3.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/686 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2019

tot vaststelling van de gedetailleerde regelingen overeenkomstig Richtlijn 91/477/EEG van de Raad voor de systematische elektronische uitwisseling van informatie met betrekking tot de overbrenging van vuurwapens binnen de Unie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (1), en met name artikel 13, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Hoofdstuk 3 van Richtlijn 91/477/EEG bevat formaliteiten voor de overbrenging van vuurwapens van de ene lidstaat naar een andere en vereist dat de lidstaten relevante informatie over dergelijke overbrengingen uitwisselen.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Richtlijn 91/477/EEG moet de Commissie voorzien in een systeem voor de systematische uitwisseling van de in dat artikel vermelde informatie. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten wisselen deze informatie momenteel uit per e-mail of per fax

(3)

Het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) ingestelde Informatiesysteem interne markt (IMI) zou een effectief instrument kunnen zijn voor de uitvoering van de in artikel 13 van Richtlijn 91/477/EEG vastgestelde bepalingen over administratieve samenwerking, met name de bepalingen die verband houden met de overbrenging van vuurwapens van de ene lidstaat naar een andere. Derhalve is bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/689 van de Commissie (3) een proefproject overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1024/2012 opgezet ter uitvoering van die bepalingen die verband houden met de overbrenging van vuurwapens. Het is derhalve dienstig IMI aan te merken als het systeem dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten gebruiken voor de uitwisseling van informatie over de overbrenging van vuurwapens, en gedetailleerde regelingen voor dergelijke overbrengingen vast te leggen.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Richtlijn 91/477/EEG kunnen de lidstaten meer dan één nationale instantie hebben die verantwoordelijk is voor het toezenden en ontvangen van de gegevens die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Om een efficiënte en doeltreffende uitwisseling van informatie tussen de lidstaten te bevorderen, moet elke lidstaat met meer dan één dergelijke nationale instantie worden verplicht om een van zijn nationale instanties aan te wijzen als centrale instantie die fungeert als centraal contactpunt voor het ontvangen en toezenden van informatie die in overeenstemming met deze verordening via IMI wordt uitgewisseld. Tevens kunnen de lidstaten hun centrale instantie de bevoegdheid verlenen om via IMI informatie van de nationale instanties toe te zenden aan een andere lidstaat.

(5)

Overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 91/477/EEG is voor de overbrenging van vuurwapens van de ene lidstaat naar een andere een vergunning nodig van de lidstaat waar het vuurwapen zich bevindt (hierna "de lidstaat van verzending" genoemd). Bovendien moet elke lidstaat de andere lidstaten een lijst verstrekken van vuurwapens waarvoor de vergunning om deze naar zijn grondgebied over te brengen zonder zijn voorafgaande toestemming mag worden verleend. Dit betekent dat de lidstaat van verzending voor vuurwapens die niet in de lijst van een lidstaat zijn opgenomen, wordt geacht na te gaan of voorafgaande toestemming is verleend vooraleer deze de overbrenging van het vuurwapen naar die lidstaat toestaat. Momenteel verstrekt de verkoper het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt echter pas aan de lidstaat van verzending op het ogenblik dat hij om de overbrengingsvergunning verzoekt of, in een geval als bedoeld in artikel 11, lid 3, van Richtlijn 91/477/EEG, wanneer de handelaar de lidstaat van verzending in kennis stelt van de gegevens met betrekking tot de overbrenging. Om te voorkomen dat overbrengingsvergunningen op grond van vervalste documenten worden afgegeven, moet de lidstaat naar wiens grondgebied een vuurwapen wordt overgebracht (hierna "de lidstaat van bestemming" genoemd) worden verplicht uiterlijk zeven kalenderdagen nadat deze zijn voorafgaande toestemming heeft verleend, de lidstaat van verzending via IMI informatie over de voorafgaande toestemming toe te zenden. Met het oog op een betere traceerbaarheid en meer veiligheid met betrekking tot de overbrenging van vuurwapens binnen de Unie moet bovendien op het ogenblik dat die informatie via IMI wordt verzonden ook een kopie van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt op IMI worden geüpload.

