13.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 336/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1427 VAN DE COMMISSIE

van 12 oktober 2020

tot uitbreiding van het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 ingestelde definitieve antidumpingrecht op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van mononatriumglutamaat in mengsels of oplossingen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Geldende maatregelen en parallel onderzoek

(1)

In november 2008 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1187/2008 (2) (“de oorspronkelijke verordening”) een definitief antidumpingrecht ingesteld op mononatriumglutamaat (“MNG”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”). De maatregelen bestonden uit een ad-valoremrecht, dat 33,8 % tot 39,7 % bedroeg.

(2)

Na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen heeft de Commissie in januari 2015 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 (3) een definitief antidumpingrecht ingesteld op MNG van oorsprong uit de VRC (“het voorafgaand nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen”).

(3)

Tegelijkertijd heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/84 (4) een definitief antidumpingrecht ingesteld op MNG van oorsprong uit Indonesië.

(4)

Op 21 januari 2020 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek geopend (5) in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van MNG van oorsprong uit de VRC en Indonesië. Het nieuwe onderzoek loopt nog.

1.2.   Verzoek

(5)

Op 8 januari 2020 heeft de Commissie een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de op MNG van oorsprong uit de VRC ingestelde antidumpingmaatregelen, en om deze invoer aan registratie te onderwerpen. Het verzoek werd ingediend door de enige producent van MNG in de Unie, namelijk Ajinomoto Foods Europe SAS (“de indiener van het verzoek”).

(6)

De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de bestaande antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van MNG worden ontweken. Uit dit bewijsmateriaal is gebleken dat:

na de instelling van het definitieve antidumpingrecht bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 een verandering in de structuur van het handelsverkeer met betrekking tot de uitvoer uit de VRC naar de Unie had plaatsgevonden;

deze verandering het gevolg was van de invoer van een enigszins gewijzigd betrokken product waarvan de fundamentele kenmerken niet zijn aangetast, maar dat op grond van die wijziging onder douanecodes valt waarop de maatregelen normaal niet van toepassing zijn, en er, afgezien van de instelling van het recht, geen reden of economische rechtvaardiging voor dergelijke praktijken bestaat;

de corrigerende werking van de bestaande antidumpingmaatregelen op het betrokken product, gezien zowel de hoeveelheden als de prijzen, werd ondermijnd, en

de prijzen van het enigszins gewijzigde product dumpingprijzen waren ten aanzien van de eerder vastgestelde normale waarde.

1.3.   Opening

(7)

Nadat de Commissie had vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was, heeft zij overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening een onderzoek geopend om vast te stellen of de bestaande maatregelen worden ontweken door de invoer in de Unie van MNG in mengsels of oplossingen die 50 % of meer MNG in drooggewicht bevatten, van oorsprong uit de VRC.

(8)

Het onderzoek is geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/230 van de Commissie (6) (“de openingsverordening”). Bij de openingsverordening werd de douaneautoriteiten opgedragen om de invoer van het enigszins gewijzigde product uit de VRC te registreren krachtens artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening.

1.4.   Betrokken product en onderzocht product

(9)

Bij het product waarop de mogelijke ontwijking betrekking heeft, gaat het om mononatriumglutamaat, momenteel ingedeeld onder de GN-code ex 2922 42 00 (Taric-code 2922420010), van oorsprong uit de VRC (“het betrokken product” of “MNG”). Op het betrokken product zijn de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing. Het betrokken product wordt voornamelijk gebruikt als smaakversterker in soep, bouillon, vis- en vleesgerechten en kant-en-klaar-voeding. Het kan ook worden gebruikt in de chemische industrie voor non-foodtoepassingen zoals detergentia. MNG wordt verkregen door bacteriële fermentatie van een suikerbron (bijvoorbeeld maiszetmeel, tarwezetmeel, tapiocazetmeel, alsmede suikerstroop, suikerrietmelasse en suikerbietenmelasse). Het is ook bekend onder de code E 621 en wordt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie inzake specificaties van levensmiddelenadditieven (7) beschreven als kristallen of kristallijn poeder, wit en vrijwel reukloos. De chemische naam en formule ervan zijn respectievelijk mononatrium-L-glutamaat-monohydraat en C5H8NaNO4·Η2O.

