30.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 230/30


BESLUIT (EU) 2021/1072 VAN DE RAAD

van 28 juni 2021

betreffende een tijdelijke afwijking van Besluit 2013/471/EU betreffende de toekenning van dagvergoedingen en het vergoeden van reiskosten aan de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, alsmede aan de plaatsvervangers, in het licht van de door de COVID-19-pandemie in de Unie veroorzaakte reisproblemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 301, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Sinds de start van de COVID-19-pandemie is het voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité (“het Comité”) en hun plaatsvervangers (samen “de begunstigden” genoemd) door de buitengewone preventie- en inperkingsmaatregelen die de lidstaten hebben genomen, zoals quarantaine, invoering van telewerkbeleid, alsmede verplaatsings- en reisbeperkingen of -verboden, onmogelijk of zeer moeilijk geworden om te reizen teneinde vergaderingen fysiek bij te wonen.

(2)

Gezien die uitzonderlijke omstandigheden en om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden van het Comité te allen tijde op passende en houdbare wijze kunnen plaatsvinden met het oog op het waarborgen van de institutionele continuïteit, is het nodig tijdelijk af te wijken van de artikelen 2, 3 en 4 van Besluit 2013/471/EU van de Raad (1) wat betreft de betaling van dagvergoedingen en de vergoeding van reiskosten aan de begunstigden. Die afwijking mag enkel gelden voor de periode van aanhoudende reisproblemen of sanitaire beperkingen ten aanzien van fysieke vergaderingen als gevolg van de COVID-19-pandemie in de Unie.

(3)

De werkelijke administratieve kosten die worden gemaakt door een begunstigde die een vergadering elektronisch op afstand bijwoont, zijn lager dan het tarief van de dagvergoeding dat momenteel geldt voor het fysiek bijwonen van vergaderingen, terwijl de door een begunstigde bestede tijd gelijk blijft. Daarom is het passend dat de dagvergoeding die wordt betaald aan de begunstigden die vergaderingen elektronisch op afstand bijwonen, dienovereenkomstig wordt aangepast.

(4)

Waar passend moet het Comité nadere regels vaststellen voor de toekenning van de dagvergoeding voor het op afstand bijwonen van vergaderingen. In die regels moet met name worden bepaald in welke gevallen COVID-19-gerelateerde reisproblemen of beperkende maatregelen de mogelijkheid bemoeilijken om fysieke vergaderingen te organiseren of vergaderingen fysiek bij te wonen.

(5)

Het Comité moet regelmatig aan de Raad verslag uitbrengen over de toepassing van dit besluit, zodat de Raad de gevolgen ervan kan evalueren en kan nagaan of de voorwaarden waarop de afwijking is gegrond, nog steeds aanwezig zijn. Op basis van die verslagen moet de Raad overwegen passende maatregelen te nemen, met name in het kader van een toekomstige alomvattende herziening van Besluit 2013/471/EU, die vóór het einde van de huidige mandaatsperiode van het Comité moet worden uitgevoerd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van de artikelen 2, 3 en 4 van Besluit 2013/471/EU hebben begunstigden die een vergadering elektronisch op afstand bijwonen, indien COVID-19-gerelateerde beperkende maatregelen de mogelijkheid bemoeilijken om een fysieke vergadering te organiseren of een vergadering fysiek bij te wonen, slechts recht op een dagvergoeding die is vastgesteld op 145 EUR.

Artikel 2

Het Comité stelt uiterlijk op 2 september 2021 nadere bepalingen ter uitvoering van artikel 1 vast.

Artikel 3

Uiterlijk op 2 januari 2022 en vervolgens om de zes maanden dient het Comité bij de Raad een evaluatieverslag in over de toepassing van dit besluit, en met name over de gevolgen ervan voor de begroting en de aanhoudende aanwezigheid van COVID-19-gerelateerde reisproblemen of beperkende maatregelen die de mogelijkheid bemoeilijken om fysieke vergaderingen te organiseren of vergaderingen fysiek bij te wonen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

M. do C. ANTUNES


(1)  Besluit 2013/471/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de toekenning van dagvergoedingen en het vergoeden van reiskosten aan de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, alsmede aan de plaatsvervangers (PB L 253 van 25.9.2013, blz. 22).