(6)

De specifieke informatie die de lidstaten verplicht individueel via IMI zouden moeten toezenden, moet — naast het uploaden van een kopie van het desbetreffende document — worden beperkt tot de informatie die nodig is om de desbetreffende nationale instanties in staat te stellen gemakkelijk informatie over een specifieke overbrenging te herkennen en terug te vinden, met inbegrip van met name de identificatiegegevens van de verkoper en de koper of eigenaar (hetzij een handelaar of een andere persoon).

(7)

Met het oog op de transparantie en de veiligheid moet elke lidstaat de lijst van vuurwapens waarvoor de vergunning om deze naar zijn grondgebied over te brengen zonder zijn voorafgaande toestemming mag worden verleend, uploaden op IMI. Bij ontstentenis van dergelijke vuurwapens, met andere woorden wanneer voorafgaande toestemming nodig is voor alle vuurwapens, zal de lidstaat dit kunnen aangeven in de desbetreffende databank van IMI.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn besproken met een deskundigengroep inzake uitwisseling van informatie, bestaande uit deskundigen uit de lidstaten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de uitwisseling van de volgende informatie via het in artikel 13, lid 5, van Richtlijn 91/477/EEG bedoelde systeem:

a)

de in lid 2 van dat artikel vermelde gegevens over de overbrenging van vuurwapens;

b)

de in lid 4 van dat artikel vermelde informatie, met uitzondering van informatie over de weigering om overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van die richtlijn vergunningen te verlenen.

Artikel 2

Het elektronisch uitwisselingssysteem

Voor de uitwisseling van de onder deze verordening vallende informatie is het in artikel 13, lid 5, van Richtlijn 91/477/EEG bedoelde systeem het Informatiesysteem interne markt (IMI), zoals bepaald in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/689.

Artikel 3

Aanwijzing door de lidstaten van een centrale instantie

1.   Indien een lidstaat meer dan één nationale instantie heeft die verantwoordelijk is voor het toezenden en ontvangen van de onder deze verordening vallende informatie, zoals bedoeld in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 91/477/EEG, wijst die lidstaat een van deze instanties aan om te fungeren als centrale instantie die verantwoordelijk is voor het ontvangen van dergelijke informatie van nationale instanties van andere lidstaten en voor het toezenden ervan aan de desbetreffende nationale instantie die op zijn grondgebied verantwoordelijk is voor die informatie.

2.   Een lidstaat kan zijn centrale instantie tevens belasten met de taak om via IMI informatie van de nationale instanties toe te zenden aan de nationale of centrale instantie van een andere lidstaat.

Artikel 4

Voorafgaande toestemming

1.   Indien een lidstaat (hierna "de lidstaat van bestemming" genoemd) zijn voorafgaande toestemming verleent om een vuurwapen dat zich in een andere lidstaat (hierna "de lidstaat van verzending" genoemd) bevindt, naar zijn grondgebied over te brengen, stelt de lidstaat van bestemming de lidstaat van verzending hiervan in kennis door toezending van de volgende informatie:

a)

de naam van de lidstaat van bestemming en de naam van de lidstaat van verzending;

b)

de datum en het nationaal referentienummer van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt;

c)

de identificatiegegevens van de persoon die het vuurwapen koopt of verwerft, of, in voorkomend geval, van de eigenaar;

d)

de identificatiegegevens van de persoon die het vuurwapen verkoopt of overdraagt, indien van toepassing;

e)

de vervaldatum van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt, in overeenstemming met de nationale voorschriften van de lidstaat van bestemming.

2.   Een kopie van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt, wordt door de lidstaat van bestemming op IMI geüpload en samen met de krachtens lid 1 toegezonden informatie aan de lidstaat van verzending toegezonden.