(10)

Het product dat in verband met mogelijke ontwijking wordt onderzocht, is mononatriumglutamaat in mengsels of oplossingen die 50 % of meer mononatriumglutamaat in drooggewicht bevatten, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2103 90 90, ex 2104 10 00, ex 2104 20 00, ex 3824 99 92, ex 3824 99 93 en ex 3824 99 96 (Taric-codes 2103909011, 2103909081, 2104100011, 2104100081, 2104200011, 3824999298, 3824999389 en 3824999689), van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“het onderzochte product” of “MNG-mengsels”).

1.5.   Onderzoektijdvak en verslagperiode

(11)

Het onderzoektijdvak liep van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019 (“het onderzoektijdvak” of “OT”). Voor het onderzoektijdvak zijn gegevens verzameld om onder meer na te gaan of zich inderdaad een verandering in de structuur van het handelsverkeer had voorgedaan.

(12)

Voor de verslagperiode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 (“de verslagperiode” of “VP”) zijn meer gedetailleerde gegevens verzameld teneinde te onderzoeken of de invoer de corrigerende werking van de geldende maatregelen, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden, heeft ondermijnd en of dumping heeft plaatsgevonden.

1.6.   Onderzoek

(13)

De Commissie heeft de autoriteiten van de VRC, de haar bekende producenten-exporteurs in de VRC, de haar bekende betrokken importeurs/gebruikers in de Unie en de indiener van het verzoek officieel in kennis gesteld van de opening van het onderzoek.

(14)

In de openingsverordening is alle belanghebbenden verzocht binnen 37 dagen na de opening van het onderhavige onderzoek hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en de antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens in te dienen. Op de datum van de opening van het onderzoek werden het aanvraagformulier voor vrijstelling, de vragenlijst voor producenten-exporteurs in de VRC en de vragenlijst voor importeurs/gebruikers in de Unie beschikbaar gesteld op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2448).

(15)

Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de bij de openingsverordening vastgestelde termijn te verzoeken te worden gehoord. Alle partijen werden ervan op de hoogte gesteld dat niet-medewerking kan leiden tot de toepassing van artikel 18 van de basisverordening en tot bevindingen die op beschikbare gegevens zijn gebaseerd.

(16)

Eén importeur en zes gebruikers in de Unie hebben antwoorden op de vragenlijst ingediend. Naar aanleiding van verzoeken om toelichting van hun antwoorden op de vragenlijsten trokken de importeur en één gebruiker hun medewerking in.

1.7.   Niet-medewerking

(17)

Geen enkele Chinese producent-exporteur van of handelaar in het betrokken product of het onderzochte product heeft zich gemeld. Op 2 april 2020 heeft de Commissie de overheid van de VRC in kennis gesteld van dit feit en van haar voornemen om gebruik te maken van de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.

(18)

Ook geen enkele importeur of gebruiker in de Unie van het onderzochte product heeft aan dit onderzoek meegewerkt. De vijf medewerkende gebruikers die antwoorden op de vragenlijst hebben ingediend, hebben verklaard het betrokken product in te voeren of te gebruiken, en hebben allen bevestigd dat zij het onderzochte product niet invoeren of gebruiken.

(19)

Wegens het gebrek aan medewerking werden de bevindingen gebaseerd op de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.

2.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

2.1.   Algemene overwegingen

(20)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening heeft de Commissie achtereenvolgens de volgende elementen onderzocht om na te gaan of er sprake is van mogelijke ontwijking:

of zich een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de VRC en de Unie heeft voorgedaan;

of die verandering het gevolg is van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat;

of is bewezen dat er sprake is van schade of dat de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden van het soortgelijke product, wordt ondermijnd, en

of is bewezen dat dumping plaatsvindt ten aanzien van de voor het soortgelijke product eerder vastgestelde normale waarden.

