12.5.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 163/3 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 11 mei 2020
tot oprichting van het Fit for Future-platform
(2020/C 163/03)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het beleid van de Commissie inzake betere regelgeving vormt een leidraad voor de algehele inspanningen op het gebied van lastenvermindering en vereenvoudiging in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (“Refit”) (1). |
(2) |
Overeenkomstig dat programma moet de Commissie ervoor zorgen dat regelgeving doelgericht en eenvoudig na te leven is en geen onnodige regeldruk meebrengt, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de volledige verwezenlijking van de doelstellingen ervan. |
(3) |
Met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) (2) (“mkb” in Nederland) zouden er baat bij hebben wanneer de administratieve formaliteiten worden verminderd, zodat zij gemakkelijker toegang tot de markt hebben en optimaal van de digitalisering kunnen profiteren. Het is in dit verband aan het netwerk van kmo-gezanten (3) om de belangen van kleine en middelgrote ondernemingen in dit verband te bevorderen. |
(4) |
Het Refit-platform is opgericht bij Besluit C(2015) 3261 van de Commissie van 19 mei 2015 (4) om de Commissie te ondersteunen bij deze inspanningen om de wetgeving te verbeteren. Dat besluit was tot en met 31 oktober 2019 van toepassing. |
(5) |
In haar mededeling “Betere regelgeving: inventarisatie en verdere inzet” (5) heeft de Commissie de resultaten van betere regelgeving in de periode 2015 tot 2018 geïnventariseerd. Uit de bevindingen van die inventarisatie bleek dat er steun was voor het Refit-platform, maar ook dat de meeste belanghebbenden graag zouden zien dat het platform productiever wordt, dat meer ideeën voor vereenvoudiging worden verzameld en dat die ideeën sneller tot concrete veranderingen leiden. |
(6) |
Om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving op doeltreffende wijze maximale voordelen oplevert voor mensen en ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en gezien het toenemend aantal nieuwe mondiale uitdagingen, zoals de gevolgen van de digitalisering, moet de Commissie een beroep blijven doen op de deskundigheid van specialisten in adviesorganen. |
(7) |
Daarom moet een groep van deskundigen worden opgericht en moeten de taken en de structuur daarvan worden vastgesteld, in overeenstemming met Besluit C(2016) 3301 van de Commissie tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen (“de horizontale regels”) (6). Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan met het Refit-platform moet een nieuw platform met de naam “Fit for Future” worden opgezet. Het platform moet de nationale, regionale en lokale overheden van de lidstaten, het Comité van de Regio’s, het Europees Economisch en Sociaal Comité en belanghebbenden bijeenbrengen. Het platform moet nauw samenwerken met het netwerk van kmo-gezanten, vertegenwoordigd door de kmo-gezant van de EU. |
(8) |
Het platform moet zich inzetten voor vereenvoudiging en lastenverlichting. Het platform kan de Commissie ook ondersteunen om ervoor te zorgen dat het beleid van de Unie toekomstgericht is en is toegesneden op nieuwe uitdagingen. In het kader van het platform moet ook worden bezien hoe digitalisering de lasten voor burgers en bedrijven kan verminderen. |
(9) |
De activiteiten van het Fit for Future-platform moeten beter gestructureerd en doelgerichter zijn dan die van het Refit-platform. Daarom moeten de leden van het platform een jaarlijks werkprogramma voor de werkzaamheden van het platform opstellen, op basis van een voorstel van en in overleg met de Commissie, waarbij rekening wordt gehouden met wetgeving die als problematisch is aangemerkt in:
|
(10) |
