8.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/10


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/141 VAN DE COMMISSIE

van 5 februari 2021

tot verlenging van een afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad, wat betreft het verbod om boven beschermde habitats te vissen, de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (1), en met name artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden met trawlnetten, dreggen, ringzegens, bootzegens, landzegens of soortgelijke netten te vissen boven zeegrasvelden van met name Posidonia oceanica of andere mariene fanerogamen.

(2)

Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan mits aan een aantal voorwaarden van artikel 4, lid 5, van die verordening wordt voldaan.

(3)

Bij artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden gesleept vistuig te gebruiken binnen 3 zeemijl uit de kust of, waar deze diepte op kortere afstand van de kust wordt bereikt, binnen het gebied bepaald door de dieptelijn van 50 m.

(4)

Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 verlenen mits aan een aantal voorwaarden van artikel 13, leden 5 en 9, van die verordening wordt voldaan.

(5)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 586/2014 van de Commissie (2) werd voor het eerst een afwijking van artikel 4, lid 1, en artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 verleend voor het gebruik van “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur). Deze was van toepassing tot en met 6 juni 2017.

(6)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/693 van de Commissie (3) werd die afwijking verlengd van 11 mei 2018 tot 11 mei 2020.

(7)

Op 25 oktober 2019 heeft de Commissie een verzoek van Frankrijk ontvangen om die afwijking met drie jaar te verlengen. Op 3 december 2020 herzag Frankrijk zijn verzoek en vroeg het om een verlenging met twee jaar. Ter onderbouwing van de verlenging van de afwijking verstrekte Frankrijk informatie en wetenschappelijke gegevens, waaronder een uitvoeringsverslag van het beheersplan dat Frankrijk op 13 mei 2014 had aangenomen (4) overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006, een geactualiseerde kartering van de zeegrasvelden van Posidonia oceanica in het gebied dat onder Uitvoeringsverordening (EU) 2018/693 valt, en een uitvoeringsverslag over de versterkte controle- en monitoringmaatregelen.

(8)

Tijdens zijn 62e plenaire zitting in november 2019 (5) heeft het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) zich gebogen over het verzoek tot verlenging van de afwijking, over de gegevens en over de uitvoeringsverslagen. Het WTECV concludeerde dat bepaalde gegevens van de Franse autoriteiten verbetering behoefden: er moest meer duidelijkheid worden verschaft over de gevolgen van het vistuig voor de Posidonia-velden en er moesten actuele vangstgegevens worden verstrekt.

(9)

Op 10 februari 2020 verstrekte Frankrijk de Commissie geactualiseerde vangstsamenstellingsgegevens en een nieuwe analyse op basis van de gegevens van de VMS-transponders (“VMS-gegevens”) op de gemachtigde “gangui”-trawlers. Op basis van de VMS-gegevens kan de feitelijke Posidonia-oppervlakte worden bepaald waar dit vistuig wordt gebruikt. Blijkens de analyse bestrijken de “gangui”-trawlers 19,9 % van de met velden van Posidonia oceanica bedekte oppervlakte in het gebied waarop het Franse beheersplan betrekking heeft, en 7,1 % van de velden van Posidonia oceanica in de territoriale wateren van Frankrijk.

(10)

Frankrijk zegde voorts toe opdracht te geven tot een socio-economische studie die de kennis over deze visserij moet vergroten door met name geactualiseerde prijs-, vangst- en vangstsamenstellingsgegevens te verzamelen.

(11)

Tot slot is bij een Frans decreet (6) van februari 2020 de maximaal toegestane inspanning voor het vistuig “grand gangui” verlaagd van 200 naar 180 dagen per jaar.

(12)

Tijdens zijn 64e plenaire zitting in juli 2020 (7) heeft het WTECV de VMS-gegevens van Frankrijk beoordeeld en is het tot de conclusie gekomen dat de oppervlakten van de Posidonia-velden waar het vistuig wordt gebruikt, onder de grenswaarden van artikel 4, lid 5, eerste alinea, punten ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1967/2006 liggen.

