|
4.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/897 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2021
tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het format van de toezichtrapportage aan de bevoegde autoriteiten en de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten onderling en met de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (1), en met name artikel 40, lid 9, vierde alinea, en artikel 66, lid 5, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) 2019/1238 stelt eenvormige regels vast voor de registratie, ontwikkeling en distributie van en het toezicht op persoonlijke pensioenproducten die in de Unie onder de benaming “pan-Europees persoonlijk pensioenproduct” (PEPP) worden gedistribueerd. |
|
(2) |
Een passende mate van gedetailleerdheid van de informatie is van cruciaal belang voor de uitvoering van een risicogebaseerd toezichtproces en toezicht op productniveau. Templates om informatie te rapporteren op grond van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/896 van de Commissie (2) moeten voorzien in een visuele voorstelling van die informatie en moeten de mate van gedetailleerdheid van die informatie tot uiting brengen. |
|
(3) |
Om convergentie in het toezicht te bevorderen, moet de aan bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) 2019/1238 te rapporteren informatie worden ingediend onder gebruikmaking van templates. |
|
(4) |
Het raamwerk voor de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en de lidstaten van ontvangst onderling en met Eiopa moet bijdragen aan de doelmatigheid van de uitvoering van hun respectieve taken en opdrachten en moet een consistent en doelmatig toezicht waarborgen. Met name moeten de methoden, middelen en andere details van de uitwisseling van informatie, zoals de reikwijdte en de behandeling van de uit te wisselen informatie, nader worden bepaald. |
|
(5) |
Om een doeltreffend en doelmatig toezicht te waarborgen, moet de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten rekening houden met de aard, omvang en complexiteit van het product, de beschikbaarheid van en het soort informatie en de meest recente en meest relevante data. Om een doelmatige en tijdige samenwerking en informatie-uitwisseling te waarborgen, moeten gestandaardiseerde procedures en templates worden vastgesteld. |
|
(6) |
De bevoegde autoriteiten en Eiopa moeten de gestandaardiseerde procedures en templates ook gebruiken om op vrijwillige basis informatie door te geven wanneer zij van oordeel zijn dat de informatie waarover zij beschikken, nuttig kan zijn voor een andere bevoegde autoriteit of voor Eiopa, de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Europese Bankautoriteit. |
|
(7) |
Om PEPP-aanbieders en -distributeurs doeltreffend te kunnen monitoren, moeten bevoegde autoriteiten op regelmatige basis informatie uitwisselen over de op de markt gebrachte PEPP’s, zoals de desbetreffende essentiële-informatiedocumenten, informatie over de grensoverschrijdende activiteiten en informatie over sancties en over relevante specifieke aspecten op gedragingsgebied. |
|
(8) |
Om de soepele en tijdige toepassing van de kennisgevingsvereisten in het geval van bestuurlijke sancties en andere maatregelen te waarborgen, moeten de bevoegde autoriteiten elkaar en Eiopa kennis geven van inbreuken of vermoede inbreuken. |
|
(9) |
De bepalingen in deze verordening wat betreft de toezichtrapportage en de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en met Eiopa hangen nauw samen. Zij hebben betrekking op vereisten voor het indienen en delen van de betrokken informatie ten behoeve van het toezicht op PEPP’s. Om coherentie te garanderen tussen de bepalingen die op hetzelfde tijdstip van kracht moeten worden, moeten alle door de artikel 40, lid 9, en artikel 66, lid 5, van Verordening (EU) 2019/1238 vereiste technische uitvoeringsnormen in één uitvoeringsverordening worden opgenomen. |
|
(10) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die Eiopa aan de Commissie heeft voorgelegd. |
|
(11) |
Eiopa heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft voor de hoofdstukken over de toezichtrapportage aan de bevoegde autoriteiten de potentiële kosten en baten geanalyseerd, en heeft het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep verzekeringen en herverzekeringen ingewonnen. Voor de hoofdstukken over de samenwerking en de uitwisseling van informatie heeft Eiopa geen analyse gemaakt van de potentiële kosten en baten, omdat dit onevenredig zou zijn geweest gelet op de omvang en het effect van het ontwerp van technische uitvoeringsnormen, rekening houdende met het feit dat deze alleen voor bevoegde autoriteiten en Eiopa bestemd zijn — en niet voor financiëlemarktdeelnemers, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
KWANTITATIEVE TOEZICHTRAPPORTAGE
Artikel 1
Formats van de toezichtrapportage
Aanbieders van een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (“PEPP”) dienen de in artikel 40, leden 1 tot en met 5, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie in volgens de onderstaande specificaties:
|
a) |
datapunten van het datatype “monetair” worden in eenheden zonder cijfers achter de komma uitgedrukt, met uitzondering van die in de templates PP.06.02 en PP.08.03 in de bijlagen I en II, welke in eenheden met twee cijfers achter de komma worden uitgedrukt; |
|
b) |
datapunten van het datatype “percentage” worden in eenheden met vier cijfers achter de komma uitgedrukt; |
|
c) |
datapunten van het datatype “geheel getal” worden in eenheden zonder cijfers achter de komma uitgedrukt. |
|
d) |
datapunten worden uitgedrukt als positieve waarden, behalve in de volgende gevallen:
|
Artikel 2
Rapportagevaluta
1. Voor de toepassing van deze verordening is de rapportagevaluta de valuta die wordt gebruikt voor het opstellen van de jaarrekening van de PEPP-aanbieder, tenzij door de bevoegde autoriteit anders wordt verlangd.
2. Datapunten en cijfers van het datatype “monetair” worden in de rapportagevaluta gerapporteerd, hetgeen inhoudt dat alle overige valuta naar de rapportagevaluta moeten worden omgerekend, tenzij in deze verordening anders is bepaald.
3. Bij het uitdrukken van de waarde van een in een valuta niet zijnde de rapportagevaluta luidend actief of luidende verplichting wordt deze waarde naar de rapportagevaluta omgerekend alsof de omrekening had plaatsgevonden tegen de slotkoers op de laatste dag waarvoor de toepasselijke koers beschikbaar is in de rapportageperiode voor het actief of voor de verplichting.
4. Bij het uitdrukken van de waarde van enigerlei inkomsten of uitgaven wordt de waarde naar de rapportagevaluta omgerekend op basis van dezelfde omrekeningsbeginselen als die welke voor financiële verslaggevingsdoeleinden worden gebruikt.
5. Bij de omrekening naar de rapportagevaluta wordt de wisselkoers gehanteerd die afkomstig is van dezelfde bron als de wisselkoers die wordt gebruikt voor de jaarrekening van de PEPP-aanbieder, tenzij de toezichthoudende autoriteit anders voorschrijft.
Artikel 3
Templates voor jaarlijkse kwantitatieve rapportage
PEPP-aanbieders dienen jaarlijks de in artikel 1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/896 bedoelde informatie in, gebruikmakend van de volgende templates:
|
a) |
template PP.01.01 van bijlage I met een overzicht van de ingediende informatie, volgens de instructies in afdeling PP.01.01 van bijlage II; |
|
b) |
template PP.01.02 van bijlage I met basisinformatie over het PEPP en de rapportage, volgens de instructies in afdeling PP.01.02 van bijlage II; |
|
c) |
template PP.52.01 van bijlage I met informatie over PEPP en PEPP-spaarders, volgens de instructies in afdeling PP.52.01 van bijlage II; |
|
d) |
template PP.06.02 van bijlage I, met een lijst van activa per item, volgens de instructies in afdeling PP.06.02 van bijlage II en met gebruikmaking van de complementaire identificatiecode (“CIC”) vermeld in bijlage III en omschreven in bijlage IV; |
|
e) |
template PP.06.03 van bijlage I met op de doorkijkbenadering gebaseerde informatie voor alle door de PEPP-aanbieder aangehouden collectieve beleggingen, volgens de instructies in PP.06.03 van bijlage II; |
|
f) |
template PP.08.03 van bijlage I met geaggregeerde informatie over open derivatenposities, volgens de instructies in afdeling PP.08.03 van bijlage II en met gebruikmaking van de CIC vermeld in bijlage III en omschreven in bijlage IV. |
Artikel 4
Adequaatheid van de ingediende informatie
Voor de toepassing van artikel 40, lid 6, van Verordening (EU) 2019/1238 maken de PEPP-aanbieders gebruik van de betrokken templates in bijlage I bij deze verordening, om te garanderen dat de ingediende informatie steeds adequaat blijft.
HOOFDSTUK II
ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE SAMENWERKING EN INFORMATIE-UITWISSELING
Artikel 5
Algemene beginselen
De Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (“EIOPA”) bevordert de regelmatige uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en de lidstaten van ontvangst, en wordt, indien de informatie relevant is voor de taken van Eiopa, op de hoogte gehouden van bilaterale uitwisselingen van informatie.
Artikel 6
Centrale aanspreekpunten
De bevoegde autoriteiten verschaffen Eiopa de nadere gegevens van de centrale aanspreekpunten en stellen Eiopa in kennis van wijzigingen van die gegevens. Eiopa houdt een actuele lijst van centrale aanspreekpunten bij en stelt die lijst aan de bevoegde autoriteiten beschikbaar.
Artikel 7
Middelen om informatie uit te wisselen
De bevoegde autoriteiten en Eiopa geven informatie en documentatie met betrekking tot de samenwerking en de uitwisseling van de in hoofdstuk I bedoelde informatie op een veilige manier elektronisch door. De bevoegde autoriteiten zenden na ontvangst van die informatie en documentatie een elektronische bevestiging.
Artikel 8
Valuta
De bevoegde autoriteiten en Eiopa drukken bij de onderlinge uitwisseling van informatie bedragen in euro uit. De bevoegde autoriteiten kunnen er echter mee instemmen om een andere valuta te gebruiken voor bilaterale uitwisselingen van informatie.
HOOFDSTUK III
SAMENWERKING EN INFORMATIE-UITWISSELING BIJ DE REGISTRATIE EN DE DOORHALING VAN DE REGISTRATIE
Artikel 9
Registratie van een PEPP
1. De bevoegde autoriteiten delen Eiopa de in artikel 6, lid 2, onder a), b), d), f) en g), van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie mee door middel van de template in bijlage V bij deze verordening.
2. De bevoegde autoriteiten delen Eiopa alle wijzigingen van de bij de aanvraag verschafte informatie en documenten mee door alleen die delen van de template in bijlage V in te vullen waarop de wijzigingen van invloed zijn.
3. Eiopa stelt de bevoegde autoriteit terstond in kennis indien de wijzigingen van invloed zijn op de activiteiten van de PEPP-aanbieder in de respectieve lidstaten, door middel van de templates in bijlage VI of bijlage VIII.
4. Nadat het product in het centrale openbaar register is geregistreerd, stelt Eiopa de betrokken bevoegde autoriteiten daarvan in kennis door middel van de template in bijlage VI.
Artikel 10
Opening van een nieuwe subrekening
1. Wanneer een nieuwe subrekening wordt geopend, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst en Eiopa daarvan in kennis door middel van de template in bijlage IX.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst bevestigt de ontvangst van de informatie en documenten door middel van de template in bijlage X. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt wijzigingen van de subrekening mee aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst en Eiopa door alleen die delen van de template in bijlage IX in te vullen waarop de wijzigingen van invloed zijn.
Artikel 11
Informatie over nationale bepalingen
Door middel van de template in bijlage XIV bij deze verordening verschaffen de bevoegde autoriteiten Eiopa een link naar elk van de volgende elementen:
|
a) |
de tekst van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die gelden voor de voorwaarden met betrekking tot de in artikel 47 van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde opbouwfase; |
|
b) |
de voorwaarden met betrekking tot de in artikel 57 van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde afbouwfase; |
|
c) |
in voorkomend geval informatie over aanvullende procedures voor het aanvragen van de op nationaal niveau vastgestelde voordelen en stimulansen. |
Artikel 12
Doorhaling van de registratie van een PEPP
1. De bevoegde autoriteit stelt Eiopa in kennis van haar besluit om de registratie van een PEPP door te halen, door middel van de template in bijlage VII.
2. Eiopa haalt de registratie van de PEPP in haar centrale openbare register door en stelt de betrokken bevoegde autoriteiten daarvan in kennis door middel van de template in bijlage VIII.
HOOFDSTUK IV
DOORLOPENDE SAMENWERKING EN REGELMATIGE INFORMATIE-UITWISSELING
Artikel 13
Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en met Eiopa
1. De samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en met Eiopa betreft ten minste de volgende gebieden:
|
a) |
toezicht; |
|
b) |
inspecties en onderzoeken; |
|
c) |
vaststellen en verhelpen van inbreuken op Verordening (EU) 2019/1238; |
|
d) |
informatie over klachten; |
|
e) |
voorgenomen toezichtmaatregelen tegen de PEPP-aanbieder of -distributeur voor zover relevant voor het PEPP-product; |
|
f) |
voorgenomen toezichtmaatregelen om de schade voor PEPP-spaarders te beperken, onder meer de beoogde uitoefening van de in artikel 63 van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde bevoegdheden voor productinterventie. |
2. Eiopa verschaft de betrokken bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst jaarlijks de toezichtinformatie over het in die lidstaat aangeboden PEPP, zoals bepaald in artikel 14.
3. Na een verzoek op grond van artikel 16 wisselen de bevoegde autoriteiten en Eiopa, voor zover voor hen beschikbaar, alle informatie over de PEPP uit die van belang is voor de uitoefening van hun taken en die niet in artikel 15 is vermeld.
4. In voorkomend geval stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst terstond in kennis van bevindingen van haar toetsing als toezichthouder die risico’s betreffen die voortvloeien uit of van invloed zijn op de grensoverschrijdende verkoop of op subrekeningen van het PEPP. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verschaft die informatie in de gevallen waarin de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst reeds punten van zorg aan de orde heeft gesteld.
5. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst terstond in kennis indien deze redenen heeft om aan te nemen dat de activiteiten van een PEPP-aanbieder van invloed kunnen zijn op de financiële deugdelijkheid van die PEPP-aanbieder of de consumentenbescherming in andere lidstaten.
6. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verleent haar medewerking aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst om na te gaan of PEPP-aanbieder een duidelijk inzicht heeft in de doelmarkt en de risico’s waarmee de producten in de lidstaat van ontvangst te maken hebben of kunnen hebben, en welke specifieke risicobeheerinstrumenten en interne controles daarvoor zijn opgezet, rekening houdende met het evenredigheidsbeginsel en de risicogebaseerde benadering.
7. De samenwerking is met name toegespitst op de volgende risicogebieden:
|
a) |
profiel van de PEPP-spaarders; |
|
b) |
lokale PEPP-partnerschappen en -distributiepartners; |
|
c) |
behandeling van klachten; |
|
d) |
compliance; |
|
e) |
consumentenbescherming en alle andere aspecten met betrekking tot de gedragingen van de PEPP-aanbieder en de PEPP-distributeur, met inbegrip van het producttoezicht en de governancevereisten. |
Artikel 14
Regelmatige informatie-uitwisseling
1. Eiopa haalt de volgende informatie over elke in een lidstaat van ontvangst aangeboden PEPP op en leidt deze af:
|
a) |
het aantal PEPP-spaarders in de betrokken lidstaat; |
|
b) |
de lidstaten waarvoor de PEPP-aanbieder subrekeningen aanbiedt; |
|
c) |
het aantal verzoeken om over te stappen en de feitelijke overdrachten indien een specifieke subrekening in de betrokken lidstaat niet wordt aangeboden; |
|
d) |
informatie over elk in de betrokken lidstaat aangeboden PEPP (voor zover beschikbaar), zoals gerapporteerd in:
|
Eiopa stelt jaarlijks voor elk PEPP de in de eerste alinea bedoelde informatie beschikbaar aan elke betrokken bevoegde autoriteit in de lidstaat van ontvangst.
2. Lid 1 staat er niet aan in de weg dat bevoegde autoriteiten op regelmatigere basis of op verzoek fijnmazigere data uitwisselen.
HOOFDSTUK V
AD-HOCSAMENWERKING EN INFORMATIE-UITWISSELING
Artikel 15
Indiening van een verzoek om samenwerking of om uitwisseling van informatie
1. Een bevoegde autoriteit dient het verzoek bij de aangezochte bevoegde autoriteit in door middel van de template in bijlage XI. De verzoekende bevoegde autoriteit kan aan dat verzoek alle materiaal ter staving hechten dat zij relevant acht. Ingeval het informatieverzoek relevant is voor de taken van Eiopa, leidt de verzoekende bevoegde autoriteit het verzoek ook door naar Eiopa.
2. De verzoekende bevoegde autoriteit geeft ook aan hoe dringend het verzoek is. Wanneer het verzoek om samenwerking een informatieverzoek behelst, doet de verzoekende bevoegde autoriteit het volgende:
|
a) |
zij geeft, voor zover mogelijk, nader aan welke informatie wordt gevraagd, met inbegrip van de redenen waarom die informatie relevant wordt geacht om haar taken uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1238 uit te oefenen; |
|
b) |
zij vermeldt, in voorkomend geval, eventuele kwesties wat betreft het vertrouwelijke karakter van de gevraagde informatie, met inbegrip van voor het verzamelen van die informatie te nemen bijzondere voorzorgen. |
3. Wanneer de verzoekende bevoegde autoriteit heeft onderbouwd waarom haar verzoek als dringend moet worden aangemerkt, kan zij het verzoek doen met andere middelen dan die vermeld in lid 1, indien het verzoek nadien overeenkomstig dat lid elektronisch wordt doorgegeven, tenzij de betrokken bevoegde autoriteiten anders zijn overeengekomen.
Artikel 16
Antwoord op een verzoek om samenwerking of uitwisseling van informatie
1. De aangezochte bevoegde autoriteit deelt de verzoekende bevoegde autoriteit haar antwoord mee door middel van de template in bijlage XII. Indien het antwoord relevant is voor de taken van Eiopa, leidt de aangezochte bevoegde autoriteit het verzoek ook door naar Eiopa. In haar antwoord doet de aangezochte bevoegde autoriteit het volgende:
|
a) |
zij vraagt, wanneer zij twijfel heeft met betrekking tot het verzoek, zo spoedig mogelijk om verdere toelichting in enigerlei vorm; |
|
b) |
zij zet redelijke stappen binnen de haar toegemeten bevoegdheden om medewerking te verlenen of de gevraagde informatie te verschaffen; |
|
c) |
zij geeft op zodanige wijze gevolg aan het verzoek dat zulks ertoe bijdraagt dat eventueel noodzakelijke toezichtmaatregelen tijdig kunnen worden genomen, rekening houdende met de complexiteit van het verzoek en de noodzaak om een andere bevoegde autoriteit daarbij te betrekken; |
|
d) |
zij verschaft eigener beweging alle verdere essentiële informatie. |
2. Wanneer de aangezochte bevoegde autoriteit door de complexiteit van het verzoek of de hoeveelheid gevraagde informatie niet bij machte is om de in dat verzoek gestelde termijn in acht te nemen, doet zij het volgende:
|
a) |
zij stelt de verzoekende bevoegde autoriteit terstond in kennis van de redenen voor die vertraging en geeft een verwachte datum van antwoord; |
|
b) |
zij verschaft alle reeds beschikbare informatie door middel van de template in bijlage XII; |
|
c) |
zij verschaft alle ontbrekende informatie, zodra deze beschikbaar komt, op zodanige wijze dat noodzakelijke maatregelen snel kunnen worden genomen. |
Artikel 17
Samenwerking en uitwisseling van informatie bij inbreuken
1. Wanneer zij kennis krijgen van inbreuken of vermoede inbreuken door een PEPP-aanbieder of PEPP-distributeur of wanneer die inbreuk plaatsvindt bij het uitoefenen van de vrijheid van dienstverrichting of de vrijheid van vestiging, stellen de bevoegde autoriteit of Eiopa, al naargelang, de betrokken bevoegde autoriteit terstond in kennis door middel van de template in bijlage XIII. De kennisgevende bevoegde autoriteit kan aan dat verzoek alle materiaal ter staving hechten dat zij relevant acht. Indien de inbreuk relevant is voor de taken van Eiopa, stelt de kennisgevende bevoegde autoriteit terstond ook Eiopa in kennis door middel van de template in bijlage XIII.
2. De kennisgevende bevoegde autoriteit of Eiopa, al naargelang, verschaffen de in kennis gestelde bevoegde autoriteit alle informatie die nodig is om de kwestie te beoordelen, met name de volgende informatie:
|
a) |
het type, de aard, de materialiteit en de duur van de inbreuk of de vermoede inbreuk; |
|
b) |
voorgestelde maatregelen en mogelijke bekendmaking waartoe de kennisgevende bevoegde autoriteit eventueel voornemens is over te gaan; |
|
c) |
het bewijs waarop zij hun besluit hebben gebaseerd. |
De in kennis gestelde bevoegde autoriteit en Eiopa, al naargelang, kunnen de kennisgevende bevoegde autoriteit om alle andere informatie vragen die zij nodig achten voor hun beoordeling en hun maatregelen.
3. Wanneer de kennisgevende bevoegde autoriteit van oordeel is dat de informatie dringend moet worden gezonden, kan zij deze in eerste instantie mondeling ter kennis te brengen van de in kennis gestelde bevoegde autoriteit en Eiopa, al naargelang, mits de informatie nadien elektronisch wordt doorgegeven overeenkomstig lid 1, tenzij de betrokken bevoegde autoriteiten anders overeenkomen.
Artikel 18
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/896 van de Commissie van 24 februari 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvullende informatie ten behoeve van de convergentie in de toezichtrapportage (zie blz. 5 van dit Publicatieblad).
(3) Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
BIJLAGE I
RAPPORTAGETEMPLATES
PP.01.01.33
Overzicht ingediende informatie
|
|
|
|
|
|
|
C0010 |
|
Code template Naam template |
|
|
|
PP.01.02.33 Basisinformatie Algemeen |
R0010 |
|
|
PP.52.01.33 Informatie PEPP en PEPP-spaarder |
R0020 |
|
|
PP.06.02.33 Lijst activa |
R0030 |
|
|
PP.06.03.33 Collectieve beleggings ondernemingen door kijkbenadering |
R0040 |
|
|
PP.08.03.33 Geaggregeerde informatie over open derivatenposities |
R0050 |
|
PP.01.02.33
BASISINFORMATIE — ALGEMEEN
|
|
|
|
|
|
|
C0010 |
|
PEPP-NAAM |
R0010 |
|
|
PEPP-REGISTRATIENUMMER |
R0020 |
|
|
RAPPORTAGETAAL |
R0030 |
|
|
DATUM INDIENING RAPPORTAGE |
R0040 |
|
|
EINDE BOEKJAAR |
R0050 |
|
|
RAPPORTAGEREFERENTIEDATUM |
R0060 |
|
|
PERIODIEKE/AD-HOCINDIENING |
R0070 |
|
|
RAPPORTAGEVALUTA |
R0090 |
|
|
PRODUCT NOG OP DE MARKT? |
R0260 |
|
|
SOORT ENTITEIT |
R0270 |
|
|
GEBRUIK GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIVAPOOL VOOR ALLE BELEGGINGSOPTIES |
R0280 |
|
PP.52.01.33
INFORMATIE PEPP EN PEPP-SPAARDER (1)
|
|
|
|||||
|
|
|
KOSTEN |
||||
|
|
|
Administratiekosten |
DISTRIBUTIEKOSTEN |
BELEGGINGSKOSTEN |
KOSTEN KAPITAAL GARANTIES (EVENTUEEL) |
|
|
|
|
|
ADVIES KOSTEN |
|||
|
|
|
C0020 |
C0040 |
C0050 |
C0060 |
C0100 |
|
BASIS-PEPP |
R0010 |
|
|
|
|
|
|
ALTERNATIEVE BELEGGINGS OPTIES |
R0040 |
|
|
|
|
|
INFORMATIE PEPP EN PEPP-SPAARDER (2)
|
LAND |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
AANTAL PEPP-SPAARDERS |
FINANCIËLE STROMEN EN STROMEN SPAARGELDEN |
… |
||
|
|
TOTAAL BRUTOBIJDRAGEN ONTVANGEN |
TOTAAL BRUTO BELEGGINGSOPBRENGSTEN |
|
||
|
|
C0150 |
C0160 |
C0170 |
|
|
|
BASIS-PEPP |
R0010 |
|
|
|
|
|
IN HET LAND OP DE MARKT |
R0020 |
|
|
|
|
|
IN RUN-OFF |
R0030 |
|
|
|
|
|
ALTERNATIEVE BELEGGINGSOPTIES |
R0040 |
|
|
|
|
|
IN HET LAND OP DE MARKT |
R0050 |
|
|
|
|
|
IN RUN-OFF |
R0060 |
|
|
|
|
|
|
|
|
FINANCIËLE STROMEN EN STROMEN SPAARGELDEN |
|
|
… |
|
|
|
|
|
|
|
AANTAL KENNISGEVINGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20, LID 1, ONTVANGEN VAN PEPP-SPAARDERS DIE HUN VERBLIJFPLAATS HEBBEN VERPLAATST NAAR EEN ANDERE LIDSTAAT |
||
|
|
|
UITKERINGEN NIET ZIJNDE PENSIOENUITKERINGEN |
|||||
|
|
|
|
|
||||
|
TOTALE UITKERINGEN |
PENSIOENUITKERINGEN |
PENSIOENUITKERINGEN ALS LIJFRENTE |
PENSIOENUITKERINGEN ALS VAST BEDRAG |
PENSIOENUITKERINGEN ALS INKOMENSONTTREKKINGEN |
|
||
|
C0190 |
C0200 |
C0210 |
C0220 |
C0230 |
C0240 |
C0250 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FINANCIËLE STROMEN EN STROMEN SPAARGELDEN |
|
|
ACTIVA |
VERPLICHTINGEN |
|
|
AANTAL VERZOEKEN OM SUBREKENING TE OPENEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20, LID 2, VAN VERORDENING (EU) 2019/1238 |
AANTAL SUBREKENINGEN GEOPEND OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20, LID 2, VAN VERORDENING (EU) 2019/1238 |
AANTAL VERZOEKEN PEPP-SPAARDERS OM OVER TE STAPPEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20, LID 5, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) 2019/1238 |
FEITELIJKE OVERDRACHTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 20, LID 5, ONDER A), VAN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1238 |
AANTAL VERZOEKEN PEPP-SPAARDERS OM OVER TE STAPPEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 52, LID 3, VAN VERORDENING (EU) 2019/1238 |
FEITELIJKE OVERDRACHTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 52, LID 3, VAN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1238 |
||
|
C0260 |
C0270 |
C0280 |
C0290 |
C0300 |
C0310 |
C0320 |
C0330 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AANTAL KLACHTEN |
|
C0340 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PP.06.02.33
LIJST ACTIVA
INFORMATIE OVER AANGEHOUDEN POSITIES
|
ACTIVA-ID-CODE EN TYPECODE ACTIVA |
BASIS-PEPP/ALTERNATIEVE BELEGGINGSOPTIES |
LAND BEWAARNEMING |
BEWAARNEMER |
HOEVEELHEID |
… |
|
C0011 |
C0010 |
C0040 |
C0050 |
C0060 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NOMINAAL BEDRAG |
WAARDERINGSMETHODE |
VERWERVINGSWAARDE |
OPGELOPEN RENTE |
MARKTWAARDE ACTIVA |
|
C0070 |
C0075 |
C0080 |
C0090 |
C0100 |
|
|
|
|
|
|
INFORMATIE OVER ACTIVA
|
ACTIVA-ID-CODE EN TYPECODE ACTIVA |
TITEL ITEM |
NAAM EMITTENT |
EMITTENTCODE EN TYPE EMITTENTCODE |
EMITTENTENSECTOR |
… |
|
C0011 |
C0130 |
C0140 |
C0150 |
C0170 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
GROEP EMITTENT |
GROEPSCODE EMITTENT EN TYPE EMITTENTENGROEPSCODE |
LAND EMITTENT |
VALUTA |
CIC |
… |
|
C0180 |
C0190 |
C0210 |
C0220 |
C0230 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ALTERNATIEVE BELEGGING |
EXTERNE RATING |
AANGEWEZEN EKBI |
EENHEIDSPRIJS |
EENHEIDSPERCENTAGE NOMINAAL BEDRAG PRIJS |
DUUR |
LOOPTIJD |
|
C0240 |
C0250 |
C0260 |
C0370 |
C0380 |
C0270 |
C0280 |
|
|
|
|
|
|
|
|
PP.06.03.33
INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING —DOORKIJKBENADERING
|
Identificatiecode en typecode instellingen voor collectieve belegging |
Categorie onderliggende activa |
Land van uitgifte |
Valuta |
Totaalbedrag |
|
C0010 |
C0030 |
C0040 |
C0050 |
C0060 |
|
|
|
|
|
|
PP.08.03.33
INFORMATIE OVER AANGEHOUDEN POSITIES — NOTIONEEL BEDRAG
|
|
|
|
||
|
|
|
NOTIONEEL BEDRAG |
||
|
BASIS-PEPP |
ALTERNATIEVE BELEGGING |
PEPP-ACTIVA |
||
|
C0010 |
C0030 |
C0050 |
||
|
RENTESWAPS (D1) |
R0010 |
|
|
|
|
VALUTATERMIJNCONTRACT (F2) |
R0020 |
|
|
|
|
ANDERE DERIVATEN |
R0030 |
|
|
|
INFORMATIE OVER AANGEHOUDEN POSITIES — WAARDE
|
|
|
|
||
|
|
|
WAARDE |
||
|
|
|
BASIS-PEPP |
ALTERNATIEVE BELEGGINGSOPTIES |
PEPP-ACTIVA |
|
|
|
C0020 |
C0040 |
C0060 |
|
RENTESWAPS (D1) |
R0010 |
|
|
|
|
VALUTATERMIJNCONTRACT (F2) |
R0020 |
|
|
|
|
ANDERE DERIVATEN |
R0030 |
|
|
|
BIJLAGE II
INSTRUCTIES VOOR APPORTAGETEMPLATES
Deze Bijlage bevat aanvullende instructies met betrekking tot de templates in Bijlage I.
