3.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 406/58


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1825 VAN DE COMMISSIE

van 2 december 2020

tot wijziging van de artikelen 7 en 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft tijdelijke maatregelen voor het binnenbrengen in of het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten (1), en met name artikel 40, lid 2, en artikel 41, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvan het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie verboden is, en van de derde landen, groepen van derde landen of specifieke gebieden van derde landen waarop het verbod van toepassing is, als bedoeld in artikel 40, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2), in samenhang met bijlage VI bij die verordening.

(2)

Een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen, en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in artikel 8, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie, in samenhang met bijlage VII bij die verordening.

(3)

Een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de Unie en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor het verkeer ervan binnen het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in artikel 8, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie, in samenhang met bijlage VIII bij die verordening.

(4)

Sinds de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 is duidelijk geworden dat in bepaalde uitzonderlijke gevallen bepaalde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van tijdelijke verbodsbepalingen of bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen in of het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 1, artikel 30, lid 1, artikel 40, lid 2, artikel 41, lid 2, artikel 42, leden 3 en 4, of artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 om specifieke fytosanitaire risico’s die niet voldoende zijn beoordeeld, aan te pakken. Op die manier kunnen de fytosanitaire risico’s die met die verbodsbepalingen of bijzondere voorschriften worden aangepakt, verder worden beoordeeld om de fytosanitaire status ervan te bepalen.

(5)

De artikelen 7 en 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten derhalve bepalen dat de respectieve verbodsbepalingen of bijzondere voorschriften onverminderd die handelingen moeten worden toegepast.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 7 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De eerste alinea is van toepassing onverminderd alle andere handelingen tot vaststelling van tijdelijke verbodsbepalingen, vastgesteld krachtens artikel 40, lid 2, artikel 42, lid 3, of artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, en betreffende het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen om specifieke fytosanitaire risico’s die nog niet volledig zijn beoordeeld, aan te pakken.”.

2)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De eerste alinea is van toepassing onverminderd alle andere handelingen tot vaststelling van tijdelijke bijzondere voorschriften, vastgesteld krachtens artikel 41, lid 2, artikel 42, lid 4, of artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, en betreffende het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen om specifieke fytosanitaire risico’s die nog niet volledig zijn beoordeeld, aan te pakken.”;

b)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De eerste alinea is van toepassing onverminderd alle andere handelingen tot vaststelling van tijdelijke bijzondere voorschriften, vastgesteld krachtens artikel 28, lid 1, artikel 30, lid 1, artikel 41, lid 2, artikel 42, lid 4, of artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, en betreffende het verkeer binnen het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen om specifieke fytosanitaire risico’s die nog niet volledig zijn beoordeeld, aan te pakken.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 december 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).