(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 van de Commissie (3) bevat voorschriften met betrekking tot de tijdelijke verhoging van de officiële controles bij de binnenkomst in de Unie die gelden voor bepaalde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die uit bepaalde derde landen worden ingevoerd, alsmede bijzondere voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde levensmiddelen en diervoeders uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, bestrijdingsmiddelenresiduen, pentachloorfenol en dioxinen, en het risico van microbiologische besmetting; die levensmiddelen en diervoeders zijn opgenomen in bijlage II bij die uitvoeringsverordening.

(2)

Gezien de recente incidenten op het gebied van voedselveiligheid die zijn gemeld via het bij Verordening (EG) nr. 178/2002 ingevoerde systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF) en de informatie betreffende de door de lidstaten verrichte officiële controles van sesamzaad van oorsprong uit India, is wijziging van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 noodzakelijk.

(3)

In september 2020 werden via het RASFF zeer hoge gehalten aan ethyleenoxide gemeld in bepaalde partijen sesamzaad van oorsprong uit of verzonden uit India die de Unie zijn binnengekomen. Die gehalten zijn meer dan 1 000 maal hoger dan het maximumresidugehalte van 0,05 mg/kg dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (4) voor ethyleenoxide geldt.

(4)

Een dergelijke verontreiniging vormt een ernstig risico voor de volksgezondheid in de Unie, aangezien ethyleenoxide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) is ingedeeld als mutagene stof van categorie 1B, kankerverwekkende stof van categorie 1B en voor de voortplanting giftige stof van categorie 1B. Bovendien is ethyleenoxide niet goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen in de Unie.

(5)

Derhalve moeten met het oog op de bescherming van de volksgezondheid in de Unie bijzondere voorwaarden worden vastgesteld met betrekking tot residuen van bestrijdingsmiddelen bij sesamzaad uit India. In het bijzonder moet op het officiële certificaat waarvan overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1793, gelezen in samenhang met bijlage II daarbij, elke zending sesamzaad uit India vergezeld moet gaan, ook worden verklaard dat de producten zijn bemonsterd en geanalyseerd met het oog op de controle op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen in of op producten van plantaardige oorsprong, en dat uit alle bemonsterings- en analyseresultaten blijkt dat aan de wetgeving van de Unie inzake maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen is voldaan. De bemonsterings- en analyseresultaten moeten aan dat certificaat worden gehecht.

(6)

Met het oog op het bestaande handelsverkeer moeten zendingen sesamzaad van oorsprong uit India die het land van oorsprong of het land van verzending, indien dat land verschilt van het land van oorsprong, vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben verlaten, onderworpen blijven aan de vereisten die vóór die datum van toepassing waren.

(7)

Voorts moet ter bescherming van de volksgezondheid in de Unie de frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen die bij sesamzaad van oorsprong uit India aan de grenzen van de Unie moeten worden verricht, worden vastgesteld op 50 %.

(8)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Gezien het ernstige risico voor de volksgezondheid dat verontreinigde zendingen sesamzaad van oorsprong uit India veroorzaken en gezien de noodzaak om snel actie te ondernemen, moet deze verordening in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,