2.2.   Verandering in de structuur van het handelsverkeer

(21)

Om een mogelijke verandering in de structuur van het handelsverkeer vast te stellen, heeft de Commissie het volume van de invoer van MNG en MNG-mengsels tijdens het onderzoektijdvak geanalyseerd.

(22)

De omvang van de invoer van MNG werd vastgesteld op basis van gegevens van Eurostat op het niveau van de Taric-code (8) voor het onderzoektijdvak. MNG valt momenteel onder de Taric-code 2922420010.

(23)

Het volume van de invoer van de MNG-mengsels kon om de volgende redenen niet worden vastgesteld op basis van gegevens van Eurostat: er zouden MNG-mengsels zijn ingevoerd onder de GN-codes 2103 90 90, 2104 10 00, 2104 20 00, 3824 90 92, 3824 90 93 en 3824 90 96. Deze GN-codes hebben een ruimere dekking dan het onderzochte product. De analyse van de verandering in de structuur van het handelsverkeer op basis van de invoer onder deze GN-codes zou derhalve hebben geleid tot een overschatting van de werkelijke invoerhoeveelheden van MNG-mengsels of -oplossingen.

(24)

Om de omvang van de invoer van MNG-mengsels preciezer te kunnen bepalen, en bij gebrek aan een andere betrouwbaardere bron, heeft de Commissie de volgende methode toegepast, gebaseerd op de door de indiener in het verzoek voorgestelde methode.

(25)

Zij stelde eerst de gecombineerde uitvoer van MNG en van het MNG-mengsel bekend als “Gourmet Powder” (9) uit de VRC naar de Unie, zoals in de Global Trade Atlas of “GTA” (10) geregistreerd onder de Chinese douanecode 2922 42 20 respectievelijk 2103 90 10, vast. Hoewel de gegevens voor “Gourmet Powder” betrekking moeten hebben op mengsels die tussen 80 % en 99 % MNG bevatten, kunnen zij ook betrekking hebben op de uitvoer van zuiver MNG in verpakkingen voor de retailmarkt. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat bepaalde MNG-mengsels met kleine hoeveelheden additieven uit de VRC als zuiver MNG worden uitgevoerd.

(26)

Om cijfers betreffende de invoer van MNG-mengsels te verkrijgen, heeft de Commissie derhalve het volume van de invoer van MNG zoals geregistreerd in de databank van Eurostat onder Taric-code 2922420010 afgetrokken van het totale volume van de uitvoer (zie overweging (22)).

(27)

Het verschil dat hieruit resulteerde, werd beschouwd als een redelijk nauwkeurige bepaling van het volume van de invoer van MNG-mengsels in de Unie.

(28)

Op 28 mei 2020 heeft de Commissie alle belanghebbenden in kennis gesteld van haar voornemen om deze methode toe te passen en heeft zij hen verzocht hun mening te geven over de voorgestelde methode en cijfers. Alleen de indiener van het verzoek heeft opmerkingen ingediend en verklaard het eens te zijn met de methode en de cijfers.

(29)

Op basis van de hierboven beschreven methode heeft de Commissie de volgende gegevens betreffende de invoer verkregen:

Invoer uit de VRC in de Unie

(Eenheid: ton)

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

VP

Betrokken product

2 317

3 515

5 234

3 652

3 624

2 221

3 063

Onderzocht product

2 484

2 437

4 535

2 765

3 046

4 336

8 558

Bron:

GTA, Eurostat,

(30)

De invoer van MNG-mengsels uit de VRC in de Unie nam gedurende het OT met 244 % toe tot 8 558 ton in de VP. Wat de invoer van MNG betreft, nam na een aanvankelijke stijging tussen 2013 en 2015 de invoer vanaf 2015 af tot 3 063 ton in de VP.

(31)

Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat een verandering in de structuur van het handelsverkeer in de zin van artikel 13, lid 1, van de basisverordening heeft plaatsgevonden.

