UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/866 VAN DE COMMISSIE

van 28 mei 2021

tot opschorting van handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika die bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 zijn ingesteld

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 654/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de uitoefening van de rechten van de Unie voor de toepassing en handhaving van de internationale handelsregels en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (1), en met name artikel 7, leden 3 en 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 juni 2018 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 (2) betreffende handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (“de Verenigde Staten”) vastgesteld, die voorziet in de toepassing van aanvullende douanerechten op de invoer in de Unie van een aantal producten van oorsprong uit de Verenigde Staten.

(2)

Met name heeft de Commissie namens de Unie aanvullende douanerechten ingesteld op de in bijlage I en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 vermelde producten, met de volgende consequenties:

de aanvullende ad-valoremrechten van 10 % en 25 % op de invoer van de in bijlage I vermelde producten, zoals gespecificeerd in die bijlage, zijn op 21 juni 2018 van toepassing geworden en blijven van toepassing totdat de vrijwaringsmaatregelen van de Verenigde Staten niet langer op producten uit de Unie van toepassing zijn;

de aanvullende ad-valoremrechten van 10 %, 25 %, 35 % en 50 % op de invoer van de in bijlage II vermelde producten, zoals gespecificeerd in die bijlage, zouden van toepassing worden op 1 juni 2021 of, indien dat eerder is, met ingang van de datum van aanneming door of kennisgeving aan het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO van een uitspraak houdende vaststelling dat de vrijwaringsmaatregelen van de Verenigde Staten niet verenigbaar zijn met de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst, totdat de vrijwaringsmaatregelen van de Verenigde Staten niet langer op de Unie van toepassing zijn.

(3)

Na de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724 (3) heeft de Commissie, namens de Unie, in de WTO de toepassing van concessies inzake invoerrechten uit hoofde van de GATT 1994 op het handelsverkeer met de Verenigde Staten opgeschort ten aanzien van de producten in bijlage I en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724. Dat maakte het mogelijk aanvullende douanerechten toe te passen op de invoer van producten van oorsprong uit de Verenigde Staten zoals vermeld in de bijlagen I en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886.

(4)	Overweging 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 voorziet in de mogelijkheid voor de Commissie om, indien zij dat passend acht, die verordening namens de Unie te wijzigen om rekening te houden met eventuele wijzigingen van de vrijwaringsmaatregelen van de Verenigde Staten.

(5)

Op 17 mei 2021 hebben de Unie en de Verenigde Staten een gezamenlijke verklaring bekendgemaakt waarin beide partijen “zijn overeengekomen een uitweg te zoeken om een einde te maken aan de WTO-geschillen die voortkomen uit de toepassing door de VS van rechten op invoer uit de EU uit hoofde van Section 232”. In het licht hiervan moet de Unie de toepassing van de aanvullende ad-valoremrechten op de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 vermelde producten opschorten als een belangrijke stap in de richting van de wederzijdse afschaffing van beperkende maatregelen en met als doel de nodige tijd en voorwaarden te scheppen voor een politieke oplossing van de kwestie.

(6)	De opschorting moet lopen tot en met 30 november 2021, een periode die wordt geacht te volstaan om de in de vorige overweging genoemde doelstellingen te bereiken.

(7)

Overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 654/2014 kan de Commissie om redenen van urgentie onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen tot opschorting van handelspolitieke maatregelen, wanneer deze opschorting verband houdt met de wijziging van de desbetreffende maatregel van het derde land. Onmiddellijke toepassing van deze verordening is gerechtvaardigd in het licht van de doelstelling om de nodige tijd en voorwaarden te scheppen voor de oplossing van de kwestie, zoals vermeld in overweging 5, en daartoe is het noodzakelijk de ophanden zijnde toepassing van bijlage II op te schorten, zodat de aanvullende ad-valoremrechten op de in bijlage II vermelde producten niet van toepassing zijn gedurende de periode die nodig is om de betrokken doelstellingen te bereiken.

(8)

Deze verordening doet geen afbreuk aan de opschorting, in de WTO, van de toepassing van concessies inzake invoerrechten uit hoofde van de GATT 1994 op het handelsverkeer met de Verenigde Staten voor de producten in bijlage I en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886. Die opschorting van de WTO-verplichtingen blijft van toepassing, maar de onderhavige verordening schort de toepassing van aanvullende invoerrechten op.

(9)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr.182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4) zal de Commissie deze verordening uiterlijk 14 dagen na de vaststelling ervan voor advies voorleggen aan het bij Verordening (EU) 2015/1843 van het Europees Parlement en de Raad (5) ingestelde Comité inzake handelsbelemmeringen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De EU schort de toepassing van aanvullende ad-valoremrechten van 10 %, 25 %, 35 % en 50 % op de invoer van de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 vermelde producten tot en met 30 november 2021 op.

De in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 voorziene rechten zijn derhalve van toepassing met ingang van 1 december 2021.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 mei 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

(1) PB L 189 van 27.6.2014, blz. 50, gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/1843 en Verordening (EU) 2021/167 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 49 van 12.2.2021, blz. 1).

(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 van de Commissie van 20 juni 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724 (PB L 158 van 21.6.2018, blz. 5).

(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724 van de Commissie van 16 mei 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 122 van 17.5.2018, blz. 14).

(4) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(5) Verordening (EU) 2015/1843 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot vaststelling van procedures van de Unie op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Unie ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (codificatie) (PB L 272 van 16.10.2015, blz. 1).