11.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 417/241


BESLUIT (EU, Euratom) 2020/1913 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 13 mei 2020

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2018

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2018,

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar 2018, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke ondernemingen (1),

gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2018 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd (2), als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de aanbeveling van de Raad van 18 februari 2020 betreffende de aan de Gemeenschappelijke Onderneming te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2018 (05763/2019 — C9-0065/2019),

gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (3), en met name artikel 208,

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (4), en met name artikel 70,

gezien Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (5), en met name artikel 5, lid 3,

gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6),

gezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (7),

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0049/2020),

1.   

verleent de directeur van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het begrotingsjaar 2018;

2.   

formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.   

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

De voorzitter

David Maria SASSOLI

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB C 426 van 18.12.2019, blz. 1.

(2)  PB C 426 van 18.12.2019, blz. 24.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(5)  PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58.

(6)  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.

(7)  PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1.