaluatie stelt de uitvoerende instantie een lijst van voorgeselecteerde projecten op.

3.   Als de uitvoerende instantie concludeert dat een project beantwoordt aan de selectiecriteria van artikel 11, lid 1, punten a), b), d) en e), en waar van toepassing de selectiecriteria van artikel 11, lid 2, maar niet beantwoordt aan het criterium van artikel 11, lid 1, punt c), beoordeelt zij of het project het potentieel heeft om na verdere ontwikkeling wel te beantwoorden aan dat selectiecriterium. Als het project dat potentieel heeft, kan de uitvoerende instantie bijstand bij de ontwikkeling van het project toewijzen of, ingeval van toewijzing van projectonwikkelingsbijstand door de Commissie, aan de Commissie voorstellen bijstand bij de ontwikkeling van het project toe te wijzen.

4.   De in lid 2 genoemde lijst met voorgeselecteerde projecten en, indien van toepassing, het in lid 3 bedoelde voorstel worden aan de Commissie doorgegeven en omvatten in elk geval het volgende:

a)

een bevestiging dat het project voor steun in aanmerking komt en aan de selectiecriteria voldoet;

b)

gegevens over de evaluatie en rangschikking van het project;

c)

de totale projectkosten en relevante kosten bedoeld in artikel 5, in euro;

d)

het verzoek om het totaalbedrag aan steun uit het innovatiefonds, in euro,

e)

de hoeveelheid broeikasgasemissies die naar verwachting zal worden vermeden;

f)

de hoeveelheid energie die naar verwachting zal worden geproduceerd of opgeslagen;

g)

de hoeveelheid CO2 die naar verwachting zal worden opgeslagen, en

h)

informatie over de juridische vorm van de door de aanvrager aangevraagde steun uit het innovatiefonds.

5.   De Commissie neemt, na raadpleging van de lidstaten overeenkomstig artikel 21, lid 2, en op basis van hetgeen overeenkomstig lid 4 van dit artikel aan haar is meegedeeld, het gunningsbesluit waarin de steun aan de geselecteerde projecten wordt gespecificeerd en stelt in voorkomend geval een reservelijst op.

Artikel 12 ter

Selectieprocedure voor kleinschalige projecten

In afwijking van de artikelen 12 en 12 bis kan bij kleinschalige projecten een specifieke selectieprocedure worden toegepast.”.

5)

In artikel 13 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De bijstand bij de ontwikkeling van projecten wordt door de Commissie of door de uitvoerende instantie overeenkomstig artikel 12, lid 2, of artikel 12 bis, lid 3, toegewezen in de vorm van een subsidie of technische bijstand.”.

6)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)

de lijst met voorgeselecteerde projecten, met inbegrip van de reservelijst, en de lijst projecten die worden voorgedragen voor bijstand bij de ontwikkeling van projecten overeenkomstig artikel 12, lid 2, tweede alinea, of artikel 12 bis, lid 3, voorafgaand aan de toekenning van de steun;”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De Commissie brengt aan de lidstaten verslag uit over de voortgang die wordt geboekt bij de uitvoering van deze verordening, met name wat betreft de uitvoering van de in artikel 12, lid 5, of artikel 12 bis, lid 5, genoemde gunningsbesluiten.”.

7)

In artikel 27 wordt lid 4 vervangen door:

“4.   De indieners van projectvoorstellen verstrekken in het plan voor kennisuitwisseling dat overeenkomstig artikel 10, lid 2, derde alinea, wordt ingediend, gedetailleerde informatie over de geplande acties overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 mei 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).