4.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 389/19


BESLUIT (EU) 2021/1918 VAN DE RAAD

van 28 oktober 2021

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden en van Protocol 37 houdende de lijst bedoeld in artikel 101 bij de EER-overeenkomst (Ruimtevaartprogramma van de Unie)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 189, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Krachtens artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER onder meer besluiten Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (“Protocol 31”) en Protocol 37 houdende de lijst bedoeld in artikel 101 (“Protocol 37”) bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

(3)

Verordening (EU) 2021/696 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. Deze wijziging heeft alleen betrekking op Noorwegen en IJsland.

(4)

Protocol 31 en Protocol 37, dat is gehecht aan de EER-overeenkomst, moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden en van Protocol 37 houdende de lijst bedoeld in artikel 101 bij de EER-overeenkomst, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (4).

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

G. DOVŽAN


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EU) 2021/696 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie, tot oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 69).

(4)  Zie document ST 12908/21 op http://register.consilium.europa.eu