Deze bronnen moeten, wanneer er aanwijzingen zijn dat EU-wetgeving voor het bedrijfsleven en burgers tot onnodige kosten leidt, helpen vaststellen om welke beleidsgebieden en wetgeving het gaat. Daarbij kan het eventueel ook om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen gaan. De kmo-gezant van de EU zal advies geven en ideeën inbrengen, met name met betrekking tot wetgeving waarvan de lasten en complexiteit nadelig zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen. |
(11) |
Het platform dient te kijken naar de doeltreffendheid van de EU-wetgeving en daarbij ook aandacht te schenken aan de wetgevingsdichtheid. Het moet, voor zover mogelijk, kijken of er aanwijzingen zijn dat de uitvoering van de EU-wetgeving in de lidstaten tot extra lasten leidt. |
(12) |
Het platform moet empirisch onderbouwde adviezen verstrekken over de in het jaarlijks werkprogramma geïdentificeerde onderwerpen en reageren op elk verzoek van de Commissie om informatie en aanwijzingen over kwesties in verband met haar werkzaamheden op het gebied van betere regelgeving in het kader van Refit. |
(13) |
Het platform is bedoeld om de deskundigheid van overheden, sociale partners, kleine en grote ondernemingen, consumenten-, gezondheids- en milieuorganisaties en andere niet-gouvernementele organisaties samen te brengen. Het platform moet bestaan uit een overheidsgroep en een stakeholdergroep. De overheidsgroep moet zijn samengesteld uit deskundigen op hoog niveau van nationale en/of regionale en lokale overheden van de lidstaten, met deskundigheid op het gebied van betere regelgeving, en uit vertegenwoordigers van het Comité van de Regio’s. De aanwezigheid van nationale, lokale en regionale overheden moet ertoe bijdragen dat specifieke problemen met de uitvoering van het Unierecht in kaart worden gebracht. Het Comité van de Regio’s heeft RegHub (8), een netwerk van regionale en lokale overheden, opgericht, dat door lokale actoren te raadplegen ervaringen dient te verzamelen die met de uitvoering van EU-beleid zijn opgedaan. RegHub zou daarom informatie kunnen verschaffen die nuttig is voor de werkzaamheden van het platform. De stakeholdergroep moet bestaan uit belanghebbenden met praktische deskundigheid op verschillende beleidsterreinen en uit vertegenwoordigers van het Europees Economisch en Sociaal Comité. De twee groepen moeten samenwerken om te zorgen voor een gevarieerd en evenwichtig niveau van deskundigheid. |
(14) |
Het platform dient zijn reglement van orde vast te stellen. |
(15) |
Er moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep. |
(16) |
Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (9). |
(17) |
Alle relevante documenten over de activiteiten van het Fit for Future-platform moeten openbaar worden gemaakt. |
(18) |
Dit besluit dient van toepassing te zijn voor de duur van het mandaat van de Commissie, |
BESLUIT:
Artikel 1
Onderwerp
Het Fit for Future-platform (hierna “het platform” genoemd) wordt opgericht.
Artikel 2
Taken
1. Het platform verleent de Commissie bijstand door middel van adviezen over de onderwerpen die in zijn jaarlijks werkprogramma zijn geïdentificeerd.
2. Met betrekking tot de onderwerpen die in zijn jaarlijkse werkprogramma zijn geïdentificeerd, heeft het platform de volgende taken:
a) |
gegevens, bewijsmateriaal en ideeën verzamelen over de mogelijkheden om de lasten te verminderen en de geïdentificeerde EU-wetgeving te vereenvoudigen zonder de verwezenlijking van de doelstellingen ervan te ondermijnen, en daarbij tevens rekening houden met de wetgevingsdichtheid; |
b) |
beoordelen of de geïdentificeerde EU-wetgeving en de doelstellingen daarvan nog steeds passend zijn, gelet op de noodzaak nieuwe problemen aan te pakken en onderzoeken hoe digitalisering en een intensiever gebruik van elektronische instrumenten kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van deze doelstellingen; |
c) |
op verzoek van de Commissie met ideeën komen. |
Artikel 3
Raadpleging
Het secretariaat-generaal van de Commissie kan de groep raadplegen over elke aangelegenheid die verband houdt met haar werkzaamheden op het gebied van betere regelgeving in het kader van het Refit-programma.
Artikel 4
Jaarlijks werkprogramma
1. Het jaarlijks werkprogramma wordt door het platform vastgesteld op basis van een voorstel van en in overleg met het secretariaat-generaal van de Commissie aan de hand van onderwerpen die zijn geïdentificeerd:
a) |
in bijlage VI bij het verslag van de Taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en minder en efficiënter optreden (10); |
b) |
in door de Commissie uitgevoerde belangrijke evaluaties en geschiktheidscontroles; |
c) |
op basis van informatie over de meest belastende EU-wetgeving die is verstrekt door de lidstaten, het netwerk van kmo-gezanten, het Comité van de Regio’s, met name via RegHub, en het Europees Economisch en Sociaal Comité. |
2. De kmo-gezant van de EU zal ideeën inbrengen voor en advies geven over het voorgestelde jaarlijks werkprogramma, met name met betrekking tot wetgeving waarvan de lasten en complexiteit nadelig zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen.
3. Het reglement van orde van het platform bepaalt onder welke voorwaarden ideeën van belanghebbenden en het brede publiek ook in aanmerking kunnen worden genomen voor de lijst met mogelijke onderwerpen voor het werkprogramma.
Artikel 5
Samenstelling
1. Het platform bestaat uit twee groepen: de overheidsgroep en de stakeholdergroep.
2. De leden van de overheidsgroep worden gevormd door de nationale, regionale en lokale overheden van de lidstaten en het Comité van de Regio’s. De lidstaten wijzen één vertegenwoordiger aan, die tot de nationale, de regionale of de lokale overheid behoort. Het Comité van de Regio’s benoemt drie vertegenwoordigers. De overheidsgroep bestaat dus uit 30 vertegenwoordigers. De leden waarborgen dat hun vertegenwoordiger een hoog niveau van deskundigheid heeft.
3. De leden van de stakeholdergroep worden gevormd door het Europees Economisch en Sociaal Comité, dat 3 vertegenwoordigers benoemt, en door 19 door de secretaris-generaal van de Commissie aangewezen deskundigen die een door belanghebbenden op een bepaald beleidsterrein gedeeld gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen. Het Europees Economisch en Sociaal Comité waarborgt dat zijn vertegenwoordigers een hoog niveau van deskundigheid hebben. De deskundigen die zijn aangewezen om een gemeenschappelijk belang te vertegenwoordigen, vertegenwoordigen geen individuele belanghebbende, maar een beleidsoriëntatie die verschillende organisaties van belanghebbenden gemeen hebben. Zij vertegenwoordigen ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, sociale partners en maatschappelijke organisaties die rechtstreeks ervaring hebben met de toepassing van de EU-wetgeving.
4. Leden van het platform die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen, worden benoemd voor de duur van het mandaat van het platform. Zij blijven lid van het platform tot het einde van hun ambtstermijn of totdat zij worden vervangen of ontslag nemen.
5. Leden die een gemeenschappelijk doel vertegenwoordigen, maar niet langer in staat zijn om op doeltreffende wijze bij te dragen aan de werkzaamheden van het platform of die, naar het oordeel van de secretaris-generaal van de Commissie, niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dan wel ontslag nemen, worden niet langer uitgenodigd voor de vergaderingen van de groep en worden voor de rest van hun ambtstermijn vervangen door een andere kandidaat van de reservelijst.
Artikel 6
Selectieprocedure
1. De selectie van de leden van de stakeholdergroep die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen, wordt verricht via een openbare oproep tot kandidaatstelling, die wordt bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie (11) (“het register van deskundigengroepen”). De oproep tot kandidaatstelling kan ook via andere media, waaronder een speciale website, worden bekendgemaakt. In de oproep tot kandidaatstelling worden de selectiecriteria, waaronder die voor de vereiste deskundigheid, en de te vertegenwoordigen belangen met betrekking tot het uit te voeren werk duidelijk geformuleerd. De termijn voor kandidaatstelling bedraagt ten minste vier weken.
