17.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CI 234/3


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 juni 2021

tot benoeming van een lid en een plaatsvervanger in de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) voor Letland

(2021/C 234 I/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/126 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 tot oprichting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2062/94 (1), en met name artikel 4,

Gezien de lijst van kandidaten die door de regeringen van de lidstaten en door de werkgevers- en werknemersorganisaties bij de Raad zijn ingediend,

Gezien de lijsten van leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij zijn besluiten van 9 april 2019 (2), 6 juni 2019 (3) (4) en 8 juli 2019 (5), heeft de Raad de leden en plaatsvervangers in de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk benoemd voor het tijdvak van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2023.

(2)

De werkgeversorganisatie BusinessEurope heeft twee kandidaten voor twee vrijgekomen zetels voorgedragen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tot lid en plaatsvervanger in de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk worden benoemd voor het tijdvak dat op 31 maart 2023 eindigt:

III.

VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES

Land

Leden

Plaatsvervangers

Letland

de heer Jānis PUMPIŅŠ

mevrouw Inese STEPIŅA

Artikel 2

De Raad zal de nog niet voorgedragen leden en plaatsvervangers later benoemen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A. MENDES GODINHO


(1)  PB L 30 van 31.1.2019, blz. 58.

(2)  PB C 135 van 11.4.2019, blz. 7.

(3)  PB C 195 van 11.6.2019, blz. 4.

(4)  PB L 156 van 13.6.2019, blz. 3.

(5)  PB C 232 van 10.7.2019, blz. 4.