14.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1017 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2020

tot vaststelling van begrotingsmaxima voor 2020 voor bepaalde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening die zijn ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, artikel 36, lid 4, artikel 42, lid 2, artikel 47, lid 3, artikel 49, lid 2, artikel 51, lid 4, en artikel 53, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde basisbetalingsregeling toepast, moet de Commissie het in artikel 22, lid 1, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2020 vaststellen door op het in bijlage II bij die verordening vastgestelde jaarlijkse nationale maximum de overeenkomstig de artikelen 42, 47, 49, 51 en 53 van die verordening vastgestelde maxima in mindering te brengen. Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet rekening worden gehouden met verhogingen die lidstaten op grond van die bepaling toepassen.

(2)

Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde regeling inzake een enkele areaalbetaling toepast, moet de Commissie het in artikel 36, lid 4, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2020 vaststellen door op het in bijlage II bij die verordening vastgestelde jaarlijkse nationale maximum de overeenkomstig de artikelen 42, 47, 49, 51 en 53 van die verordening vastgestelde maxima in mindering te brengen. Overeenkomstig artikel 36, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet de Commissie bij het vaststellen van het jaarlijkse nationale maximum voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling rekening houden met verhogingen die door de lidstaten op grond van die bepaling worden toegepast.

(3)

Voor elke lidstaat die de bij titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde herverdelingsbetaling toekent, moet de Commissie het in artikel 42, lid 2, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maximum voor 2020 vaststellen op basis van het door die lidstaten op grond van artikel 42, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

(4)

Voor de bij titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken in 2020 moeten de in artikel 47, lid 3, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 worden berekend overeenkomstig artikel 47, lid 1, van die verordening; deze bedragen 30 % van het in bijlage II bij die verordening vermelde nationale maximum van de desbetreffende lidstaat.

(5)

Voor lidstaten die de bij titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen toekennen, moet de Commissie de in artikel 49, lid 2, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 vaststellen op basis van het door de desbetreffende lidstaten op grond van artikel 49, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

(6)

Voor de bij titel III, hoofdstuk 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde betaling voor jonge landbouwers moet de Commissie de in artikel 51, lid 4, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 vaststellen op basis van het door de lidstaten op grond van artikel 51, lid 1, van die verordening gemelde percentage; deze maxima mogen niet hoger zijn dan 2 % van het in bijlage II vastgestelde jaarlijkse maximum.

(7)

Wanneer het totaalbedrag van de betaling voor jonge landbouwers dat in 2020 in een lidstaat wordt aangevraagd, hoger is dan het op grond van artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 voor die lidstaat vastgestelde maximum, moet de lidstaat het verschil overeenkomstig artikel 51, lid 2, van die verordening financieren met inachtneming van het in artikel 51, lid 1, van die verordening vastgelegde maximum. Duidelijkheidshalve moet dit maximum voor elke lidstaat worden vastgesteld.

(8)

Voor elke lidstaat die in 2020 de bij titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde vrijwillige gekoppelde steun toekent, moet de Commissie de in artikel 53, lid 7, van die verordening bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 vaststellen op basis van het door de desbetreffende lidstaat op grond van artikel 54, lid 1, van die verordening gemelde percentage.

(9)

Overeenkomstig artikel 137, lid 1, tweede alinea, van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is Verordening (EU) nr. 1307/2013, zoals van toepassing in het jaar 2020, voor het aanvraagjaar 2020 niet van toepassing in het Verenigd Koninkrijk. Daarom is het niet nodig de betrokken maxima voor 2020 voor het Verenigd Koninkrijk in deze verordening vast te stellen.

(10)

Voor het jaar 2020 is de uitvoering van de bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening op 1 januari 2020 van start gegaan. Omwille van de samenhang tussen de toepasselijkheid van die verordening voor het aanvraagjaar 2020 en de toepasselijkheid van de overeenkomstige begrotingsmaxima moet de onderhavige verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de basisbetalingsregeling zijn opgenomen in punt I van de bijlage bij de onderhavige verordening.

2.   De in artikel 36, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling zijn opgenomen in punt II van de bijlage bij de onderhavige verordening.

3.   De in artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de herverdelingsbetaling zijn opgenomen in punt III van de bijlage bij de onderhavige verordening.

4.   De in artikel 47, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken zijn opgenomen in punt IV van de bijlage bij de onderhavige verordening.

5.   De in artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen zijn opgenomen in punt V van de bijlage bij de onderhavige verordening.

