20.10.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 348/1 |
BESLUIT (GBVB) 2020/1515 VAN DE RAAD
van 19 oktober 2020
tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2016/2382
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 42, lid 4,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 18 juli 2005 Gemeenschappelijk Optreden 2005/575/GBVB (1) tot oprichting van de Europese veiligheids- en defensieacademie (“EVDA”) vastgesteld. Dit Gemeenschappelijk Optreden werd op 23 juni 2008 vervangen door Gemeenschappelijk Optreden 2008/550/GBVB van de Raad (2), dat op zijn beurt werd vervangen door Besluit 2013/189/GBVB van de Raad (3). Ten slotte werd Besluit 2013/189/GBVB vervangen door Besluit (GBVB) 2016/2382 van de Raad (4). |
(2) |
Op 10-11 november 2008 heeft de Raad het Europees initiatief voor de uitwisseling van jonge officieren aangenomen, naar het voorbeeld van het eerste Erasmus+-programma. Ook besloot de Raad dat een werkgroep in het kader van de uitvoerende academische raad van de EVDA bijeen zal komen om dit initiatief ten uitvoer te leggen. |
(3) |
De stuurgroep van de EVDA (“stuurgroep”) is op 26 juni 2020 akkoord gegaan met aanbevelingen betreffende de toekomstperspectieven voor de EVDA. |
(4) |
Het personeel van de EVDA moet weliswaar voornamelijk bestaan uit gedetacheerde nationale deskundigen, maar het kan nodig zijn voor bepaalde kritieke posten contractueel personeel aan te trekken. |
(5) |
Overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (5), waarin de vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) wordt vastgelegd, moet de EDEO de EVDA de ondersteuning bieden die voorheen door het secretariaat-generaal van de Raad werd verleend. |
(6) |
Besluit (GBVB) 2016/2382 moet derhalve worden ingetrokken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
Oprichting, opdracht, doelstellingen en taken
Artikel 1
Oprichting
Hierbij wordt een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) opgericht.
Artikel 2
Opdracht
De EVDA verzorgt onderwijs en opleiding in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Unie (GVDB), in de bredere context van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) op Europees niveau, teneinde bij militair en burgerpersoneel een gemeenschappelijke inzicht in het GVDB en het GBVB te ontwikkelen en te bevorderen, en door middel van haar onderwijs- en opleidingsactiviteiten (“EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten”) beste praktijken inzake diverse GBVB- en GVDB-thema’s in kaart te brengen en te verspreiden.
Artikel 3
Doelstellingen
De doelstellingen van de EVDA zijn:
a) |
binnen de Unie de gemeenschappelijke Europese veiligheids- en defensiecultuur verder versterken en buiten de Unie de beginselen van artikel 21, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) propageren; |
b) |
een beter inzicht in het GVDB als essentieel onderdeel van het GBVB bevorderen; |
c) |
de instanties van de Unie de beschikking geven over deskundig personeel dat efficiënt kan werken op alle GVDB-gebieden; |
d) |
de administraties en de staven van de lidstaten de beschikking geven over deskundig personeel dat vertrouwd is met het beleid, de instellingen en de procedures van de Unie op GVDB-gebied binnen het ruimere kader van het GBVB; |
e) |
het personeel van GVDB-missies en -operaties voorzien van een gemeenschappelijk inzicht in de functioneringsbeginselen van de GVDB-missies en -operaties, alsook van een gemeenschappelijk Europees identiteitsgevoel; |
f) |
onderwijs en opleiding verzorgen dat voldoet aan de onderwijs- en opleidingsbehoeften van GVDB-missies en -operaties; |
g) |
Unie-partnerschappen op het gebied van het GVDB ondersteunen, met name partnerschappen met de landen die deelnemen aan GVDB-missies; |
h) |
civiele crisisbeheersing ondersteunen, onder meer op het gebied van conflictpreventie, en voorwaarden voor duurzame ontwikkeling vaststellen of handhaven; |
i) |
het Europees initiatief voor de uitwisseling van jonge officieren bevorderen; |
j) |
dissertatieonderzoek bevorderen op gebieden die verband houden met het GVDB; |
k) |
de administraties van de lidstaten en van de Unie de beschikking geven over deskundig personeel dat vertrouwd is met het beleid, de instellingen, de procedures en de beste praktijken op het gebied van cyberbeveiliging en -defensie; |
l) |
professionele contacten en contacten tussen deelnemers aan onderwijs- en opleidingsactiviteiten helpen bevorderen. |
Indien dit van toepassing is, wordt gestreefd naar samenhang met andere activiteiten van de Unie.
Artikel 4
Taken van de EVDA
1. Overeenkomstig de opdracht en de doelstellingen bestaan de voornaamste taken van de EVDA in het organiseren en uitvoeren van EVDA-onderwijs- en -opleidingsactiviteiten op het gebied van het GVDB binnen het ruimere kader van het GBVB.