De templates die moeten worden ingevuld volgens de instructies van de verschillende afdelingen van deze Bijlage, worden in de tekst van deze Bijlage vermeld als “deze template”.
PP.01.01.33— Overzicht ingediende informatie
algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van informatie voor pan-Europese Persoonlijke PensioenProducten (PEPP).
Wanneer een speciale verantwoording noodzakelijk is, wordt de toelichting niet in de rapportagetemplate verstrekt, maar maakt deze deel uit van de dialoog tussen de onderneming die de PEPP aanbiedt, en de bevoegde autoriteiten.
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
||||||
|
C0010/R0010 |
PP.01.02.33 — BASISINFORMATIE — ALGEMEEN |
DEZE TEMPLATE WORDT STEEDS GERAPPORTEERD. DE ENIG MOGELIJKE OPTIE IS: 1 — GERAPPORTEERD |
||||||
|
C0010/R0020 |
PP.52.01.33 — INFORMATIE PEPP EN PEPP-SPAARDER |
GEBRUIK HIERVOOR EEN VAN DE KEUZEMOGELIJKHEDEN UIT DE VOLGENDE GESLOTEN LIJST:
|
||||||
|
C0010/R0030 |
PP.06.02.33 — LIJST ACTIVA |
GEBRUIK HIERVOOR EEN VAN DE KEUZEMOGELIJKHEDEN UIT DE VOLGENDE GESLOTEN LIJST:
|
||||||
|
C0010/R0040 |
PP.06.03.33 — INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING — DOORKIJKBENADERING |
GEBRUIK HIERVOOR EEN VAN DE KEUZEMOGELIJKHEDEN UIT DE VOLGENDE GESLOTEN LIJST:
|
||||||
|
C0010/R0050 |
PP.08.03.33 — GEAGGREGEERDE INFORMATIE OVER OPEN DERIVATENPOSITIES |
GEBRUIK HIERVOOR EEN VAN DE KEUZEMOGELIJKHEDEN UIT DE VOLGENDE GESLOTEN LIJST:
|
PP.01.02 — Basisinformatie — Algemeen
Algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van basisinformatie over het PEPP
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
||||||||||||
|
C0010/R0010 |
PEPP-naam |
Handelsbenaming PEPP (ondernemingsspecifiek). |
||||||||||||
|
C0010/R0020 |
PEPP-registratienummer |
Registratienummer PEPP, toegekend door de EIOPA. |
||||||||||||
|
C0010/R0030 |
Rapportagetaal |
Vermeld de 2-letterige code van de ISO 639-1-code van de taal waarin de informatie wordt ingediend. |
||||||||||||
|
C0010/R0040 |
Datum indiening rapportage |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de datum waarop de rapportage bij de toezichthouder wordt ingediend. |
||||||||||||
|
C0010/R0050 |
Einde boekjaar |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van het einde van het boekjaar van de onderneming, bv. 2017-12-31. |
||||||||||||
|
C0010/R0060 |
Rapportagereferentiedatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de datum van de laatste dag van de rapportageperiode. |
||||||||||||
|
C0010/R0070 |
Periodieke/ad-hocindiening |
Vermeld of de indiening van informatie een periodieke of een ad-hocindiening van informatie betreft. De volgende gesloten lijst van keuzemogelijkheden wordt gebruikt:
|
||||||||||||
|
C0010/R0090 |
Rapportagevaluta |
Vermeld de ISO 4217-lettercode van de valuta van de geldbedragen die bij elke rapportage worden gebruikt. |
||||||||||||
|
C0010/R0260 |
Is het PEPP nog op de markt? |
Geef aan of het product nog te koop is of slechts in run-off is. Gebruik hiervoor de volgende gesloten lijst:
|
||||||||||||
|
C0010/R0270 |
Soort entiteit |
Vermeld het soort entiteit waartoe de PEPP-aanbieder behoort die data voor zijn hier onder vallende PEPP indient. Gebruik hiervoor de volgende gesloten lijst:
|
||||||||||||
|
C0010/R0280 |
Gebruik gemeenschappelijke activapool voor alle beleggingsopties |
Geef aan of de gemeenschappelijke activapool voor alle beleggingsopties wordt gebruikt. Gebruik hiervoor de volgende gesloten lijst:
2 — Nee |
PP.52.01 — Informatie PEPP en PEPP-spaarder
Algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van nadere informatie over een bepaald PEPP. Daarnaast moet bepaalde informatie over een specifieke PEPP-beleggingsoptie — d.w.z. basis-PEPP of alternatieve beleggingsopties — verder worden beschreven, naar land waarin dit product op de markt wordt gebracht en naar geopende subrekeningen. Indien de alternatieve beleggingsopties — afzonderlijk of samen — aanzienlijk worden in verhouding tot de spaartegoeden in het basis-PEPP, wordt de informatie fijnmaziger gerapporteerd of op het niveau van elke beleggingsoptie.
Alle waarden worden gegeven alsof zij werden gerapporteerd overeenkomstig het prudentiële raamwerk waaronder de entiteit valt.
Informatie over alle alternatieve beleggingsopties wordt geaggregeerd.
Informatie PEPP en PEPP-spaarder (1)
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
|
C0020/R0010 |
Administratiekosten basis-PEPP |
Totale bedrag aan administratiekosten voor de administratie van het PEPP, berekend aan de PEPP-spaarder tijdens de rapportageperiode. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van het basis-PEPP. |
|
C0040/R0010 |
Distributiekosten basis-PEPP |
Totale bedrag kosten voor distributie PEPP. |
|
C0050/R0010 |
Advieskosten basis-PEPP |
Totale bedrag aan advieskosten voor het PEPP, berekend tijdens de rapportageperiode. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van het basis-PEPP. |
|
C0060/R0010 |
Beleggingskosten basis-PEPP |
Totale bedrag aan beleggingskosten voor het PEPP, berekend tijdens de rapportageperiode. Deze kosten betreffen de vergoedingen voor het bewaren van activa, voor activiteiten als gevolg van transactiebewerkingen en de overige kosten die verband houden met de beleggingsactiviteiten, maar die niet zijn toe te rekenen aan de twee eerstgenoemde categorieën. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van het basis-PEPP. |
|
C0100/R0010 |
Kosten (eventuele) kapitaalgaranties basis-PEPP |
Totale bedrag aan kosten van de kapitaalgaranties voor het PEPP, berekend tijdens de rapportageperiode. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van het basis-PEPP. |
|
C0020/R0040 |
Administratiekosten alternatieve beleggingsopties |
Totale bedrag aan administratiekosten voor de administratie van het PEPP, berekend aan de PEPP-spaarder tijdens de rapportageperiode. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van alternatieve beleggingsopties. |
|
C0040/R0040 |
Distributiekosten alternatieve beleggingsopties |
Totale bedrag aan kosten voor de distributie van het PEPP. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van alternatieve beleggingsopties. |
|
C0050/R0040 |
Advieskosten alternatieve beleggingsopties |
Totale bedrag aan advieskosten voor het PEPP, berekend tijdens de rapportageperiode. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van alternatieve beleggingsopties. |
|
C0060/R0040 |
Beleggingskosten alternatieve beleggingsopties |
Totale bedrag aan beleggingskosten voor het PEPP, berekend tijdens de rapportageperiode. Deze kosten betreffen de vergoedingen voor het bewaren van activa, voor activiteiten als gevolg van transactiebewerkingen en de overige kosten die verband houden met de beleggingsactiviteiten, maar die niet zijn toe te rekenen aan de twee eerstgenoemde categorieën. Het bedrag betreft eenmalige en recurrente kosten van alternatieve beleggingsopties. |
Informatie PEPP en PEPP-spaarder (2)
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
|
Z0010 |
Land |
ISO 3166-1 tweelettercode van de lidstaat van herkomst of lidstaat van ontvangst van het PEPP. Dit item wordt ingevuld voor elk land waar een subrekening beschikbaar is of waar het PEPP wordt aangeboden. |
|
C0150/R0020 |
Aantal PEPP-spaarders in basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Aantal PEPP-spaarders in basis-PEPP dat in het land op de markt is |
|
C0160/R0020 |
Totaal brutobijdragen ontvangen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Totale bedrag aan bijdragen over de rapportageperiode betaald door PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0170/R0020 |
Totaal brutobeleggingsopbrengsten voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Totale bedrag van aan PEPP-spaarders toegedeelde brutobeleggingsopbrengsten. De waarde is inclusief beleggingskosten van het basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0190/R0020 |
Totaal uitkeringen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Totale bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alle betaalde uitkeringen, d.w.z. inclusief biometrische risico’s en andere mogelijke opties die in een bepaald product vervat zijn. |
|
C0200/R0020 |
Pensioenuitkeringen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen. |
|
C0210/R0020 |
Pensioenuitkeringen als lijfrente voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als lijfrente. |
|
C0220/R0020 |
Pensioenuitkeringen als vast bedrag voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als vast bedrag. |
|
C0230/R0020 |
Pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen. |
|
C0240/R0020 |
Uitkeringen niet zijnde pensioenuitkeringen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. Dit bedrag omvat alleen uitkeringen in verband met andere dan pensioenrisico’s, d.w.z. biometrische risico’s en andere mogelijke opties. |
|
C0250/R0020 |
Aantal kennisgevingen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 ontvangen van PEPP-spaarders die hun verblijfplaats hebben verplaatst naar een andere lidstaat, voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Aantal kennisgevingen ontvangen van PEPP-spaarders in het basis-PEPP dat in het land op de markt is, in verband met de verplaatsing door de PEPP-spaarder van zijn verblijfplaats naar een andere lidstaat. |
|
C0260/R0020 |
Aantal verzoeken om overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 een subrekening te openen voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieder hebben geïnformeerd over hun voornemen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen, om een nieuwe subrekening te openen in het basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0270/R0020 |
Aantal overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 geopende subrekeningen in basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Aantal daadwerkelijk geopende subrekeningen in het basis-PEPP dat in het land op de markt is, in verband met verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieders hebben geïnformeerd over hun voornemen om hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen. |
|
C0280/R0020 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor basis-PEPP dat in het land op de markt is, over te stappen overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om over te stappen naar een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in een basis-PEPP dat in het land op de markt is, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0290/R0020 |
Feitelijke overdrachten voor basis-PEPP dat in het land op de markt is, overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in een basis-PEPP dat in het land op de markt is, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0300/R0020 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor basis-PEPP dat in het land op de markt is, over te stappen overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen op vraag van PEPP-spaarders in een basis-PEPP dat in het land op de markt is, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0310/R0020 |
Feitelijke overdrachten voor basis-PEPP dat in het land op de markt is, overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder op vraag van PEPP-spaarders in een basis-PEPP dat in het land op de markt is, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0320/R0020 |
Activa basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Totale bedrag aan activa met betrekking tot een basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0330/R0020 |
Verplichtingen basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Totale bedrag aan technische voorzieningen en andere verplichtingen (in voorkomend geval) met betrekking tot een basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0340/R0020 |
Aantal klachten voor basis-PEPP dat in het land op de markt is |
Het totale aantal klachten dat in de rapportageperiode is ontvangen voor het basis-PEPP dat in het land op de markt is. |
|
C0150/R0030 |
Aantal PEPP-spaarders in basis-PEPP in run-off |
Aantal PEPP-spaarders in basis-PEPP in run-off |
|
C0160/R0030 |
Totaal brutobijdragen ontvangen voor basis-PEPP in run-off |
Totale bedrag aan bijdragen over de rapportageperiode betaald door PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. |
|
C0170/R0030 |
Totaal brutobeleggingsopbrengsten voor basis-PEPP in run-off |
Totale bedrag van aan PEPP-spaarders toegedeelde brutobeleggingsopbrengsten. De waarde is inclusief beleggingskosten van het basis-PEPP in run-off. |
|
C0190/R0030 |
Totaal uitkeringen voor basis-PEPP in run-off |
Totaal bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders voor het basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alle betaalde uitkeringen, d.w.z. inclusief biometrische risico’s en andere mogelijke opties die in een bepaald product vervat zijn. |
|
C0200/R0030 |
Pensioenuitkeringen voor basis-PEPP in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen. |
|
C0210/R0030 |
Pensioenuitkeringen als lijfrente voor basis-PEPP in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als lijfrente. |
|
C0220/R0030 |
Pensioenuitkeringen als vast bedrag voor basis-PEPP in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als vast bedrag. |
|
C0230/R0030 |
Pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen voor basis-PEPP in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen. |
|
C0240/R0030 |
Uitkeringen niet zijnde pensioenuitkeringen voor basis-PEPP in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off. Dit bedrag omvat alleen uitkeringen in verband met andere dan pensioenrisico’s, d.w.z. biometrische risico’s en andere mogelijke opties. |
|
C0250/R0030 |
Aantal kennisgevingen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 ontvangen van PEPP-spaarders die hun verblijfplaats hebben verplaatst naar een andere lidstaat, voor basis-PEPP in run-off |
Aantal kennisgevingen dat is ontvangen van PEPP-spaarders in het basis-PEPP in run-off in verband met de verplaatsing door de PEPP-spaarder van zijn verblijfplaats naar een andere lidstaat. |
|
C0260/R0030 |
