11.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 152/41 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/946 VAN DE COMMISSIE
van 12 maart 2019
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toewijzing van financiering uit de algemene begroting van de Unie ter dekking van de kosten van de ontwikkeling van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (1), en met name artikel 15, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt 791 000 000 EUR toegewezen voor de ontwikkeling van IT-systemen ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen, onder voorbehoud van de vaststelling van de desbetreffende wetgevingshandelingen van de Unie. |
(2) |
Bij artikel 15 van Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om een gedelegeerde handeling vast te stellen waarin de uitsplitsing van het in artikel 5, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 515/2014 bedoelde bedrag voor de ontwikkeling van IT-systemen wordt bepaald, indien dat bedrag niet is uitgesplitst in de relevante wetgevingshandelingen van de Unie. |
(3) |
Bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (Etias) opgericht. Het Etias is een centrale component van de in Verordening (EU) nr. 515/2014 bedoelde IT-systemen. |
(4) |
In Verordening (EU) 2018/1240 wordt voor de financiering uit het bedrag van 791 000 000 EUR waarin in Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt voorzien ter dekking van de kosten van de ontwikkeling van Etias, noch de totale omvang, noch de uitsplitsing naar soort kosten en begunstigden bepaald. De toewijzing en de uitsplitsing daarvan tussen de verschillende begunstigden moeten derhalve worden vastgesteld door middel van een gedelegeerde handeling van de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 515/2014. |
(5) |
In artikel 6, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt bepaald dat de lidstaten ter dekking van de kosten van de ontwikkeling van Etias een totaalbedrag van 96,5 miljoen EUR zullen ontvangen. |
(6) |
Van het bedrag bedoeld in artikel 5, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 515/2014 dient 209 904 000 EUR beschikbaar te worden gesteld als algemene toewijzing ter dekking van de kosten van de ontwikkeling van Etias bedoeld in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240. |
(7) |
Van die totale toewijzing dient 100 873 000 EUR te worden toegewezen aan het bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA). Deze middelen dienen ter dekking van de in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde kosten die eu-LISA maakt ten behoeve van de ontwikkeling van het Etias-informatiesysteem, en met name de oprichting van het centrale systeem, een nationale uniforme interface (NUI) in elke lidstaat, een beveiligde communicatiestructuur tussen het centrale systeem en de nationale uniforme interfaces, een openbare website en een mobiele app voor mobiele apparaten, een e-maildienst, een beveiligdeaccountdienst, een toegangsportaal voor vervoerders, een webdienst en software die de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden in staat stelt de aanvragen te verwerken. |
(8) |
Van die totale toewijzing dient 12 531 000 EUR te worden toegewezen aan het bij Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad (4) opgerichte Europees Grens- en kustwachtagentschap, hierna "Frontex" genoemd. Deze middelen dienen ter dekking van de in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde kosten die Frontex maakt ten behoeve van de oprichting van de centrale Etias-eenheid, inclusief de inrichting van de kantoorruimte, de aanschaf en installatie van de door het personeel te gebruiken IT-apparatuur en de aanwerving en opleiding van de personeelsleden van de centrale eenheid. |
(9) |
Van die totale toewijzing moet aan de lidstaten die deelnemen aan Etias in totaal 96 500 000 EUR worden toegewezen. Deze middelen dienen ter dekking van de in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde kosten die de lidstaten maken ten behoeve van de integratie van de bestaande nationale grensinfrastructuur en van de verbinding met de nationale uniforme interface, van het hosten van de nationale uniforme interface en van de oprichting van de nationale Etias-eenheden, inclusief de aanschaf en installatie van de door het personeel te gebruiken IT-apparatuur en de aanwerving en opleiding van de personeelsleden. Aangezien de kosten per lidstaat voor deze activiteiten zeer vergelijkbaar zijn, ongeacht onder meer de grootte van het land, de lengte van de buitengrenzen, het aantal grensdoorlaatposten en het aantal personen dat de grenzen overschrijdt, moet het bedrag in gelijke delen over de deelnemende lidstaten worden verdeeld. |
(10) |
Aangezien Verordening (EU) 2018/1240 voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, beslist Verordening (EU) 2018/1240 in zijn nationale wetgeving om te zetten (5). Daarom is Denemarken krachtens internationaal recht gebonden door deze verordening. |
(11) |
Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (6); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat. |
(12) |
Deze verordening houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (7); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat. |
(13) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van het Schengenacquis als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (8), die valt onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (9). |
(14) |
Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (10), die vallen onder gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (11). |
(15) |
Wat Liechtenstein betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, als bedoeld in het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (12), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (13). |
(16) |
Deze verordening is een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2011. |
(17) |
Gezien de noodzaak om onverwijld te beginnen met de praktische uitvoering van Verordening (EU) 2018/1240, zodat Etias vanaf drie jaar na de inwerkingtreding van die verordening volledig operationeel is, en ervoor te zorgen dat de maatregelen waarin deze verordening voorziet direct kunnen worden toegepast, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(18) |
De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van deskundigen uit alle lidstaten die specifiek in verband hiermee zijn geraadpleegd. |
(19) |
Verordening (EU) nr. 515/2014 dient derhalve in bovenbedoelde zin te worden aangevuld, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Uit de algemene begroting van de Unie wordt een bedrag van in totaal 209 904 000 EUR toegewezen ter dekking van de kosten bedoeld in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240.
2. Het in lid 1 bedoelde bedrag maakt deel uit van het bedrag van 791 000 000 EUR dat overeenkomstig artikel 5, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 515/2014 voor de ontwikkeling van IT-systemen is uitgetrokken.
Artikel 2
1. Het in artikel 1, lid 1, bedoelde bedrag wordt als volgt gebruikt:
a) |
100 873 000 EUR wordt toegewezen aan eu-LISA ter dekking van de kosten van de ontwikkeling van het Etias-informatiesysteem, bedoeld in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240; |
b) |
12 531 000 EUR wordt toegewezen aan het Europees Grens- en kustwachtagentschap ter dekking van de kosten van de oprichting van de centrale Etias-eenheid, bedoeld in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240; |
c) |
96 500 000 EUR wordt toegewezen aan de lidstaten ter dekking van de kosten van de integratie van de bestaande nationale grensinfrastructuur en de verbinding met de nationale uniforme interface, van het hosten van de nationale uniforme interface en van de oprichting van de nationale Etias-eenheden, bedoeld in artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240. |
2. Het in lid 1, onder c), bedoelde bedrag wordt in gelijke delen verdeeld over de lidstaten.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 12 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143.
(2) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).
(4) Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese Grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
(5) Denemarken heeft op 21 december 2018 overeenkomstig artikel 4 van het Protocol (nr. 22) kennis gegeven van zijn besluit om Verordening (EU) 2018/1240 in zijn nationale recht om te zetten.
(6) Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).
(7) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(8) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(9) Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
(10) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(11) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(12) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(13) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).