2. De onderwijs- en opleidingsactiviteiten van de EVDA omvatten:
a) |
cursussen op basis- en gevorderd niveau ter bevordering van het inzicht in het GBVB en het GVDB; |
b) |
cursussen ter ontwikkeling van leiderschap; |
c) |
cursussen die rechtstreeks dienen ter ondersteuning van GVDB-missies en -operaties, onder meer onderwijs en opleiding voorafgaand aan de uitzending en tijdens de missies of operaties; |
d) |
cursussen ter ondersteuning van EU-partnerschappen en landen die aan GVDB-missies en -operaties deelnemen; |
e) |
modules ter ondersteuning van civiele en militaire opleiding en scholing op het gebied van het GVDB; |
f) |
GVDB-cursussen, -seminars, -programma’s en -conferenties voor een gespecialiseerd publiek of met een specifiek aandachtsveld; |
g) |
gemeenschappelijke modules in het kader van het Europees initiatief voor de uitwisseling van jonge officieren, dat op het Erasmus-programma is geïnspireerd; hoewel deze formeel niet tot de onderwijs- en opleidingsactiviteiten van het EVDA behoren, zal het EVDA ook Europese semesters en gezamenlijke masterdiploma’s die gebruikmaken van de in dit punt genoemde gemeenschappelijke modules, steunen en bevorderen; |
h) |
cyberbewustzijn en -cursussen op gevorderd niveau, onder meer ter ondersteuning van GVDB-missies en -operaties; |
i) |
cursussen en seminars ter ondersteuning van dissertatieonderzoek door de uitwisseling van beste praktijken en ervaringen. |
Andere onderwijs- en opleidingsactiviteiten vinden plaats telkens als het in artikel 9 bedoelde bestuur daartoe besluit.
3. Naast de in lid 2 van dit artikel bedoelde activiteiten doet de EDVA met name het volgende:
a) |
ondersteuning van de betrekkingen die tussen de in artikel 5, lid 1, bedoelde instituten die in het in dat lid bedoelde netwerk (“het netwerk”) betrokken zijn, moeten worden aangeknoopt; |
b) |
beheer en nadere uitwerking van een e-learningsysteem om de GVDB-onderwijs- en -opleidingsactiviteiten te ondersteunen of, in uitzonderlijke omstandigheden, om gebruikt te worden als zelfstandige onderwijs- en opleidingsactiviteit; |
c) |
onderwijs- en opleidingsmateriaal voor Unie-opleidingen op GVDB-gebied ontwikkelen en vervaardigen, met gebruikmaking van bestaand toepasselijk materiaal; |
d) |
een alumnivereniging voor voormalige deelnemers aan opleidingen steunen; |
e) |
ondersteuning van uitwisselingsprogramma’s op het gebied van GVDB tussen de onderwijs- en opleidingsinstituten van de lidstaten; |
f) |
optreden als afdelingsbeheerder van de Schoolmastermodule van het Goalkeeperproject en via deze module bijdragen leveren voor het jaarlijkse opleidingsprogramma van de Unie inzake GVDB; |
g) |
optreden als beheerder van het Unie-deel van het CD-TXP-platform voor de uitwisseling van opleidingsmogelijkheden op cybergebied; |
h) |
ondersteuning verlenen bij het beheer van onderwijs en opleiding op het gebied van conflictpreventie, civiele crisisbeheersing, het vaststellen of handhaven van voorwaarden voor duurzame ontwikkeling en initiatieven tot hervorming van de veiligheidssector, alsmede bevordering van de voorlichting over cyberveiligheid en hybride dreigingen; |
i) |
jaarlijks een netwerkconferentie beleggen waar civiele en militaire experts inzake onderwijs en opleiding in GBVB- en GVDB-aangelegenheden uit onderwijs- en opleidingsinstituten en ministeries van de lidstaten en, waar dit aangewezen is, relevante externe onderwijs- en opleidingsactoren bij elkaar worden gebracht; |
j) |
de betrekkingen onderhouden met relevante actoren op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, op het gebied van ontwikkeling en samenwerking, en met relevante internationale organisaties; |
k) |
het Comité voor de civiele aspecten van crisisbeheersing en de EU-Groep voor civiele opleiding ondersteunen door de reis- en verblijfkosten in verband met de activiteiten van de civiele opleidingscoördinatoren te beheren; |
l) |
deelnemen aan de bijeenkomsten van civiele en militaire opleidingsgroepen van de Unie, de behoeften aan civiele/militaire opleiding afleiden uit deze bijeenkomsten, en de resultaten van deze behoeftenanalyse meenemen in de jaarlijkse prioritering van de EVDA-activiteiten en de ontwikkeling van EVDA-curricula; |
m) |
het verder uitwerken, bijhouden en bevorderen van het sectoraal kwalificatiekader voor militaire officieren. |
HOOFDSTUK II
Organisatie
Artikel 5
Netwerk
1. De EVDA wordt georganiseerd als een netwerk van civiele en militaire instituten, hogescholen, academies, universiteiten, instellingen en andere actoren in de Unie die zich bezighouden met veiligheids- en defensieaangelegenheden, die door de lidstaten en het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (EUISS) zijn aangewezen.