2.3.   De verandering in de structuur van het handelsverkeer is het gevolg van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat

(32)

Artikel 13, lid 1, van de basisverordening bepaalt dat de verandering in de structuur van het handelsverkeer het gevolg moet zijn van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat. Zoals vermeld in overweging (31), is geconcludeerd dat er een verandering in de structuur van het handelsverkeer is. Zoals vermeld in overweging (19), werden de bevindingen wegens het gebrek aan medewerking gebaseerd op de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.

(33)

In het verzoek stelde de indiener ervan dat Chinese producenten aanzienlijke hoeveelheden MNG-mengsels exporteren om onder douanecodes waarop de maatregelen niet van toepassing zijn te vallen. Daartoe wordt het product enigszins gewijzigd zonder dat de fundamentele kenmerken ervan worden aangetast.

(34)

Reeds in 2015 hebben de douaneautoriteiten van de lidstaten de diensten van de Commissie meegedeeld dat deze praktijk plaatsvond. De douaneautoriteiten hadden een toename vastgesteld van de invoer van MNG-mengsels met ongeveer 1 % tafelzout onder andere douanecodes dan die waarop het onderzoek betrekking had, terwijl de invoer van zuiver MNG is afgenomen. Volgens hen had deze praktijk enkel tot doel het antidumpingrecht te ontwijken, omdat de mengsels de kenmerken van het product niet veranderden en dezelfde toepassingen en gebruiksdoeleinden als zuiver MNG hadden.

(35)

Uit beschikkingen inzake bindende tariefinlichtingen (BTI-beschikkingen) die door de douanediensten van verschillende lidstaten zijn afgegeven, blijkt dat deze praktijk inderdaad plaatsvindt. Deze BTI-beschikkingen (11) delen voor douanedoeleinden mengsels in concentraties van 50 % tot 99 % MNG in onder GN- en Taric-codes die niet aan de maatregelen zijn onderworpen. Al deze BTI-beschikkingen werden afgegeven in het OT en waren gedurende het gehele OT geldig vanaf de datum van afgifte. De omschrijving van de goederen waarvoor de BTI-beschikkingen zijn afgegeven, bevestigt dat zij betrekking hebben op het onderzochte product. Daarom worden voor de invoer van het onderzochte product met gebruikmaking van deze BTI-beschikkingen geen antidumpingrechten betaald.

(36)

Uit een analyse van de BTI-beschikkingen en de BTI-aanvragen waarover de Commissie beschikt, blijkt inderdaad dat het gebruik van die producten hetzelfde is als dat van het betrokken product. Voorts zijn sommige houders van de BTI-beschikkingen importeurs van het betrokken product die bekend zijn uit eerdere onderzoeken. Een van de houders van een BTI-beschikking is door de douanediensten van de lidstaten ook aangewezen als de importeur in het kader van de in overweging (34) genoemde transacties.

(37)

Uit het onderzoek bleek geen economische rechtvaardiging voor het gebruik van het onderzochte product. Zoals blijkt uit het verzoek van de indiener, vormt de praktijk van het gebruik van MNG-mengsels in plaats van zuiver MNG een bijkomende economische last voor de gebruikers omdat zij hun producten, etikettering en recepten moeten aanpassen om rekening te houden met het toegenomen zoutgehalte. Hiervoor bestaat, afgezien van het ontwijken van de maatregelen betreffende MNG, geen economische rechtvaardiging. Verder merkt de Commissie op dat de doelgerichte toevoeging van zout aan MNG een extra stap vormt in het productieproces, die de producenten een bijkomende economische last oplevert in de vorm van extra werk en toezicht, d.w.z. hogere productiekosten.

(38)

Zoals vermeld in overweging (16), ontving de Commissie aanvankelijk van zes gebruikers antwoorden op de vragenlijst. Eén gebruiker verduidelijkte dat hij zuiver MNG gebruikte om zijn eigen MNG-mengsels te maken, afhankelijk van het percentage MNG dat werd gebruikt. Sommige gebruikers die hebben meegewerkt, verklaarden dat zij MNG-mengsels van leveranciers in de Unie kochten. Geen van hen heeft melding gemaakt van invoer van het onderzochte product en geen van hen heeft opmerkingen ingediend over het gebruik ervan of dat gebruik gerechtvaardigd.

