6.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 257/32


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1161 VAN DE COMMISSIE

van 4 augustus 2020

tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 5205)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid tot wijziging en vervolgens intrekking van de Richtlijnen 82/176/EEG, 83/513/EEG, 84/156/EEG, 84/491/EEG en 86/280/EEG van de Raad, en tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 8 ter, lid 5, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG wordt voorzien in de vaststelling van een aandachtstoffenlijst waarvoor in de hele Unie monitoringgegevens moeten worden vergaard ter ondersteuning van toekomstige prioritering overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (2). In deze eerste aandachtstoffenlijst moest melding worden gemaakt van de monitoringmatrices en van mogelijke analysemethoden voor elke stof die geen buitensporige kosten met zich brengen.

(2)

De stoffen op de aandachtstoffenlijst moeten worden geselecteerd uit de stoffen waarvoor de beschikbare informatie erop wijst dat zij op het niveau van de Unie een significant risico voor of via het aquatische milieu kunnen betekenen, maar waarvoor de monitoringgegevens onvoldoende zijn om het feitelijke risico vast te stellen. Zeer toxische stoffen die in veel lidstaten worden gebruikt en in het aquatisch milieu worden geloosd, maar niet of zelden worden gecontroleerd, moeten voor opname in de aandachtstoffenlijst in aanmerking worden genomen. Bij die selectie moet rekening worden gehouden met de in artikel 8 ter, lid 1, onder a) tot en met e), van Richtlijn 2008/105/EG gespecificeerde informatie, met bijzondere aandacht voor opkomende verontreinigende stoffen.

(3)

De monitoring van de stoffen op de aandachtstoffenlijst moet hoogwaardige gegevens over de concentraties ervan in het aquatische milieu opleveren, geschikt om de risicobeoordelingen die ten grondslag liggen aan de identificatie van prioritaire stoffen te ondersteunen in het kader van een aparte toetsing overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Richtlijn 2000/60/EG. Stoffen waarvan bij die toetsing blijkt dat zij een ernstig risico vormen, moeten in aanmerking worden genomen voor opname in de lijst van prioritaire stoffen. In dat geval wordt ook een milieukwaliteitsnorm vastgesteld waaraan de lidstaten moeten voldoen. Het voorstel om een stof op te nemen in de lijst van prioritaire stoffen wordt onderworpen aan een effectbeoordeling.

(4)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 van de Commissie (3) is een eerste aandachtstoffenlijst vastgesteld die tien stoffen of groepen stoffen bevat, samen met een indicatie van de monitoringmatrix, mogelijke analysemethoden die geen buitensporige kosten met zich brengen, en maximaal aanvaardbare detectiegrenzen van de methode.

(5)

Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 2, van Richtlijn 2008/105/EG moet de Commissie de aandachtstoffenlijst om de twee jaar actualiseren. Bij het actualiseren van die aandachtstoffenlijst moet de Commissie elke stof verwijderen waarvoor een risicobeoordeling als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG kan worden uitgevoerd zonder aanvullende monitoringgegevens.

(6)

De aandachtstoffenlijst werd in 2018 geactualiseerd overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 van de Commissie (4), waarbij vijf stoffen van de lijst werden verwijderd en er drie aan werden toegevoegd, waardoor de lijst acht stoffen of groepen stoffen bevatte.

(7)

Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 2, van Richtlijn 2008/105/EG mag de periode van continue monitoring van een in de aandachtstoffenlijst opgenomen stof niet langer dan vier jaar duren. De monitoringverplichting voor de vijf stoffen of groepen stoffen die sinds 2015 op de aandachtstoffenlijst waren opgenomen, te weten 17-α-ethinylestradiol (EE2), 17-β-estradiol (E2) en estron (E1), de groep van macrolideantibiotica, methiocarb en de groep van neonicotinoïden, is derhalve in 2019 vervallen. De verkregen monitoringgegevens zullen in aanmerking worden genomen in het kader van de prioritering als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG.

(8)

Op basis van de monitoringgegevens die sinds 2018 zijn verkregen voor de drie andere stoffen, te weten metaflumizon, amoxicilline en ciprofloxacine, heeft de Commissie vastgesteld dat onvoldoende hoogwaardige monitoringgegevens beschikbaar zijn en dat die stoffen derhalve op de aandachtstoffenlijst moeten blijven staan.

(9)

In de loop van 2019 heeft de Commissie gegevens vergaard over een reeks andere stoffen die in de aandachtstoffenlijst kunnen worden opgenomen. Zij heeft rekening gehouden met de in artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG bedoelde verschillende typen relevante informatie en heeft deskundigen uit de lidstaten en belanghebbenden geraadpleegd. Stoffen waarvan de toxiciteit wordt betwijfeld of waarvan de gevoeligheid, de betrouwbaarheid of de vergelijkbaarheid van de beschikbare monitoringmethoden niet voldoende zijn, mogen niet in de aandachtstoffenlijst worden opgenomen. Het sulfonamideantibioticum sulfamethoxazol en het diaminopyrimidineantibioticum trimethoprim, het antidepressivum venlafaxine en zijn metaboliet O-desmethylvenlafaxine, een groep van drie azoolhoudende farmaceutische producten (clotrimazol, fluconazol en miconazol) en zeven azoolhoudende bestrijdingsmiddelen (imazalil, ipconazool, metconazool, penconazool, prochloraz, tebuconazool en tetraconazool), en de fungiciden famoxadone en dimoxystrobine werden als geschikte kandidaten aangemerkt. Het opnemen van de verschillende farmaceutische producten is verenigbaar met de strategische aanpak van de Europese Unie van geneesmiddelen in het milieu (5) en het opnemen van de twee antibiotica is verenigbaar met het Europese “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR) (6), waarin het gebruik van de aandachtstoffenlijst om “de kennis van het voorkomen en de verspreiding van antimicrobiële stoffen in het milieu te verbeteren” wordt ondersteund.