(13)

Het WTECV heeft ook de vangstsamenstellingsgegevens beoordeeld. Het kwam tot de conclusie dat de visserij niet op koppotigen was gericht aangezien die soorten gemiddeld slechts 6 % van het totale gevangen volume uitmaakten en de vangsten van de in deel A van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad (8) vermelde soorten minimaal waren.

(14)

Het WTECV stelde dat de Franse overheid inspanningen had geleverd om het beheer van de gangui-visserij in goede banen te leiden, en concludeerde dat het Franse verzoek tot verlenging van de afwijking met nog eens twee jaar voldeed aan Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(15)

De gevraagde afwijking heeft betrekking op visserijactiviteiten van vaartuigen met een lengte over alles van ten hoogste twaalf meter en een motorvermogen van ten hoogste 85 kW die traditioneel met bodemsleepnetten in velden van Posidonia oceanica vissen.

(16)

De betrokken visserij bestrijkt minder dan 33 % van de met zeegrasvelden van Posidonia oceanica bedekte oppervlakte in het gebied waarop het Franse beheersplan betrekking heeft, en minder dan 10 % van de velden van Posidonia oceanica in de territoriale wateren van Frankrijk, en is dus in overeenstemming met de grenswaarden van artikel 4, lid 5, eerste alinea, punten ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(17)

De beperkte omvang die het continentale plat ter plaatse heeft, houdt specifieke geografische beperkingen in.

(18)

De visserij heeft geen effect van betekenis op het mariene milieu.

(19)

De door Frankrijk gevraagde afwijking heeft betrekking op een gering aantal van 17 vaartuigen, waarvan er in 2019 slechts 10 actief waren. Qua aantal gemachtigde vaartuigen valt de visserijinspanning daarmee 53 % lager uit dan in 2014, het jaar van vaststelling van het Franse beheersplan.

(20)

De visserij met “gangui”-trawlers is gericht op een verscheidenheid aan soorten die een ecologische niche vormen; de vangstsamenstelling van deze visserij, met name wat betreft de verscheidenheid van de gevangen soorten, wordt met geen enkel ander vistuig gehaald. Voor deze visserij kunnen dus geen andere vistuigen worden ingezet.

(21)

Het verzoek heeft betrekking op vaartuigen met een geregistreerde visserijactiviteit van meer dan vijf jaar die worden ingezet volgens het Franse beheersplan.

(22)

Die vaartuigen zijn opgenomen in een lijst die overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 aan de Commissie is verstrekt.

(23)

Het Franse beheersplan waarborgt dat de bestaande visserijinspanning niet zal toenemen, aangezien vismachtigingen uitsluitend mogen worden afgegeven aan 17 welbepaalde vaartuigen van in totaal 838 kW die al over een machtiging van Frankrijk beschikken. Meer in het bijzonder moet volgens het Franse beheersplan elke “gangui”-vismachtiging nietig worden verklaard wanneer het betrokken gemachtigde vaartuig wordt vervangen of de kapitein van een schip zijn vaartuig verkoopt of met pensioen gaat. De Commissie merkt derhalve op dat deze bepaling er vanzelf toe zal leiden dat deze visserij mettertijd geleidelijk verdwijnt.

(24)

De gevraagde afwijking is in overeenstemming met artikel 8, lid 1, onder h), van Verordening (EG) nr. 1967/2006, zoals vervangen bij artikel 8, lid 1, en deel B, punt 1, van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241, aangezien het gaat om trawlers die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van ten minste 40 mm.

(25)

De betrokken visserijactiviteiten voldoen aan artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1967/2006, zoals vervangen bij artikel 8, lid 1, en deel B, punt 1, van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241, aangezien “gangui”-trawlers niet gebruikmaken van netten met vierkante mazen van minder 40 mm.

(26)

Vaartuigen die ander vistuig dan trawls, zegens of soortgelijke sleepnetten gebruiken, ondervinden geen last van de onderhavige visserijactiviteiten.

