4.5.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 140/34 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/598 VAN DE COMMISSIE
van 30 april 2020
tot verlening van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 18, lid 2,
Gezien Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (2), en met name artikel 4, lid 2, onder b),
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (3), en met name artikel 62, lid 2, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De huidige Covid-19-pandemie en de uitgebreide verplaatsingsbeperkingen die in de lidstaten zijn ingevoerd, hebben geleid tot een gedaalde vraag naar bepaalde producten in de sector melk en zuivelproducten. Door de verspreiding van de ziekte en de ingevoerde maatregelen zijn minder arbeidskrachten beschikbaar, waardoor met name de fasen van productie, inzameling en verwerking van melk in het gedrang komen. Bovendien heeft de verplichte sluiting van winkels, markten, restaurants en andere horecagelegenheden de horeca- en cateringsector stilgelegd, met aanzienlijke veranderingen in de vraagpatronen voor melk en zuivelproducten als gevolg. De consumptie in de horeca- en cateringsector is traditioneel goed voor ongeveer 10 tot 20 % — naargelang van het product — van de productie van melk en zuivelproducten in de Unie. Bovendien zeggen kopers in de Unie en op de wereldmarkt contracten op en stellen ze de sluiting van nieuwe contracten uit in afwachting van verdere prijsdalingen. |
(2) |
Daarom wordt een deel van de opgehaalde rauwe melk verwerkt tot bulkproducten met een lange houdbaarheid die minder arbeidsintensief zijn, zoals mageremelkpoeder en boter, in grotere hoeveelheden dan de reguliere vraag op de markt. |
(3) |
Om de daaruit voortvloeiende onbalans tussen vraag en aanbod te reduceren, is het passend steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder te verlenen. |
(4) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1238 van de Commissie (4) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie (5) zijn regels voor de uitvoering van steun voor particuliere opslag vastgesteld. Tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald, moeten de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1238 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van toepassing zijn op steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder. |
(5) |
Om een snel en flexibel operationeel systeem mogelijk te maken, moet het bedrag van de steun vooraf worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 moet de vooraf vastgestelde steun voor particuliere opslag zijn gebaseerd op de opslagkosten en andere relevante marktelementen. Er moet een steunbedrag worden vastgesteld voor de vaste opslagkosten van het in- en uitslaan van de betrokken producten en een steunbedrag per opslagdag voor de kosten van de opslag en de financiering. |
(6) |
Om redenen van administratieve efficiëntie en vereenvoudiging mogen de aanvragen alleen betrekking hebben op reeds opgeslagen mageremelkpoeder en mag niet worden verlangd dat een zekerheid wordt gesteld. In dat verband is het passend de opslagperiode vast te stellen. |
(7) |
Om redenen van administratieve efficiëntie en vereenvoudiging moet de minimumhoeveelheid producten waarop elke aanvraag betrekking moet hebben, worden vastgesteld. |
(8) |
De maatregelen voor de bestrijding van de Covid-19-pandemie kunnen van invloed zijn op de naleving van de in artikel 60 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 vastgestelde voorschriften inzake controles ter plaatse betreffende steun voor particuliere opslag. Het is passend de lidstaten waar die maatregelen van kracht zijn, flexibiliteit te bieden door hen toe te staan de termijn voor het uitvoeren van de controles op de inslag te verlengen of die controles te vervangen door het gebruik van ander relevant bewijsmateriaal, en door geen onaangekondigde controles te vereisen. Daarom moet voor de toepassing van deze verordening worden afgeweken van sommige bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240. |
(9) |
Om een onmiddellijk effect op de markt te hebben en bij te dragen aan de stabilisering van de prijzen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Bij deze verordening wordt voorzien in steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder als bedoeld in artikel 17, eerste alinea, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, hierna de “steun” genoemd.
2. Tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald, zijn Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1238 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van toepassing.
Artikel 2
In aanmerking komende producten
Om voor de steun in aanmerking te komen, moet het mageremelkpoeder van gezonde handelskwaliteit en van oorsprong uit de Unie zijn. Het product moet voldoen aan de voorschriften van punt VI van bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1238.
Artikel 3
Indiening en ontvankelijkheid van aanvragen
1. Steunaanvragen mogen worden ingediend met ingang van 7 mei 2020. De uiterste datum voor het indienen van aanvragen is 30 juni 2020.
2. De aanvragen hebben betrekking op reeds opgeslagen producten.
3. De minimumhoeveelheid bedraagt 10 ton per aanvraag.
Artikel 4
Steunbedrag en opslagperiode
1. Het steunbedrag wordt als volgt vastgesteld:
a) |
5,11 EUR per opgeslagen ton voor de vaste opslagkosten; |
b) |
0,13 EUR per ton per dag contractuele opslag. |
2. De contractuele opslag eindigt op de dag die voorafgaat aan de uitslag.
3. De steun mag alleen worden verleend als de contractuele opslagperiode tussen 90 en 180 dagen bedraagt.
Artikel 5
Controles
1. In afwijking van artikel 60, leden 1 en 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 kunnen de betrokken lidstaten, indien het betaalorgaan als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de Covid-19-pandemie, hierna “de maatregelen” genoemd, niet in staat is de in artikel 60, leden 1 en 2, van die verordening bedoelde controles tijdig uit te voeren:
a) |
de in artikel 60, lid 1, eerste alinea, bedoelde termijn voor de uitvoering van die controles verlengen tot ten hoogste 30 dagen na het verstrijken van de maatregelen, of |
b) |
tijdens de periode waarin de maatregelen gelden, die controles vervangen door het gebruik van relevant bewijsmateriaal, met inbegrip van gegeotagde foto’s of ander bewijsmateriaal in elektronische vorm. |
2. In afwijking van artikel 60, lid 3, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 is een betaalorgaan dat als gevolg van de maatregelen niet in staat is de onaangekondigde controles ter plaatse uit te voeren, niet verplicht onaangekondigde controles uit te voeren gedurende de periode waarin de maatregelen van kracht zijn.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 april 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1238 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 15).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie van 18 mei 2016 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 71).