De EVDA onderhoudt nauwe banden met de instellingen van de Unie en de bevoegde agentschappen van de Unie, in het bijzonder met:
— |
het agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol), |
— |
het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), |
— |
het Europees Defensieagentschap (EDA), |
— |
het Satellietcentrum van de Europese Unie (EU SatCen), en |
— |
het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol). |
2. In voorkomend geval kunnen internationale, intergouvernementele, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties de status van “geassocieerde netwerkpartner” krijgen. De nadere regels daarvoor moeten worden goedgekeurd door de stuurgroep.
3. De EVDA verricht haar taken onder de algehele verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
Artikel 6
Rol van het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie
1. Als onderdeel van het EVDA-netwerk, werkt het EUISS samen met de EVDA door haar deskundigheid en capaciteiten op het gebied van kennisvergaring beschikbaar te stellen voor de EVDA-opleidingsactiviteiten, onder meer via EUISS-publicaties, binnen de grenzen van haar eigen capaciteiten.
2. Met name zorgt het EUISS voor lezingen van EUISS-analisten en draagt het bij aan de verdere ontwikkeling van de e-learning-content van de EVDA.
3. Het EUISS ondersteunt de alumnivereniging van de EVDA.
Artikel 7
Handelingsbevoegdheid
1. De EVDA beschikt over de nodige handelingsbevoegdheid om:
a) |
haar taken te vervullen en haar doelstellingen te verwezenlijken; |
b) |
de voor werking van de academie noodzakelijke contracten en administratieve regelingen te sluiten, waaronder regelingen voor de detachering van personeelsleden, en arbeidscontractanten te werven; materiaal, met name didactisch materiaal aan te kopen; |
c) |
bankrekeningen aan te houden, en |
d) |
in rechte op te treden. |
2. Eventuele aansprakelijkheid die voortvloeit uit door de EVDA gesloten overeenkomsten, komt ten laste van de middelen waarover zij uit hoofde van de artikelen 16 en 17 beschikt.
Artikel 8
Structuur
De volgende structuur wordt in EVDA-verband opgezet:
a) |
een stuurgroep die is belast met de algemene coördinatie en leiding van de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten; |
b) |
een uitvoerende academische raad (“de raad”) die zorg draagt voor de kwaliteit en de samenhang van de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten; |
c) |
een hoofd van de EVDA (“het hoofd”), de enige wettelijke vertegenwoordiger van de EVDA, dat is belast met het financiële en administratieve beheer van de EVDA, alsmede met het adviseren van de stuurgroep en de raad bij de organisatie en het beheer van de activiteiten van de EVDA; |
d) |
een EVDA-secretariaat (“het secretariaat”) moet het hoofd helpen bij de vervulling van de taken van het hoofd, met name door de raad te helpen de algemene kwaliteit en coherentie van de EVDA- onderwijs- en opleidingsactiviteiten te garanderen. |
Artikel 9
Stuurgroep
1. De stuurgroep bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en is het besluitvormingsorgaan van de EVDA. Elk lid van de stuurgroep mag door een plaatsvervanger vertegenwoordigd of vergezeld worden.
2. De leden van de stuurgroep kunnen zich op hun vergaderingen door deskundigen laten vergezellen.
3. De stuurgroep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger, die over de nodige ervaring beschikt. Zij komt ten minste vier keer per jaar bijeen.
4. Vertegenwoordigers van landen die tot de Unie toetreden, mogen de vergaderingen van de stuurgroep bijwonen als actief waarnemer.
5. Het hoofd, ander EVDA-personeel, de voorzitter van de raad en in voorkomend geval de voorzitters van de verschillende samenstellingen daarvan, alsmede een vertegenwoordiger van de Commissie en andere EU-instellingen, inclusief de EDEO, nemen deel aan de vergaderingen van de stuurgroep, maar hebben geen stemrecht.