Aantal verzoeken om overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 een subrekening te openen voor een basis-PEPP in run-off |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieder hebben geïnformeerd over hun voornemen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen, om een nieuwe subrekening te openen in het basis-PEPP in run-off. |
|
C0270/R0030 |
Aantal overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 geopende subrekeningen in een basis-PEPP in run-off |
Aantal daadwerkelijk geopende subrekeningen in het basis-PEPP in run-off, in verband met verzoeken ontvangen van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieders hebben geïnformeerd over hun voornemen om hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen. |
|
C0280/R0030 |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders om voor basis-PEPP in run-off over te stappen overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om over te stappen naar een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in het basis-PEPP in run-off die hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0290/R0030 |
Feitelijke overdrachten voor basis-PEPP in run-off overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in het basis-PEPP in run-off die hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0300/R0030 |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders om voor basis-PEPP in run-off over te stappen overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen op vraag van PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0310/R0030 |
Feitelijke overdrachten voor basis-PEPP in run-off overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder op vraag van PEPP-spaarders in een basis-PEPP in run-off, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0320/R0030 |
Activa basis-PEPP in run-off |
Totale bedrag aan activa met betrekking tot een basis-PEPP in run-off. |
|
C0330/R0030 |
Verplichtingen basis-PEPP in run-off |
Totale bedrag aan technische voorzieningen en andere verplichtingen (in voorkomend geval) met betrekking tot een basis-PEPP in run-off. |
|
C0340/R0030 |
Aantal klachten met betrekking tot basis-PEPP in run-off |
Het totale aantal klachten dat in de rapportageperiode voor het basis-PEPP in run-off is ontvangen. |
|
C0150/R0050 |
Aantal PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Aantal PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0160/R0050 |
Totaal brutobijdragen ontvangen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Totaal bedrag aan bijdragen over de rapportageperiode betaald door PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0170/R0050 |
Totaal brutobeleggingsopbrengsten voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Totale bedrag van aan PEPP-spaarders toegedeelde brutobeleggingsopbrengsten. De waarde is inclusief beleggingskosten van alternatieve beleggingsopbrengsten die in het land op de markt zijn. |
|
C0190/R0050 |
Totaal uitkeringen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Totaal bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders voor de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alle betaalde uitkeringen, d.w.z. inclusief biometrische risico’s en andere mogelijke opties die in een bepaald product vervat zijn. |
|
C0200/R0050 |
Pensioenuitkeringen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen. |
|
C0210/R0050 |
Pensioenuitkeringen als lijfrente voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als lijfrente. |
|
C0220/R0050 |
Pensioenuitkeringen als vast bedrag voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als vast bedrag. |
|
C0230/R0050 |
Pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen. |
|
C0240/R0050 |
Uitkeringen niet zijnde pensioenuitkeringen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. Dit bedrag omvat alleen uitkeringen in verband met andere dan pensioenrisico’s, d.w.z. biometrische risico’s en andere mogelijke opties. |
|
C0240/R0050 |
Aantal kennisgevingen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 ontvangen van PEPP-spaarders die hun verblijfplaats hebben verplaatst naar een andere lidstaat, voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Aantal kennisgevingen dat is ontvangen van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, in verband met de verplaatsing door de PEPP-spaarder van zijn verblijfplaats naar een andere lidstaat. |
|
C0260/R0050 |
Aantal verzoeken om overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 een subrekening te openen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieder hebben geïnformeerd over hun voornemen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen, om een nieuwe subrekening te openen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0270/R0050 |
Aantal overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 geopende subrekeningen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Aantal daadwerkelijk geopende subrekeningen voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, in verband met verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieders hebben geïnformeerd over hun voornemen om hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen. |
|
C0280/R0050 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, over te stappen overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om over te stappen naar een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0290/R0050 |
Feitelijke overdrachten voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0300/R0050 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, over te stappen overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen op vraag van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0310/R0050 |
Feitelijke overdrachten voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder op vraag van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0320/R0050 |
Activa van alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Totale bedrag aan activa met betrekking tot alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0330/R0050 |
Verplichtingen van alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Totale bedrag aan technische voorzieningen en andere verplichtingen (in voorkomend geval) met betrekking tot alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0340/R0050 |
Aantal klachten voor alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn |
Het totale aantal klachten dat in de rapportageperiode is ontvangen voor de alternatieve beleggingsopties die in het land op de markt zijn. |
|
C0149/R0060 |
Aantal alternatieve beleggingsopties aangeboden voor PEPP-product in run-off |
Aantal alternatieve beleggingsopties aangeboden voor PEPP-product in run-off |
|
C0150/R0060 |
Aantal PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off |
Aantal PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0160/R0060 |
Totaal brutobijdragen ontvangen voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Totale bedrag aan bijdragen over de rapportageperiode betaald door PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0170/R0060 |
Totaal brutobeleggingsopbrengsten voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Totaal van aan PEPP-spaarders toegedeelde brutobeleggingsopbrengsten. De waarde is inclusief beleggingskosten van alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0190/R0060 |
Totaal uitkeringen voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Totaal bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders voor de alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alle betaalde uitkeringen, d.w.z. inclusief biometrische risico’s en andere mogelijke opties die in een bepaald product vervat zijn. |
|
C0200/R0060 |
Pensioenuitkeringen voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen. |
|
C0210/R0060 |
Pensioenuitkeringen als lijfrente voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als lijfrente. |
|
C0220/R0060 |
Pensioenuitkeringen als vast bedrag voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als vast bedrag. |
|
C0230/R0060 |
Pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alleen pensioenuitkeringen als inkomensonttrekkingen. |
|
C0240/R0060 |
Pensioenuitkeringen voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Bedrag aan uitkeringen over de rapportageperiode aan PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off. Dit bedrag omvat alleen uitkeringen in verband met andere dan pensioenrisico’s, d.w.z. biometrische risico’s en andere mogelijke opties. |
|
C0250/R0060 |
Aantal kennisgevingen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 ontvangen van PEPP-spaarders die hun verblijfplaats hebben verplaatst naar een andere lidstaat, voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Aantal kennisgevingen ontvangen van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off, in verband met de verplaatsing door de PEPP-spaarder van zijn verblijfplaats naar een andere lidstaat. |
|
C0260/R0060 |
Aantal verzoeken om overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 een subrekening te openen voor alternatieve beleggingsopties in run-off. |
Aantal verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieder hebben geïnformeerd over hun voornemen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen, om een nieuwe subrekening te openen voor alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0270/R0060 |
Aantal overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 geopende subrekeningen voor alternatieve beleggingsopties in run-off. |
Aantal daadwerkelijk geopende subrekeningen voor alternatieve beleggingsopties in run-off, in verband met verzoeken van PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieders hebben geïnformeerd over hun voornemen om hun verblijfplaats naar een andere lidstaat te verplaatsen. |
|
C0280/R0060 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor alternatieve beleggingsopties in run-off over te stappen overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder a), van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om over te stappen naar een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0290/R0060 |
Feitelijke overdrachten voor alternatieve beleggingsopties in run-off overeenkomstig artikel 20, lid 5, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder, omdat de huidige PEPP-aanbieder geen subrekening kan creëren voor PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off, wanneer dezen hun verblijfplaats naar een andere lidstaat verplaatsen. |
|
C0300/R0060 |
Aantal verzoeken PEPP-spaarders om voor alternatieve beleggingsopties in run-off over te stappen overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Aantal verzoeken om naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen op vraag van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238 |
|
C0310/R0060 |
Feitelijke overdrachten voor alternatieve beleggingsopties in run-off overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 |
Bedrag aan feitelijke overdrachten aan een andere PEPP-aanbieder op vraag van PEPP-spaarders in alternatieve beleggingsopties in run-off, overeenkomstig artikel 52, lid 3, Verordening (EU) 2019/1238. |
|
C0320/R0060 |
Activa van alternatieve beleggingsopties in run-off |
Totale bedrag aan activa met betrekking tot alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0330/R0060 |
Verplichtingen alternatieve beleggingsopties in run-off |
Totale bedrag aan technische voorzieningen en andere verplichtingen (in voorkomend geval) met betrekking tot alternatieve beleggingsopties in run-off. |
|
C0340/R0060 |
Totaal aantal klachten voor alternatieve beleggingsopties in run-off |
Het totale aantal klachten dat in de rapportageperiode is ontvangen voor de alternatieve beleggingsopties in run-off. |
PP.06.02 — Lijst activa — Algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van informatie over PEPP’s, verder uitgesplitst in basis-PEPP en alternatieve beleggingsopties. Indien de alternatieve beleggingsopties — afzonderlijk of samen — aanzienlijk worden in verhouding tot de spaartegoeden in het basis-PEPP, wordt de informatie fijnmaziger gerapporteerd of op het niveau van elke beleggingsoptie.
De in deze template gebruikte categorieën activa zijn die welke worden gedefinieerd in bijlage IV — Definities van de CIC-tabel, terwijl vermeldingen van de complementaire identificatiecode (“CIC”) verwijzen naar bijlage III — CIC-tabel.
Deze template bevat een lijst van PEPP-activa per item (d.w.z. niet volgens de doorkijkbenadering), die als activacategorieën 0 tot en met 9 kunnen worden ingedeeld, met de volgende uitzonderingen:
|
a) |
geldmiddelen worden gerapporteerd in één rij per valuta, voor elke combinatie van de items C0060, C0070, C0080 en C0090; |
|
b) |
girale deposito’s (kasequivalenten) en andere deposito’s met een looptijd van minder dan één jaar worden in één rij gerapporteerd per combinatie van bank en valuta, voor elke combinatie van de items C0060, C0070, C0080, C0090 en C0290; |
|
c) |
deposito’s aan cedenten worden gerapporteerd op één regel, voor elke combinatie van de items C0060, C0070, C0080 en C0090. |
Deze template bevat twee tabellen: “Informatie over ingenomen posities” en “Informatie over activa”.
In de tabel “Informatie over ingenomen posities” moet elk actief afzonderlijk worden gerapporteerd in zoveel regels als nodig zijn om alle in die tabel gevraagde niet-geldelijke variabelen, met uitzondering van het item “Hoeveelheid”, in te vullen. Als er voor hetzelfde actief twee waarden kunnen worden toegekend aan één variabele, moet dat actief op meer dan één regel worden gerapporteerd.
In de tabel “Informatie over activa” moet elk actief afzonderlijk worden gerapporteerd, in één rij per actief, waarbij alle in die tabel gevraagde variabelen moeten worden ingevuld. De activa worden geoormerkt volgens PEPP-beleggingsopties (basis-PEPP en alternatieve beleggingsopties), tenzij alle PEPP-beleggingsopties delen in dezelfde activapool; in dat geval worden de activa geoormerkt als “gemeenschappelijke PEPP-activa”. Indien de alternatieve beleggingsopties — afzonderlijk of samen — aanzienlijk worden in verhouding tot de spaartegoeden in het basis-PEPP, wordt de informatie fijnmaziger gerapporteerd of op het niveau van elke beleggingsoptie.