(39)

Gezien het bovenstaande heeft de Commissie overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening geconcludeerd dat het betrokken product enigszins gewijzigd is zonder dat de fundamentele kenmerken ervan zijn aangetast, maar waardoor het onder douanecodes valt waarop de maatregelen normaal niet van toepassing zijn, en er, afgezien van de instelling van het recht, geen reden of economische rechtvaardiging voor dergelijke praktijken bestaat.

2.4.   De corrigerende werking van het recht wordt ondermijnd

(40)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening heeft de Commissie beoordeeld of de ingevoerde MNG-mengsels, gezien de hoeveelheden en de prijzen, de corrigerende werking van de bestaande maatregelen op de invoer van MNG van oorsprong uit de VRC ondermijnden.

(41)

Zoals vermeld in overweging (29), werd in het kader van het onderzoek vastgesteld dat MNG-mengsels tijdens de verslagperiode in aanzienlijke hoeveelheden werden ingevoerd. Zij kwamen neer op meer dan 10 % van het verbruik in de Unie in de VP. Het verbruik in de Unie is gebaseerd op de door de indiener in het verzoek geraamde cijfers van [77 000 – 79 000] (12) ton.

(42)

De Commissie heeft de gemiddelde uitvoerprijs van de MNG-mengsels in de verslagperiode (vastgesteld met behulp van dezelfde methode als die bedoeld in overweging (24)), naar behoren gecorrigeerd van fob-niveau (13) naar cif-niveau (14), vergeleken met de gemiddelde, geen schade veroorzakende prijzen van de bedrijfstak van de Unie zoals vastgesteld tijdens het TNO van het voorafgaand nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen.

(43)

Uit de vergelijking bleek dat er een aanzienlijke prijsbederfmarge van 93 % was.

(44)

Op basis van deze gegevens heeft de Commissie geconcludeerd dat de invoer van MNG-mengsels de corrigerende werking van de thans geldende maatregelen, gezien zowel de hoeveelheden als de prijzen, ondermijnen.

2.5.   Bewijs van dumping

(45)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening heeft de Commissie beoordeeld of er dumping plaatsvond ten aanzien van de voor het soortgelijke product eerder vastgestelde normale waarden. Hiertoe heeft de Commissie de gemiddelde uitvoerprijs van de MNG-mengsels gedurende de verslagperiode (vastgesteld met behulp van dezelfde methode als die bedoeld in overweging (24)) vergeleken met de normale waarde die in het voorafgaand nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen voor het soortgelijke product was vastgesteld.

(46)

Uit de vergelijking bleek dat er een aanzienlijke dumpingmarge van 99,7 % was.

2.6.   Maatregelen

(47)

De Commissie heeft uit de bovenstaande bevindingen geconcludeerd dat de bestaande maatregelen betreffende de invoer van MNG van oorsprong uit de VRC, zoals gedefinieerd in het voorafgaand nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, werden ontweken door de invoer van het onderzochte product.

(48)

Uit het onderzoek is gebleken dat er een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de VRC en de Unie plaatsvond en dat deze verandering het gevolg was van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestond. De Commissie heeft ook vastgesteld dat, gezien de hoeveelheden en de prijzen van het soortgelijke product, de corrigerende werking van het recht wordt ondermijnd en dat er aanzienlijke dumping plaatsvindt ten aanzien van de voor het soortgelijke product eerder vastgestelde normale waarde.

(49)

Daarom moeten overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening de geldende antidumpingmaatregelen worden uitgebreid tot de invoer van het onderzochte product.

(50)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, tweede alinea, van de basisverordening moet de uit te breiden maatregel de maatregel zijn die overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 is vastgesteld voor “alle andere ondernemingen”, namelijk een definitief antidumpingrecht van 39,7 %, van toepassing op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring.