6. De taken van de stuurgroep zijn:
a) |
het EVDA-onderwijs- en opleidingsconcept, waarin de overeengekomen EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten tot uiting komen, goedkeuren en geregeld toetsen; |
b) |
het academisch jaarprogramma van de EVDA goedkeuren; |
c) |
de onderwijs- en opleidingsactiviteiten selecteren en prioriteren die de EVDA moet uitvoeren, rekening houdend met de middelen waarover de EVDA beschikt en met de vastgestelde behoeften inzake onderwijs en opleiding; |
d) |
de lidstaten selecteren die als gastland voor de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten optreden, alsook de instituten die deze activiteiten uitvoeren; |
e) |
besluiten nemen met betrekking tot het laten deelnemen van derde landen aan de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten binnen de door het Politiek en Veiligheidscomité vastgelegde algemene beleidslijnen; |
f) |
de curricula voor alle EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten vaststellen; |
g) |
nota nemen van de evaluatieverslagen van de cursussen; |
h) |
nota nemen van het algemeen jaarverslag over EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten en de daarin vervatte aanbevelingen goedkeuren, en deze toezenden aan de betrokken Raadsinstanties; |
i) |
algemene richtsnoeren verstrekken voor de werkzaamheden van de raad; |
j) |
de voorzitters van de raad en de verschillende samenstellingen daarvan benoemen; |
k) |
de nodige besluiten betreffende de werking van de EVDA nemen, voor zover de beslissingsbevoegdheid niet bij andere instanties berust; |
l) |
op voorstel van het hoofd de jaarbegroting en eventuele gewijzigde begrotingen goedkeuren; |
m) |
de jaarrekeningen goedkeuren en het hoofd kwijting verlenen; |
n) |
de aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op de door de EVDA beheerde uitgaven, goedkeuren; |
o) |
zijn goedkeuring hechten aan eventuele financieringsovereenkomsten en/of technische regelingen betreffende de financiering en/of het verrichten van de uitgaven van de EVDA die met de Commissie, de EDEO, een Unieagentschap of een lidstaat zijn overeengekomen; |
p) |
meewerken aan de selectie van het hoofd, als omschreven in artikel 11, lid 3; |
q) |
de uitvoering van de taken door het hoofd evalueren, in verband met de mogelijke uitbreiding van diens mandaat als bedoeld in artikel 11, lid 4. |
7. De stuurgroep keurt haar reglement van orde goed.
8. Met uitzondering van het geval bedoeld in artikel 2, lid 6, van de financiële voorschriften die van toepassing zijn op de door de EVDA bekostigde uitgaven en op de financiering van de uitgaven van de EVDA, die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit (de “financiële voorschriften”), besluit de stuurgroep met gekwalificeerde meerderheid, als neergelegd in artikel 16, lid 4, VEU.
Artikel 10
Uitvoerende academische raad
1. De raad bestaat uit hoge vertegenwoordigers van de civiele en militaire instituten en andere actoren die door de lidstaten zijn aangewezen ter ondersteuning van de opleidings- en onderwijsactiviteiten van de EVDA, en de directeur van het EUISS of de vertegenwoordiger van de directeur.
2. De voorzitter van de raad wordt aangesteld door de stuurgroep uit de leden van de raad.
3. Vertegenwoordigers van de Commissie en van de EDEO worden op de vergaderingen van de raad uitgenodigd.
4. Hoge vertegenwoordigers van de geassocieerde netwerkpartners worden uitgenodigd om de vergaderingen van het bestuur als actief waarnemer bij te wonen.
5. Academische deskundigen en hoge functionarissen van EU- en nationale instellingen kunnen op de vergaderingen van de raad worden uitgenodigd als waarnemers. Indien passend, en per geval te bepalen, kunnen academische deskundigen en hoge functionarissen die vertegenwoordigers zijn van instellingen die geen lid zijn van het netwerk, worden uitgenodigd om de vergaderingen van de raad bij te wonen.
6. De raad heeft tot taak:
a) |
academisch advies en aanbevelingen ten behoeve van de stuurgroep te verstrekken; |
b) |
het overeengekomen academisch jaarprogramma uit te voeren via het netwerk; |
c) |
toe te zien op het systeem voor e-leren; |
d) |
de curricula voor alle EVDA onderwijs- en opleidingsactiviteiten op te stellen; |
e) |
te zorgen voor de algemene coördinatie van EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten tussen alle instituten; |
f) |
het niveau te evalueren van de onderwijs- en opleidingsactiviteiten in het vorige academisch jaar; |
g) |
voorstellen voor onderwijs- en opleidingsactiviteiten in het volgende academisch jaar bij de stuurgroep in te dienen; |
h) |
te zorgen voor een systematische evaluatie van alle EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten en de evaluatieverslagen van de cursussen goed te keuren; |
i) |
bij te dragen aan het ontwerp van algemeen jaarverslag over EVDA-activiteiten; |
j) |
de uitvoering te ondersteunen van het Europese initiatief voor de uitwisseling van jonge officieren, dat op het Erasmus-programma is geïnspireerd. |
7. Om zijn taken te vervullen kan de raad in verschillende projectgerichte samenstellingen bijeenkomen. De raad stelt de voorschriften en regelingen voor de instelling en werking van deze samenstellingen op, die door de stuurgroep dienen te worden goedgekeurd. Elke samenstelling brengt ten minste eenmaal per jaar verslag uit aan de raad over haar activiteiten, waarna haar mandaat kan worden verlengd.
8. Leden van het secretariaat ondersteunen en assisteren de raad en elke samenstelling van de raad. Die leden nemen deel aan de vergaderingen, zonder stemrecht. Indien er geen andere kandidaat wordt gevonden, kan een lid tevens de vergaderingen voorzitten.
