7.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 4/12


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/7 VAN DE COMMISSIE

van 5 januari 2021

betreffende de verlenging van de door het Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen van Finland genomen maatregel om het op de markt aanbieden en het gebruik van het biocide Biobor JF toe te staan overeenkomstig artikel 55, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 7)

(Slechts de teksten in de Finse en de Zweedse taal zijn authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 55, lid 1, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 6 mei 2020 heeft het Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen van Finland (“de bevoegde autoriteit”) overeenkomstig artikel 55, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een besluit vastgesteld om het op de markt aanbieden en het gebruik van het biocide Biobor JF tot en met 2 november 2020 toe te staan voor de antimicrobiële behandeling van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen (“de maatregel”). De bevoegde autoriteit heeft de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten overeenkomstig artikel 55, lid 1, tweede alinea, van die verordening ingelicht over de maatregel en de redenen daarvoor.

(2)

Volgens de door de bevoegde autoriteit verstrekte informatie was de maatregel noodzakelijk om de volksgezondheid te beschermen. Microbiologische verontreiniging van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen kan leiden tot storingen in de motor van het luchtvaartuig en de luchtwaardigheid ervan in gevaar brengen, waardoor de veiligheid van passagiers en bemanning in gevaar komt. De COVID-19-pandemie en de daaruit voortvloeiende beperkingen van het vliegverkeer hebben ertoe geleid dat talrijke luchtvaartuigen tijdelijk werden geparkeerd. De immobiliteit van luchtvaartuigen is een verzwarende factor voor de microbiologische verontreiniging.

(3)

Biobor JF bevat 2,2’-(1-methyltrimethyleendioxy)bis-(4-methyl-1,3,2-dioxaborinaan) (CAS-nummer 2665-13-6) en 2,2’-oxybis (4,4,6-trimethyl-1,3,2-dioxaborinaan) (CAS-nummer 14697-50-8); dit zijn werkzame stoffen voor gebruik in biociden van productsoort 6 als conserveermiddelen voor producten tijdens opslag zoals gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012. Aangezien die werkzame stoffen niet zijn opgenomen in het in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) bedoelde werkprogramma voor systematisch onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen in biociden als bedoeld in Verordening (EU) nr. 528/2012, moeten zij worden beoordeeld en goedgekeurd voordat biociden die die stoffen bevatten, op nationaal of Unieniveau kunnen worden toegelaten.

(4)

Op 4 september 2020 heeft de Commissie een gemotiveerd verzoek van de bevoegde autoriteit ontvangen om de maatregel te verlengen overeenkomstig artikel 55, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012. Het gemotiveerd verzoek was gebaseerd op bezorgdheid over het feit dat de microbiologische verontreiniging van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen de veiligheid van het luchtvervoer na het verstrijken van de geldigheid van de tijdelijke vergunning nog steeds in gevaar kan brengen en op het argument dat Biobor JF van cruciaal belang is om die microbiologische verontreiniging tegen te gaan.

(5)

Volgens de door de bevoegde autoriteit verstrekte informatie werd het enige alternatieve biocide dat door vliegtuig- en motorfabrikanten werd aanbevolen voor de behandeling van microbiologische verontreiniging, in maart 2020 uit de handel genomen nadat ernstige gebreken in de werking van de motoren na de behandeling met dat product werden vastgesteld.

(6)

Zoals aangegeven door de bevoegde autoriteit is de mechanische behandeling van microbiologische verontreiniging van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen niet altijd mogelijk en vereisen de overeengekomen luchtvaartprocedures behandeling met een biocide, zelfs wanneer mechanische reiniging mogelijk is. Bovendien zou de mechanische reiniging werknemers blootstellen aan giftige gassen en derhalve moeten worden vermeden.

(7)

Volgens de door de bevoegde autoriteit verstrekte informatie heeft de fabrikant van Biobor JF stappen ondernomen voor de reguliere toelating van het product en zal naar verwachting begin 2021 een aanvraag tot goedkeuring van de werkzame stoffen worden ingediend. De goedkeuring van de werkzame stoffen en de daaropvolgende toelating van het biocide zouden een permanente oplossing voor de toekomst zijn, maar het zal nog geruime tijd duren voordat die procedures kunnen worden afgerond.

(8)

Aangezien een gebrek aan bestrijding van de microbiologische verontreiniging van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen de veiligheid van het luchtvervoer in gevaar zou kunnen brengen en dat gevaar niet voldoende kan worden beperkt door een ander biocide te gebruiken of een andere bestrijdingsmethode toe te passen, is het passend de bevoegde autoriteit toe te staan de maatregel te verlengen voor een periode van ten hoogste 550 dagen, te rekenen vanaf de dag na het verstrijken van de oorspronkelijke in het besluit van de bevoegde autoriteit van 6 mei 2020 toegestane periode van 180 dagen.

(9)

Aangezien de maatregel sinds 3 november 2020 niet meer geldig is, moet dit besluit met terugwerkende kracht worden toegepast.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen van Finland mag de maatregel om het op de markt aanbieden en het gebruik van het biocide Biobor JF toe te staan voor de antimicrobiële behandeling van brandstoftanks en brandstofsystemen van luchtvaartuigen, tot en met 7 mei 2022 verlengen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen van Finland.

Het is van toepassing met ingang van 3 november 2020.

Gedaan te Brussel, 5 januari 2021.

Voor de Commissie

Stella KYRIAKIDES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).