3.   De informatie en het document zoals bedoeld in de leden 1 en 2 worden in IMI toegankelijk gemaakt voor de nationale instanties die in de lidstaat van bestemming en de lidstaat van verzending verantwoordelijk zijn voor die informatie.

4.   De informatie en het document zoals bedoeld in de leden 1 en 2 worden uiterlijk zeven kalenderdagen na de afgiftedatum van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt, geüpload en toegezonden.

Artikel 5

Lijst van vuurwapens die zonder voorafgaande toestemming mogen worden overgebracht

De krachtens artikel 11, lid 4, van Richtlijn 91/477/EEG aan de andere lidstaten te verstrekken lijst van vuurwarpens wordt op IMI geüpload en aldaar voor de nationale instanties van alle lidstaten toegankelijk gemaakt.

Artikel 6

Kennisgeving van overbrengingsvergunningen of begeleidend document

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het vuurwapen zich bevindt (de lidstaat van verzending) een overbrengingsvergunning voor een vuurwapen afgeeft overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 91/477/EEG of het document (hierna "het begeleidend document" genoemd) afgeeft waarvan een vuurwapen krachtens artikel 11, lid 3, eerste alinea, van die richtlijn vergezeld moet gaan, zendt zij de lidstaat naar wiens grondgebied het vuurwapen wordt overgebracht (de lidstaat van bestemming) en eventuele lidstaten van doorvoer de volgende informatie toe:

a)

de naam van de lidstaat van verzending, de naam van de lidstaat van bestemming en, indien van toepassing, de naam van eventuele lidstaten van doorvoer;

b)

de datum en het nationaal referentienummer van de overbrengingsvergunning of het begeleidend document;

c)

de identificatiegegevens van de persoon die het vuurwapen koopt of verwerft, of, in voorkomend geval, van de eigenaar;

d)

de identificatiegegevens van de persoon die het vuurwapen verkoopt of overdraagt, indien van toepassing;

e)

het totale aantal vuurwapens dat wordt overgebracht;

f)

voor zover het een overbrengingsvergunning betreft, de datum van vertrek en de vermoedelijke datum van aankomst van het vuurwapen;

g)

de vervaldatum van de overbrengingsvergunning of van het begeleidend document, in overeenstemming met de nationale voorschriften van de lidstaat van bestemming.

2.   Een kopie van de overbrengingsvergunning of het begeleidend document wordt door de lidstaat van verzending op IMI geüpload en samen met de krachtens lid 1 toegezonden informatie aan de lidstaat van bestemming en eventuele lidstaten van doorvoer toegezonden.

3.   Indien de lidstaat van bestemming nalaat de lidstaat van verzending de informatie met betrekking tot voorafgaande toestemming en een kopie van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt, toe te zenden overeenkomstig artikel 4, uploadt de lidstaat van verzending een anderszins ontvangen kopie van het document waaruit de voorafgaande toestemming blijkt op IMI.

4.   De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde informatie en documenten worden in IMI uitsluitend toegankelijk gemaakt voor de nationale instanties van de lidstaat van verzending, de lidstaat van bestemming en, in voorkomend geval, de lidstaten van doorvoer.

5.   De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde informatie en documenten worden uiterlijk op het ogenblik van de overbrenging naar de eerste lidstaat van doorvoer of, indien er geen lidstaten van doorvoer zijn, naar de lidstaat van bestemming, geüpload en toegezonden.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 september 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51.

(2)  Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie ("de IMI-verordening") (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/689 van de Commissie van 16 januari 2019 inzake een proefproject ter uitvoering van bepaalde bepalingen over administratieve samenwerking die zijn vastgesteld in Richtlijn 91/477/EEG van de Raad door middel van het Informatiesysteem interne markt (zie bladzijde 75 van dit Publicatieblad).