(1)

Bij Richtlijn 2008/113/EG van de Commissie (2) zijn Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stoffen.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 opgenomen werkzame stoffen Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 vervalt op 30 april 2021.

(4)

In overeenstemming met artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 (5) van de Commissie is binnen de in dat artikel vermelde termijn een aanvraag voor verlenging van de goedkeuring van de werkzame stoffen Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 ingediend.

(5)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 28 september 2018 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(7)

De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier toegankelijk gemaakt voor het publiek. De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging tevens voor opmerkingen naar de aanvragers en de lidstaten gestuurd en heeft hierover een openbare raadpleging gehouden. De EFSA heeft de ontvangen opmerkingen aan de Commissie doorgestuurd.

(8)

Op 18 september 2019 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft in maart 2020 een eerste verslag over de verlenging en de ontwerpverordening betreffende Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 ingediend bij het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders.

(9)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen in te dienen over de conclusie van de EFSA en, overeenkomstig artikel 14, lid 1, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012, over het verslag over de verlenging. De aanvrager heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht.

(10)

Er is voor een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de actieve stoffen Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 of FOC PG 410.3 bevat, vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan.

(11)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van de actieve stoffen Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 bevatten, mogen worden toegelaten. Het is daarom passend de beperking tot gebruik als fungicide niet te handhaven.

(12)

De Commissie is voorts van oordeel dat Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 werkzame stoffen met een laag risico zijn in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 zijn geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen en voldoen aan de voorwaarden in bijlage II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 1107/2009. Na de beoordeling door de lidstaat-rapporteur en de EFSA, en met inachtneming van de beoogde toepassingen, zijn Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 micro-organismen waarvan wordt verwacht dat zij een laag risico voor mens, dier en milieu vormen. Er werden geen kritieke punten van zorg vastgesteld, en Phlebiopsis gigantea houdt voor zover bekend geen verband met ziekteverwekkers voor mens of dier. Phlebiopsis gigantea is al meer dan tien jaar als biologisch bestrijdingsmiddel gebruikt zonder dat dit tot enig schadelijk effect voor de mens heeft geleid sinds de vorige collegiale toetsing en op basis van de beoogde toepassing (te weten de directe toepassing op het stronkoppervlak van naaldbomen) worden de potentiële blootstelling van mensen en de effecten op de natuurlijke bodemconcentratie als verwaarloosbaar beschouwd. Daarom is alleen voorzien in algemene risicobeperkende maatregelen voor werknemers en voldoen deze werkzame stoffen in het algemeen aan de criteria voor goedkeuring en kwalificatie als stoffen met laag risico.

(13)

Het is daarom passend om de goedkeuring van Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 als stoffen met een laag risico te verlengen.

(14)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/421 van de Commissie (7) is de goedkeuringsperiode voor Phlebiopsis gigantea stammen VRA 1835, VRA 1984 en FOC PG 410.3 verlengd tot en met vrijdag 30 april 2021, opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuringsperiode van die werkzame stoffen kan worden voltooid. Aangezien er vóór het verstrijken van die verlengde goedkeuringsperiode een besluit wordt genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden met ingang van 1 september 2020.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,