Alle waarden worden gerapporteerd overeenkomstig het prudentiële raamwerk waaronder de entiteit valt. Indien een PEPP-aanbieder in zijn sectorale wetgeving is vrijgesteld van het rapporteren van een externe rating en van een kredietbeoordeling door externe instellingen (“EKBI’s”), mag de informatie voor veld (C0250) en veld (C0260) worden beperkt (niet gerapporteerd). Anders moet deze informatie worden gerapporteerd.
Informatie over aangehouden posities
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
||||||||||||||
|
C0011 |
Activa-ID-code en typecode activa |
Deze informatie combineert data over de activa-ID-code (kolommen C0010 en C0110 van het BoS-besluit) en de typecode van de activa (kolommen C0020 en C0120 van BoS-besluit) Activa-ID-code gebruikmakend van:
Indien geen ISIN-code beschikbaar is:
Soort identificatiecode die voor “activa-ID-code” wordt gebruikt:
|
||||||||||||||
|
|
|
99 — Toegekende code Wanneer dezelfde activa-ID-code moet worden gerapporteerd voor een actief dat in twee of meer verschillende valuta wordt uitgegeven, moeten van elke valuta de activa-ID-code en de ISO 4217-lettercode worden vermeld, zoals in het volgende voorbeeld: “code+EUR”. In dit geval staat het type activa-ID-code voor optie 99 en de optie van de oorspronkelijke activa-ID-code, zoals in het volgende voorbeeld waarin de gerapporteerde code de ISIN code+valuta was: “99/1”. |
||||||||||||||
|
C0010 |
Basis- PEPP/alternatieve beleggingsopties |
Soort PEPP-beleggingsopties In dit veld wordt onderscheiden tussen het basis-PEPP en een alternatieve beleggingsoptie. Optie 3, PEPP-activa wordt gebruikt wanneer alle PEPP-beleggingsopties delen in dezelfde activapool. Gebruik hiervoor de volgende gesloten lijst:
|
||||||||||||||
|
C0040 |
Land bewaarneming |
ISO 3166-1 tweelettercode van het land waar activa in bewaring zijn genomen. Om internationale bewaarnemers, zoals Euroclear, te identificeren, geldt als land van bewaarneming het land dat overeenkomt met de wettelijke plaats van vestiging waar de bewaarnemingsdienst contractueel is vastgelegd. Indien eenzelfde type actief in bewaring is genomen in meer dan één land, moet elk actief afzonderlijk worden gerapporteerd in zoveel rijen als nodig zijn om alle landen van bewaarneming correct te vermelden. Bij onroerende zaken wordt de emittent bepaald aan de hand van het adres van de onroerende zaak. |
||||||||||||||
|
C0050 |
Bewaarnemer |
LEI-code of, indien geen LEI-code beschikbaar is, de naam van de financiële instelling die de bewaarnemer is. Indien eenzelfde type actief in bewaring is genomen bij meer dan één bewaarnemer, moet elk actief afzonderlijk worden gerapporteerd in zoveel rijen als nodig zijn om alle bewaarnemers correct te vermelden. |
||||||||||||||
|
C0060 |
Hoeveelheid |
Aantal activa, voor desbetreffende activa. Dit item wordt niet gerapporteerd indien het item Nominaal bedrag (C0070) wordt gerapporteerd. |
||||||||||||||
|
C0070 |
Nominaal bedrag |
Uitstaande hoofdsom gewaardeerd tegen de nominale waarde, voor alle activa waarvoor dit item relevant is, en als nominaal bedrag voor contanten en kasequivalenten. Dit item wordt niet gerapporteerd indien het item Hoeveelheid (C0060) wordt gerapporteerd. |
||||||||||||||
|
C0075 |
Waarderingsmethode |
Financieel instrument gewaardeerd tegen:
|
||||||||||||||
|
C0080 |
Verwervingswaarde |
Totale verwervingswaarde voor gehouden activa, zonder opgelopen rente. |
||||||||||||||
|
C0090 |
Opgelopen rente |
Kwantificeer het bedrag aan opgelopen rente na de laatste coupondatum voor rentedragende effecten. |
||||||||||||||
|
C0100 |
Marktwaarde activa |
Marktwaarde van de activa. |
Informatie over activa
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
||||||||||||||||||||||||
|
C0011 |
Activa-ID-code en typecode activa |
Deze informatie combineert data over de activa-ID-code (kolommen C0010 en C0110 van het BoS-besluit) en de typecode van de activa (kolommen C0020 en C0120 van BoS-besluit) Activa-ID-code gebruikmakend van:
Indien geen ISIN-code beschikbaar is:
Soort identificatiecode die voor “activa-ID-code” wordt gebruikt:
99— Toegekende code Wanneer dezelfde activa-ID-code moet worden gerapporteerd voor een actief dat in twee of meer verschillende valuta wordt uitgegeven, moeten van elke valuta de activa-ID-code en de ISO 4217-lettercode worden vermeld, zoals in het volgende voorbeeld: “code+EUR”. In dit geval staat het type activa-ID-code voor optie 99 en de optie van de oorspronkelijke activa-ID-code, zoals in |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
het volgende voorbeeld waarin de gerapporteerde code de ISIN code+valuta was: “99/1”. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0130 |
Titel item |
Naam van het actief (of het adres in het geval van onroerende zaken). |
||||||||||||||||||||||||
|
|
Naam emittent |
Naam van de emittent, gedefinieerd als de entiteit die activa uitgeeft aan beleggers. Dit item komt (voor zover beschikbaar) overeen met de naam van de entiteit in de LEI-database. In andere gevallen komt dit item overeen met de wettelijke benaming. Bij beleggingsfondsen of aandelen daarin is de naam van de emittent de naam van de fondsbeheerder. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0150 |
Emittentcode en soort emittentcode |
Deze informatie combineert data over emittentcode (kolom C0150 van BoS-besluit) en type emittentcode (kolom C0160 van BoS-besluit). Voor de emittentcode wordt gebruikgemaakt van de LEI. Is er geen LEI-code beschikbaar, dan wordt dit item niet gerapporteerd. Bij beleggingsfondsen of aandelen daarin is de emittentcode de code van de fondsbeheerder. Identificatie van de soort code gebruikt voor item “Emittentcode”. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst: 1 — LEI 9 — Geen Dit item is niet van toepassing op CIC-categorie 8 — Hypotheken en leningen, wanneer het betrekking heeft op aan natuurlijke personen verstrekte leningen en hypotheken. Dit item is niet van toepassing op CIC 71, CIC 75 en CIC-categorie 9 — Onroerende zaken. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0170 |
Emittentensector |
De economische sector van de emittent volgens de laatste versie van de NACE-codes (zoals gepubliceerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (7)) Sectoren moeten ten minste worden aangeduid met de letter van de NACE-code die staat voor de afdeling (“A” of “A0111” is bijvoorbeeld aanvaardbaar), behalve voor de NACE-codes voor Financiële activiteiten en verzekeringen; daarvoor moet de letter van de afdeling gevolgd door de viercijferige code van de klasse worden gebruikt (bv. “K6411”). Bij beleggingsfondsen (of aandelen daarin) of bij beleggingsinstellingen is de emittent de naam van de fondsbeheerder. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0180 |
Groep emittent |
Naam van de uiteindelijke moederonderneming van de emittent. Voor beleggingsfondsen heeft de groepsrelatie betrekking op de fondsbeheerder. Dit item komt (voor zover beschikbaar) overeen met de naam van de entiteit in de LEI-database. In andere gevallen komt dit item overeen met de wettelijke benaming. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0190 |
Groepscode emittent en type emittentengroepscode |
Deze informatie combineert data over emittentcode (kolom C0190 van BoS-besluit) en type emittentcode (kolom C0200 van BoS-besluit). Identificatie van de groep van de emittent met gebruikmaking van de LEI. Is er geen LEI beschikbaar, dan wordt dit item niet gerapporteerd. Voor beleggingsfondsen heeft de groepsrelatie betrekking op de fondsbeheerder. Code gebruikt voor het item “Emittentengroepcode”:
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
9 — Geen |
||||||||||||||||||||||||
|
C0210 |
Land emittent |
ISO 3166-1 tweelettercode van het land van vestiging van de emittent. De plaats van vestiging van de emittent wordt bepaald aan de hand van het adres van de entiteit die het actief uitgeeft. Voor beleggingsfondsen heeft de groepsrelatie betrekking op de fondsbeheerder.
|
||||||||||||||||||||||||
|
C0220 |
Valuta |
ISO 4217-lettercode van de valuta van uitgifte. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0230 |
CIC |
Complementaire identificatiecode (Complementary Identification Code — CIC) waarmee activa worden ingedeeld. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0240 |
Alternatieve belegging |
Een financieel instrument, vermeld in afdeling C van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU, uitgegeven door een rechtspersoon met een op grond van Richtlijn 2011/61/EU (8) verleende vergunning om alternatieve beleggingsfondsen te beheren:
|
||||||||||||||||||||||||
|
C0250 |
Externe rating |
De door de aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) toegekende rating van het actief op de rapportagereferentiedatum. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0270 |
Duur |
Looptijd van het actief, gedefinieerd als de “resterende gewijzigde looptijd” (gewijzigde looptijd berekend op basis van de resterende tijd tot de vervaldatum van het effect, geteld vanaf de rapportagereferentiedatum). Voor activa zonder vaste looptijd wordt de eerst mogelijke terugbetalingsdatum gebruikt. De looptijd wordt berekend op basis van de economische waarde. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0280 |
Vervaldatum |
ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de vervaldatum. Voor eeuwigdurende effecten “9999-12-31” gebruiken. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0370 |
Eenheidsprijs |
Marktprijs per eenheid. |
||||||||||||||||||||||||
|
C0380 |
Eenheidspercentage nominaal bedrag prijs |
Percentage van het geaggregeerde nominale bedrag. |
PP.06.03 — Instellingen voor collectieve belegging
— Doorkijkbenadering Algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van informatie over PEPP’s, verder uitgesplitst in basis-PEPP en alternatieve beleggingsopties. Indien de alternatieve beleggingsopties — afzonderlijk of samen — aanzienlijk worden in verhouding tot de spaartegoeden in het basis-PEPP, wordt de informatie fijnmaziger gerapporteerd of op het niveau van elke beleggingsoptie.
Deze template bevat informatie over de doorkijkbenadering van instellingen voor collectieve belegging of als fondsen verpakte beleggingen, ook als het deelnemingen zijn op grond van een onderliggende activacategorie, land van uitgifte en valuta. Rekening houdende met evenredigheid en specifieke instructies bij de template, moet de doorkijkbenadering worden gevolgd totdat de activacategorieën, landen en valuta zijn vastgesteld. In het geval van fondsen van fondsen moet dezelfde doorkijkbenadering worden gevolgd.
De template bevat informatie die 100 % van de waarde van de beleggingen in instellingen voor collectieve belegging dekt. Voor de identificatie van landen wordt de doorkijkbenadering echter toegepast om de blootstellingen van 80 % van de totale waarde van de fondsen minus de bedragen met betrekking tot CIC 8 en CIC 9 te identificeren, en voor de identificatie van valuta wordt de doorkijkbenadering toegepast om de blootstellingen van 80 % van de totale waarde van de fondsen te identificeren. PEPP-aanbieders zorgen ervoor dat de niet per land geïdentificeerde 20 % gediversifieerd is over geografische gebieden, zodat bijvoorbeeld niet meer dan 5 % zich in één enkel land bevindt. De doorkijkbenadering wordt toegepast door PEPP-aanbieders beginnend bij het (gerekend naar belegde bedrag) grootste fonds, tot het kleinste afzonderlijke fonds en de benadering blijft ongewijzigd in de tijd.
De items moeten worden gerapporteerd met een positieve waarde, tenzij in de desbetreffende instructies anders is bepaald.
Alle waarden worden gerapporteerd overeenkomstig het prudentiële raamwerk waaronder de entiteit valt.
De in deze template gebruikte categorieën activa zijn die welke worden gedefinieerd in bijlage IV — Definities van de CIC-tabel, terwijl vermeldingen van de complementaire identificatiecode (“CIC”) verwijzen naar bijlage III — CIC-tabel.
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0010 |
ID code instelling voor collectieve belegging |
Activa-ID-code in de volgorde van prioriteit zoals hieronder aangegeven:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0020 |
Instelling voor collectieve belegging — soort ID-code |
Soort identificatiecode die voor “activa-ID-code” wordt gebruikt. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst:
99 — Door de onderneming toegekende code |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0030 |
Categorie onderliggende activa |
Vermeld de categorieën activa, vorderingen en derivaten binnen de instelling voor collectieve belegging. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst:
Categorie “4 — instellingen voor collectieve belegging” wordt alleen gebruikt voor niet-materiële restwaarden voor zowel “fondsen van fondsen” als andere fondsen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0040 |
Land van uitgifte |
Uitsplitsing van elke activacategorie vermeld in C0030 naar land van uitgifte. Vermeld het land van vestiging van de emittent. De plaats van vestiging van de emittent wordt bepaald aan de hand van het adres van de entiteit die het actief uitgeeft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Een van de volgende keuzemogelijkheden wordt hiervoor gebruikt:
Dit item is niet van toepassing op de categorieën 8 en 9 zoals gerapporteerd in C0030. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0050 |
Valuta |
Vermeld of de valuta van de activacategorie de rapportagevaluta dan wel een buitenlandse valuta is. Alle andere valuta dan de rapportagevaluta worden aangemerkt als buitenlandse valuta. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
C0060 |
Totaalbedrag |
Totale bedrag per activacategorie, land en valuta dat is belegd via instellingen voor collectieve belegging. Voor verplichtingen wordt een positief bedrag gerapporteerd, tenzij het item een derivatenverplichting is. Voor derivaten kan het totaalbedrag positief (bij activa) of negatief (bij verplichtingen) zijn. |
PP.08.03 Geaggregeerde informatie over open derivatenposities
Algemene opmerkingen:
Deze afdeling betreft de jaarlijkse indiening van informatie over PEPP’s, verder uitgesplitst in basis-PEPP en alternatieve beleggingsopties. Indien de alternatieve beleggingsopties — afzonderlijk of samen — aanzienlijk worden in verhouding tot de spaartegoeden in het basis-PEPP, wordt de informatie fijnmaziger gerapporteerd of op het niveau van elke beleggingsoptie.
