30.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/52


RICHTLIJN (EU) 2021/1233 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 juli 2021

tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/2397 wat betreft de overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevat overgangsmaatregelen om te waarborgen dat kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken die vóór het einde van de omzettingsperiode zijn afgegeven, geldig blijven, en om gekwalificeerde bemanningsleden een redelijke termijn te bieden om een kwalificatiecertificaat van de Unie of een ander als gelijkwaardig erkend certificaat aan te vragen. Afgezien van de in artikel 1, lid 5, van Richtlijn 96/50/EG van de Raad (4) vermelde Rijnschipperspatenten zijn die overgangsmaatregelen echter niet van toepassing op door derde landen afgegeven kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken die momenteel door de lidstaten worden erkend op grond van hun nationale voorschriften, of internationale overeenkomsten, die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2017/2397.

(2)

In artikel 10, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn (EU) 2017/2397 zijn de procedure en de voorwaarden vastgesteld voor de erkenning van door de autoriteiten van een derde land afgegeven certificaten, dienstboekjes of logboeken.

(3)

Aangezien de procedure voor de erkenning van documenten van derde landen gebaseerd is op de beoordeling van de certificeringssystemen in het verzoekende derde land, teneinde vast te stellen of de afgifte van de in het verzoek gespecificeerde certificaten, dienstboekjes of logboeken onderworpen is aan dezelfde vereisten als die welke in Richtlijn (EU) 2017/2397 zijn vastgesteld, is het onwaarschijnlijk dat de erkenningsprocedure vóór 17 januari 2022 wordt afgerond.

(4)

Om een soepele overgang te waarborgen naar het in artikel 10 van Richtlijn (EU) 2017/2397 bedoelde systeem voor de erkenning van documenten van derde landen, moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld waardoor derde landen de nodige tijd krijgen om hun vereisten in overeenstemming te brengen met die van de richtlijn, en de Commissie de gelegenheid heeft hun certificeringssystemen te beoordelen en zo nodig een uitvoeringshandeling vast te stellen op grond van artikel 10, lid 5, van die richtlijn. Die maatregelen zouden personen en marktdeelnemers die actief zijn in de binnenvaart ook rechtszekerheid bieden. In het licht van die doelstellingen moet de afsluitdatum voor documenten van derde landen die onder die overgangsmaatregelen vallen, worden vastgesteld aan de hand van de periode voor de omzetting van die richtlijn plus twee jaar.

(5)

Om samenhang te waarborgen met de overgangsmaatregelen die op grond van artikel 38 van Richtlijn (EU) 2017/2397 van toepassing zijn op de lidstaten, mogen de overgangsmaatregelen die van toepassing zijn op kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken die door derde landen zijn afgegeven en door de lidstaten worden erkend, niet van toepassing zijn na 17 januari 2032. Bovendien moet de erkenning van dergelijke kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken worden beperkt tot de binnenwateren van de Unie in de betrokken lidstaat.

(6)

Ter wille van de samenhang met de overgangsmaatregelen die van toepassing zijn op door de lidstaten afgegeven kwalificatiecertificaten, moet worden verduidelijkt dat, wat certificaten van derde landen betreft, de in artikel 10, lid 3, van Richtlijn (EU) 2017/2397 bedoelde eisen ook de in artikel 38, leden 1 en 3, van die richtlijn vastgestelde eisen voor de uitwisseling van bestaande certificaten omvatten.

(7)

Om vervoersondernemingen en werknemers in de binnenvaartsector juridische duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden, moet Richtlijn (EU) 2017/2397 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Overeenkomstig artikel 39, lid 4, van Richtlijn (EU) 2017/2397 zijn lidstaten waar de binnenvaart technisch niet mogelijk is, niet verplicht die richtlijn om te zetten. Die afwijking moet van overeenkomstige toepassing zijn op deze richtlijn.

(9)

Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de vaststelling van overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(10)

Om de lidstaten in staat te stellen snel over te gaan tot omzetting van de maatregelen waarin deze richtlijn voorziet, moet zij in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 10 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Onverminderd lid 2 van dit artikel zijn alle kwalificatiecertificaten, dienstboekjes of logboeken die zijn afgegeven overeenkomstig de nationale regelgeving van een derde land met daarin eisen die identiek zijn aan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld, met inbegrip van de eisen van artikel 38, leden 1 en 3, geldig op alle binnenwateren van de Unie, met inachtneming van de in de leden 4 en 5 van dit artikel vastgestelde procedure en voorwaarden.”.

2)

Aan artikel 38 wordt het volgende lid toegevoegd:

“7.   Tot en met 17 januari 2032 mogen de lidstaten kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken die vóór 18 januari 2024 door een derde land zijn afgegeven, blijven erkennen op basis van hun nationale voorschriften, of internationale overeenkomsten, die vóór 16 januari 2018 van toepassing waren. De erkenning is beperkt tot de binnenwateren op het grondgebied van de betrokken lidstaat.”.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 17 januari 2022 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De in artikel 39, lid 4, van Richtlijn (EU) 2017/2397 vastgelegde afwijking is van overeenkomstige toepassing op de onderhavige richtlijn.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 juli 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

A. LOGAR


(1)  PB C 220 van 9.6.2021, blz. 87.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 6 juli 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 juli 2021.

(3)  Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 53).

(4)  Richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 31).