9. De stuurgroep stelt het reglement van orde van de raad en elk van diens samenstellingen vast.
Artikel 11
Hoofd van de EVDA
1. Het hoofd:
a) |
is verantwoordelijk voor de EVDA-activiteiten; |
b) |
is de enige wettelijke vertegenwoordiger van het EVDA; |
c) |
is verantwoordelijk voor het financieel en administratief beheer van de EVDA; |
d) |
adviseert de stuurgroep en de raad en ondersteunt hun werkzaamheden, en |
e) |
treedt op als vertegenwoordiger van de EVDA voor de onderwijs- en opleidingsactiviteiten binnen en buiten het netwerk. |
2. Kandidaten voor de functie van hoofd moeten beschikken over een erkende en bewezen deskundigheid en ervaring op het gebied van onderwijs en opleiding. De lidstaten kunnen kandidaten voordragen voor de functie van hoofd. Personeel van EU-instellingen en de EDEO kunnen solliciteren voor deze functie, overeenkomstig de toepasselijke regels.
3. De voorselectie vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. De commissie die belast is met de voorselectie, bestaat uit drie vertegenwoordigers van de EDEO. Zij wordt voorgezeten door de voorzitter van de stuurgroep. De hoge vertegenwoordiger dient bij de stuurgroep, op basis van de resultaten van de voorselectie, een aanbeveling in met een beperkte lijst van ten minste drie kandidaten, opgesteld in de volgorde van voorkeur van de commissie die de voorselectie heeft verricht. Ten minste de helft van de geselecteerde kandidaten moet afkomstig zijn uit de lidstaten. Tijdens het selectieproces presenteren de kandidaten hun visie voor de EVDA aan die groep, waarna de lidstaten wordt verzocht om bij schriftelijke, geheime stemming de rangorde van de kandidaten vast te stellen. Het hoofd is een personeelslid van de EDEO en wordt voor een periode van ten hoogste drie jaar benoemd door de hoge vertegenwoordiger.
4. Vóór het einde van de in lid 3 genoemde periode wordt de uitvoering van de taken door het hoofd geëvalueerd door de stuurgroep, met name aan de hand van de doelstellingen in de visie die het kandidaat-hoofd tijdens de selectieprocedure heeft gepresenteerd. Op basis van deze evaluatie stelt die groep vervolgens voor, het mandaat van het hoofd te verlengen of een nieuwe selectieprocedure voor een ander hoofd te starten. In het laatste geval kan het huidige hoofd niet solliciteren. In geval van verlenging bedraagt de totale duur van het mandaat van het hoofd ten hoogste vijf jaar.
5. De taken van het hoofd zijn:
a) |
alle nodige maatregelen nemen, zoals het vaststellen van interne administratieve instructies en het bekendmaken van mededelingen, teneinde het vlotte verloop van de EVDA-activiteiten te waarborgen; |
b) |
het voorontwerp opstellen van het jaarverslag en van het werkprogramma van de EVDA, die aan de stuurgroep dienen te worden voorgelegd op basis van de door de raad ingediende voorstellen; |
c) |
de uitvoering van het EVDA-werkprogramma coördineren; |
d) |
de contacten met de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onderhouden; |
e) |
de contacten met betrokken externe opleidings- en onderwijsactoren op GBVB- en GVDB-gebied onderhouden; |
f) |
indien nodig, technische afspraken over EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten maken met de bevoegde autoriteiten en onderwijs- en opleidingsactoren op GBVB- en GVDB-gebied; |
g) |
de overige hem door de stuurgroep opgedragen taken verrichten. |
6. Het hoofd is belast met het financiële en administratieve beheer van de EVDA, en met name met:
a) |
het opstellen van alle ontwerpbegrotingen en het indienen daarvan bij de stuurgroep; |
b) |
het vaststellen van de begrotingen nadat deze door de stuurgroep zijn goedgekeurd; |
c) |
het vervullen van de functie van ordonnateur voor de begroting van de EVDA; |
d) |
het openen, namens de EVDA, van een of meer bankrekeningen; |
e) |
de onderhandelingen, met de Commissie, de EDEO of een lidstaat, over eventuele financieringsovereenkomsten en/of technische regelingen betreffende de financiering en/of het verrichten van de uitgaven van de EVDA, en met de indiening bij de stuurgroep en de sluiting van die overeenkomsten of regelingen; |
f) |
het selecteren van het personeel van het secretariaat, bijgestaan door een selectiecommissie; |
g) |
de onderhandelingen, namens de EVDA, over briefwisseling voor de detachering van personeel van het secretariaat bij de EVDA en het ondertekenen daarvan; |
h) |
de onderhandelingen, namens de EVDA, over arbeidsovereenkomsten voor personeel dat wordt betaald uit de EVDA-begroting, en de ondertekening daarvan; |
i) |
meer in het algemeen, het vertegenwoordigen van de EVDA voor alle rechtshandelingen met financiële gevolgen; |
j) |
de indiening van de jaarrekening van de EVDA bij de stuurgroep. |
7. Het hoofd legt voor zijn activiteiten rekenschap af aan de stuurgroep.
Artikel 12
Het secretariaat van de EVDA
1. Het secretariaat verleent het hoofd bijstand bij het verrichten van de taken van het hoofd.
2. Het secretariaat verleent aan de stuurgroep, de raad en zijn verschillende samenstellingen, alsmede aan instellingen, ondersteuning bij het beheer, de coördinatie en de organisatie van de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten.
