16.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 229/1


BESLUIT (EU) 2020/1026 VAN DE RAAD

van 24 april 2020

inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart (“de overeenkomst”), overeenkomstig het besluit van de Raad van 7 maart 2016. Op 25 juli 2019 werden de onderhandelingen met succes afgerond met de parafering van de overeenkomst.

(2)

De overeenkomst heeft tot doel de bilaterale samenwerking inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart te bevorderen en de handel en investeringen in burgerluchtvaartproducten tussen de Unie en Japan te vergemakkelijken.

(3)

Het is noodzakelijk procedures vast te stellen voor de deelname van de Unie aan de uit hoofde van de overeenkomst opgerichte gemengde organen, voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen, verzoeken om overleg en maatregelen ter schorsing van aanvaardingsverplichtingen, evenals voor de vaststelling van besluiten betreffende wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst.

(4)

De overeenkomst moet worden ondertekend en voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst (1).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

1.   De Unie wordt in het op grond van artikel 11 van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité van de partijen (het “Gemengd Comité”) vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart en vergezeld van de luchtvaartautoriteiten van de lidstaten als hun vertegenwoordigers.

2.   De Unie wordt in de op grond van artikel 3 van bijlage 1 bij de overeenkomst opgerichte Raad van toezicht op certificering vertegenwoordigd door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, bijgestaan door de luchtvaartautoriteiten van de lidstaten die rechtstreeks belang hebben bij de agenda van de desbetreffende vergadering.

Artikel 4

1.   De Commissie kan de volgende acties ondernemen:

a)

vrijwaringsmaatregelen vaststellen overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt b), van de overeenkomst;

b)

om overleg verzoeken overeenkomstig artikel 16, lid 3, van de overeenkomst;

c)

maatregelen nemen tot schorsing van verplichtingen tot wederzijdse aanvaarding en tot opheffing van die schorsing overeenkomstig artikel 17 van de overeenkomst.

2.   De Commissie stelt de Raad voldoende van tevoren in kennis van haar voornemen om een actie uit hoofde van dit artikel te ondernemen.

Artikel 5

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst die door het Gemengd Comité worden vastgesteld, overeenkomstig artikel 11, lid 2, punt c), van de overeenkomst, voor zover die wijzigingen in overeenstemming zijn met, en geen wijzigingen inhouden van, toepasselijke rechtshandelingen van de Unie, onder de volgende voorwaarden:

a)

de Commissie zorgt ervoor dat de goedkeuring namens de Unie:

de belangen van de Unie dient,

de doelstellingen ondersteunt die de Unie nastreeft in het kader van haar luchtvaartveiligheid en handelsbeleid;

rekening houdt met de belangen van de producenten, handelaren en consumenten van de Unie;

niet indruist tegen Unierecht of internationaal recht;

indien van toepassing, de kwaliteitsverbetering van burgerluchtvaartproducten ten goede komt dankzij betere opsporing van frauduleuze en misleidende praktijken;

indien van toepassing, streeft naar de onderlinge aanpassing van normen voor burgerluchtvaartproducten;

indien van toepassing, voorkomt dat er belemmeringen voor innovatie worden gecreëerd, en

indien van toepassing, de handel in burgerluchtvaartproducten faciliteert;

b)

de Commissie dient de voorgestelde wijzigingen tijdig in bij de Raad, voordat ze worden goedgekeurd.

Het Comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten beoordeelt of de voorgestelde wijzigingen voldoen aan de voorwaarden in punt a) van de eerste alinea.

De Commissie keurt de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goed tenzij een aantal lidstaten, dat overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie een blokkerende minderheid van de Raad vormt, daartegen bezwaar maakt. Indien een dergelijke blokkerende minderheid bestaat, verwerpt de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie.

Artikel 6

De overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de datum van de ondertekening ervan (2), in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 24 april 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

G. GRLIĆ RADMAN


(1)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.

(2)  De datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.