6.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 324/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1396 VAN DE COMMISSIE

van 5 oktober 2020

tot verlening van een vergunning voor geraniol, citral, 3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol, (Z)-nerol, geranylacetaat, geranylbutyraat, geranylformiaat, geranylpropionaat, nerylpropionaat, nerylformiaat, nerylacetaat, nerylisobutyraat, geranylisobutyraat en prenylacetaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

(2)

Voor de stoffen geraniol, citral, 3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol, (Z)-nerol, geranylacetaat, geranylbutyraat, geranylformiaat, geranylpropionaat, nerylpropionaat, nerylformiaat, nerylacetaat, nerylisobutyraat, geranylisobutyraat en prenylacetaat (hierna “de betrokken stoffen” genoemd) is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens zijn die stoffen overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaande producten opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van de betrokken stoffen als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten. De aanvrager heeft verzocht om die toevoegingsmiddelen in te delen in de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “aromatische stoffen”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 25 mei 2016 (3) geconcludeerd dat de betrokken stoffen onder de voorgestelde voorwaarden voor gebruik geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de gezondheid van de mens of het milieu hebben. De EFSA heeft geconcludeerd dat de veilige gebruiksconcentratie voor het mariene milieu op 0,05 mg/kg diervoeder wordt geschat. De voor de betrokken stoffen voorgestelde gebruiksconcentraties overschrijden de voor het mariene milieu veilige concentraties, dus is gebruik voor zeedieren niet toegestaan. In haar advies heeft de EFSA ook geconcludeerd dat, aangezien de betrokken stoffen werkzaam zijn bij gebruik als aromastoffen in levensmiddelen en de functie ervan in diervoeders in wezen dezelfde is als in levensmiddelen, de werkzaamheid ervan niet meer hoeft te worden aangetoond. Deze conclusie zou bijgevolg kunnen worden geëxtrapoleerd naar diervoeding. Hoewel de aanvrager de aanvraag voor drinkwater heeft ingetrokken, moet het mogelijk zijn om de betrokken stoffen te gebruiken in mengvoeders die vervolgens via water worden toegediend.

(5)

De EFSA heeft geconcludeerd dat de betrokken stoffen bij gebrek aan gegevens als gevaarlijk moeten worden beschouwd bij contact met de huid, de ogen en de luchtwegen. Van geraniol, citral en 3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol wordt ook aangegeven dat zij huidallergeen zijn. Derhalve moeten passende beschermende maatregelen worden genomen. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(6)

Uit de beoordeling van de betrokken stoffen blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het in de bijlage bij deze verordening gespecificeerd gebruik van de betrokken stoffen moet daarom worden toegestaan.

(7)

Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarden worden vastgesteld. Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn om een maximumgehalte vast te stellen, en rekening houdend met de herbeoordeling door de EFSA, moet een aanbevolen gehalte worden vermeld op het etiket van het toevoegingsmiddel voor diervoeding. Indien dat gehalte wordt overschreden, moet bepaalde informatie op het etiket van voormengsels worden vermeld.

(8)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vergunningverlening

Voor de in de bijlage beschreven stoffen, die behoren tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddelen voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

1.   De in de bijlage gespecificeerde stoffen en de voormengsels die deze stoffen bevatten en die vóór 26 april 2021 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 oktober 2020 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

2.   De voedermiddelen en mengvoeders die de in de bijlage gespecificeerde stoffen bevatten en die vóór 26 oktober 2021 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 oktober 2020 worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.

3.   De voedermiddelen en mengvoeders die de in de bijlage gespecificeerde stoffen bevatten en die vóór 26 oktober 2022 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 26 oktober 2020 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 oktober 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2016;14(6):4512.