3. Het secretariaat ondersteunt en assisteert de raad om de algehele kwaliteit en samenhang van de EVDA-opleidings- en onderwijsactiviteiten te garanderen en deze te laten aansluiten bij de beleidsontwikkelingen van de Unie. De raad en het secretariaat helpen met name om ervoor te zorgen dat alle stappen in de uitvoering van een onderwijs- en opleidingsactiviteit — van leerplanontwikkeling en inhoud tot de methodologische aanpak — aan de hoogst mogelijke normen voldoen.
4. Elk instituut van het EVDA-netwerk wijst een contactpunt met het secretariaat aan voor organisatorische en administratieve aangelegenheden in verband met het organiseren van de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten.
5. Het secretariaat werkt nauw samen met de Commissie en de EDEO.
Artikel 13
EVDA-personeel
1. Het personeel van de EVDA bestaat uit:
a) |
personeel dat door de instellingen van de Unie, de EDEO en de agentschappen van de Unie bij de EVDA is gedetacheerd; |
b) |
nationale deskundigen die door de lidstaten bij de EVDA zijn gedetacheerd; |
c) |
contactueel personeel indien er geen nationale deskundige is aangewezen, en na goedkeuring door de stuurgroep. |
2. De EVDA kan stagiairs en gastdocenten ontvangen.
3. De stuurgroep stelt het aantal EVDA-personeelsleden vast, tegelijk met de begroting voor het volgende jaar. Er moet een duidelijk verband zijn tussen het aantal personeelsleden en het aantal EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten en andere taken zoals omschreven in artikel 4.
4. Het besluit van de hoge vertegenwoordiger tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij de EDEO zijn gedetacheerd, is van overeenkomstige toepassing op nationale deskundigen die door de lidstaten zijn gedetacheerd bij de EVDA. Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (6) zijn van toepassing op het door de instellingen van de Unie bij de EVDA gedetacheerde personeel, inclusief arbeidscontractanten die worden betaald uit de begroting van de EVDA.
5. Op voorstel van de hoge vertegenwoordiger bepaalt de stuurgroep, voor zover nodig, de voorwaarden die gelden voor stagiairs en gastdocenten.
6. EVDA-personeel kan geen contracten sluiten of enige vorm van financiële verplichtingen namens de EVDA aangaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd.
HOOFDSTUK III
Financiering
Artikel 14
Bijdragen in natura aan onderwijs- en opleidingsactiviteiten
1. De lidstaten, de instellingen van de Unie, de agentschappen van de Unie en overige instituten, alsook de EDEO, dragen alle kosten die zijn verbonden aan hun deelname aan de EVDA, met inbegrip van salarissen, vergoedingen, reis- en verblijfkosten en kosten in verband met de organisatorische en administratieve ondersteuning van de EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten.
2. Deelnemers aan EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten dragen alle kosten die zijn verbonden aan hun deelname.
Artikel 15
Ondersteuning door de EDEO
1. De EDEO draagt de kosten voor de kantoorruimte van het hoofd en van het secretariaat in haar gebouwen, alsmede de kosten voor de informatietechnologie, de detachering van het hoofd en de detachering van een assistent-personeelslid bij het secretariaat.
2. De EDEO verleent de EVDA de administratieve ondersteuning die nodig is om personeel te aan te werven en te beheren, en de begroting uit te voeren.
Artikel 16
Bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie
1. De EVDA ontvangt een jaarlijkse of meerjarige bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie. Deze bijdrage kan met name de kosten voor de ondersteuning van onderwijs- en opleidingsactiviteiten en de kosten van de door de lidstaten bij de EVDA gedetacheerde nationale deskundigen en ten hoogste één arbeidscontractant dekken.
2. Het financiële referentiebedrag voor de uitgaven van de EVDA gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 bedraagt 2 055 156 EUR.
Over het financiële referentiebedrag voor de uitgaven van de EVDA voor de volgende perioden wordt door de Raad besloten.
3. Conform het in lid 2 bedoelde besluit van de Raad onderhandelt het hoofd over een financieringsovereenkomst met de Commissie.
Artikel 17
Vrijwillige bijdragen
1. Voor de financiering van specifieke activiteiten kan de EVDA vrijwillige bijdragen van de lidstaten en de Europese instellingen of van andere donoren ontvangen en beheren. Deze bijdragen worden door de EVDA specifiek voor die doelen bestemd.