(10)

Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG heeft de Commissie mogelijke analysemethoden voor de voorgestelde stoffen geïdentificeerd. De detectiegrens van de methode moet voor elke stof, met inbegrip van elke afzonderlijke stof in een groep, ten minste even laag zijn als de stofspecifieke voorspelde concentratie zonder effect voor elke stof in de betrokken matrix.

(11)

Sulfamethoxazol en trimethoprim worden gewoonlijk, maar niet altijd, samen gebruikt vanwege hun vermeende synergistische effecten; zij kunnen en moeten samen worden geanalyseerd, ook al zijn zij niet samen gegroepeerd in de lijst opgenomen. Venlafaxine en zijn metaboliet zijn gegroepeerd wegens de mogelijke additieve effecten ervan; zij kunnen en moeten samen worden geanalyseerd. De azoolhoudende stoffen worden gegroepeerd omdat ze hetzelfde werkingsmechanisme hebben en eveneens additieve effecten kunnen hebben, hoewel de emissies van die stoffen uit een reeks verschillende bronnen komt en waarschijnlijk in de loop der tijd zullen fluctueren; zij kunnen en moeten ook samen worden geanalyseerd. De twee fungiciden, waarvan de emissies waarschijnlijk ook zullen fluctueren, kunnen samen worden onderzocht, maar dat is niet noodzakelijk.

(12)

De in de aandachtstoffenlijst gespecificeerde analysemethoden brengen geen buitensporige kosten met zich mee. Indien nieuwe informatie voor specifieke stoffen in de toekomst tot een daling van de voorspelde concentratie zonder effect leidt, moet de maximaal aanvaardbare detectiegrens van de methode wellicht worden verlaagd, voor zover die stoffen op de lijst blijven staan.

(13)

Met het oog op de vergelijkbaarheid moeten alle stoffen in volledige watermonsters worden gemonitord.

(14)

Omwille van de juridische duidelijkheid moet de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 in zijn geheel worden vervangen. Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 moet derhalve worden ingetrokken.

(15)

De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2000/60/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen bedoeld in artikel 8 ter van Richtlijn 2008/105/EG is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 augustus 2020.

Voor de Commissie

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 348 van 24.12.2008, blz. 84.

(2)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 van de Commissie van 20 maart 2015 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 40).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 van de Commissie van 5 juni 2018 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 (PB L 141 van 7.6.2018, blz. 9).

(5)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De strategische aanpak van de Europese Unie van geneesmiddelen in het milieu (COM(2019) 128 final).

(6)  Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR) (COM(2017) 339 final).


BIJLAGE

Aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen als bedoeld in artikel 8 ter van Richtlijn 2008/105/EG

Naam van de stof/groep van stoffen

CAS-nummer (1)

EU-nummer (2)

Indicatieve analysemethode (3) ,  (4)

Maximaal aanvaardbare detectiegrens van de methode (ng/l)

Metaflumizon

139968-49-3

604-167-6

LLE-LC-MS-MS of SPE-LC-MS-MS

65

Amoxicilline

26787-78-0

248-003-8

SPE-LC-MS-MS

78

Ciprofloxacine

85721-33-1

617-751-0

SPE-LC-MS-MS

89

Sulfamethoxazol (5)

723-46-6

211-963-3

SPE-LC-MS-MS

100

Trimethoprim (5)

738-70-5

212-006-2

SPE-LC-MS-MS

100

Venlafaxine en

O-desmethylvenlafaxine (6)

93413-69-5

93413-62-8

618-944-2

700-516-2

SPE-LC-MS-MS

6

Azoolverbindingen  (7)

 

 

SPE-LC-MS-MS

 

Clotrimazol

Fluconazol

Imazalil

Ipconazool

Metconazool

Miconazol

Penconazool

Prochloraz

Tebuconazool

Tetraconazool

23593-75-1

86386-73-4

35554-44-0

125225-28-7

125116-23-6

22916-47-8

66246-88-6

67747-09-5

107534-96-3

112281-77-3

245-764-8

627-806-0

252-615-0

603-038-1

603-031-3

245-324-5

266-275-6

266-994-5

403-640-2

407-760-6

 

20

250

800

44

29

200

1 700

161

240

1 900

Dimoxystrobine

149961-52-4

604-712-8

SPE-LC-MS-MS

32

Famoxadone

131807-57-3

603-520-1

SPE-LC-MS-MS

8,5


(1)  Chemical Abstracts Service.

(2)  Europese Unienummer.

(3)  Om de vergelijkbaarheid van de resultaten van verschillende lidstaten te garanderen moeten alle stoffen in volledige watermonsters worden gemonitord.

(4)  Extractiemethoden:

 

LLE — liquid liquid extraction (vloeistof-vloeistofextractie)

 

SPE — solid-phase extraction (vastefase-extractie)

Analysemethoden:

 

LC-MS-MS — Liquid chromatography (tandem) triple quadrupole mass spectrometry (vloeistofchromatografie gekoppeld aan triple quadrupool (tandem-)massaspectrometrie).

(5)  Sulfamethoxazol en trimethoprim worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

(6)  Venlafaxine en O-desmethylvenlafaxine worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

(7)  De azoolverbindingen worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.