6.   De in artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de betaling voor jonge landbouwers zijn opgenomen in punt VI van de bijlage bij de onderhavige verordening.

7.   De in artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde maximumbedragen voor 2020 voor de betaling voor jonge landbouwers zijn opgenomen in punt VII van de bijlage bij de onderhavige verordening.

8.   De in artikel 53, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse nationale maxima voor 2020 voor de vrijwillige gekoppelde steun zijn opgenomen in punt VIII van de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.


BIJLAGE

I.   Jaarlijkse nationale maxima voor de basisbetalingsregeling als bedoeld in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

211 289

Denemarken

530 782

Duitsland

2 941 232

Ierland

825 611

Griekenland

1 091 170

Spanje

2 845 377

Frankrijk

3 025 958

Kroatië

149 768

Italië

2 118 140

Luxemburg

22 741

Malta

650

Nederland

459 920

Oostenrijk

470 383

Portugal

279 562

Slovenië

75 223

Finland

262 840

Zweden

399 568

II.   Jaarlijkse nationale maxima voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling als bedoeld in artikel 36, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

Bulgarije

379 289

Tsjechië

478 299

Estland

110 920

Cyprus

29 643

Letland

160 460

Litouwen

200 349

Hongarije

727 048

Polen

1 553 589

Roemenië

974 939

Slowakije

221 593

III.   Jaarlijkse nationale maxima voor de herverdelingsbetaling als bedoeld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

46 100

Bulgarije

55 900

Duitsland

330 210

Frankrijk

687 718

Kroatië

33 208

Litouwen

77 554

Polen

281 452

Portugal

23 050

Roemenië

104 163

IV.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in artikel 47, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

144 557

Bulgarije

238 888

Tsjechië

261 843

Denemarken

245 627

Duitsland

1 415 187

Estland

50 810

Ierland

363 320

Griekenland

550 385

Spanje

1 468 030

Frankrijk

2 063 154

Kroatië

99 624

Italië

1 111 301

Cyprus

14 593

Letland

90 826

Litouwen

155 108

Luxemburg

10 030

Hongarije

399 476

Malta

1 573

Nederland

198 261

Oostenrijk

207 521

Polen

1 017 297

Portugal

179 807

Roemenië

570 959

Slovenië

40 283

Slowakije

118 316

Finland

157 389

Zweden

209 930

V.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen als bedoeld in artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

Denemarken

2 657

Slovenië

2 122

VI.   Jaarlijkse nationale maxima voor de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in artikel 51, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

9 095

Bulgarije

2 771

Tsjechië

1 746

Denemarken

15 556

Duitsland

47 173

Estland

1 321

Ierland

24 221

Griekenland

36 692

Spanje

97 869

Frankrijk

68 772

Kroatië

6 642

Italië

74 087

Cyprus

686

Letland

6 055

Litouwen

6 463

Luxemburg

501

Hongarije

5 326

Malta

21

Nederland

13 217

Oostenrijk

13 835

Polen

33 910

Portugal

11 987

Roemenië

20 547

Slovenië

2 014

Slowakije

1 706

Finland

5 246

Zweden

13 995

VII.   Maximumbedragen voor de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

9 637

Bulgarije

15 926

Tsjechië

17 456

Denemarken

16 375

Duitsland

94 346

Estland

3 387

Ierland

24 221

Griekenland

36 692

Spanje

97 869

Frankrijk

137 544

Kroatië

6 642

Italië

74 087

Cyprus

973

Letland

6 055

Litouwen

10 341

Luxemburg

669

Hongarije

26 632

Malta

105

Nederland

13 217

Oostenrijk

13 835

Polen

67 820

Portugal

11 987

Roemenië

38 064

Slovenië

2 686

Slowakije

7 888

Finland

10 493

Zweden

13 995

VIII.   Jaarlijkse nationale maxima voor de vrijwillige gekoppelde steun als bedoeld in artikel 53, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1307/2013

(in duizend EUR)

Kalenderjaar

2020

België

80 935

Bulgarije

119 444

Tsjechië

130 921

Denemarken

24 135

Estland

6 315

Ierland

3 000

Griekenland

182 056

Spanje

584 919

Frankrijk

1 031 577

Kroatië

49 812

Italië

478 600

Cyprus

3 891

Letland

45 413

Litouwen

77 554

Luxemburg

160

Hongarije

199 738

Malta

3 000

Nederland

3 350

Oostenrijk

14 526

Polen

504 743

Portugal

117 535

Roemenië

272 554

Slovenië

17 456

Slowakije

59 120

Finland

102 828

Zweden

90 970