8.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 289/6 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1867 VAN DE COMMISSIE
van 28 augustus 2019
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van forfaitaire financiering
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 67, lid 5 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om het gebruik van de financiële middelen van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (“EFRO”), het Europees Sociaal Fonds (“ESF”), het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (“Elfpo”) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (“EFMZV”) te vereenvoudigen en zowel de administratieve lasten als het foutenrisico te verminderen, is het passend een vast percentage vast te stellen voor de vergoeding van de kosten aan een of meer begunstigden van in het kader van technische bijstand ondersteunde concrete acties, zonder dat het percentage hoeft te worden gerechtvaardigd. Dat geldt ook voor gevallen waarin de managementautoriteit of het betaalorgaan of een andere instantie concrete acties inzake technische bijstand uitvoert. |
(2) |
Het vaste percentage is gebaseerd op de maxima en de werkelijke toewijzing voor technische bijstand in programma’s en op absorptiegegevens van eerdere programmeringsperioden. Het gebruik van forfaitaire vergoedingen heeft geen gevolgen voor de financiële toewijzing voor technische bijstand in de goedgekeurde programma’s. Forfaitaire vergoedingen kunnen ook worden gebruikt bij programma’s die door meer dan één fonds worden ondersteund, ook al ontvangt de prioriteit technische bijstand steun uit een ander fonds dan het fonds dat steun verleent voor andere prioriteiten dan technische bijstand in hetzelfde programma. |
(3) |
Om het financieel beheer binnen de bestaande programmeringsregelingen te vergemakkelijken, moet voor het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV ook worden gespecificeerd dat de basis voor de toepassing van het percentage gevormd wordt door de subsidiabele uitgaven in het kader van andere prioriteitsassen dan de prioriteitsas technische bijstand van het programma waarbij deze forfaitaire vergoedingen worden toegepast. Dit vaste percentage mag dus niet worden gebruikt wanneer een programma uitsluitend technische bijstand dekt. Bovendien is voor de bovenvermelde fondsen geen wijziging van het programma vereist wanneer deze forfaitaire vergoedingen worden toegepast. |
(4) |
Er moet worden gespecificeerd dat de basis voor de toepassing van het vaste percentage wordt gevormd door de subsidiabele uitgaven waarvoor de managementautoriteit of het betrokken controleorgaan de beheersverificaties of, in het geval van het Elfpo, de relevante administratieve controles heeft voltooid. |
(5) |
Om het risico van dubbele financiering te vermijden wanneer de lidstaten van deze mogelijkheid gebruikmaken, mag de forfaitaire financiering alleen worden toegepast op uitgaven die na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens tot het einde van de subsidiabiliteitsperiode aan beheersverificatie zijn onderworpen. Om dezelfde reden mag de forfaitaire financiering voor het Elfpo alleen worden toegepast op uitgaven die vanaf het begin van het landbouwbegrotingsjaar, zoals bepaald in artikel 39 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2), dat ingaat op 16 oktober 2019 of van elk volgend landbouwbegrotingsjaar en vervolgens tot het einde van de subsidiabiliteitsperiode, aan administratieve controles zijn onderworpen. Met het oog op goed financieel beheer moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de in de vorm van forfaitaire financiering vergoede bedragen worden berekend op basis van de wettige en regelmatige uitgaven voor projecten voor niet-technische bijstand. |
(6) |
Het mechanisme van forfaitaire financiering kan enkel worden gebruikt voor boekjaren die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening nog niet afgesloten zijn. Om — in het kader van artikel 9 en artikel 47 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 — controles van de grondslag voor de berekening van de forfaitaire financiering mogelijk te maken, mag het mechanisme van forfaitaire financiering voor het Elfpo alleen worden gebruikt voor uitgaven vanaf het begin van het landbouwbegrotingsjaar dat ingaat op 16 oktober 2019 of vanaf enig daaropvolgend landbouwbegrotingsjaar. |
(7) |
Om een snelle toepassing van de in deze verordening vastgestelde maatregelen mogelijk te maken, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, zodat ze tijdig tijdens het lopende boekjaar — en voor het Elfpo tijdens het landbouwbegrotingsjaar dat ingaat op 16 oktober 2019 — kan worden toegepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
1. Bij deze verordening wordt forfaitaire financiering vastgesteld voor de vergoeding door de managementautoriteit van de kosten van in het kader van de prioriteitsas technische bijstand gefinancierde concrete acties op initiatief van de lidstaten aan een of meer begunstigden binnen een programma.
2. In het geval van het Elfpo stelt deze verordening forfaitaire financiering vast voor de vergoeding door het betaalorgaan of een ander orgaan zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van de kosten van concrete acties inzake technische bijstand op initiatief van de lidstaten aan een of meer begunstigden binnen een programma. Wanneer een betaalorgaan of een ander orgaan rechtstreeks concrete acties inzake technische bijstand onderneemt, kan de vergoeding van de kosten van deze concrete acties ook worden vastgesteld op basis van deze forfaitaire financiering.
Artikel 2
Forfaitaire financiering
1. Het totale te vergoeden bedrag voor concrete acties die in het kader van de prioriteitsas technische bijstand van een programma worden gefinancierd, kan worden berekend als een vast percentage van de uitgaven voor concrete acties in het kader van andere prioriteitsassen van het programma dan de prioriteitsas technische bijstand. In het geval van het Elfpo kan technische bijstand worden berekend als een vast percentage van de uitgaven voor concrete acties in het kader van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling zoals bedoeld in titel III, hoofdstuk I, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3).
2. Dit vaste percentage wordt vastgesteld op 4 % voor door het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds of het Elfpo ondersteunde programma’s en op 6 % voor door het EFMZV ondersteunde programma’s. Voor door het EFRO ondersteunde programma’s in het kader van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” wordt het vaste percentage vastgesteld op 6 %. Het berekende bedrag kan aan één begunstigde worden vergoed of worden gesplitst om meer begunstigden te vergoeden.
3. Alleen uitgaven die overeenkomstig artikel 125, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 na de inwerkingtreding van deze verordening aan beheersverificaties zijn onderworpen, kunnen worden opgenomen in de grondslag voor de berekening van het vaste percentage vanaf het boekjaar dat ingaat op 1 juli 2019 of vanaf enig daaropvolgend boekjaar. In het geval van het Elfpo mogen alleen uitgaven die aan administratieve controles zijn onderworpen overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 vanaf het landbouwbegrotingsjaar dat op 16 oktober 2019 ingaat of vanaf een volgend landbouwbegrotingsjaar, worden opgenomen in de grondslag voor de berekening van het vaste percentage.
4. Wanneer deze forfaitaire financiering wordt gebruikt, wordt deze uitsluitend toegepast tot het einde van de subsidiabiliteitsperiode voor de vergoeding van de kosten voor technische bijstand en, voor het Elfpo, gedurende het relevante landbouwbegrotingsjaar.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.
(2) Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
(3) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).