7.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/501 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2020

tot afwijking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 wat betreft de uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag, steunaanvragen of betalingsaanvragen, de uiterste datum voor de mededeling van wijzigingen in de verzamelaanvraag of betalingsaanvraag en de uiterste datum voor aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten of de verhoging van de waarde van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling voor 2020

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 78, eerste alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie (2) zijn de uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag, steunaanvragen of betalingsaanvragen, de uiterste datum voor de mededeling van wijzigingen in de verzamelaanvraag of betalingsaanvraag en de uiterste datum voor de indiening van aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten of de verhoging van de waarde van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling vastgesteld.

(2)

Door de huidige situatie als gevolg van de Covid‐19-pandemie en de uitgebreide verplaatsingsbeperkingen die in de lidstaten zijn ingevoerd, doen zich in alle lidstaten uitzonderlijke administratieve problemen voor.

(3)

Die situatie doet afbreuk aan de mogelijkheid van de begunstigden om de verzamelaanvraag, steunaanvragen of betalingsaanvragen en aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten of de verhoging van de waarde van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling in te dienen binnen de in artikel 13, lid 1, en artikel 22, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 vastgestelde termijnen.

(4)

Derhalve moet worden voorzien in een afwijking van artikel 13, lid 1, en artikel 22, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 die het de lidstaten mogelijk maakt om voor 2020 een uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag, steunaanvragen of betalingsaanvragen en een uiterste datum voor de indiening van aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten of de verhoging van de waarde van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling vast te stellen die later zijn dan de uiterste datums die in die artikelen zijn vastgesteld. Aangezien de in artikel 11, lid 4, en artikel 15, leden 2 en 2 bis, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 bedoelde datums en perioden gekoppeld zijn aan de in artikel 13, lid 1, van die verordening vastgestelde uiterste datum, moet in een soortgelijke afwijking worden voorzien voor de mededeling van de resultaten van voorafgaande controles en van wijzigingen in de verzamelaanvraag of de betalingsaanvraag.

(5)

Aangezien deze afwijkingen betrekking moeten hebben op de verzamelaanvraag, steunaanvragen en betalingsaanvragen, wijzigingen in de verzamelaanvraag of betalingsaanvraag en aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten voor het jaar 2020, moet de onderhavige verordening van toepassing zijn op de genoemde aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2020.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen en het Comité voor plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 stellen de lidstaten voor het jaar 2020 uiterste datums voor het indienen van de verzamelaanvraag, steunaanvragen of betalingsaanvragen vast die niet later zijn dan 15 juni. Voor Estland, Letland, Litouwen, Finland en Zweden mogen die datums evenwel niet later zijn dan 15 juli.

Artikel 2

In afwijking van artikel 15, lid 2, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 mogen lidstaten voor het jaar 2020 besluiten dat de overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 in de verzamelaanvraag of betalingsaanvraag aangebrachte wijzigingen uiterlijk op 30 juni aan de bevoegde autoriteit moeten worden meegedeeld. Estland, Letland, Litouwen, Finland en Zweden mogen evenwel besluiten dat die wijzigingen uiterlijk op 30 juli moeten worden meegedeeld.

Artikel 3

De afwijkingen waarin de artikelen 1 en 2 voorzien, gelden in de betrokken lidstaten ook voor de berekening van de periode van respectievelijk 26 en 9 kalenderdagen na de uiterste datum van indiening van de verzamelaanvraag, de steunaanvraag of de betalingsaanvragen en de uiterste datum voor de mededeling van wijzigingen, als bedoeld in artikel 11, lid 4, en artikel 15, lid 2 bis, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014.

Artikel 4

In afwijking van artikel 22, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 stellen de lidstaten voor het jaar 2020 een datum voor de indiening van aanvragen voor de toewijzing van betalingsrechten of verhoging van de waarde van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling vast die niet later is dan 15 juni. Voor Estland, Letland, Litouwen, Finland en Zweden mag die datum evenwel niet later zijn dan 15 juli.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 69).