De in deze template gebruikte categorieën derivaten zijn die welke worden gedefinieerd in bijlage IV — Definities van de CIC-tabel, terwijl vermeldingen van de complementaire identificatiecode (“CIC”) verwijzen naar bijlage III — CIC-tabel.
Derivaten worden aangemerkt als activa indien de waarde ervan ten minste nul is. Zij worden aangemerkt als verplichtingen als de waarde ervan negatief is. Zowel de als activa aangemerkte derivaten als de als verplichtingen aangemerkte derivaten moeten worden opgenomen.
De informatie moet betrekking hebben op alle derivatenovereenkomsten die tijdens de rapportageperiode hebben bestaan en niet zijn afgesloten voorafgaand aan de rapportagereferentiedatum.
Bij veelvuldige handel in hetzelfde derivaat, met meerdere open posities als gevolg, kan het derivaat worden gerapporteerd op geaggregeerde of nettobasis, mits alle desbetreffende kenmerken met elkaar overeenkomen en mits wordt voldaan aan de specifieke instructie voor elk desbetreffend item.
De items moeten worden gerapporteerd met een positieve waarde, tenzij in de desbetreffende instructies anders is bepaald.
Een derivaat is een financieel instrument of andere overeenkomst met elk van deze drie kenmerken:
|
a) |
de waarde ervan verandert als gevolg van veranderingen in een bepaalde rente, prijs van een financieel instrument, commodityprijs, wisselkoers, index van prijzen of rentevoeten, creditrating of kredietwaardigheidsindex, of andere variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor een contractpartij is (soms “de onderliggende waarde” genoemd); |
|
b) |
er is geen nettoaanvangsinvestering vereist of een nettoaanvangsinvestering die geringer is dan nodig zou zijn bij andere soorten overeenkomsten die naar verwachting op vergelijkbare wijze op veranderingen in marktfactoren reageren; |
|
c) |
het wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld. |
Alle waarden worden gerapporteerd overeenkomstig het prudentiële raamwerk waaronder de entiteit valt.
Informatie over aangehouden posities
|
ORDINAAT TABEL |
ITEM |
INSTRUCTIES |
|
C0010/R0010 |
Renteswaps (D1) voor notioneel bedrag basis- PEPP |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het rentederivaat (D1) voor het basis-PEPP. Voor swaps komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0020/R0010 |
Renteswaps (D1) voor marktwaarde basis-PEPP |
Monetaire waarde van de renteswap (D1) per de rapportagedatum voor het basis-PEPP. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0030/R0010 |
Renteswaps (D1) voor notioneel bedrag alternatieve beleggingsopties |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het rentederivaat (D1) voor alternatieve beleggingsopties. Voor swaps komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0040/R0010 |
Renteswaps (D1) voor marktwaarde alternatieve beleggingsopties |
Monetaire waarde van de renteswap (D1) per de rapportagedatum voor de alternatieve beleggingsoptie. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0050/R0010 |
Renteswaps (D1) voor notioneel bedrag gemeenschappelijke PEPP-activa |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het rentederivaat (D1) voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Voor swaps komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0060/R0010 |
Renteswaps (D1) voor marktwaarde gemeenschappelijke PEPP-activa |
De monetaire waarde van het rentederivaat (D1) voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0010/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor notioneel bedrag basis-PEPP |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het valutatermijncontract (F2) voor het basis-PEPP. Voor termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0020/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor marktwaarde basis- PEPP |
Monetaire waarde van het valutatermijncontract (F2) per de rapportagedatum voor het basis-PEPP. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0030/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor notioneel bedrag alternatieve beleggingsopties |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het valutatermijncontract (F2) voor alternatieve beleggingsopties. Voor termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0040/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor marktwaarde alternatieve beleggingsopties |
Monetaire waarde van het valutatermijncontract (F2) per de rapportagedatum voor de alternatieve beleggingsoptie. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0050/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor notioneel bedrag gemeenschappelijke PEPP-activa |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van het valutatermijncontract (F2) voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Voor termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0060/R0020 |
Valutatermijncontract (F2) voor marktwaarde gemeenschappelijke PEPP-activa |
De monetaire waarde van het valutatermijncontract (F2) voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0010/R0030 |
Andere derivaten voor notioneel bedrag basis-PEPP |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) en voor het basis-PEPP. Voor futures en opties komt dit overeen met de omvang van de overeenkomst vermenigvuldigd met de triggerwaarde en met het aantal op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Voor swaps en termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0020/R0030 |
Andere derivaten voor marktwaarde basis-PEPP |
Monetaire waarde van de derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) per de rapportagedatum voor het basis-PEPP. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0030/R0030 |
Andere derivaten voor notioneel bedrag alternatieve beleggingsopties. |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) voor de alternatieve beleggingsopties. Voor futures en opties komt dit overeen met de omvang van de overeenkomst vermenigvuldigd met de triggerwaarde en met het aantal op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Voor swaps en termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0040/R0030 |
Andere derivaten voor marktwaarde alternatieve beleggingsopties. |
Monetaire waarde van de derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) per de rapportagedatum voor alternatieve beleggingsopties. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
|
C0050/R0030 |
Andere derivaten voor notioneel bedrag gemeenschappelijke PEPP-activa |
Het afgedekte of blootgestelde bedrag van derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Voor futures en opties komt dit overeen met de omvang van de overeenkomst vermenigvuldigd met de triggerwaarde en met het aantal op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Voor swaps en termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van de op die regel gerapporteerde overeenkomsten. Wanneer de triggerwaarde betrekking heeft op een bereik, moet de gemiddelde waarde van dat bereik worden gebruikt. Het notionele bedrag is het bedrag dat wordt afgedekt/belegd (wanneer er geen risico’s worden afgedekt). In het geval van meerdere transacties is dit het nettobedrag op de rapportagedatum. |
|
C0060/R0030 |
Andere derivaten voor marktwaarde gemeenschappelijke PEPP-activa |
De monetaire waarde van de derivaten niet zijnde renteswaps (D1) of valutatermijncontracten (F2) per de rapportagedatum voor alle PEPP-beleggingsopties die dezelfde activapool delen. Deze waarde kan positief, negatief of nul zijn. |
(1) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(2) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(3) Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).
(4) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(5) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(6) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
(7) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(8) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 ( PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1 ).
BIJLAGE III
CIC-tabel
|
Eerste 2posities |
Beursgenoteerde activa activa |
ISO 3166-1 tweeletterlandcode of XL (niet-beursgenoteerd) of XT (niet op beurs verhandelbaar) |
|||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
|
Derde positie |
Categorie |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
0 |
A |
B |
C |
D |
E |
F |
|
Overheidsobligaties |
Bedrijfsobligaties |
Aandelen |
Beleggingsfondsen Instellingen voor collectieve belegging |
Structured notes |
Door zekerheden gedekte effecten |
Kasmiddelen en deposito’s |
Hypotheken en leningen |
Onroerende zaken |
Overige beleggingen |
Futures |
Callopties |
Putopties |
Swaps |
Termijncontracten |
Kredietderivaten |
||
|
Vierde positie |
Subcategorie of voornaamste risico |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
Obligaties centrale overheid |
Bedrijfsobligaties |
Gewone aandelen |
Aandelenfondsen |
Aandelenrisico |
Aandelenrisico |
Kasmiddelen |
Niet door zekerheden gedekte leningen |
Onroerende zaken (kantoren en commercieel) |
|
Aandelen- en indexfutures |
Aandelen- en indexopties |
Aandelen- en indexopties |
Renteswaps |
Rentetermijncontract |
Kredietverzuimswap |
||
|
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
|
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
||
|
Supranationale obligaties |
Converteerbare obligaties |
Aandelen van onroerendezaakmaatschappijen |
Obligatiefondsen |
Renterisico |
Renterisico |
Girale deposito’s (kasequivalenten) |
Door effecten gedekte leningen |
Onroerende zaken (woningen) |
|
Rentefutures |
Obligatieopties |
Obligatieopties |
Valutaswaps |
Valutatermijncontract |
Creditspreadoptie |
||
|
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
|
3 |
|
3 |
3 |
3 |
3 |
|
3 |
||
|
Obligaties regionale overheden |
Commercial paper |
Claimrechten |
Geldmarktfondsen |
Valutarisico |
Valutarisico |
Overige kortetermijndeposito’s (met een looptijd van ten hoogste één jaar) |
|
Onroerende zaken (voor eigen gebruik) |
|
Valutafutures |
Valutaopties |
Valutaopties |
Rente- en valutaswaps |
|
Kredietspreadswap |
||
|
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
|
|
4 |
4 |
|
|
4 |
||
|
Obligaties gemeenten |
Geldmarktinstrumenten |
Preferente aandelen |
Asset allocation-fondsen |
Kredietrisico |
Kredietrisico |
Overige deposito’s met een looptijd van meer dan één jaar |
Hypotheken |
Onroerende zaken (in aanbouw) |
|
|
Warrants |
Warrants |
|
|
Total return swap (TRS) |
||
|
5 |
5 |
|
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
|
5 |
5 |
5 |
5 |
|
|
||
|
Schatkistpapier |
Hybride obligaties |
|
Vastgoedfondsen |
Vastgoedrisico |
Vastgoedrisico |
Deposito’s ten gunste van cedenten |
Overige door zekerheden gedekte leningen |
Bedrijfsmiddelen (voor eigen gebruik) |
|
Grondstoffenfutures |
Grondstoffenopties |
Grondstoffenopties |
Effectenswaps |
|
|
||
|
6 |
6 |
|
6 |
6 |
6 |
|
6 |
|
|
|
6 |
6 |
|
|
|
||
|
Gedekte obligaties |
Gewone gedekte obligaties |
|
Alternatieve fondsen |
Grondstoffenrisico |
Grondstoffenrisico |
|
Voorschotten op verzekeringsovereenkomsten |
|
|
|
Swaptions |
Swaptions |
|
|
|
||
|
7 |
7 |
|
7 |
7 |
7 |
|
|
|
|
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
||
|
Nationale centrale banken |
Gedekte obligaties onderworpen aan specifiek recht |
|
Private-equityfondsen |
Rampen- en weerrisico |
Rampen- en weerrisico |
|
|
|
|
Rampen- en weerrisico |
Rampen- en weerrisico |
Rampen- en weerrisico |
Rampen- en weerrisico |
Rampen- en weerrisico |
|
||
|
|
8 |
|
8 |
8 |
8 |
|
|
|
|
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
|
||
|
|
Achtergestelde obligaties |
|
Infrastructuurfondsen |
Kortlevenrisico |
Kortlevenrisico |
|
|
|
|
Kortlevenrisico |
Kortlevenrisico |
Kortlevenrisico |
Kortlevenrisico |
Kortlevenrisico |
|
||
|
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
||
|
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
Overige |
||
BIJLAGE IV
Definities van de CIC-tabel
|
Eerste twee posities — Activa genoteerd in |
Definitie |
|
|
Land |
ISO 3166-1 tweeletterlandcode |
Vermeld de ISO 3166-1 tweeletterlandcode van het land waar het actief is genoteerd. Een actief wordt als genoteerd beschouwd indien het wordt verhandeld op een gereglementeerde markt of via een multilaterale handelsfaciliteit als omschreven in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (1). Indien het actief in meer dan één land wordt genoteerd of indien de onderneming voor waarderingsdoeleinden gebruikmaakt van een prijsverschaffer die een van de gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten is waarop het actief genoteerd is, is het betrokken land het land van de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit dat voor waarderingsdoeleinden als uitgangspunt wordt gebruikt. |
|
XV |
In één of in meer dan één land genoteerde activa |
Vermeld activa die in één of meer landen worden genoteerd, maar waarvoor de onderneming voor waarderingsdoeleinden gebruikmaakt van een prijsverschaffer die geen van de gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten is waarop het actief wordt genoteerd. |
|
XL |
Niet-beursgenoteerde activa |
Vermeld activa die niet worden verhandeld op een gereglementeerde markt of via een multilaterale handelsfaciliteit als omschreven in Richtlijn 2014/65/EU. |
|
XT |
Niet op een beurs verhandelbare activa |
Vermeld activa die vanwege hun aard niet in aanmerking komen om te worden verhandeld op een gereglementeerde markt of via een multilaterale handelsfaciliteit als omschreven in Richtlijn 2014/65/EU. |
|
Derde en vierde positie — Categorie |
Definitie |
|
|
1 |
Overheidsobligaties |
Obligaties die worden uitgegeven door overheidsinstanties, ongeacht of het gaat om centrale overheden, supranationale overheidsinstellingen, regionale overheden of lokale autoriteiten, en obligaties die volledig, onvoorwaardelijk en onherroepelijk worden gegarandeerd door de Europese Centrale Bank, door de centrale overheid en centrale banken van lidstaten en die in de binnenlandse valuta van die centrale overheid en centrale bank luiden en worden gefinancierd, door multilaterale ontwikkelingsbanken als bedoeld in artikel 117, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 (2) of door internationale organisaties als bedoeld in artikel 118 van Verordening (EU) nr. 575/2013 en waarvan de garantie voldoet aan de vereisten van artikel 215 van Gedelegeerde Verordening 2015/35 van de Commissie (3). Wat obligaties met een qualifying guarantee betreft, worden de derde en vierde positie toegewezen onder verwijzing naar de entiteit die de garantie verstrekt. |