2. Over de technische regelingen voor de in lid 1 genoemde bijdragen wordt onderhandeld door het hoofd.
Artikel 18
Uitvoering van projecten
1. De EVDA kan meedingen naar onderzoeks- en andere projecten op GBVB-gebied. De EVDA kan optreden als projectcoördinator of als lid. Het hoofd kan worden toegevoegd aan de “adviesraad” van een dergelijk project. Het hoofd kan deze taak delegeren aan een van de voorzitters van een van de samenstellingen van de raad of aan een lid van het secretariaat.
2. De bijdragen uit deze projecten moeten zichtbaar zijn in de gewijzigde begroting van de EVDA, een specifieke bestemming hebben en gebruikt worden overeenkomstig de taken en doelstellingen van de EVDA.
Artikel 19
Financiële regeling
De financiële voorschriften gelden voor door de EVDA gefinancierde uitgaven en de financiering van deze uitgaven.
HOOFDSTUK IV
Diverse bepalingen
Artikel 20
Deelname aan EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten
1. Alle EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten staan open voor deelname door onderdanen van alle lidstaten en toetredende staten. De instituten die opleidingen organiseren en verzorgen, zien erop toe dat dit beginsel onverkort wordt toegepast.
2. De EVDA-opleidings- en onderwijsactiviteiten, en met name de in artikel 4, lid 2, onder d), bedoelde onderwijs- en opleidingsactiviteiten, staan in beginsel ook open voor deelname door onderdanen van kandidaat-lidstaten van de Unie en, in voorkomend geval, onderdanen van andere derde landen en organisaties.
3. De deelnemers zijn burger-/diplomatiek/politie-/militair personeel dat werkzaam is op GVDB- en GBVB-gebied en deskundigen die in GVDB-missies of -operaties zullen worden ingezet.
Vertegenwoordigers van onder meer internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties, academische instellingen en de media, alsook personen uit het bedrijfsleven, kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan EVDA-onderwijs- en opleidingsactiviteiten.
4. Aan deelnemers die een EVDA-cursus hebben gevolgd, wordt een door de hoge vertegenwoordiger ondertekend getuigschrift afgegeven. De nadere regelingen voor het getuigschrift worden door de stuurgroep aan toetsing onderworpen. Het getuigschrift wordt door de lidstaten en de instellingen van de Unie erkend.
Artikel 21
Samenwerking
De EVDA werkt samen met internationale organisaties en andere betrokken actoren, zoals nationale opleidings- en onderwijsinstellingen van derde landen, met name doch niet uitsluitend die welke in artikel 5, lid 2, worden genoemd, en maakt gebruik van hun deskundigheid.
Artikel 22
Beveiligingsvoorschriften
Besluit 2013/488/EU van de Raad (7) is van toepassing op de EVDA.
HOOFDSTUK V
Slotbepalingen
Artikel 23
Continuïteit
De ter uitvoering van Besluit (GBVB) 2016/2382 vastgestelde regels en voorschriften blijven, met het oog op de toepassing van en mits verenigbaar met het onderhavige besluit, van kracht totdat zij worden gewijzigd of ingetrokken.
Artikel 24
Intrekking
Besluit (GBVB) 2016/2382 wordt ingetrokken.
Artikel 25
Evaluatie
1. Uiterlijk 20 oktober 2024 verricht het hoofd een evaluatie van de opleidings- en onderwijsactiviteiten, waarbij alle belanghebbenden worden geraadpleegd.
2. De evaluatie wordt voorgelegd aan de stuurgroep.
Artikel 26
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 27
Bekendmaking
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 19 oktober 2020.
Voor de Raad
De voorzitster
J. KLOECKNER
(1) Gemeenschappelijk Optreden 2005/575/EVDA van de Raad van 18 juli 2005 tot oprichting van een Europese veiligheids- en defensieacademie (EVDA) (PB L 194 van 26.7.2005, blz. 15).
(2) Gemeenschappelijk Optreden 2008/550/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 tot oprichting van een Europese veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2005/575/GBVB (PB L 176 van 4.7.2008, blz. 20).
(3) Besluit 2013/189/GBVB van de Raad van 22 april 2013 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2008/550/GBVB (PB L 112 van 24.4.2013, blz. 22).
(4) Besluit (GBVB) 2016/2382 van de Raad van 21 december 2016 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Besluit 2013/189/GBVB (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 60).
(5) Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
(6) Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).
(7) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).
BIJLAGE
FINANCIËLE VOORSCHRIFTEN VOOR DOOR DE EVDA GEFINANCIERDE UITGAVEN EN VOOR DE BEKOSTIGING DAARVAN
Artikel 1
Begrotingsbeginselen
1. De in euro opgestelde begroting van de EVDA is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar wordt voorzien in en machtiging wordt gegeven tot alle ontvangsten en alle uitgaven die door de EVDA worden gefinancierd.
