2.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 194/10 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/881 VAN DE COMMISSIE
van 23 maart 2021
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving” (1)), en met name artikel 29, inleidende zin en punten a) en d), artikel 31, lid 5, inleidende zin en punten a) en b), artikel 32, lid 2, inleidende zin en punt c), artikel 41, lid 3, inleidende zin en punten a) en b), en artikel 42, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2016/429 bevat regels voor de preventie en bestrijding van dierziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen, met inbegrip van regels voor diagnosemethoden, regels voor bewakingsprogramma’s van de Unie en regels voor de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s door de Commissie. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie (2) vormt een aanvulling op de regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten van landdieren, waterdieren en andere dieren, zoals opgenomen in Verordening (EU) 2016/429. |
(3) |
Artikel 83 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 voorziet in een afwijking van de voorschriften voor het verkrijgen van goedkeuring van de Commissie voor bepaalde ziektevrije statussen voor ziekten van waterdieren. Om de administratieve lasten te verminderen, moet deze afwijking worden uitgebreid met een soortgelijke bepaling voor de goedkeuring van bepaalde uitroeiingsprogramma’s voor ziekten bij waterdieren. |
(4) |
Wanneer een lidstaat goedkeuring van een uitroeiingsprogramma voor ziekten van waterdieren wil verkrijgen voor zijn gehele grondgebied of voor een zone of compartiment daarvan die/dat meer dan 75 % van zijn grondgebied uitmaakt, of die/dat wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land, moet hij een verzoek om goedkeuring indienen bij de Commissie. In alle andere gevallen moet een systeem van eigen verklaringen door de lidstaat worden gevolgd. |
(5) |
Het systeem van eigen verklaringen inzake een uitroeiingsprogramma voor ziekten bij waterdieren voor andere zones en compartimenten dan die welke door de Commissie zijn goedgekeurd, moet het proces transparanter maken en ervoor zorgen dat de lidstaten gemakkelijker en mogelijkerwijs ook sneller goedkeuring van het uitroeiingsprogramma kunnen verkrijgen. De procedure moet geheel langs elektronische weg worden afgehandeld, tenzij een andere lidstaat of de Commissie bezwaren kenbaar maakt die niet op bevredigende wijze kunnen worden weggenomen. Indien er bezwaren zijn die niet op bevredigende wijze kunnen worden weggenomen, wordt de verklaring voorgelegd aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders. |
(6) |
In Besluit 2010/367/EU van de Commissie (3) zijn minimale voorschriften vastgesteld voor surveillanceprogramma’s voor aviaire influenza bij pluimvee en bij het wild levende vogels en in de bijlagen bij dat besluit zijn technische richtsnoeren opgenomen. Die voorschriften zijn nu vastgesteld in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689. Omwille van de duidelijkheid en de transparantie moet Besluit 2010/367/EU worden opgenomen in de lijst van handelingen die worden ingetrokken bij artikel 86 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689. |
(7) |
Na de bekendmaking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 zijn onjuiste verwijzingen ontdekt in bijlage IV bij die verordening. Deze verwijzingen moeten worden gecorrigeerd. |
(8) |
Bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 bevat de specifieke vereisten met betrekking tot ziekten van waterdieren. Zij omvatten de algemene voorschriften voor gezondheidsinspecties en bemonstering voor uitroeiingsprogramma’s. De algemene voorschriften kunnen ook worden gebruikt voor het aantonen en handhaven van de ziektevrije status. |
(9) |
Bijlage VI, deel II, hoofdstuk 2, afdeling 5, bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 stelt de diagnostische en bemonsteringsmethoden vast voor de opsporing van infectie met zalmanemievirus met HPR-deletie. Op grond van de meest recente beschikbare informatie die is vastgesteld in het Manual of Diagnostic Test for Aquatic Animals van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) (4), moeten de diagnostische en bemonsteringsmethoden worden bijgewerkt. |
(10) |
Na de bekendmaking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn enkele fouten ontdekt in bijlage IV, deel II, en in bijlage VI, deel III, bij die verordening. Die fouten moeten worden gerectificeerd. |
(11) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
Aangezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van toepassing is met ingang van 21 april 2021, moet de onderhavige verordening met ingang van dezelfde datum worden toegepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Artikel 83 wordt vervangen door: “Artikel 83 Afwijkingen van de goedkeuring door de Commissie voor bepaalde ziektevrije statussen en bepaalde uitroeiingsprogramma’s voor ziekten van waterdieren 1. In afwijking van de in artikel 31, lid 1, onder b), en lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 bedoelde verplichting om uitroeiingsprogramma’s ter goedkeuring voor te leggen aan de Commissie of van de in artikel 36, lid 4, en artikel 37, lid 4, van die verordening bedoelde verplichting om goedkeuring van de ziektevrije status te verkrijgen van de Commissie, wordt die goedkeuring, voor ziekten bij waterdieren, voor zones of compartimenten die minder dan 75 % van het grondgebied van een lidstaat bestrijken en indien het stroomgebied waardoor de zone of het compartiment wordt gevoed, niet met een andere lidstaat of derde land wordt gedeeld, overeenkomstig de volgende procedure verkregen:
2. Binnen de in lid 1, onder c), bedoelde termijn van zestig dagen kunnen de Commissie of de lidstaten om verduidelijking of aanvullende informatie vragen ten aanzien van het bewijsmateriaal dat is verstrekt door de lidstaat die de voorlopige verklaring heeft opgesteld. 3. Indien ten minste één lidstaat of de Commissie schriftelijke opmerkingen heeft gemaakt binnen de in lid 1, onder c), bedoelde termijn, waarin bedenkingen worden geuit ten aanzien van het bewijs dat de verklaring ondersteunt, onderzoeken de Commissie, de lidstaat die de verklaring heeft opgesteld en, in voorkomend geval, de lidstaat die om verduidelijking of aanvullende informatie heeft verzocht, gezamenlijk het ingediende bewijsmateriaal om de bedenkingen weg te nemen. In dergelijke gevallen wordt de in lid 1, onder c), bedoelde termijn automatisch verlengd tot zestig dagen te rekenen vanaf de datum waarop voor het eerst bedenkingen zijn geuit. Die termijn wordt vervolgens niet verder verlengd. 4. Indien het in lid 3 bedoelde proces niet slaagt, zijn de bepalingen van artikel 31, lid 3, artikel 36, lid 4, en artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2016/429 van toepassing.”. |
2. |
In artikel 86 wordt het volgende streepje na het zesde streepje ingevoegd:
|
3. |
De bijlagen IV en VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(3) Besluit 2010/367/EU van de Commissie van 25 juni 2010 betreffende de uitvoering door de lidstaten van surveillanceprogramma’s voor aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels (PB L 166 van 1.7.2010, blz. 22).
(4) https://www.oie.int/standard-setting/aquatic-manual/access-online/
BIJLAGE
De bijlagen IV en VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 worden als volgt gewijzigd:
1. |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
2. |
Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
|