BIJLAGE

Identi-ficatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen

2b02012

Geraniol

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geraniol

Karakterisering van de werkzame stof

Geraniol

Geproduceerd door gefractioneerde distillatie van een etherische olie door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 95 %

Chemische formule: C10H18O

CAS-nummer: 106-24-1

Flavis-nr.: 02.012

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geraniol in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 25 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 25 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 25 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b02029

3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol

Karakterisering van de werkzame stof

3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 96 %

Chemische formule: C15H26O

CAS-nummer: 4602-84-0

Flavis-nr.: 02.029

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van 3,7,11-trimethyldodeca-2,6,10-trieen-1-ol in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b02058

(Z)-nerol

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

(Z)-nerol

Karakterisering van de werkzame stof

(Z)-nerol

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 95 %

Chemische formule: C10H18O

CAS-nummer: 106-25-2

Flavis-nr.: 02.058

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van (Z)-nerol in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b05020

Citral

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Citral

Karakterisering van de werkzame stof

Citral

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 96 %

Chemische formule: C10H16O

CAS-nummer: 5392-40-5

Flavis-nr.: 05.020

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van citral in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 25 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 25 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 25 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09011

Geranylacetaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geranylacetaat

Karakterisering van de werkzame stof

Geranylacetaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 90 %

Chemische formule: C12H20O2

CAS-nummer: 105-87-3

Flavis-nr.: 09.011

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geranylacetaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09048

Geranylbutyraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geranylbutyraat

Karakterisering van de werkzame stof

Geranylbutyraat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 92 %

Chemische formule: C14H24O2

CAS-nummer: 106-29-6

Flavis-nr.: 09.048

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geranylbutyraat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09076

Geranylformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geranylformiaat

Karakterisering van de werkzame stof

Geranylformiaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 94 %

Chemische formule: C11H18O2

CAS-nummer: 105-86-2

Flavis-nr.: 09.076

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geranylformiaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09128

Geranylpropionaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geranylpropionaat

Karakterisering van de werkzame stof

Geranylpropionaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 92 %

Chemische formule: C13H22O2

CAS-nummer: 105-90-8

Flavis-nr.: 09.128

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geranylpropionaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09169

Nerylpropionaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Nerylpropionaat

Karakterisering van de werkzame stof

Nerylpropionaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 95 %

Chemische formule: C13H22O2

CAS-nummer: 105-91-9

Flavis-nr.: 09.169

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van nerylpropionaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09212

Nerylformiaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Nerylformiaat

Karakterisering van de werkzame stof

Nerylformiaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 90 %

Chemische formule: C11H18O2

CAS-nummer: 2142-94-1

Flavis-nr.: 09.212

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van nerylformiaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09213

Nerylacetaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Nerylacetaat

Karakterisering van de werkzame stof

Nerylacetaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 93 %

Chemische formule: C12H20O2

CAS-nummer: 141-12-8

Flavis-nr.: 09.213

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van nerylacetaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

—-

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels en op de etikettering van voedermiddelen en mengvoeders indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09424

Nerylisobutyraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Nerylisobutyraat

Karakterisering van de werkzame stof

Nerylisobutyraat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 92 %

Chemische formule: C14H24O2

CAS-nummer: 2345-24-6

Flavis-nr.: 09.424

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van nerylisobutyraat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09431

Geranylisobutyraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geranylisobutyraat

Karakterisering van de werkzame stof

Geranylisobutyraat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 95 %

Chemische formule: C14H24O2

CAS-nummer: 2345-26-8

Flavis-nr.: 09.431

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van geranylisobutyraat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 5 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 5 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 5 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030

2b09692

Prenylacetaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Prenylacetaat

Karakterisering van de werkzame stof

Prenylacetaat

Geproduceerd door chemische synthese

Zuiverheid: ten minste 95 %

Chemische formule: C7H12O2

CAS-nummer: 1191-16-8

Flavis-nr.: 09.692

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van prenylacetaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in aromatische voormengsels voor diervoeders:

gaschromatografie-massaspectrometrie met retentietijdvergrendeling (GC-MS-RTL).

Alle diersoorten met uitzondering van zeedieren

1.

Het toevoegingsmiddel moet als aromatisch voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslag- en stabiliteitsvoorwaarden worden aangegeven.

3.

Het aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof bedraagt 1 mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %: 1 mg/kg.”.

5.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van voormengsels indien in volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % het gehalte van de werkzame stof 1 mg/kg overschrijdt.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming, een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.

26.10.2030


(1)  = Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de volgende webpagina van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports