11.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 417/375


BESLUIT (EU, Euratom) 2020/1966 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 13 mei 2020

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) voor het begrotingsjaar 2018

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 (1),

gezien de geconsolideerde jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 (COM(2019) 316 — C9-0050/2019) (2),

gezien de definitieve jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het begrotingsjaar 2018 (3),

gezien het verslag van de Commissie betreffende de follow-up van de kwijting voor het begrotingsjaar 2017 (COM(2019) 334),

gezien het jaarverslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit over de in 2018 uitgevoerde interne controles (COM(2019) 350) en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2019) 300),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekeningen van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het begrotingsjaar 2018, vergezeld van het antwoord van het Agentschap (4),

gezien de verklaring van de Rekenkamer (5) voor het begrotingsjaar 2018 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de aanbeveling van de Raad van 18 februari 2020 over de aan de uitvoerende agentschappen te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2018 (05762/2020 — C9-0019/2020),

gezien de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6), en met name de artikelen 62, 164, 165 en 166,

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (7), en met name de artikelen 69, 260, 261 en 262,

gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (8), en met name artikel 14, lid 3,

gezien Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (9), en met name artikel 66, eerste en tweede alinea,

gezien Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG (10),

gezien artikel 99 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien de verslagen van de Commissie buitenlandse zaken; de Commissie ontwikkelingssamenwerking; de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken; de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid; de Commissie vervoer en toerisme; de Commissie regionale ontwikkeling; de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling; de Commissie cultuur en onderwijs; de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0069/2020),

A.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie de begroting moet uitvoeren en de programma’s moet beheren en dit overeenkomstig artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet doen in samenwerking met de lidstaten, onder haar eigen verantwoordelijkheid en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer;

1.   

verleent de directeur van het Uitvoerend Agentschap onderzoek kwijting voor de uitvoering van de begroting van het uitvoerend agentschap voor het begrotingsjaar 2018;

2.   

formuleert zijn opmerkingen in de resolutie die een integrerend deel uitmaakt van de besluiten tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, afdeling III — Commissie en uitvoerende agentschappen;

3.   

verzoekt zijn voorzitter dit besluit, het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, afdeling III — Commissie en de resolutie die een integrerend deel uitmaakt van deze besluiten, te doen toekomen aan de directeur van het Uitvoerend Agentschap onderzoek, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

De voorzitter

David Maria SASSOLI

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB L 57 van 28.2.2018, blz. 1.

(2)  PB C 327 van 30.9.2019, blz. 1.

(3)  PB C 376 van 6.11.2019, blz. 47.

(4)  PB C 417 van 11.12.2019, blz. 1.

(5)  PB C 417 van 11.12.2019, blz. 34.

(6)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(7)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(8)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(9)  PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6.

(10)  PB L 346 van 20.12.2013, blz. 54.