(27)

In het Franse beheersplan zijn voorschriften voor de activiteiten van de “gangui”-trawlers opgenomen die ervoor zorgen dat de vangsten van in deel A van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 genoemde soorten tot een minimum beperkt blijven.

(28)

De “gangui”-trawlers vissen niet gericht op koppotigen.

(29)

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, vijfde alinea, en artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 bevat het Franse beheersplan maatregelen voor de monitoring van visserijactiviteiten. Het bevat ook maatregelen voor de registratie van visserijactiviteiten en voldoet daarmee aan de voorwaarden van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (9).

(30)

De gevraagde afwijking is derhalve in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en moet worden verleend.

(31)

Frankrijk moet bij de Commissie bijtijds verslag uitbrengen overeenkomstig het in het Franse beheersplan vervatte monitoringplan.

(32)

De duur van de afwijking moet worden beperkt om het mogelijk te maken dat snel corrigerende beheersmaatregelen worden genomen wanneer het verslag aan de Commissie op een slechte staat van instandhouding van een bevist bestand wijst, en om ruimte te scheppen voor een versterking van de wetenschappelijke basis voor een verbeterd beheersplan.

(33)

Aangezien de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/693 verleende afwijking op 11 mei 2020 is verstreken, moet de onderhavige verordening omwille van de juridische continuïteit met ingang van 12 mei 2020 van toepassing zijn. Om redenen van rechtszekerheid moet deze verordening met spoed in werking treden.

(34)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijking

Artikel 4, lid 1, eerste alinea, artikel 13, lid 1, eerste alinea, en artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 zijn niet in de territoriale wateren van Frankrijk voor de kust van de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur van toepassing op “gangui”-trawlers die aan de volgende vereisten voldoen:

a)

ze dragen een registratienummer dat is vermeld in het Franse beheersplan dat door Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is vastgesteld;

b)

ze hebben een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar en verhogen de visserijinspanning in de toekomst niet;

c)

ze hebben een vismachtiging en oefenen hun activiteiten uit in het kader van het door Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan.

Artikel 2

Verslaglegging

Na de inwerkingtreding dient Frankrijk elk jaar uiterlijk in juni, en voor het eerst uiterlijk in juni 2021, bij de Commissie een op wetenschappelijke en technische gegevens gebaseerd verslag in over de uitvoering van de aanvullende controle- en monitoringmaatregelen en over de naleving van de vereisten voor de verlening van de afwijking waarin deze verordening voorziet.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 12 mei 2020 tot en met 11 mei 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 februari 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 586/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad betreffende het verbod om boven beschermde habitats te vissen en betreffende de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur) (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 10).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/693 van de Commissie van 7 mei 2018 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad, wat betreft het verbod om boven beschermde habitats te vissen, de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur) (PB L 117 van 8.5.2018, blz. 13).

(4)  Arrêté du 13 mai 2014 portant adoption de plans de gestion pour les activités de pêche professionnelle à la senne tournante coulissante, à la drague, à la senne de plage et au gangui en mer Méditerranée par les navires battant pavillon français (JORF nr. 122 van 27.5.2014, blz. 8669).

(5)  Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) — Verslag van de 62e plenaire vergadering (PLEN-19-03). Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2019, ISBN 978-92-76-14169-3, doi:10.2760/1597, JRC118961,https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2620849/STECF+PLEN+19-03.pdf/3b331f34-5dee-48d7-b9dc-97d00b5f1f16

(6)  Arrêté du 3 février 2020 modifiant l’arrêté du 13 mai 2014 portant adoption de plans de gestion pour les activités de pêche professionnelle à la senne tournante coulissante, à la drague, à la senne de plage et au gangui en mer Méditerranée par les navires battant pavillon français (JORF nr. 33 van 8.2.2020, nr. 32).

(7)  Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) — Verslag van de 64e plenaire vergadering (PLEN-20-02). Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2020,https://stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/2684997/STECF+PLEN+20-02.pdf/f9c9718d-bf76-449f-bdef-3c94d4c4132d

(8)  Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105).

(9)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008 en (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).