2. De ontvangsten en uitgaven van de begroting moeten in evenwicht zijn.
3. Slechts door aanwijzing op een EVDA-begrotingsonderdeel kunnen ontvangsten en uitgaven door de EVDA worden gefinancierd.
Artikel 2
Vaststelling van de begroting
1. Het hoofd stelt ieder jaar een ontwerpbegroting op voor het volgende begrotingsjaar, dat begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar. De ontwerpbegroting bevat de kredieten die noodzakelijk worden geacht om de door de EVDA in die periode te financieren uitgaven te dekken en een raming van de inkomsten die naar verwachting deze uitgaven zullen dekken.
2. De kredieten worden indien nodig ingedeeld naar soort of doel en ondergebracht in hoofdstukken en artikelen. De artikelen worden uitvoerig toegelicht in het ontwerp.
3. De inkomsten bestaan uit de vrijwillige bijdragen van de lidstaten of andere donoren, alsmede uit de jaarlijkse bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie.
4. Uiterlijk 31 maart legt het hoofd een gedetailleerd begrotingsverslag over het voorgaande boekjaar voor. Het hoofd legt vóór 31 juli de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar aan de stuurgroep voor.
5. De stuurgroep keurt de ontwerpbegroting uiterlijk 31 oktober goed.
6. Indien de EVDA een meerjarige bijdrage uit de algemene begroting van de Europese Unie ontvangt, keurt de stuurgroep de jaarbegroting bij consensus goed.
Artikel 3
Kredietoverschrijvingen
Het hoofd kan in geval van onvoorziene omstandigheden besluiten tot het verrichten van kredietoverschrijvingen tussen begrotingsposten of rubrieken van de in artikel 16 bedoelde bijdrage voor ten hoogste 25 % van deze begrotingsposten of rubrieken, en hij brengt de stuurgroep van deze overschrijvingen op de hoogte. Kredietoverschrijvingen tussen begrotingsposten of rubrieken van meer dan 25 % van de begrotingsposten of rubrieken worden in een gewijzigde EVDA-begroting ter goedkeuring aan de stuurgroep voorgelegd.
Artikel 4
Overdracht van kredieten
1. Kredieten ter financiering van vóór 31 december van een begrotingsjaar aangegane juridische verbintenissen worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.
2. Ook kredieten uit vrijwillige bijdragen worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.
3. Kredieten uit projecten worden tevens overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.
4. Het hoofd kan, na goedkeuring door de stuurgroep, andere kredieten in de begroting naar het volgende begrotingsjaar overdragen.
5. Overige kredieten worden aan het einde van het begrotingsjaar geannuleerd.
Artikel 5
Uitvoering van de begroting en personeelsbeheer
Voor de uitvoering van de begroting en het beheer van het personeel gebruikt de EVDA zo veel mogelijk de bestaande administratieve structuren van de Unie, met name de EDEO.
Artikel 6
Bankrekeningen
1. Bankrekeningen van de EVDA worden geopend in een eersteklas financiële instelling die in een lidstaat gevestigd is, en zijn rekeningen-courant of kortlopende depositorekeningen in euro.
2. Geen enkele bankrekening van de EVDA mag een negatief saldo vertonen.
Artikel 7
Betalingen
Voor van de bankrekening van de EVDA uitgaande betalingen is de handtekening van het hoofd en van een ander personeelslid van de EVDA vereist.
Artikel 8
Boekhouding
1. Het hoofd draagt er zorg voor dat de boekhouding met de inkomsten, de uitgaven en de inventaris van de activa volgens internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de publieke sector wordt gevoerd.
2. Het hoofd legt de jaarrekening van een begrotingsjaar uiterlijk 31 maart van het volgende begrotingsjaar voor aan de stuurgroep, samen met het in artikel 2, lid 4, van deze financiële voorschriften bedoelde gedetailleerde begrotingsverslag.
3. De boekhouding wordt indien nodig uitbesteed.
Artikel 9
Accountantscontrole
1. Ieder jaar vindt een accountantscontrole van de boekhouding van de EVDA plaats.
2. De accountantscontrole wordt indien nodig uitbesteed.
3. De verslagen van de accountantscontrole worden samen met het in artikel 2, lid 4, van deze financiële voorschriften bedoelde gedetailleerde begrotingsverslag aan de stuurgroep ter beschikking gesteld.
Artikel 10
Kwijting
1. De stuurgroep beslist op grond van het gedetailleerde begrotingsverslag, de jaarrekening en het jaarlijkse verslag van de accountantscontrole of aan het hoofd kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting van de EVDA.
2. Het hoofd neemt de nodige initiatieven om de stuurgroep ervan te overtuigen dat kwijting kan worden verleend en om gevolg te geven aan eventuele opmerkingen in de kwijtingsbesluiten.