|
11 |
Obligaties centrale overheden |
Obligaties die door centrale overheden worden uitgegeven. |
|
12 |
Supranationale obligaties |
Obligaties die worden uitgegeven door overheidsinstellingen die zijn opgericht op basis van een afspraak tussen nationale staten, zoals obligaties die worden uitgegeven door de multilaterale ontwikkelingsbank waarvan sprake in artikel 117, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 of door een internationale organisatie waarvan sprake in artikel 118 van Verordening (EU) nr. 575/2013. |
|
13 |
Obligaties regionale overheden |
Schuldbewijzen van regionale overheden of autonome regio’s die via een openbare aanbieding op de kapitaalmarkt aan het publiek worden aangeboden. |
|
14 |
Obligaties lokale autoriteiten |
Obligaties die worden uitgegeven door lokale autoriteiten, zoals onder meer steden, provincies, districten en andere gemeentelijke overheden. |
|
15 |
Schatkistpapier |
Kortlopende overheidsobligaties die door centrale overheden worden uitgegeven (met een looptijd van ten hoogste één jaar). |
|
16 |
Gedekte obligaties |
Overheidsobligaties die door een pool van activa worden gegarandeerd of “gedekt”. Die activa blijven op de balans van de emittent staan. |
|
17 |
Nationale centrale banken |
Obligaties die door nationale centrale banken worden uitgegeven. |
|
19 |
Overige |
Overige overheidsobligaties die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
2 |
Bedrijfsobligaties |
Obligaties uitgegeven door bedrijven |
|
21 |
Bedrijfsobligaties |
Door bedrijven uitgegeven obligaties met eenvoudige kenmerken; het betreft doorgaans obligaties die worden aangeduid als “plain vanilla” en die geen enkel bijzonder kenmerk bezitten dat in de categorieën 22 tot en met 28 wordt beschreven. |
|
22 |
Converteerbare obligaties |
Bedrijfsobligaties die de houder ervan in gewone aandelen in de uitgevende onderneming of in een gelijkwaardig geldbedrag kan omzetten, en die kenmerken van zowel schulden als eigen vermogen vertonen. |
|
23 |
Commercial paper |
Ongedekte, kortlopende schuldbewijzen die door een onderneming worden uitgegeven, met name voor het financieren van debiteuren en voorraden en voor het voldoen aan kortlopende verplichtingen, en die gewoonlijk een oorspronkelijke looptijd korter dan 270 dagen hebben. |
|
24 |
Geldmarktinstrumenten |
Zeer kortlopende schuldbewijzen (gewoonlijk met een oorspronkelijke looptijd variërend van één dag tot ten hoogste één jaar), voornamelijk bestaande uit verhandelbare depositocertificaten (CD’s), bankaccepten en andere zeer liquide instrumenten. Commercial paper is uitgesloten van deze categorie. |
|
25 |
Hybride obligaties |
Bedrijfsobligaties die kenmerken van zowel schulden als eigen vermogen vertonen, maar niet converteerbaar zijn. |
|
26 |
Gewone gedekte obligaties |
Bedrijfsobligaties die door een pool van activa worden gegarandeerd of “gedekt”. Die activa blijven op de balans van de emittent staan. Aan specifieke wetgeving onderworpen gedekte obligaties zijn uitgesloten van deze categorie. |
|
27 |
Aan specifieke wetgeving onderworpen gedekte obligaties |
Bedrijfsobligaties die door een pool van activa worden gegarandeerd of “gedekt” mocht de initiator insolvent worden, en die wettelijk aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders zijn onderworpen, zoals bedoeld in artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad (4). Een voorbeeld van een tot deze categorie behorende obligatie is de Duitse pandbrief: “Gedekte obligaties die zijn uitgegeven op grond van de Duitse wet inzake pandbrieven (PfandBG). Pandbrieven worden gebruikt voor de herfinanciering van leningen waarvoor zekerheden zijn verschaft in de vorm van leningen die worden gegarandeerd door pandrechten op onroerende goederen (hypotheekpandbrieven), leningen in de overheidssector (openbare pandbrieven), scheepshypotheken (scheepspandbrieven) of vliegtuighypotheken (vliegtuigpandbrieven). Het onderscheid tussen deze soorten pandbrieven betreft dus de dekkingspool die voor elke soort pandbrief wordt samengesteld.”. |
|
28 |
Achtergestelde obligaties |
Bedrijfsobligaties die bij liquidatie achtergesteld zijn ten opzichte van andere obligaties van de emittent. |
|
29 |
Overige |
Overige bedrijfsobligaties die andere kenmerken vertonen dan die welke in de bovenstaande categorieën worden beschreven. |
|
3 |
Aandelen |
Aandelen en andere met aandelen vergelijkbare effecten die het bedrijfskapitaal vormen, d.w.z. die eigendom in een onderneming vertegenwoordigen. |
|
31 |
Gewone aandelen |
Aandelen die de fundamentele eigendomsrechten van een onderneming vertegenwoordigen. |
|
32 |
Aandelen onroerendezaakmaatschappijen |
Aandelen die het kapitaal van onroerendezaakmaatschappijen vormen. |
|
33 |
Claimrechten |
Rechten om tegen een vastgestelde prijs op extra aandelen in te tekenen. |
|
34 |
Preferente aandelen |
Aandeel dat voorrang heeft op een gewoon aandeel en recht geeft op een groter aandeel in de activa en inkomsten dan een gewoon aandeel, maar dat achtergesteld is bij obligaties. |
|
39 |
Overige |
Overige aandelen die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
4 |
Collectievebeleggings-instellingen |
Een instelling voor collectieve belegging is een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG of een alternatieve beleggingsinstelling (abi) in de zin van artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU. |
|
41 |
Aandelenfondsen |
Instellingen voor collectieve belegging die hoofdzakelijk in aandelen beleggen. |
|
42 |
Obligatiefondsen |
Instellingen voor collectieve belegging die hoofdzakelijk in obligaties beleggen. |
|
43 |
Geldmarktfondsen |
Instellingen voor collectieve belegging die onder de door ESMA vastgestelde definitie vallen (CESR/10-049). |
|
44 |
Asset allocation-fondsen |
Instellingen voor collectieve belegging die bij de belegging van hun activa een specifieke portefeuilleverdeling nastreven, bv. voornamelijk beleggen in de effecten van bedrijven in landen met opkomende aandelenmarkten of kleine economieën, specifieke bedrijfstakken of groepen bedrijfstakken, dan wel specifieke landen, of die andere specifieke beleggingsdoelen hebben. |
|
45 |
Vastgoedfondsen |
instellingen voor collectieve belegging die hoofdzakelijk in vastgoed beleggen. |
|
46 |
Alternatieve fondsen |
instellingen voor collectieve belegging met beleggingsstrategieën zoals hedging, “event-driven”, vastrentende directionele en relatieve waarde, managed futures, grondstoffen enz. |
|
47 |
Private-equityfondsen |
instellingen voor collectieve belegging die worden gebruikt om in effecten met aandelenkarakter te beleggen volgens strategieën voor private equity. |
|
48 |
Infrastructuurfondsen |
Instellingen voor collectieve belegging die beleggen in publieke voorzieningen, zoals tolwegen, bruggen, tunnels, havens en luchthavens, distributie van olie, gas en elektriciteit, en in sociale infrastructuur, zoals ziekenhuizen en scholen. |
|
49 |
Overige |
Overige instellingen voor collectieve belegging die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
5 |
Structured notes |
Hybride effecten die een combinatie van een vastrentend instrument (in de vorm van vaste betalingen) en een reeks derivatencomponenten vormen. Vastrentende effecten die door soevereine overheden worden uitgegeven, zijn uitgesloten van deze categorie. Het betreft effecten waarin één categorie of een combinatie van categorieën van derivaten zijn besloten, zoals onder meer kredietverzuimswaps (Credit Default Swaps — CDS), Constant Maturity Swaps (CMS) en Credit Default Options (CDOp). Activa uit deze categorie kunnen niet worden gesplitst. |
|
51 |
Aandelenrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan aandelenrisico blootstaan. |
|
52 |
Renterisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan renterisico blootstaan. |
|
53 |
Valutarisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan valutarisico blootstaan. |
|
54 |
Kredietrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan kredietrisico blootstaan. |
|
55 |
Vastgoedrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan vastgoedrisico blootstaan. |
|
56 |
Grondstoffenrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan grondstoffenrisico blootstaan. |
|
57 |
Rampen- en weerrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
58 |
Kortlevenrisico |
Structured notes die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
59 |
Overige |
Overige structured notes die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
6 |
Door zekerheden gedekte effecten |
Effecten waarvan de waarde en betalingen worden bepaald aan de hand van een portefeuille van onderliggende waarden. Dit omvat Asset Backed Securities (ABS), Mortgage Backed securities (MBS), Commercial Mortgage Backed securities (CMBS), Collateralised Debt Obligations (CDO), Collateralised Loan Obligations (CLO) en Collateralised Mortgage Obligations (CMO). Activa uit deze categorie kunnen niet worden gesplitst. |
|
61 |
Aandelenrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan aandelenrisico blootstaan. |
|
62 |
Renterisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan renterisico blootstaan. |
|
63 |
Valutarisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan valutarisico blootstaan. |
|
64 |
Kredietrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan kredietrisico blootstaan. |
|
65 |
Vastgoedrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan vastgoedrisico blootstaan. |
|
66 |
Grondstoffenrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan grondstoffenrisico blootstaan. |
|
67 |
Rampen- en weerrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
68 |
Kortlevenrisico |
Door zekerheden gedekte effecten die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
69 |
Overige |
Overige door zekerheden gedekte effecten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
7 |
Kasmiddelen en deposito’s |
Chartaal geld, kasequivalenten, bankdeposito’s en andere gelddeposito’s. |
|
71 |
Kasmiddelen |
Bankbiljetten en munten in omloop, die algemeen worden gebruikt voor het verrichten van betalingen. |
|
72 |
Girale deposito’s (kasequivalenten) |
Deposito’s die op aanvraag a pari in chartaal geld kunnen worden omgezet en die zonder enige beperking of boete onmiddellijk kunnen worden gebruikt voor het verrichten van betalingen met een cheque, bank- of giro-opdracht, automatische incasso/creditering of andere vorm van directe betaling. |
|
73 |
Overige kortetermijndeposito’s (met een looptijd van ten hoogste één jaar) |
Deposito’s niet zijnde girale deposito’s die een resterende looptijd van ten hoogste één jaar hebben, die niet op gelijk welk moment voor het verrichten van betalingen kunnen worden gebruikt, en die niet zonder enige significante beperking of boete in chartaal geld of girale deposito’s kunnen worden omgezet. |
|
74 |
Overige deposito’s met een looptijd van meer dan één jaar |
Deposito’s niet zijnde girale deposito’s die een resterende looptijd van meer dan één jaar hebben, die niet op gelijk welk moment voor het verrichten van betalingen kunnen worden gebruikt, en die niet zonder enige significante beperking of boete in chartaal geld of girale deposito’s kunnen worden omgezet. |
|
75 |
Deposito’s ten gunste van cedenten |
Deposito’s in verband met geaccepteerde herverzekering. |
|
79 |
Overige |
Overige kasmiddelen en deposito’s die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
8 |
Hypotheken en leningen |
Financiële activa die ontstaan wanneer crediteuren leningen aan debiteuren (particulieren) verstrekken, al dan niet met zekerheidstelling, waaronder cashpools. |
|
81 |
Niet door zekerheden gedekte leningen |
Leningen zonder zekerheidstelling. |
|
82 |
Door effecten gedekte leningen |
Leningen met zekerheden in de vorm van effecten. |
|
84 |
Hypotheken |
Leningen met zekerheden in de vorm van onroerende goederen. |
|
85 |
Overige door zekerheden gedekte leningen |
Leningen met zekerheden in enigerlei andere vorm. |
|
86 |
Voorschotten op verzekeringsovereenkomsten |
Leningen met zekerheden in de vorm van verzekeringsovereenkomsten. |
|
89 |
Overige |
Overige hypotheken en leningen die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
9 |
Onroerende zaken |
Gebouwen, gronden, opstallen en bedrijfsmiddelen. |
|
91 |
Onroerende zaken (kantoren en commercieel) |
Kantoor- en winkelpanden voor beleggingsdoeleinden. |
|
92 |
Onroerende zaken (woningen) |
Woongebouwen voor beleggingsdoeleinden. |
|
93 |
Onroerende zaken (voor eigen gebruik) |
Vastgoed voor eigen gebruik door de onderneming. |
|
94 |
Onroerende zaken (in aanbouw voor beleggingsdoeleinden) |
Vastgoed dat in aanbouw is voor toekomstig gebruik als belegging. |
|
95 |
Bedrijfsmiddelen (voor eigen gebruik) |
Bedrijfsmiddelen voor eigen gebruik door de onderneming. |
|
96 |
Onroerende zaken (in aanbouw voor eigen gebruik) |
Vastgoed dat in aanbouw is voor toekomstig eigen gebruik. |
|
99 |
Overige |
Overig vastgoed dat niet tot de bovenstaande categorieën behoort. |
|
0 |
Overige beleggingen |
Overige activa die onder “Overige beleggingen” worden gerapporteerd |
|
A |
Futures |
Standaardovereenkomst tussen twee partijen om op een vooraf bepaalde datum in de toekomst een standaardhoeveelheid en -kwaliteit van een bepaald actief tegen een vandaag overeengekomen prijs te kopen of te verkopen. |
|
A1 |
Aandelen- en indexfutures |
Futures met aandelen- of beursindexen als onderliggende waarde. |
|
A2 |
Rentefutures |
Futures met obligaties of andere rentevoetafhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
A3 |
Valutafutures |
Futures met valuta of andere valuta-afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
A5 |
