17.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/63


VERORDENING (EU) 2020/205 VAN DE COMMISSIE

van 14 februari 2020

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2073/2005 wat betreft de aanwezigheid van salmonella in reptielenvlees

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name artikel 4, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (2) worden de microbiologische criteria voor bepaalde micro-organismen en de bijbehorende uitvoeringsbepalingen vastgesteld waaraan exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoen met betrekking tot de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 852/2004 bedoelde algemene en specifieke hygiënevoorschriften.

(2)

In het bijzonder worden in Verordening (EG) nr. 2073/2005 voedselveiligheidscriteria vastgesteld ter bepaling van de aanvaardbaarheid van een product of een partij levensmiddelen, die toepasbaar zijn op in de handel gebrachte producten. In die verordening wordt niet voorzien in voedselveiligheidscriteria voor reptielenvlees.

(3)

Volgens het door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding gepubliceerde samenvattend verslag van de Europese Unie over trends en bronnen van zoönosen, zoönoseverwekkers en door voedsel overgedragen uitbraken in 2016 (“European Union summary report on trends and sources of zoonoses, zoonotic agents and food-borne outbreaks in 2016” (3)) is salmonellose in de Unie de op één na meest gemelde door voedsel overgedragen ziekte bij de mens, met ongeveer 95 000 gevallen per jaar.

(4)

In 2007 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies over de risico’s van de menselijke consumptie van reptielenvlees voor de volksgezondheid (4) uitgebracht, waarin wordt geconcludeerd dat reptielen bekende dragers van salmonellasoorten zijn. In het wetenschappelijk advies worden teeltpraktijken besproken en wordt een gedocumenteerde grote aanwezigheid van salmonella in de darmen van levende krokodillen vastgesteld, die overeenkomt met een even hoge besmettingsgraad in het verse en bevroren vlees van krokodillen. In het wetenschappelijk advies wordt geconcludeerd dat salmonella wordt beschouwd als de meest relevante gevaarlijke bacterie die in reptielenvlees kan voorkomen, en dat deze een aanzienlijk risico voor de volksgezondheid vormt.

(5)

De productie van reptielenvlees in de Unie is beperkt, maar de invoer van vers, gekoeld en bevroren vlees en eetbaar slachtafval van reptielen uit derde landen vertoont — volgens gegevens in de referentiedatabase van Eurostat voor gedetailleerde statistieken over de internationale handel in goederen (Comext) (5) — in de afgelopen tien jaar een opwaartse tendens, namelijk een toename van meer dan 50 % van de ingevoerde hoeveelheid in de periode 2007-2017 en een gemiddelde jaarlijkse invoer in de Unie van bijna 100 ton.

(6)

Gezien het potentiële, significante gezondheidsrisico van de mogelijke aanwezigheid van salmonella in reptielenvlees moet in Verordening (EG) nr. 2073/2005 een voedselveiligheidscriterium voor reptielenvlees worden vastgesteld. Dit voedselveiligheidscriterium moet exploitanten van levensmiddelenbedrijven verplichten in eerdere stadia van de productie van reptielenvlees maatregelen te nemen om de aanwezigheid van alle serotypen van salmonella die van belang zijn voor de volksgezondheid, te verminderen.

(7)

De internationale norm EN/ISO 6579-1 is de horizontale methode voor de detectie van salmonella in levensmiddelen en diervoeders. In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 is die norm als referentieanalysemethode voor voedselveiligheidscriteria voor salmonella vastgelegd. Daarom moet de norm worden vastgesteld als de referentieanalysemethode om na te gaan of er aan een voedselveiligheidscriterium voor salmonella in reptielenvlees is voldaan.

(8)

Verordening (EG) nr. 2073/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2073/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2 wordt het volgende punt q) toegevoegd:

“q)

“reptielenvlees”: reptielenvlees als bedoeld in artikel 2, punt 16, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie  (*1);

(*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).”."

2)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2017;15(12):5077.

(4)  EFSA Journal (2007) 578, 1-55.

(5)  GN-codes 0208 50 00 en 0210 93 00 zoals gedefinieerd in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1925 van de Commissie tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 282 van 31.10.2017, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan hoofdstuk 1 wordt de volgende rij 1.30 toegevoegd:

Levensmiddelencategorie

Micro-organismen/toxinen en metabolieten

Bemonsteringsschema

Grenswaarden

Referentieanalysemethode

Stadium waarvoor het criterium geldt

n

c

m

M

“1.30 Reptielenvlees

Salmonella

5

0

Niet aangetoond in 25 g

EN/ISO 6579-1

Producten die in de handel zijn gebracht, voor de duur van de houdbaarheidstermijn”.

2)

In hoofdstuk 1 wordt voetnoot 2 vervangen door:

“(2)

Voor de punten 1.1 tot en met 1.24, 1.27 bis, en 1.28 tot en met 1.30 geldt m = M.”.