(51)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening, volgens welke uitgebreide maatregelen moeten worden toegepast op goederen waarvoor bij invoer in de Unie een door de openingsverordening opgelegde registratieplicht geldt, moet het antidumpingrecht worden geïnd op die geregistreerde invoer in de Unie van het onderzochte product.

3.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(52)

Alle belanghebbenden werden op de hoogte gebracht van de voornaamste feiten en overwegingen die hebben geleid tot de bovenstaande conclusies. Zij konden hierover ook binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken. De Commissie heeft uitsluitend opmerkingen ontvangen van de indiener van het verzoek, die de voorgestelde benadering steunde.

(53)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het voor “alle andere ondernemingen” geldende definitieve antidumpingrecht dat bij artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 is ingesteld op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China wordt uitgebreid tot de invoer in de Unie van mononatriumglutamaat in mengsels of oplossingen die 50 % of meer mononatriumglutamaat in drooggewicht bevatten, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2103 90 90, ex 2104 10 00, ex 2104 20 00, ex 3824 99 92, ex 3824 99 93 en ex 3824 99 96 (Taric-codes 2103909011, 2103909081, 2104100011, 2104100081, 2104200011, 3824999298, 3824999389 en 3824999689), van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

2.   Het bij lid 1 van dit artikel uitgebreide recht wordt geïnd op ingevoerde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China, die zijn geregistreerd overeenkomstig artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/230 en artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036.

3.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

1.   Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 1 uitgebreide recht moeten schriftelijk worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie en zijn ondertekend door een persoon die gemachtigd is om de entiteit die om de vrijstelling verzoekt, te vertegenwoordigen. Het verzoek moet aan het onderstaande adres worden gestuurd:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

België

2.   Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 kan de Commissie de invoer van ondernemingen die de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 ingestelde antidumpingmaatregelen niet ontwijken, bij besluit vrijstellen van het bij artikel 1 van de onderhavige verordening uitgebreide recht.

Artikel 3

De douaneautoriteiten wordt opgedragen de bij artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/230 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 oktober 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Verordening (EG) nr. 1187/2008 van de Raad van 27 november 2008 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 322 van 2.12.2008, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 van de Commissie van 21 januari 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 15 van 22.1.2015, blz. 31).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/84 van de Commissie van 21 januari 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op mononatriumglutamaat van oorsprong uit Indonesië (PB L 15 van 22.1.2015, blz. 54).

(5)  Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Indonesië (PB C 20 van 21.1.2020, blz. 18).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/230 van de Commissie van 19 februari 2020 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/83 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot onderwerping van deze invoer aan registratie (PB L 47 van 20.2.2020, blz. 9).

(7)  Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).

(8)  Het geïntegreerde tarief van de Europese Unie.

(9)  Gourmet Powder is een bekend Chinees MNG-mengsel dat mengsels van 80 % tot 99 % MNG en natriumchloride zou moeten omvatten.

(10)  https://www.gtis.com/gta/secure/htscty_wta.cfm

(11)  DE5918/15-1 en PLPL-WIT-2015-0055, beide afgegeven in 2015 voor de indeling van mengsels van 99 % MNG + 1 % zout onder nomenclatuurcode 3824909390; PLBTIWIT-2020-000347, afgegeven in 2020 (ter vervanging van PL-WIT-2017-00240, afgegeven in 2017), voor de indeling van mengsels van 99 % MNG + 1 % zout onder nomenclatuurcode 38249993; DEBTI9861/20-1, afgegeven in 2020, voor de indeling van mengsels bestaande uit 50 % of meer MNG onder nomenclatuurcode 3824999389; ES2015SOL00000001076-1, afgegeven in 2016, voor de indeling van mengsels van 59,9 % MNG + zout onder nomenclatuurcode 21039090.

(12)  Aangezien er slechts één producent in de Unie is en om de vertrouwelijkheid van dergelijke gegevens te respecteren, wordt het totale verbruik als orde van grootte gepresenteerd.

(13)  Vrij aan boord (Free On Board).

(14)  Kosten, verzekering en vracht (COST Insurance and Freight).