2. Om te kunnen worden benoemd, moeten personen die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen zich inschrijven in het transparantieregister.
3. Voor de benoeming van personen die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen, maakt de secretaris-generaal van de Commissie een keuze uit de specialisten met een kwalificatie op de in artikel 2 bedoelde gebieden die hebben gereageerd op de oproep tot kandidaatsteling.
4. Het secretariaat-generaal van de Commissie stelt een reservelijst op van geschikte kandidaten waaruit kan worden geput voor elke noodzakelijke vervanging van leden van de stakeholdergroep die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen. Het secretariaat-generaal van de Commissie vraagt de kandidaten om toestemming alvorens hun namen op de reservelijst te plaatsen.
Artikel 7
Werking
1. Het platform handelt op verzoek van zijn voorzitter, met instemming van het secretariaat-generaal van de Commissie en overeenkomstig de horizontale regels.
2. De leden van het platform en de vertegenwoordigers van de leden wonen de vergaderingen van het platform bij. Om de adviezen van het platform vast te stellen, worden plenaire vergaderingen gehouden; om adviezen van het platform af te ronden en organisatorische aspecten te bespreken, zullen voorbereidende vergaderingen worden gehouden en met het oog op specifieke onderwerpen uit het jaarlijks werkprogramma zullen vergaderingen van subgroepen worden gehouden. De vergaderingen van het platform vinden in beginsel in de gebouwen van de Commissie plaats of, zo mogelijk, via videoconferentie.
3. In overleg met secretaris-generaal van de Commissie kan het platform bij een gewone meerderheid van stemmen van zijn leden besluiten om openbaar te beraadslagen.
4. Het secretariaat-generaal van de Commissie treedt op als secretariaat van het platform, waarbij het secretariële diensten verricht en het ontwerp van het jaarlijks werkprogramma voorbereidt. Ambtenaren van andere diensten van de Commissie die een belang bij de werkzaamheden hebben, mogen de vergaderingen van het platform bijwonen.
5. Van de besprekingen over elk agendapunt en over de door het platform verleende adviezen worden relevante en volledige notulen opgesteld. De notulen worden opgesteld door het secretariaat onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter.
6. Het platform stelt zijn adviezen bij consensus vast. Wanneer er moet worden gestemd, gebeurt dit bij gewone meerderheid van stemmen van de leden. Leden die tegen het meerderheidsstandpunt hebben gestemd, hebben het recht een document met een samenvatting van de motivering van hun standpunt aan het advies te laten hechten.
Artikel 8
Voorzitterschap
De vicevoorzitter van de Commissie die bevoegd is voor betere regelgeving, zit de plenaire vergaderingen van het platform voor. Een hooggeplaatste ambtenaar van de Commissie zit de voorbereidende vergaderingen van het platform voor. Andere vergaderingen worden voorgezeten door het secretariaat van het platform.
Artikel 9
Subgroepen
Het secretariaat-generaal van de Commissie kan ten hoogste vier subgroepen oprichten om specifieke onderwerpen uit het jaarlijks werkprogramma van het platform te onderzoeken. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen verslag uit aan de groep. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld. In elke subgroep wordt ten minste één vertegenwoordiger van het Comité van de Regio’s en van het Europees Economisch en Sociaal Comité opgenomen.
Artikel 10
Uitgenodigde deskundigen
1. De voorzitter kan op ad-hocbasis externe deskundigen met specifieke deskundigheid op het gebied van een onderwerp op de agenda, waaronder deskundigen van lokale en regionale overheden en hun verenigingen, uitnodigen om deel te nemen aan een vergadering van het platform of de subgroepen daarvan. De voorzitter nodigt de kmo-gezant van de EU uit voor de plenaire vergaderingen.
2. In overleg met het secretariaat-generaal van de Commissie kan het Comité van de Regio’s vertegenwoordigers van de RegHubs op ad-hocbasis uitnodigen voor de vergaderingen van het platform of de subgroepen daarvan.
Artikel 11
Reglement van orde
Op voorstel van en in overleg met de secretaris-generaal van de Commissie stelt het platform zijn reglement van orde vast met een gewone meerderheid van stemmen van zijn leden, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en overeenkomstig de horizontale regels.
Artikel 12
Beroepsgeheim en behandeling van gerubriceerde informatie
De leden van de het platform en hun vertegenwoordigers en de uitgenodigde deskundigen zijn onderworpen aan het beroepsgeheim, dat krachtens de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan geldt voor alle leden van de instellingen en hun personeel. Voor hen gelden ook de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (12) en (EU, Euratom) 2015/444 (13) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.
Artikel 13
Transparantie
1. Het platform en zijn subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.
2. Wat de samenstelling van het platform en zijn subgroepen betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:
a) |
de naam van de autoriteiten van de lidstaten; |
b) |
de naam van de EU-instanties die lid zijn van het platform (het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité); |
c) |
de naam van de personen die zijn aangewezen om een gemeenschappelijk belang te vertegenwoordigen; dat belang wordt openbaar gemaakt. |
3. Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een specifieke website. De toegang tot deze specifieke website wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumentatie worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Uitzonderingen op de bekendmakingsplicht zijn alleen toegestaan wanneer de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (14) (15).
4. Het platform beschikt over een speciale website. Het platform gebruikt deze website ook om de standpunten van burgers en belanghebbenden te verzamelen over de in het jaarlijkse werkprogramma vermelde onderwerpen en zijn communicatieactiviteiten uit te voeren, in samenspraak met het secretariaat-generaal van de Commissie.
Artikel 14
Vergaderkosten
1. Deelnemers aan de werkzaamheden van het platform en zijn subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de deskundigheid die zij aanbieden.
2. De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van het platform en zijn subgroepen worden door de Commissie vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen aan de diensten van de Commissie worden toegewezen.
Artikel 15
Toepasselijkheid
Dit besluit is van toepassing tot en met 31 oktober 2025.
Gedaan te Brussel, 11 mei 2020.
Voor de Commissie
Maroš ŠEFČOVIČ
Vicevoorzitter
(1) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Gezonde EU-regelgeving, COM(2012) 746, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2012:0746:FIN
(2) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa, COM(2020) 103, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1588589609774&uri=CELEX:52020DC0103
(3) https://ec.europa.eu/growth/smes/business-friendly-environment/small-business-act/sme-envoys_nl
(4) Besluit van de Commissie van 19 mei 2015 tot oprichting van het Refit-platform, C(2015) 3261 final,
https://ec.europa.eu/info/files/commission-decision-establishing-refit-platform_en
(5) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Betere regelgeving: inventarisatie en verdere inzet, COM(2019) 178
final,https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=COM:2019:178:FIN
(6) Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301,
https://ec.europa.eu/transparency/regexpert/PDF/C_2016_3301_F1_COMMISSION_DECISION_EN.pdf
(7) Verslag van de Taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en minder en efficiënter optreden, https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/report-task-force-subsidiarity-proportionality-and-doing-less-more-efficiently_nl.pdf
(8) Een groep regio’s die een bijdrage levert aan de analyse van de uitvoering van wetgeving, https://cor.europa.eu/nl/our-work/Pages/network-of-regional-hubs.aspx
(9) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.).
(10) Verslag van de Taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en minder en efficiënter optreden, https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/report-task-force-subsidiarity-proportionality-and-doing-less-more-efficiently_nl.pdf
(11) https://ec.europa.eu/transparency/regexpert/
(12) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32015D0443
(13) https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/41a6eeeb-cc70-11e4-ab4d-01aa75ed71a1
(14) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.).
(15) Deze uitzonderingen strekken tot bescherming van de openbare veiligheid, militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen, het financieel, monetair of economisch beleid, de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, commerciële belangen, gerechtelijke procedures en juridisch advies, inspecties/onderzoeken/audits en het besluitvormingsproces van de instelling.