Grondstoffenfutures |
Futures met grondstoffen of andere van grondstoffen afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
A7 |
Rampen- en weerrisico |
Futures die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
A8 |
Kortlevenrisico |
Futures die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
A9 |
Overige |
Overige aandelen die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
B |
Callopties |
Overeenkomst tussen twee partijen voor het kopen van een actief tegen een referentieprijs tijdens een vooraf bepaalde periode, waarbij de koper van de calloptie het recht verwerft om de onderliggende waarde te kopen, maar daartoe niet verplicht is. |
|
B1 |
Aandelen- en indexopties |
Callopties met aandelen- of beursindexen als onderliggende waarde. |
|
B2 |
Obligatieopties |
Callopties met obligaties of andere rentevoetafhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
B3 |
Valutaopties |
Callopties met valuta of andere valuta-afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
B4 |
Warrants |
Callopties die de houder het recht geven om effecten van de uitgevende onderneming tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen. |
|
B5 |
Grondstoffenopties |
Callopties met grondstoffen of andere van grondstoffen afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
B6 |
Swaptions |
Callopties die de houder ervan het recht geven maar niet verplichten om een longpositie in een onderliggende swap in te nemen, d.w.z. een swap af te sluiten waarbij de houder het vastrentende deel betaalt en het variabelrentende deel ontvangt. |
|
B7 |
Rampen- en weerrisico |
Callopties die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
B8 |
Kortlevenrisico |
Callopties die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
B9 |
Overige |
Overige callopties die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
C |
Putopties |
Overeenkomst tussen twee partijen voor het verkopen van een actief tegen een referentieprijs tijdens een vooraf bepaalde periode, waarbij de koper van de putoptie het recht verwerft om de onderliggende waarde te verkopen, maar daartoe niet verplicht is. |
|
C1 |
Aandelen- en indexopties |
Putopties met aandelen- of beursindexen als onderliggende waarde. |
|
C2 |
Obligatieopties |
Putopties met obligaties of andere rentevoetafhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
C3 |
Valutaopties |
Putopties met valuta of andere valuta-afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
C4 |
Warrants |
Putopties die de houder het recht geven om effecten van de uitgevende onderneming tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen. |
|
C5 |
Grondstoffenopties |
Putopties met grondstoffen of andere van grondstoffen afhankelijke effecten als onderliggende waarde. |
|
C6 |
Swaptions |
Putopties die de houder ervan het recht geven maar niet verplichten om een shortpositie in een onderliggende swap in te nemen, d.w.z. een swap af te sluiten waarbij de houder het vastrentende deel ontvangt en het variabelrentende deel betaalt. |
|
C7 |
Rampen- en weerrisico |
Putopties die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
C8 |
Kortlevenrisico |
Putopties die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
C9 |
Overige |
Overige putopties die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
D |
Swaps |
Overeenkomst waarbij tegenpartijen bepaalde voordelen van het financiële instrument van de ene partij ruilen tegen die van het financiële instrument van de andere partij, en waarbij de voordelen in kwestie afhankelijk zijn van het type financiële instrumenten waar het om gaat. |
|
D1 |
Renteswaps |
Swaps waarbij rentestromen worden geruild. |
|
D2 |
Valutaswaps |
Swaps waarbij valuta worden geruild. |
|
D3 |
Rente- en valutaswaps |
Swaps waarbij rente- en valutastromen worden geruild. |
|
D4 |
Total return swap (TRS) |
Een swap waarvan het niet-variabele rentedeel is gebaseerd op de totale opbrengsten van een aandeel of vastrentend instrument met een langere looptijd dan die van de swap. |
|
D5 |
Effectenswaps |
Swaps waarbij effecten worden geruild. |
|
D7 |
Rampen- en weerrisico |
Swaps die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
D8 |
Kortlevenrisico |
Swaps die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
D9 |
Overige |
Overige swaps die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
E |
Termijncontracten |
Niet-standaardovereenkomst tussen twee partijen om op een vooraf bepaalde datum in de toekomst een bepaald actief tegen een vandaag overeengekomen prijs te kopen of te verkopen. |
|
E1 |
Rentetermijncontract |
Termijncontract dat zich daardoor kenmerkt dat één partij een vast rentepercentage betaalt en op de vooraf overeengekomen einddatum een variabel rentepercentage ontvangt, dat gewoonlijk op een onderliggende index is gebaseerd. |
|
E2 |
Valutatermijncontract |
Termijncontract waarbij één partij een geldbedrag in de ene valuta betaalt en op de vooraf overeengekomen einddatum een gelijkwaardig geldbedrag in een andere valuta ontvangt dat het resultaat is van de omrekening op basis van de contractueel overeengekomen wisselkoers. |
|
E7 |
Rampen- en weerrisico |
Termijncontracten die hoofdzakelijk aan rampen- of weerrisico blootstaan. |
|
E8 |
Kortlevenrisico |
Termijncontracten die hoofdzakelijk aan kortlevenrisico blootstaan. |
|
E9 |
Overige |
Overige termijncontracten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
|
F |
Kredietderivaten |
Derivaat waarvan de waarde wordt afgeleid van het kredietrisico dat aan een onderliggende obligatie, lening of enig ander financieel actief verbonden is. |
|
F1 |
Kredietverzuimswap |
Kredietderivaattransactie waarbij twee partijen contractueel overeenkomen dat de ene partij de wederpartij een vaste periodieke coupon betaalt voor de in de overeenkomst vastgelegde looptijd en dat de wederpartij geen betalingen verricht, tenzij er met betrekking tot een vooraf bepaald referentieactief een kredietgebeurtenis plaatsvindt. |
|
F2 |
Creditspreadoptie |
Kredietderivaat dat kasstromen genereert indien een bepaalde kredietspread tussen twee specifieke activa of benchmarks verandert ten opzichte van het huidige niveau. |
|
F3 |
Kredietspreadswap |
Een swap waarbij de ene partij de wederpartij op de afwikkelingsdatum van de swap een vast bedrag betaalt en de wederpartij aan eerstgenoemde partij een bedrag betaalt op basis van de werkelijke kredietspread. |
|
F4 |
Total return swap (TRS) |
Een swap waarvan het niet-variabele rentedeel is gebaseerd op de totale opbrengsten van een aandeel of vastrentend instrument met een langere looptijd dan die van de swap. |
|
F9 |
Overige |
Overige kredietderivaten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren. |
(1) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(2) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).
(4) Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU (PB L 328 van 18.12.2019, blz. 29).
BIJLAGE V
Registratietemplate
1
Invuldatum registratietemplate
2
Lidstaat
3
Naam bevoegde autoriteit;
4
Centraal aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail);
5
Soort aanvraag (eerste aanvraag/wijziging eerdere aanvraag/stopzetting activiteiten)
6
PEPP-registratienummer (indien het geen eerste aanvraag betreft)
7
Datum vaststelling besluit;
8
Naam, adres en (in voorkomend geval) vergunningnummer PEPP-aanbieder in de lidstaat van herkomst;
9
In voorkomend geval identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) van de PEPP-aanbieder;
10
Het soort PEPP-aanbieder, te selecteren uit een vervolgkeuzemenu overeenkomstig de lijst in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238;
11
De lidstaten waar de PEPP-aanbieder het PEPP op de markt wil brengen (en aard ervan: vrijheid dienstverrichting (FOS)/vrijheid vestiging (FOE));
12
De lidstaten waarvoor de PEPP-aanbieder een subrekening heeft geopend of voornemens is te openen;
13
De standaardcontractvoorwaarden als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2019/1238:|
— |
een beschrijving van het basis-PEPP, met inbegrip van garanties wat betreft de beleggingsresultaten, een bepaalde hoogte van uitkeringen enz. en de risicolimiteringstechniek |
|
— |
een beschrijving van de alternatieve beleggingsopties, met inbegrip van garanties wat betreft de beleggingsresultaten, een bepaalde hoogte van uitkeringen enz. en de risicolimiteringstechniek |
14
Beschrijf de voorwaarden met betrekking tot een wijziging van de beleggingsoptie;
15
Dekking biometrische risico’s (in voorkomend geval)|
— |
Beschrijf de details van de dekking van biometrische risico’s |
|
— |
Beschrijf de triggers van de dekking van biometrische risico’s |
16
PEPP-pensioenuitkeringen;|
— |
Beschrijf de soorten aangeboden uitkeringen; |
|
— |
Beschrijf de mogelijke vormen van uitbetaling; |
|
— |
Beschrijf (in voorkomend geval) de geboden aanvullende dekking (bv. langdurige zorg, aanvullende biometrische risico’s enz.) en wie die aanvullende dekking biedt; |
|
— |
Beschrijf het recht om de vorm van uitbetaling te veranderen; |
17
Beschrijf de voorwaarden met betrekking tot de meeneembaarheidsdienst;
18
Beschrijf de voorwaarden met betrekking tot de overstapdienst;
19
Beschrijf de kostencategorieën en de totale kosten, uitgedrukt als percentage en in geldwaarde (in voorkomend geval);
20
Beschrijf de voorwaarden met betrekking tot de opbouwfase voor de respectieve subrekening(en);
21
Beschrijf de voorwaarden met betrekking tot de afbouwfase voor de respectieve subrekening(en);
22
Beschrijf (in voorkomend geval) de voorwaarden waaronder de toegekende voordelen of stimulansen moeten worden terugbetaald aan de lidstaat van verblijf van de PEPP-spaarder;
23
Ieder PEPP-Eid met betrekking tot dit PEPP, als bijlage in machineleesbaar formaat.
BIJLAGE VI
Template voor kennisgeving registratie
1
Invuldatum registratietemplate;
2
Aangewezen aanspreekpunt EIOPA (naam/telefoon/e-mail);
3
PEPP-registratienummer;
BIJLAGE VII
Template doorhaling registratie
1
Invuldatum template doorhaling registratie;
2
Lidstaat;
3
Naam bevoegde autoriteit;
4
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail);
5
PEPP-registratienummer;
6
Datum vaststelling besluit;
7
Reden voor doorhaling registratie.
BIJLAGE VIII
Template voor kennisgeving doorhaling registratie
1 Invuldatum kennisgeving doorhaling registratie; 2 PEPP-registratienummer.
BIJLAGE IX
Template opening subrekening
Datum;
Van:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Verzoekende bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Aan:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Soort aanvraag (eerste aanvraag/wijziging eerdere aanvraag)
|
|
Datum ontvangst volledig en nauwkeurig verzoek om een nieuwe subrekening te openen overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Geplande aanvangsdatum activiteiten; |
|
|
Naam, adres en (in voorkomend geval) vergunningnummer PEPP-aanbieder in de lidstaat van herkomst; |
|
|
In voorkomend geval identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) van de PEPP-aanbieder; |
Soort PEPP-aanbieder;
PEPP-registratienummer;
Generiek overzicht;
PEPP-Eid voor de subrekening.
Beschrijving van de in artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde contractuele regelingen (in voorkomend geval);
Beschrijving van de inachtneming door de PEPP-aanbieder van de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde vereisten (in voorkomend geval).
BIJLAGE X
Template kennisgeving opening subrekening
Datum;
Van:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Verzoekende bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Aan:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Datum ontvangst template volledig en nauwkeurig verzoek om een nieuwe subrekening te openen;
Bevestiging van ontvangst.
BIJLAGE XI
Template verzoek om informatie/samenwerking
Referentienummer;
Datum;
Van:
|
|
Lidstaat; Verzoekende bevoegde autoriteit; Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Aan:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Redenen voor het verzoek;
Het precieze verzoek;
Referenties;
Registratienummer PEPP;
Uitwisseling informatie (in voorkomend geval)
Vertrouwelijkheid;
Aanvullende informatie;
Urgentie.
BIJLAGE XII
Template antwoord op verzoek om informatie/samenwerking
Referentienummer verzoek;
Datum;
Datum ontvangst verzoek om informatie/samenwerking;
Van:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Verzoekende bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Aan:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Registratienummer PEPP;
Antwoord op verzoek;
Redenen waarom termijn niet kon worden gerespecteerd en geschatte termijn;
Vertrouwelijkheid;
Aanvullende informatie.
BIJLAGE XIII
Template voor kennisgeving inbreuk
Referentienummer kennisgeving;
Datum;
Van:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Verzoekende bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Aan:
|
|
Lidstaat; |
|
|
Bevoegde autoriteit; |
|
|
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail); |
Betreft:
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder d), Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 63 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 63 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 65 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 67 van Verordening (EU) 2019/1238; |
|
|
Kennisgeving aan EIOPA overeenkomstig artikel 67 van Verordening (EU) 2019/1238; |
Productnummer PEPP;
Land(en) waar de inbreuk heeft plaatsgevonden;
Soort inbreuk;
|
|
Aard; |
|
|
Materialiteit; |
|
|
Duur; |
Voorgestelde maatregelen;
|
|
Soort maatregel; |
|
|
Geplande uitvoering/inwerkingtreding maatregel; |
|
|
Land(en) waar de maatregelen effect zullen hebben; |
Bewijsmateriaal ter onderbouwing van het besluit;
Urgentie;
Referenties;
Beoogde publicatie.
BIJLAGE XIV
Template informatie over nationale bepalingen
Invuldatum template informatie over nationale bepalingen;
Lidstaat;
Naam bevoegde autoriteit;
Aangewezen aanspreekpunt (naam/telefoon/e-mail);
Soort aanvraag (eerste aanvraag/wijziging eerdere aanvraag);
Link naar informatie relevant voor bevoegde autoriteit.